Hntirmlutiottair
oooi
nieuws* en jWoertentieblad
Zeeland.
No. 1099.
Woensdag 4 Maart 1914.
He Jaargang.
De „Rede".
Uit de Pers.
Binneiilandsch Nieuws.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen. Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd on Feestdagen,
bij den Uitgever 1). H. LITfOOlJ Az. te TER NEUZEL.
Inzending van advertentlSn vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIËN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE
REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
rubriek Kerknieuws, een speciale campagne
ten gunste van detango is gevoerd, de
versterking der democratie langs den door
prof. Krabbe aangegeven weg niet al te na
aan het hart schijnt te liggen.
[De Nederlander.)
Het gaat, sit venia verbo de „Rede"
niet naar den vleesche. Deze Patrones der
vrijzinnigheid, die eertijds slechts door dom
pers en duisterlingen werd gewantrouwd als
alleenbevoegde deskundige in staatszaken, ziet
zich thans ook door de aanbidders van zuiver
liberalen bloede met kwalijk verborgen non
chalance behandeld.
Men herinnert zich het affront, der eer
waarde matrone onlangs door een moderne
dominee toch wel het neusje van den zalm
der verlichting te Breda aangedaan.
„De godsdienst de echte, liberale gods
dienst dan, natuurlijk moest noodwendig
in verband met het staatkundig leven worden
gebracht
Het Hoefijzer van 't Handelsblad
schrok er van, en klepperde aanstondsdat
het toch niet aanging, zoo maar het liberale
principe par excellence, als wijlen Isebel ten
venster uit te werpen.
„Hebben wij voor hare alleenheerschappij
in het huis onzes volks, klaagde hij, dan een
halve eeuw tevergeefs gestreden
Nauwelijks eenige dagen later houdt mr.
Krabbe uit Leiden een voordracht voor het
Amsterdamsch Studenten-korps.
Merkwaardig was in deze voordracht o.a.
de volgende karakteriseering van het libera
lisme
De groote fout van het liberalisme nu
is geweest, dat het genezing zocht in de
cultuur van het intellect, niet bedenkende,
dat het intellect kan werken ten goede,
maar ook ten kwade, zoodat er niet de
minste waarborg, dat, met het intellect
als uitgangspunt, het denkende deel der
natie zich niet bij voorkeur zou richten
op zijn klassebelangen, met verwaarloozing
van de belangen van andere categoriën.
De liberale staatkunde heeft niet be
seft, dat het niet op intellect, maar op
karakter aankomtzij heeft niet begrepen,
dat de rechtsvorming in de eerste plaats
is een ethisch proces.
De dwaling van het liberalisme open
baart zich het scherpst in de leus der
neutraliteit van den Staat.
In de rechtsvorming heeft het libera
lisme nooit iets anders gezien, dan een
intellectueele bezigheiden doordat het
met godsdienst en met ethiek geen re
kening hield, is het tot eenzijdigheid ver
vallen.
Het is volkomen juist gezegd, en het is
alleen wat jammer dat het liberalisme om en
bij de 75 jaar noodig heeft gehad om zich tot
dit inzicht, sedert 1828 door Groen van Prin-
sterer als het fondament van het historisch
Staatsrecht verdedigd, op te werken.
En ook zou het, ter wille van de weten
schappelijke eerbaarheid juister zijn, indien
mr. Krabbe, in zijn voordrachten meer dan
hij tot nu toe gewoon is, deed uitkomen, in
welke gaarde het door hem aanbevolen ge
neeskruid tegen een verdorrend nationalisme
gewassen is.
Groen en zijn volgelingen, nietwaar, zijn
lang genoeg als geestelijke kwakzalvers uit
gescholden, om op deze erkenning thans te
mogen aanspraak maken.
De hooggeleerde spreker besloot dit deel
zijner rede, met te zeggen „Het wachtwoord
der democratie moet zijn Versterk het moreel
der groote massa."
Grappig, dat hebben wij ook altoos gezegd.
Zooals de heer Lohman het eens uitdrukte
de sociale kwestie is bovenal een ethische
kwestie.
Alleen moet ons van het hart, dat aan onze
groote liberale bladen, zooals de N. R. C t.,
waar tegenwoordig, en bepaaldelijk onder de
Chr, Onderwijzers in Indië.
