Hntirmlutionait
ooor
nieuws- en flduertetitieblad
Zeeland.
Ouderdomsrente en
Armenzorg.
n.
FEUILLETON.
Langs eigen Spoor.
Uit de Pers.
No. 1102.
Zaterdag 14 Maart 1914-
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen. Ter Neuzen f\ Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op F eestdagen,
bij den Uitgever D. H. LIT TOUlJ Az. te TLR NEUZEN.
Inzending van advertentlSn vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIËN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE
p.r.HTFN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTBNTI& TE BEZOROEN BU DEN UITOEVER.
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
Is Talma's wet op de Ouderdomsverzekering
en Invaliditeit volmaakt?
Niemand, die het beweren zal.
Doch welke wet voldoet bij hare invoering
geheel aan de verwachtingen
Mogen we vragen, of er soms op de Leer
plichtwet en de Ongevallenwet niets valt aan
te merken
Of op de Kieswet, die mr. Van Houten nog
wel „menschelijker wijze volmaakt" noemde
En dat een sociale 'wet, die zoozeer ingrijpt
in het maatschappelijk leven als Talma's
eersteling tal van leemten moet vertoonen,
ligt voor de hand.
Het spreekt van zelf, dat deze leemten en
gebreken, evenals bij andere wetten, vooral
na de invoering, bij het gebruik dus, aan den
dag komen en voorzoover mogelijk door
latere wijzigingen dienen verbeterd te worden.
Dit is in de geschiedenis der Nederlandsclie
wetgeving niets bijzonders, maar een zeer
gewoon verschijnsel.
Dat er dus dok onder de vrienden van den
lieer Talma zijn, die aanmerkingen maken op
zijn verzekeringswetten, bewijst volstrekt niet,
dat diezelfde vrienden niet ten zeerste met die
wetten zouden ingenomen zijn.
Integendeel algemeen prijst men den
socialen arbeid van dezen oud-minister en
duizenden oudjes zegenen hem voor hetgeen
zij aan dezen arbeid te danken hebben.
Want al is het dat afdeelingen van den
Bond voor Staatspensioen zich aanstellen, of
de ouden van dagen het aan hunne bemoei
ingen te danken hadden, dat ze een ouder
domsrente trekken, elk die op de hoogte der
zaken is, weet wel beter.
Wat is nu de groote verdienste van Talma's
verzekeringswetten
Dat de kosten daarvan gedragen worden
door de belanghebbenden, de werkgevers en
den Staat.
Op die wijze wordt een kapitaal opgespaard,
waarvan de renten ten goede komen aan de
invaliden en de oudeneen kapitaal, dat het
nationaal vermogen verhoogt.
Zoodoende kan een uitkeering gegeven
worden, zonder dat het nationaal vermogen
wordt aangetast.
55) door ZELAND1A.
Reeds meer dan eenmaal had ze haar album
geopend de laatste dagen, om het portret te
aanschouwen, dat eens tot de ontdekking had
geleid. Straks zou ze de verloren gewaande
zien, haar eigen zuster. En Kaatje En dan
namen haar gedachten weer een geheel an
deren keer en wendden ze zich onwillekeurig
naar het ziekenvertrek.
In het opkamertje was het zoo mogelijk nog
stiller dan anders.
De zieke lag als in een lichten sluimer
de oogen half gesloten, maar het was geen
rustige slaap, die den afgematten kranke ver
kwikte. Telkens verlegde hij met zenuwachtig
gebaar de handen, blauwdooraderd wit marmer
gelijk. En bij de sponde zat, als steeds, zijn
moeder.
De winterzon straalde haar gouden licht
ook in de ziekenkamer. Emile wend er het
hoofd voor af.
„Zal ik de gordijnen dicht schuiven, Emile
„o Nee, moeder't licht is zoo heerlijk
maar ik kan er niet in kijken," klinkt liet
antwoord met zwakke stem.
Maar zijn moeder tempert toch eenigszins
den feilen glans, door de gordijnen voor liet
raam zóó to schikken, dat liet hem niet hin-
Dit is trouwens de tot hiertoe altijd gevolgde
weg geweest, waarlangs iemand pensioen van
den Staat verkreeg; eerst premie betalen en
dein trekken.
