Hntirevoltttionait ooor nieuws* en Advertentieblad Zeeland. Ouderdomsrente en Armenzorg. FEUILLETON. Langs eigen Spoor. Uit de Eerste Kamer. No. 1104. Zaterdag 21 Maart 1914- li* Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen. Ter Neuzen ƒ1, per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, teuren en Brievengaarders. Franco Postdirec- Oit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITTQOIJ Az. te TER NEUZEN inzending van advertentlën vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIËN: Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advert tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE;"ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIES TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. IV. Slot. Niemand verwondert er zich over, dat met de grootste belangstelling uitgezien werd naar hetgeen mr. Treub straks zou voorstellen in de plaats van Talma's Ouderdoms- en Inva- liditeits-verzekering. Immers met hoe groote minachting werd in de verkiezingsdagen gesproken over liet „prulwerk" dat de rechtsche minister had tot stand gebracht. Men mocht al eerbied hebben voor zijn groote werkkracht en voor het niet te ontkennen talent, waarmede bij zijn ont werpen verdedigde van dat werk zelf deugde toch zoowat niets. En nu trad prof. mr. Treub in de plaats van dezen predikant-minister; een professor, die op het terrein waarvan hier sprake is geldt als een autoriteit. Die zou dus wat anders, wat beters leveren dan Talma's knoeiwerk. In de meest krenkende taal werd van links de sociale wetgeving van bet rechtsche mi nisterie besproken, waarvan reeds van te voren verzekerd werd, dat ze zoo spoedig mogelijk ongedaan gemaakt zou worden, indien links de overwinning mocht behalen. En toen die overwinning, dank zij de laster en leugencampagne behaald was, werd de taal der linksclie pers er niet minder smalend om. De Nederlander herinnerde er dezer dagen nog aan hoe het liberale Handelsblad na het optreden van het linksclie ministerie schreef „Het gaat daarbij om een der pronk stukken nog wel, om dezen op het tooneel der rechterzijde bovendien als bewindsman van de eerste grootte toegejuichten Talma. Dat daardoor nu direct een streep met blauw potlood moet worden gehaald zal menig gemoed niet goed kunnen zetten." Terecht spotte het Christel.-Historische or gaan met deze aanmatigende taal „De heer Treub in de rol van den razend- knappen professor, die wel zoo nederbuigend vriendelijk wilde zijn, het vraagstuk dat de onbekwame scholier Talma verknoeid heeft, met het blauwe potlood te komen corri- geeren, ziedaar de standaard voorstelling ook nu nog van de linksclie pers." En de wijze, waarop minister Treub zelf zich over het werk van zijn voorganger uitliet als van iets, dat „er aan gelooven moet" deed de harten der linksclie lofzangers op den knappen professor des te sneller van bewon dering en blijde verwachting kloppen. 56) HOOFDSTUK XXV. Besluit. We stappen een tijdruimte over van tien jaar en willen nog eens en voor het laatst een bezoek brengen aan degenen, die tot hiertoe onze aandacht hebben beziggehouden. We voeren u in gedachten naar een der stillere buitenwijken van Rotterdam, waar eenvoudige burgerwoningen in akelige eenvormigheid de straat begrenzen. Toch, moge het uiterlijke op u den indruk maken van eentonigheid als lange gelederen van onbeweeglijke soldaten, strak en stijf als hun grijze uniform, wanneer we u binnenleiden in een der benedenhuizen en u het woonvertrek doen binnentreden, zult ge een tooneeltje kunnen aanschouwen, dat, indien ge niet ten eenenmale den zin voor oud-Hollandsche huiselijkheid en gezelligheid hebt ingeboet, ongetwijfeld dien zin zal fstreelen. Bij liet raam, dat uitzicht geeft