Ds. W. Diemer schrijft in de Wachter
(Weekblad tot steun vim de Theol. School
der Geref. Kerken) een artikel over de moge
lijkheid voor onze Christelijke onderwijzers
om bij het Indische Gouv. onderwijs werkzaam
te zijn.
Onze Christen-onderwijzers, zegt lnj, en met
name de onderwijzers, die hier overkompleet
zijn en hoe langer hoe meer overkompleet
zullen worden, vinden hier een schoone ge
legenheid, zoo zij in Indië niet bij het bijzonder
onderwijs kunnen komen, om naar de Gouver-
nementsseholen te gaan. Wie hiertegen cons
ciëntiebezwaar heeft, blijve thuis, maar naar
onze meening behoeft men hiertegen geen
bezwaar te hebben.
De onderwijs-acte is geen kerkelijke, maar
een Staats-acte, krachtens welke iedere-onder-
wijzer vrij is om onderwijs te geven op een
openbare of een bijzondere school. Nergens
staat in de wet, dat het verboden is over
Christus te spreken, en zoowel als een
socialistisch onderwijzer de Gouvernements-
school beïnvloed door en voor zijn idéé, zooveel
mag een Christen-onderwijzer die school be-
invloeden door en voor zijn idéé, zonder
wetsverkrachting.
„Heeft zelfs mr. Pleyte, Minister van Kolo
niën, nog niet pas geschreven laat de onder
wijzer gerust op liet bord schrijven„de
vreeze des Heeren is het beginsel van alle
wijsheid De Roomschen verstaan het beter
dan wij. Deze bedienen zich van beide
inrichtingen, van de bijzondere en van de
Gouvernementsschool, en trachten zoodoende
door beiden hun Christendom in Indië te
propageeren. W elk een zegen voor de Christiani-
seering van Indië zou het kunnen zijn als er
een half duizend Christelijke onderwijzers op
de Gouvernementsscholen arbeidden èn door
hun wandel en gesprekken buiten de school
uren. Welk een steun voor onze formeele
zending en ook, waar deze mogelijk zijn, voor
de Christelijke scholen, die door particulieren
zijn of worden opgericht Ik zie er dus veel
eer een plichtsbetrachting als plichtsverkrach
ting in, wanneer een groote schaar van onze
Christelijke onderwijzers de vrijmoedigheid
krijgt, om ook onze geestelijke arme Indiërs
te helpen met onderwijs, dat beademd wordt
met den Christelijken in plaats van met een
socialistischen geest.
Zoomin dr. Kuyper zijn karakter heeft
verloochend door van Bedienaar des Woords
over te gaan in dienst van den neutralen
Staat óf door het benoemen van onderscheiden
Christelijke onderwijzers tot neutrale school
opzieners, óf door het benoemen van Christe
lijke onderwijzers tot onderwijzer voor Rijks
normaallessen.
Zoomin Minister Heemskerk zijn karakter
heeft verloochend door een Gereformeerd
docent aan een Chr. Gymnasium te benoemen
tot hoogleeraar in de Staats-theologie in
Utrecht.
Zoomin een Christelijk Burgemeester zijn
karakter verloochent, om zonder openbaar
bidden en dankzegging de raadsvergaderingen
te leiden.
Zoomin verloochent een Christelijk onder
wijzer zijn karakter, als hij zich geroepen vindt,
om onderwijs te geven aan de Gouvernements
school in Indië en buiten de schooluren te
helpen aan de Christianiseering van onze
kolouiale bezitting. Hij verloochent zijn karak
ter zelfs niet als hij zulks doet, omdat hij
hier aan de markt staat zonder brood te
kunnen verdienen voor zich en de zijnen en
in Indië hem voor zijn onderwijs dagelijksch
brood wordt gewaarborgd.
Is het niet opmerkelijk, dat juist nu, nu
er een groot aantal onderwijzers hier in
Nederland ledig aan de markt komen te staan,
ook Christelijke, dat van uit Indië zulk een
sterke roepstem komt, met hetkomt over
en helpt ons Neen, geen plichts verkrachting,
maar plichtsbetrachting, en wie de kinders
heeft, heeft de toekomst."