Van den minister af tot den minsten brug
wachter toe, allen hebben jaarlijks hun bij
drage moeten storten voor het pensioen.
Zoo beloopt bijv. het pensioenfonds voor
burgerlijke ambtenaren reeds ettelijke milli-
oenen, 'die als een opgespaard kapitaal liet
nationaal vermogen vergrooten en het mogelijk
maken, dat pensioenen worden uitgekeerd,
zonder dat de Staat voor te groote lasten
komt te staan.
Zoo heeft nu ook de heer Talma in zijn
verzekeringswetten liet betalen eener premie
verplichtend gesteld.
Ons dunkt dit de eenig billijke manier, om
arbeiders aan hun pensioen te helpen.
Immers op die wijze drukt de premie op
liet bedrijf, waarin de .rbeider werkzaam is.
Want het gedeelte der premie, dat voor re
kening van den arbeider blijft en het deel
dat de werkgever betaalt, zullen uit de op
brengsten van liet bedrijf bestreden moeten
worden.
Met andere woorden is het overblijvende
loon voor den arbeider, na aftrek der premie,
niet hoog genoeg om behoorlijk van te leven,
dan zal zijn loon daarmede verhoogd moeten
worden. Èn de ondernemer van liet bedrijf
heeft bij de overige onkosten ook de hoogere
uitgaven te rekenen, die de premie-betaling
hem oplegt.
Op die wijze wordt elk bedrijf gedrukt dooi
de kosten die er op vallen en leeft niet de
eene ingezetene ten koste van den ander.
Niet anders is het gegaan bij de invoering
der Ongevallenwetde verschillende ambachts
lieden verhalen de premie's die zij voor hunne
knechts moeten betalen, op hunne klanten
ook hier drukken de hoogere kosten op het
bedrijf.
Natuurlijk ware liet wel gemakkelijker als
er ergens een goud-riviertje stroomde, waaruit
al die premies konden betaald worden, zonder
dat de stroom uitdroogde, doch tot hiertoe
heeft niemand bedoelde rivier nog kunnen
vinden.
Wat wil nu liet ontwerp van minister Treub
Een ouderdomsrente geven aan 70-jarigen,
zonder dat er een premie voor betaald is.
Dat deze minister nu heel anders redeneert
dan vroeger, toen hij beweerde dat Staats
pensioen (een pensioen zonder betaling van
premie) een uitvinding was van „politieke
slimmelingen", want dat er eenvoudig geen
denken aan was, pensioen te geven zonder
premiebetaling, heeft deze professor-minister
derde.
„Ze komt immers, Moeder?''
„Zeker, mijn jongen, over een half uur
kunnen ze hier zijn."
En dan is liet weer stil.
„Zal ik je nog eens voorlezea, Emile
Er komt niet dadelijk antwoord. Ze her
haalt haar vraag. Blijkbaar zijn de gedachten
van den zieke thans eldersde hernieuwde
vraag roept hem terug.
„Ja, moederdat is goed."
Ze opent liet heilig Boek.
Met halfgesloten oogen luistert hij toe.
Zacht is de stem en week de klank, zacht en
week als de Goddelijke balsem, met teere
hand gestreken over de wonden der ziele.
„Als een, dien zijn moeder troost"
Er komt rust in 'de zenuwtrillende handen
glans van vrede over liet gelaat, waarop de
naderende dood zijn kleur maalt.
Ze houdt op en ziet Emile aan en
schrikt.
Is het oogenblik, waarop zij haar offer moet
brengen, zóó nabij Dat liet niet verre is,
weet ze, reeds dagen langdat ze het brengen
moet, het blijft smartelijk, schoon ook de
scherpste angel weggenomen is, sinds ze weet,
dat liier niet de dood alleen een buit behalen,
maar HET LEVEN zijn triumf vieren zal
Ze sprenkelt eenige druppels water met haar
bevende vingers op zijn voorhoofd.
Hij opent de oogen weder.
Op de trap naar liet opkamertje klinkt licht
op een eigenaardige wijze getracht goed te
praten.