op een kleinen tuin, die op dezen voorjaarsmorgen zijn jong groen koestert in de weldadige zonne warmte, zit de vrouw des huizes. Ge herkent Er stond op nieuw „iets groots" te ge schieden, om nog eens weer in de taal van een voorloopig rustend staatsman te spreken. Eilacie, wat zijn de heeren ruw uit hun zoeten droom vol schoone verwachtingen wakker geschud Nog heeft minister Treub zijn blauw potlood maar gezet in een deel van Talma's arbeid, die er aan gelooven moet. Wat hij in de plaats van diens Invaliditeits verzekering geven zal, is voorloopig nog een geheim. Hierover kan eerst geoordeeld worden als hij ook daarvoor een nieuw ontwerp zal hebben ingediend. Doch liet ontwerp tot verbetering van Talma's Ouderdomsverzekering ligt op de tafel der Tweede Kamer en komt naar alle waarschijnlijkheid weldra in behandeling. De bladen van alle richtingen hebben dit nieuwe ontwerp, dat Talma's knoeiwerk zou moeten verbeteren, bezien, gewogen en te licht ievonden Dat de rechtsche bladen liet eenstemmig afkeuren, zegt weinig, zal de lezer zeggen. Nu goed, maar waar is 't orgaan van de linkerzijde, dat er tevreden over is We hebben ook van dien kant niet een enkele stem gelioprd, die niet duidelijk te verstaan gaf, dat men met het kunstwerk van Prof. mr. Treub hitter teleurgesteld was. De Nieuwe Courant sprak van misreke ningen, waarvan het blad bijkans niet kon gelooven, dat de steller der memorie van toe lichting ze over liet hoofd zou hebben gezien. Het Handelsblad, de uitsluiting der be deelden besprekende, zegt„zal de kostelooze rente „eenige meerdere onafhankelijkheid op den ouden dag" brengen dan moet zij ook voor hen gelden. Instelling van een Staats pensioen is nu eenmaal een mild gebaar van Staatswege tegenover de oudgedienden der maatschappij. De voorgestelde uitsluiting zore de moreele beteekenis van het geheel bederven En zooals deze twee, spreken alle organen der linkerzijde. Men had blijkbaar heel iets anders ver wacht. Na de groote beloften uit den verkiezings tijd, stelt.liet aangebodene niet weinig teleur Vanwaar nu die teleurstelling? Minister Treub geeft aan hetgeen hij straks uitdeelen wil, den mooien naam van Ouder domsrente, doch wat hij aanbiedt is niets anders dan Staats armenzorg. Rente veronderstelt, dat men voor hetgeen men trekt, betaald heeft, dat men op hetgeen men ontvangt, recht kan doen gelden. Zoo heeft dan ook minister Talma, gelijk wij gezien hebben, de Ouderdomsverzekering geregeld. in haar, schoon tien jaar op dezen leeftijd u wel opmerkelijke verschillen wijzen, Kaatje Gravels. Aan'de tafel heeft haar man plaats genomen, van haar jaren, 't Is Braams. Het verwondere u niet, dat deze twee een paar werden. Waar Braams liet middel was, om Frans te leiden en te brengen tot zulk een gezegende verandering, kon het wel niet anders, of hij boezemde aan haar levendige belangstelling in. Ongezocht kwam ze, waar Frans hem vaker meebracht naar zijn huis, met hem in aanraking. Frans voelde weldra dat hij no. 2 was geworden en de telkens herhaalde bezoeken mee een andere golden dan lièrn. Maar hij zag het met blijdschap. Hij gunde haar aan iièm, en hem aan haar. Hij kende immers zoo goed haar geschiedenis en kon niet anders dan wensclien Braams tot zwager te mogen hebben. 