(Nederlander).
Vredesprijs voor de Jeugd 1914.
De Algemeene Nederlandsche Bond „Vrede
door Recht" en de Nederlandsche R. K. Ver-
eeniging tot bevordering van den Wereld
vrede schrijven gemeenschappelijk voor het
jaar 1914 twee Prijsvragen uit voor de Jeugd.
De eerste Prijsvraag is een uitnoodiging om
een opstel te schrijven over een der volgende
onderwerpen
1. De Opening van het Vredespaleis.
2. Roode Kruis en Vredesbeweging.
3. Waarom is de Duif gekozen als symbool
voor den Vrede?
De keuze staat geheel vrij tusschen boven
genoemde onderwerpen. Een deelnemer mag
echter slechts over één dier onderwerpen een
opstel inzenden.
De opstellen mogen niet kleiner zijn dan
drie beschreven bladzijden uit een school
schrift en niet grooter dan zes bladzijden.
Zij moeten worden geschreven in de Neder
landsche taal. Het papier mag slechts aan
ééne zijde worden beschreven. De tweede
Prijsvraag is een uitnoodiging, om in te zenden
een schets voor een al of niet geïllustreerden
Maandkalender. Ieder der twaalf bladen van
dezen kalender moefen bevatten één of meer
zinnen, de Vredesbeweging betreffende. Deze
zinnen mogen voor iedere maand bestaan uit
hoogstens vijftig woorden en moeten in het
Nederlandsch geschreven worden.
Voor het overige wordt aan de deelnemers
volledige vrijheid gelaten. Zij mogen oor
spronkelijke, door hen zelf gemaakte regels
opschrijven, zij mogen óók bekende gezegden
van anderen herhalen. Indien zij buitenland-
sche schrijvers aanhalen, zullen de aanhalingen
echter moeten zijn vertaald.
Het staat voorts vrij voor den kalender
tevens al of niet een schild te outwerpen, en
voor de bladen van den kalender een toe
passelijke illustratie (portret, bekende schil
derij, monument, eigen teekening, enz.) aan
te duiden, zij het ook slechts in een beschrijving
door woorden. Een voorwaarde, om bekroond
te worden, is een dergelijke toevoeging van
een ontwerp-schild of een ontwerp-illustratie
echter geenszins.
Het is de bedoeling van de Hoofdjury den
inzender van een maandkalender zoo volledig
mogelijk vrijheid te laten in de behandeling
van dit onderwerp. Aan de Prijsvragen kunnen
deelnemen alle meisjes en jongens, die ge
boren zijn tusschen 1 Januari 1896 en 1 Janu
ari 1900, overschillig of zij nog schoolgaande
zijn of niet meer.
Een ieder mag aan één of ook aan beide
Prijsvragen deelnemen.
Voor deze Prijsvragen is Nederland verdeeld
in 28 districten: Wat Zeeland betreft aldus
Dr. H. Th. Oberman, Predikant, Vlissingen,
II. de Blouw, Hoofd der Rijksleerschool,
Middelburg, P. J. van den Heuve' Hoofd der
R. K. School, Middelburg, P. Landsman, Hoofd
eener Openbare School, Vlissingen. G. I. R.
G. van Nieuwkuyk, Hoofd eener R. K. School,
Vlissingen, A. Rademakers, Hoofd der Chris
telijke Kweekschool, Middelburg, J. Vreeken,
Hoofd eener Openbare School, Middelburg,
Mej. C. R. Meibergen, Leerares II. B. S; Zie
rikzee, Ds. W. Boissevain, Predikant, Wilhel-
minadorp, G. Dun, Hoofd der Christelijke
School, Goes, Ds. G. W. Kobus, Predikant,
Oostburg, Ds. P. J. Steinz, Predikant, Goes.
In ieder district bestaat een Commissie
samengesteld uit 3 of meer personen, die de
opstellen zal beoordeelen, ingezonden door de
jongelieden uit haar district.
Iedere commissie zal, voor iedere Prijsvraag
afzonderlijk, op iedere 10 (of gedeelte van 10)
ingekomen antwoorden één kiezen, dat door
gezonden zal worden naar de Hoofdjury. De
commissie heeft de bevoegdheid om redenen
van bijzonderen aard nog enkele antwoorden
méér aan de Hoofdjury te doen toekomen,
met verzoek ook die antwoorden bij de be
kroning in aanmerking te nemen.
