nieuws- en jWuenentieblad Zeeland. Hntireoolutional? ooor Uit de Tweede Kamer. FEUILLETON. De Broeders. Binneulandsch Nieuws. No. 1123. Zaterdag 30 Mei 1914. lle Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITTU01J Az. te TER NEUZEN. ADVERTENTIËN: Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Wegens het Pinksterfeest zal het volgend nummer van ons blad inplaats van Dinsdag, WOENS DAGAVOND verschijnen. Zitting van Dinsdag 26 Mei. Bij de hervatting der discussie over de Wet betreffende de Raden van Beroep, verdedigt Minister Bertling het stelsel van het ontwerp. Minister Ort acht evenmin een Cen- tralen Raad van Beroep noodig, als derde in stantie, nadat de aanslagen twee malen op feitelijken grondslag zijn onderzocht. Op art. 4 neemt de Regeering over een amendement-Knobel, het mogelijk ma kend ook vrouwen te benoemen in den Raad van Beroep. De heer Schaper (s. d.) herinnert er aan, dat bij een soortgelijk amendement op het ont- werp-inkomstenhelasting de heer Lohman ge zegd heeft, dat aan Spr.'s oordeel geen waarde kan worden gehecht. Spr. schrijft deze uit lating toe aan den kleinen haat, dien de lieer Lobman Spr. toedraagt Overigens erkent Spr., dat hij bij die gelegenheid tegenover de rech terzijde vvat te ver is gegaan, door allen over één kam te scheren, maar de lieer Beumer voerde toen de Heilige Schrift tegen het amendement aan en toen dacht Spr. dat de heele rechterzijde De Voorzitter verzoekt den Spr. niet in een vorige discussie terug te treden. De lieer Schaper zal dan zwijgen. De lieer De Savornin Lohman (c.h.) merkt op, dat hij niemand haat en dus ook den lieer Schaper niet. De heer Beumer (a. r.) merkt, op, dat hij geenszins de Heilige Schrift tegen liet amen dement heeft aangevoerd. Spr. wil echter opkomen tegen een artikel, dat Dr. Bos over die vorige stemming in „De Vrijzinnig-Demo craat" heeft geschreven. Dr. Bos schreef toen, dat de anti revolutionaire partij reacti onair was» De Voorzitter verzoekt den spreker niet in een vorige discussie terug te treden. De heer Beumer zegt, dat dit niet zijn bedoeling is. Hij meent echter, dat, waar Dr. Bos heeft geschreven De Voorzitter: Neen, dat kan niet. U wilt het dus hebben over een artikel naar aanleiding van een vorige stemming. De heer Beumer: Ja, u hebt den lieer Schaper gelegenheid gegeven, do zaak weer op liet tapijt te brengen. „Och hij jou is alles een hersenschim, wat niet heel erg nederig en dankbaar is enzoo- voort. Nu, ik gun je die pret; wat mij be treft, ik wil liooger, verder." „Me dunkt, ge hebt geen klagen. Je verdien sten zijn zoo min nietje kunt werken voor twee en je weet van sparen. Werkelijk, zet die gedachten nu eens uit je hoofd, je maakt je zelf liet leven zuur." De ander laat een ontvreden gegrom liooren en zwijgend zet het broederpaar den weg voort. Eenigc minuten van liet dorp verwijderd staat een zeer eenvoudig huisje. Dat is het doel van hun tocht. Weldra treden ze het binnen. De vriendelijke groet van Mien wordt door den oudsten broeder amper beantwoordt. En als straks het avondmaal is genuttigd en Hendrik den Bijbel van de plank neemt, om, naar vaste gewoonte, een hoofdstuk te lezen, alvorens men zich ter ruste zal begeven, staat Gerrit van zijn stoel op, mompelt iets, dat voor een nachtgroet moet doorgaan en begeeft zich naar zijn slaapvertrek. De Voorzitter: Dat is onjuist. Ik heb den heer Schaper gelegenheid gegeven, te erkennen, dat hij een vorige maal te ver is gegaan en daarna heb ik hem het woord ont nomen. De heer Beumer: Ik wil eenvoudig aan- tooneu, op hoe zonderlinge wijze, zelfs door iemand als Dr. Bos, over de antirevolutionaire partij wordt geoordeeld. (R u m o e r). De Voorzitter: U wilt het dus hebben over de bonding der antirevolutionairen, naar