Hij had gezegd ik ben uit beginsel vierkant
tegen Staatspensioen. Zoo sterk is mijn over
tuiging op dit punt, dat nu de concentratie
partijen Staatspensioen beloven aan de kiezers,
ik mij terugtrek van het politiek tooneel en
geen iid der Kamer ziju wil.
Doch nu heet het: nu Talma eenmaal
Staatspensien heeft ingevoerd, is voor mij de
vraag beslist en heb ik geen bezwaar, dat
pensioen zelfs nog verder uit te breiden ook
tot hen, die 't volgens Talma niet zouden
krijgen.
Is het nu waar, dat minister Talma Staats
pensioen heeft ingevoerd
Ons dunkt, men moet eenvoudig de betee
kenis der woorden verdraaien, om zulk eene
bewering te kunnen volhouden. Wat Talma
heeft ingevoerd heeft met Staatspensioen
in de beteekenis van pensioen zonder pre
miebetaling niets te maken.
Integendeel, volgens de aangenomen wet
Talma ontvangt ieder arbeider als hij invalide
wordt of den TOjarigen leeftijd heeft bereikt,
een pensioen, doch voor dat pensioen heeft
liij zijn premie betaald, evenals ieder ander,
die pensioen krijgt.
Sterker nogde grootte van dat pensioen
is afhankelijk van de grootte der premie, van
daar Jat de toekomstige rentetrekkers verdeeld
zijn in 5 loonklassen.
Geen pensioen dus zonder premiedaaren
tegenhoe hooger premie des te grooter
pensioen.
Maar zal men zeggen, er zijn nu toch reeds
4- honderdduizend 70-jarigen, die een pensioen
trekken, zonder dat zij de premie betaald
hebben.
Volkomen waar.
Minister Talma en met hem de meerderheid
der Kamers, heeft gevoeld, dat de arbeiders
die thans reeds 70 jaar zijn of ouder liet niet
konden helpen, dat ze niet vroeger hun premie
konden betalen en dat ze op hun ouden dag
toch dienden geholpen te worden.
Als overgangsmaatregel ontvangen deze
ouden dus hun rente, zonder dat zij er voor
betaald hebben.
Doch ieder ziet in, dat het aantal dezer
rente-trekkers, die niets betaald hebben, allengs
zal verminderen en dat mettertijd alleen zij,
die eene premie betaalden, aanspraak op
pensioen of invaliditeitsrente krijgen.
Deze uitzonderingsmaatregel, die ten goede
komt aan hen, die thans reeds 70 jaar of
ouder zijn, en die slechts gelden zal, zoolang
de tijd van overgang duurt, heeft met Staats
pensioen slechts den schijn gemeen.
Het valt dan ook niet in te zien, hoe minister
gerucht. Juffrouw Harder komt gwuischloos
binnen. Haar gelaat drukt diepe aandoe
ning uit.
„Ze zijn er," fluistert ze moeder Bekkers toe.
Hoe zacht ze sprak, Emile heeft het verstaan.
Hij wendt liet hoofd naar haar toe.
Ze verstaat den blik uit die ingezonken
oogen. I
„Ik zal ze roepen," zegt ze. „Kalm zijn!"
Ze vertrekt.
Straks wordt opnieuw de deur geopend.
Kaatje treedt binnen, gevolgd door Frans
en zijn moeder. Juffrouw Harder houdt zich
op den achtergrond.
Welk een weerzien voor Kaatje
't Laatst heeft ze hem gezien, tc -i hij zwaar
gewond wérd binnen gedragen. Thans uit
geteerd, den dood nabij. Is dat de levens
lustige, de vroolijke, galante Emile van weleer
Zijn dat de oogen, waarin ze eens oprechte,
vurige liefde meende te lezenzijn dat de
lippen, die zoo menig zoet woord tot haar
fluisterden, dat zij indronk met haar ziel?
Plechtig zwijgen hangt in liet kleine vertrek.
„Kaatje
Ze wendt, bewogen, liet hoofd af.
„Wil je me vergeven? Ik heb je zoo slecht
behandeld. Het bezwaart me zoo, nu, in liet
gezicht van den dood. Ik heb
Hij kan niet verder. Uitgeput zwijgt hij.
En uit de vale oogen stroomen de heete tranen.