De Hoofdjury zal, bijzondere omstandigheden
voorbehouden, aan al de door de Districts-
commissiën toegezonden antwoorden een be
kroning toekennen. Al deze bekroonden zullen
een op naam gesteld diploma ontvangen en
voorts zoo mogelijk een Vredeskalender voor
het jaar 1915, 'of anders een tonpasselijk
boekwerk.
De Hoofdjury zal bovendien aan de drie
verdienstelijkste inzenders uit de bekroonden
voor iedere prijsvraag toekennen een Eersten,
Tweeden en Derden Prijs.
Als Eerste Prijs zal in iedere Prijsvraag
worden uitgeloofd een Gouden Horloge met
inschrift. Als Tweede en Derde Prijs een
waardevol souvenir naar keuze.
De Hoofdjury bestaat uit: Mr. L. J. M.
Basquin, Onder-Voorzitter van de Ned. R. K.
Vereeniging tot Bevordering van den Wereld
vrede, Voorzitter mej. Th. A. van Eek, Vice-
Presidente van de Propaganda-commissie van
den Algemeenen Nederlandschen Bond „Vrede
door Recht"H. van der Mandere, le Secre
taris van het Hoofdbestuur en Voorzitter van
de Propaganda-commissie van den Algemeenen
Nederlandschen Bond „Vrede door Recht";
J. M. Maury, Secietaris van de Ned. R. K.
Vereeniging tot Bevordering van den Wereld
vrede Jhr. Mr. B. de Jong van Beek en Donk,
Voorzitter van de Pers-commissie van den
Algemeenen Nederlandschen Bond „Vrede
door Recht", Secretaris.
De inzendingen moeten geschieden vóór 15
Maart 1914 bij den Secretaris van iedere
districts commissie, WalcherenDr. H. T.
Oberman, te Vlissingen en overig Zeeland
Mej. C. R. Meibergen, Leerares H. B. S.,
Zierikzee.
De antwoorden op de prijsvragen mceten
een motto dragen, en mogen niet vermelden
den naam van den inzender. Deze naam
moet in een gesloten enveloppe, hetzelfde
motto als antwoord dragend, worden vermeld.
Het papier mag slechts aan één zijde worden
beschreven. Op de buitenzijde van de enve
loppe moet worden vermeld: „Vredesprijs
voor de Jeugd 1914."
De bekroning door de Hoofdjury zal bekend
gemaakt worden op 18 Mei, den herinnerings
dag van de opening der Eerste Vredesconfe
rentie in 1899.
De ingezonden antwoorden kunnen niet
worden terugverlangd.
Namens de Hoofdjury,
Mr. L. J. M. BASQUIN, Voorzitter.
Mr. B. DE JONG VAN BEEK EN DONK,
Secretaris.
Rijksopsporing van Delfstoffen.
Men meldt uit Winterswijk
De diepboring naar delfstoffen te Ratum in
deze gemeente, reeds gevorderd tot ruim
1300 M., wordt nog voortgezet, maar nadert
nu toch zeker spoedig haar einde. Zooals
reeds gemeld, werd de 9e laag steenkool
doorboord, zij het op de respectabele diepte
van 1323,98 M. Dat zijn 4 lagen meer dan
bij de boring op het een uur gaans westelijker
gelegen Plantengaarde, die in 1908 bij een
diepte van 1134 M. werd geëindigd. Beide
boorprofielen wijzen behalve de steenkoollagen
aanzienlijke beddingen vau steen- en kalizoutèn
aan, maar verschillen aanmerkelijk ten opzichte
van de helling der lagen. Terwijl bij Planten
gaarde de lagen regelmatig een helling van
45—52° vertoonden, een gevolg van een breuk
die hier in de grondlagen viel te constateeren,
zijn de formaties van Ratum nagenoeg horizon
taal gelegen. De opgegeven dikten der lagen
van Ratum zijn dientengevolge overeenkomstig
de werkelijkheid, die van Plantengaarde moeten
tot op »/s verminderd worden.