aanleiding van een kranten-artikel. Dat kan niet. Vraagt nog iemand het woord De heer Beumer: Ja, ik. (G e 1 a c h). Mag ik niet opkomen voor de antirevolutionairen? De Voorzitter: Neen. (G e 1 a c hDat is niet aan de orde. De heer Beumer: Dan wil ik alleen bij dit artikel protesteeren tegen de manier, waarop door sommigen over ons wordt ge oordeeld en verder een betere gelegenheid afwachten. De Voorzitter: Juist Bij het verdere debat stelt Minister Bertling in het licht, dat de Baden van Beroep het recht hebben zich door deskundigen te laten voorlichten. De heer Tydeman heeft daartegen be zwaar. Hij acht het niet bevorderlijk aan een goeden gang van zaken, om boekeninzage te weigeren aan een deskundige, die behoorlijk door den Raad van Beroep gemachtigd is. Het wetsontwerp wordt daarna afgehandeld. De eindstemming volgt later. Zitting van Woensdag 27 Mei. De algemeene beschouwingen over de B o o t- werkers wet worden voortgezet. De heer Van der Voorst v a n Z ij p (A.-R.) hervat zijn afgebroken rede en meent, dat bij de voorgestelde bepalingen nog ver schillende voorschriften moeten komen voor voldoende verlichting, heter toezicht hij de lieren, die niet moeten worden bediend door vreemden, die de bootwerkers niet verstaan. Spr. vestigt ook de aandacht op den toene- menden Zondagsarbeid. Spr. vraagt of de minister dien steeds wil verbieden anders zal hij nog een amendement indienen. De lieer Spiekman (S. D. A. P. geeft zijn indruk weer van de toestanden in het boot- werkersbedrijf. Bij regeling van werkzaamheden wordt o.a. besloten, na eenige discussie, dat in de afdeelingen zullen worden onderzocht de wetsontwerpen nopens het voorbereidend hooger onderwijs, het middelbaar en liet lager onderwijs, benevens liet ontwerp-strafvorde- ring. Broeder en zuster zien elkander aan, Mien zucht. Het hoofdstuk wordt gelezen, het gebed ge daan, en eenige oogenblikken later hebben ook zij hun legerstede opgezocht. Een vijftal jaren voor den aanvang van ons verhaal zoudt ge in dit huis nog iemand an ders hebben aangetroffen, namelijk, den vader des gezins. Wouters had reeds vroeg zijn vrouw ver loren. Mien, die de oudste der drie was, telde toen nog maar twaalf jaar. Van dat oogeublik af had zij het bestuur der huishou ding reeds op zich moeten nemen, en hoe ge brekkig dit in den beginne ook ging, al spoedig had zij getoond, dat de handen haar niet ver keerd stonden, en het voor Wouters een zegen mocht lieeten, dat de Heere hem in zijn doch tertje zulk een goede plaatsvervangster had geschonken. Hoe ongelukkig Mien ook overigens mocht wezen, ze volbracht de taak, die haar opgelegd was, tot groote voldoening van haar vader en broeders en tot groote verwondering der buren en familie. Mien was geheel ver groeid, het hoofd dook weg tusschen hooge schouders, de borst en de rug toonden groote afwijkingen misvormd was ze, geheel en al de ademhaling ging steeds zwaar en ongeregeld ze was zwak en teer. En toch steeds was ze met opgeruimdheid aan haar huiselijke De beraadslaging over het ontwerp- Boot werkers wet wordt voortgezet. De heer Spiekman hervat zijn rede Met een bespreking van liet ontwerp-Talma op enkele punten en van de houding van minister Treub. Deze is z. i. aan nagenoeg alle be zwaren van de patroons tegemoet gekomen. De wet is slap en men zal verplicht zijn al gemeene maxima daarin neer te leggen. Spr. kant zich tegen het denkbeeld, de kaarten los te laten. De Zondagsarbeid dient z. i. vooral krachtig te worden aangepakt. Betrouwbare cijfers omtrent het menschen- maleriaal, verdienste, werktijden enz. zijn zeer noodig. Om dat alles te weten te komen is de arbeidskaart onvoldoende. Spr. pleit voor een rouleering van de arbeidskrachten als in Zweden bestaat. Nog eenige toestanden worden door spr. gekritiseerd. Spr. eindigt met de verklaring, dat hij en zijn geestverwanten zonder politieke bijbe doelingen alles zullen doen, om het ontwerp te doen aannemen, maar zeer warm hun amendementen aanbevelen. De lieer Ter Spill (V.