'tWas bovenal de harmonie der zielen, die hen elkaar deed verstaan het was de wetenschap, dat zij één zelfde geloof deelachtig waren, die hen te nauwer aan elkaar verbond. Gaarne hadden Gravels en zijn vrouw er in toegestemd, toen na verloop van een jaar Braams aanzoek deed om hun dochters hand en het kon vrouw Gravels, ondanks de scheidenssmarte, niet dan tot. vreugde stemmen, dat Kaatje hèm tot een man had. Huu huwelijk was gezegend met een viertal kinderen, drie meisjes en een Volgens liet nieuwe ontwerp moeten de 70-jarigen, willen ze voor deze armenzorg in aanmerking komen, zich 'met hun verzoek wenden tot liet Bestuur hunner gemeente. Zij kunnen van dat Bestuur een ondersteu- ning van 2 gulden per week ontvangen, mits ze zijn behoeftig van goed gedrag en niet bedeeld worden door hunne kerkelijke gemeente. Nu zal toch ieder wel toestemmen, dat een behoeftige, die niet meer ontvangt dan die onnoozele twee gulden per week, liet met deze|j Staats armenzorg niet ver brengen zal. En is hij niet bepaald behoeftig, dan ont vangt hij niets. Hoe veel milder is in dit opzicht de vvet- Talma. Deze veronderstelt, dat de rentetrekker in zijn goede dagen een premie betaald heeft in evenredigheid van het loon, dat hij verdiende. Is hij eenmaal 70 jaar, dan ontvangt hij een pensioen in verhouding tot de betaalde premies. Maar nu wordt niet gevraagd, of de rente trekker soms nog een spaarpenning heeft overgelegd. En evenmin, of hij soms zóó behoeftig is, dat de twee gulden uit de Staats kas voor hem niet voldoende zijn, zoodat hij van de diakenen zijner gemeente nog een broederlijke handreiking moet aannemen. Volgens Talma's wet heeft elk 70-jarige, die zijn premies betaald heeft recht op pensioen, ook al kan hij niet tot de bepaald behoeftigen gerekend worden. En de armen, die reeds ondersteund werden, krijgen er nu de twee gulden nog eens hij, die ze ongetwij feld er nog zeer best bij gebruiken kunnen. Minister Treub geeft echter niets aan hen, die iets bespaard hebben. Zijn zorg strekt zich alleen uit over hen, die in hun goede dagen alles opgeleefd hebben. En wat nog 't allermerkwaardigste is: zij die 't meest de hulp van den Staat uoodig hebben, zij krijgen niets Zijn ontwerp is zelfs in dit opzicht zoo on barmhartig mogelijk. Immers de oude van dagen, die tusschen de 65 en 70 jaar ondersteuning heeft genoten, is van deze Staatsarmenzorg uitgesloten. En dan moet men nog wel van goed gedrag zijn ook ter beoordeeling natuurlijk van liet gemeentebestuur. Kent de Burgemeester den aanvrager niet persoonlijk, dan zullen gelijk in andere gevallen de politie-agenten en veld wachters er op uitgezonden worden, om te onderzoeken, of de aanvrager braaf genoeg is, om in aanmerking te komen. En nu kan men zich bij weigering wel be roepen op Gedeputeerde Staten, doch ieder gevoeltde bepaling dat iemand behoeftig ïnoet zijn en tevens van goed gedrag kan allicht aanleiding geven tot allerlei willekeur. Voorts wordt liet van links en rechts afge- jongen, den oudste, die het op dit oogenblik 'hun vader totaal onmogelijk maken ook maar twee regels achtereen te lezen in de krant, die hij met heel goede voornemens voor zich op de tafel heeft uitgespreid. Eén is op zijn knie gezeten een andere, het kleinste klautert er tegen op, terwijl een derde zijn reeds vaak herhaalde pogingen, om langs den leuniug der stoel zich een plaatsje op vaders rug te veroveren, nog volstrekt niet voornemens is op te geven. De vierde zit heel stil naast vader op een stoel en probeert haar knip kunst met de schaar, die ze stiekum uit moeders naaidoos wist te moffelen, op de krant. Vader heeft liet toch te druk met de zijde- lingsclie en ruggelingsche aanvallen te weer staan en af te slaan. Glimlachend zit Grootmoeder Gravels aan de andere zijde van de tafel het tooneeltje gade te slaan. Als het gejoel en gelach wat te luidruchtig worden, maant moeder tot kalmte en ze weet bijna niet, wie liet meest te be straffen valt, de vader of de kinderen. Grootmoeder verjaart en Braams, die liet zoover heeft, weten te brengen, dat hij voor eigen rekening een expeditie zaak drijft, heeft zich vanmorgen de weelde eens veroorloofd, thuis te blijven, om in den huiselijken kring te