Uit de zijne niet alleen. Wiens oog bleef
bier strak en onbewogen
Treub zich op dezen uitzonderingsmaatregel
kan* beroepen, om zijn veranderde houding
goed te praten.
(Wordt vervolgd.)
De Unie „Eene school met
den Bijbel."
Volgens het deze week verzonden verslag
van de Unie waren er op 1 Januari 1914
1116 Chr. scholen in ons land, die bezocht
werden door 170548 leerlingen en werkten er
aan die scholen 4147 onderwijzers.
Er kwamen in 1913 negen en dertig
scholen bij.
Van deze 1116 scholen zijn er 357 aange
sloten bij de Vereen, voor 0. N. S. waarvan
er 45 worden gesubsidieerd tot een bedrag
van f2300.—. Bij het „Gereformeerd School
verband" zijn 202 scholen aangesloten. Bij de
Vereeniging voor Christelijk Volksonderwijs
zijn 204 scholen aangesloten, terwijl bij den
Schoolraad 798 scholen zijn aangesloten, waar
onder 8 kweekscholen.
Deze 1116 scholen vertegenwoordigen een
waarde van f22,320.000.— wijl de gemiddelde
prijs per school, bij nauwkeurige berekening,
op' ongeveer f20.000.— kan gesteld worden.
Voor de 177058 leerlingen, die onze scholen
bezoeken, werd in het afgeloopen jaar (be
rekend tegen f33.nin f23.aan Rijks
subsidie f 10.— per kind) ongeveer 1.770,580,
door de ouders en andere belangstellenden in
de School met den Bijbel vrijwillig te zamen
gebracht.
De Rijkssubsidie bedraagt over het afge
loopen jaar ongeveer f4,07*2.334.
Het aantal hoofden, onderwijzers en onder
wijzeressen op 1 Januari 1914 aan de Scholen
met den Bijbel werkzaam, bedraagt 5263 (tegen
4985 op 1 Januari 1913). In 1913 hebben 477
kweekelingen de akte van onderwijzer(es)
verkregen (tegen 524 in het vorige jaar.j
Op den lsten Januari 1914 bedroeg liet aantal
kweekelingen 3427 tegen 3521 op 1 Januari
1913.
Op 1 Januari 1914 waren aan onze Scholen
22 vacatures tegen 13 op 1 Januari 1913.
Het aantal Scholen met den Bijbel, waaraan
alleen het hoofd, dus zonder onderwijzer van
bijstand, werkzaam is, bedraagt slechts 3.
Er zijn thans reeds 16 Scholen met den
Bijbel in aanbouw.
Herinnert men zich de „rijst-Christenen"
nog, waarmede Jlir. De Muralt zijne hoorders
zoo kostelijk wist te vermaken, ondanks zijn
groote achting voor de zendelingen?
Ze doet een stap nader en legt haar hand
op de zijne.
„Stil,"' spreekt ze, „daarover niet meer.
Dat is voorbij. Ik vergeef het jeik vergeef
je alles. Is iiet zoo goed
Hij staart haar een poos aan. En de tranen
in zijn oogen schitteren een oogenblik van
een zachten glans.
„Ja, zoo is het goed zoo is het goed
Ze verstout zich.
„En is het ook goed... voor God, Emile?"
Een glimlach vol zalige vreugde glijdt over
zijn gelaat.
„Ik weet dat mijn Verlosser
leeft," ademen zijn lippen.
Hij tracht nog meer te zeggen, maar kan
niet meer. De lippen bewegen zich, maar
geen stem wordt meer vernomen.
Voor de sponde knielt zijn moeder. Zij vat
zijn handen, kond en dood.
„o Heere Jezus," bidt ze, „ontvang zijn geest 1"
In doodsstrijd hijgt zijn kranke borst. Als
of een zwarte nacht hem beangst, versombert
het gelaat.
Slechts enkele oogenblikken.
De bange trekken ontspannen zich.
De dageraad van den eeuwigen morgen
licht over zijn aangezicht, over zijn ziel.
En de mond juicht de heerlijkheid uit van
liet zalige leven des hemels, in het écne woord,
het laatste
„Licht
(Slot volgt.)
=S^