-L.) verklaart over tuigd te zijn van de noodzakelijkheid van overheidsbemoeiing in dit bedrijf, dat in vele opzichten verwilderd is. Maar spr. is tegen den opzet van het ontwerp Talma, dat uitging van liet beginsel, dat de overheid het open bare leven niet moest dienen, maar behecr- schen dat de licence-tlieorie huldigt, waarhij in beginsel liet bedrijf wordt vei boden, en het slechts in bijzondere gevallen door de overheid wordt toegestaan. bezigheden, ook al vielen deze haar vaak zwaar genoeg. Klagen hoorde men haar zeer zelden. Met groote onderwerping droeg ze liet zware kruis, dat de Heere haar had op gelegd en mochten soms al haar oogen zich vullen met tranen, het was dan, alsof ze zich schaamde en met nieuwen moed toog ze weer, wat inspanning het haar ook kosten mocht, aan den arbeid. Wat aan het uiterlijke ont brak, werd naar het innerlijke dubbel vergoed haar deel was een zachtmoedige en stille geest, die kostelijk is voor God. Reeds vroeg had zij blijk gegeven van godsvrucht en bij liet opwassen (al kon daar in letterlijken zin bijna geen sprake van zijn) openbaarde zich steeds duidelijker de schoone plant van een oprecht en kinderlijk geloof. Gerrit vormde met zijn jongeren broeder, gelijk we reeds gezien hebben, een groot en opvallend contrast. Reeds van jongsaf was dit bet geval geweest. Niet alleen naar liet uiterlijke kwam dit verschil bij liet opgroeien al duidelijker en duidelijker uit, hun innerlijke gesteldheid leverde niet minder groote tegen stelling op. Reeds de zoo vroeg weggenomen zorgzame moeder bad dit vaak zorg gebaard nog meer hoofdbrekens en teleurstelling be zorgde het den vader. Wouters zag met smart, hoe Gerrit het harte steeds meer sloot voor alles, wat op God en Zijn dienst betrekking had, en de trek, die hem reeds als school knaap had gekenmerkt, n.l. gierigheid en Jaarvergadering „Filippu s". Inkomstenbelasting. Aan de Tweede Kamer is, naar de Tijd meldt, liet volgende protest gezonden De voorzitter en de secretaris van den Nederlandsehen Boerenbond,gelezen hebbende, schraapzucht, maar bovenal een begeerte naar rijkdom, voortdurend sterker de overheer- schende werd in zijn karakter. Wanneer bij als schooljongen het al kon hebben over rijk zijn en rijk worden, had men er eerst om ge lachen en het dwaze kinderpraat geacht, waar op niemand in ernst lette. Maar liet bleek, dat liet meer, dat het erger was. Hoe be nijdde hij den boeren hun rijkdom hoe kon hij afgunstige blikken werpen naar hun schat ten. En dat alles ging gepaard,, hoe kon het ook anders, met een verachten van de zege ningen des Heeren. Geld, geld! dat was zijn ideaal. Hij spaarde, gierde, schraapte. Maar het ging niet snel genoegzijn ideaal bleef hem mijlen vóór. De „oude" Wouters was een eenvoudig, god- vreezend man, dankbaar en tevreden in den stand, waarin God hem geplaatst had. Hij liet niet na, Gerrit liet verkeerde, het zondige van zijn weg onder het oog te brengen hem te vermanen tot nederigheid en ootmoed hem op te wekken boven en vóór alles te zoeken de dingen, die Boven zijn. Maar, schoon Gerrit zijn vader nooit tegensprak, het was niettemin duidelijk te zien, dat al deze redeneeringen en al dit vermaan weinig of geen invloed op hom oefenden. (Wordt vervolgd.) Inzending van advertentiSn vóór uren op den dag der uitgave. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTlfej TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. H*ST Advertentiën worden ingewacht tot Woensdag middag I uur. Beroepsraden-Directe Belastingen. DOOR ZELANDIA. 