genieten. Grootmoeder verjaart. Ze is niet veel ver keurd, dat de minister de gemeenten belasten wil met de uitkeering. Daarvoor zal elke ge meente zooveel maal vijftig gulden uit de Staatskas ontvangen, als zij zielen telt van 70 jaar oud en daarboven. Velen voorzien hierin een aanleiding om zich de oude behoeftigen zooveel mogelijk van den hals te schuiven, juist zooals het dikwijls hij de verzorging van armen door het Burger lijk Armbestuur is geschied. En dan de vroeg ouden en invaliden laat minister Treub geheel aan hun lot over, voorloopig althans, terwijl de heer Talma ook hen bedacht heeft door zijne Invaliditeits verzekering. Inderdaad de liuksche pers heeft wel eden gehad, om te juichen toen het rechtsche ministerie verjaagd werd Wij zijn echter zeer benieuwd, of dit pro duct van professorale bekwaamheid werkelijk de beide Kamers passeeren zal. De voorteekenen zijn er niet gunstig voor! Zitting van Woensdag 18 Maart. De beraadslaging over de begrooting van marine wordt voortgezet. De minister van marine bestrijdt de opvatting, dat al het geld voor de marine als weggeworpen zou zijn te beschouwen en weerspreekt de geruststellende verklaringen van den heer Polak over den geest van den lieer Polak over den geest van den matrozen- bond. De nationale geest wordt bij het per soneel onderdrukt en spr. toont aan, waarom dit te betreuren is. Spr. verdedigt het bijdragen voor Indië in de kosten der verdediging, maakt daaromtrent nog eenige opmerkingen, maar acht de beraad slaging over de verdediging van Indië overigens voorbarig. De minister wil een royale proef nemen met vrijwilligers voor de vloot in Indië, met korter dienstverband, maar staat overigens niet vijandig tegen het denkbeeld van een marine-militie. Spr. komt op den bond van marinepersoneel en de propaganda van dien bond terug. Uit voerig schildert hij het verdervelijke van die actie en verdedigt ook zijn maatregelen tot bestrijding daarvan. Slaagt men hierin niet, dan zou inderdaad het stelsel van vrijwilligers bij de marine veroordeeld zijn. Volgen de replieken. De lieer Polak (S. D. A. P.) bestrijdt enkele uitlatingen van den minister met be trekking tot den bond en Het Anker, en meent, dat men met liet verstrekken van lectuur, als tegengift voor den heerschenden geest, partijdig is geweest. De minister zegt in antwoord op het laatste gezegde van den lieer Polak, dat hij auderd. Ze was al oud voor haar tijd en ze verloochent haar jaren niet. Ze is nu alleen overgebleven. Gravels is gestorven. Lang zamerhand was hij verkindsclit, Met stil ge noegen kon hij zitten rondturen spreken deed hij weinigalies vond hij goed de liefde van vrouw en kinderen koesterde hem als een warmen zonneschijn. Maar hóóger schenen zijn gedachten niet te kunnen stijgen. Voor geestelijke gesprekken was hij ongevoelig. Zoo was hij na eenige jaren van verkindschin» kalm gestorven, kalm, als hij den laatsten tijd had geleefd maar voor de weduwe bleef niet de wetenschap van zalig verscheidenslechts kon ze een flauwe hoop koesteren, dat haar woorden, waarmede ze hem vaak den ernst der eeuwigheid op de ziel had trachten te binden, niet geheel zonder uitwerking waren gebleven. Is liet wonder dat haar gedachten op dezen dag nog weer eens teruggaan naar al liet ge beuren der laatste jaren Naar den dag ook, dat ze haar zuster mocht weerzien. Tóen, toen had ze gevoeld, toen ze door groote aandoening overmeesterd, elkaar om den hals waren ge vallen. hoe krachtig de stemme des bloeds sprak en hoe wonderbaar des Heeren wegen waren, die ook haar terug had gebracht van haar eigen spoor op Zijne wegen. Sinds dien, ook Frans was sedert gehuwd, DOOR ZELANDIA.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1914 | | pagina 1