2) Zitting van Donderdag; 28 Mei. De algemeene beschouwingen over de Boot- werkerswet worden voortgezet. De heer Van Nispen tot Seven aer [R.-K.] bespreekt de ontwerpen-Talma en Treub in ver houding tot elkaar, de oppositie daartegen en het verstommen van vele grieven tegen het ontwerp- Talma, terwijl in het ontwerp-Treub op de betref fende punten geen wijziging is gebracht. Ook de vrees voor terugkeer naar de onvrijheid van bedrijf en het concurrentiebezwaar worden daarbij door spr- aangevoerd. Dat er veel wordt overgelaten aan de regeling bij Kon. besluit, vindt deze spreker goed. De heer Roodenburg [V. D], bespreekt de quaestie, in hoever het goed is, afzonderlijke be drijven te regelen, voordat er een behoorlijke wet telijke grondslag is gelegd door bepalingen in het algemeen ter bescherming van volwassen arbeiders. Men gaat thans slechts .een deel van het haven bedrijf regelen, terwijl de havenbedrijven in elkaar grijpen. Nadat de Voorzitter heeft verzocht, de quaestie van de begrenzing van het arbeidsveld dei- wet te behandelen bij de artikelen, bespreekt de heer Roodenburg de wijzigingen, welke in het oorspronkelijke ontwerp zijn aangebracht. Hij meent ten slotte, dat men over de principieele bezwaren moet heenstappen. De heer Schaper (S. D. A. P.) verklaart veel meer te staan aan de zijde van den heer Talma dan aan die van den heer Trenb en vermoedt, dat minister Treub zich door de geslepenheid van de werkgevers heeft laten omver praten. De heer Lohman [C.-H.] zegt, dat de sociaal democraten zich de pluim van den oud-minister Talma op den hoed steken diens voorstellen heb ben zij in amendementen omgezet. Voorts bestrijdt hij het betoog van den heer Ter Spill. Spreker ziet geen ingrijpend verschil tusschen het ontwerp- Talma en het ontwerp-Treub, maar acht het eerst genoemde beter. De heer Beumer [A.-R aeht het tactisch on juist, dat de heer Schaper reeds nu steun toezegde aan den minister, die dus thans alle amendementen rustig kan afwijzen. De minister van landbouw, n ij ver heid en handel [de heer Trenb] begint met hulde te brengen aan zijn ambtsvoorganger voor de indiening van het wetsontwerp. Spr is voorstander van een algemeene regeling, maar een dergelijke regeling zou toch afzonderlijke bepalingen moeten bevatten voor het stuwadoors- bedrijf. De minister geeft de absolute verzekering, dat er geen invloed op hem is uitgeoefend. De minister bespreekt vervolgens de wijzigingen, welke hij in het ontwerp bracht, en verdedigt het doen vervallen van license op grond van het prin cipieele bezwaar tegen de aantasting van de.bedrijfs- vrijheid. Den Zondagsarbeid acht hij noodzakelijk in het havenbedrijf. Daarvoor wil hij geen beperkende bepalingen. Hij heeft gerekend op een verbeterde vakorganisatie. Op de jaarvergadering van het Gereformeerd Traktaatgenootschap „Filippus", die D. V. oj> 18 Juni te Scheveningen zal gehouden worden, zullen de volgende referaten geleverd worden le. „Wat is er in zake de Strandzending voor „Filippus" te leeren uit den arbeid in het buitenland door dr. Harrenstein te Noord-Scharwoude en 2e. „Hoe kan Filippus' meewerken aan Bijbelverspreidingen Volksbibliotheeken door den heer A. Boot te Groningen. De commissie van akkoord voor de Tweede Kamer-verkiezing te Katwijk heeft beslist, dat het district Katwijk aan de Christeiijk-historisehen blijft. Het Kamerlid Troelstra is gisteren naar Zürich vertrokken waar hij tot half September denk te blijven. De heer Troelstra is, naar de N. R. C. meldt, door de Hongaarsche sociaal-democraten uitgenoo- digd om tijdens do verkiezingscampagne in Augustus eenige spreekbeurten te Boedapest te vervullen.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1914 | | pagina 1