Antirevolutionair
voor
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
FEUILLETON.
Langs eigen Spoor-
Uit de Pers.
Binnenlandse!! Nieuws.
Buiteniandsch Overzicht.
No. 1098.
Zaterdag 28 Februari 1914.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,-
ner post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars,
teuren en Brievengaarders.
Franco
Postdirec-
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. L1TT0' Az. te TER NEUZEN.
ADVERTENTIËN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
V Wien de schoen past, trekke
hem aan.
Dat de hoefijzer-correspondent van het
liberale Handelsblad soms zijn eigen vrienden
ongezouten de waarheid kan zeggen, is onzen
lezers bekend. De geachte afgevaardigde
voor Oostburg beeft dit onlangs op gevoelige
wijze ondervonden.
Wij hebben niet vernomen, dat deze afge
vaardigde anders nog al een baasje in
't antwoorden reeds zoover van zijn schrik
bekomen is, dat hij een wederwoord voor zijn
liberalen afstraffer heeft kunnen vinden.
Intusschen heeft bedoelde correspondent
van 't Handelsblad opnieuw iets geschreven,
waaruit naar wij meenen Jhr. De Muralt al
weder wijze en nuttige lessen trekken kan.
Immers', toen de laatste verleden jaar bet
district doortrok, heeft hij om de Ned. Herv.
kiezers te lokken, telkens weer aan zijn be
zorgdheid omtrent de Ned. Herv. kerk lucht
gegeven.
Wel raakte hetgeen lnj zei omtrent dit
punt kant noch wal; wel was dit „vermengen
van godsdienst en politiek" op liberaal stand
punt volkomen uit den booze, doch de onnoozele
hoorders lieten zich niettemin door die aan
doenlijke bezorgdheid lijmen.
Welnu, de hoefijzer-correspondent heelt
thans een hartig woordje over deze witte-das-
politiek laten drukken, dat ook in onze streken
wel mag gelezen worden.
Aanleiding tot zijn schrijven vond de corres
pondent in het schrijven van een modernen
dominé, die tot de conclusie kwam, dat de
godsdienst niet van de politiek was te scheiden
en dat de leidende staatslieden goed zouden
doen indien ze hun staatsbeleid van den
godsdienst lieten „doorzuren".
Van die bewering zegt hij
Wij denken er niet aan om de ontzag
lijke waarde die de godsdienst nog steeds
heeft voor het overgroote deel van ons
volk, te miskennen. En wij zijn er eveneens
van overtuigd dat de staatsman rekening
heeft te houden met godsdienstige stroo
mingen en gedachten, evenals trouwens
met alle groote en diepe psychische figu
ren in het wezen van den menscli.
Maar heel iets anders is het, van de
politieke leiders en van de politieke par
tijen te verlangen dat zij hun beginselen
van staatsbeleid zullen „doorzuren" met
EN AAN DE REDACtTe ABONNI^^^T^N^E^^A^
53)
En wat hem vooral had gehinderd, was
geweest de zoogenaamde godsdienstigheid van
zijn vader. Hoe moest zich dit met elkaar
rijmonWant onbewust leefde toch op den
bodem van zijn hart de gedachte, dat God
rechtvaardig is en van zijne kinderen recht
vaardigheid eischt. Maar in zijn oppervlakkig
heid had hij al te haastig de conclusie ge
trokken godsdienst was in zijn oogen ge
worden huichelarij en een dekmantel voor
ongerechtigheid.
Toen was Kaatjes verandering gekomen!
Dat had hij nooit kuunen onderstellen. Zij,
de onverzettelijke, handelde zóó. Beleed
schuld, vroeg vergiffenis? Dat bracht hem tot
nadenken. Lafheid en flauwhartigheid waren
het niet, die Kaatje tot dien stap hadden ge
bracht, dat wist hij wel beter. En haar ver
klaring bevredigde hem niet.
Toen was de morgen gekomen, waarop hij
waakte bij zijn vader en hij uit verveling ge
grepen had naar het Boek. Dat boek had
hem andermaal gesteld voor dezelfde vraag
godsdienst. Dit kan, als het iets meer
is dan spelen met zalvende woorden, niet
anders beteekenen dan dat de godsdienst
(welke 1) richting moet geven aan de po
litiek en haar het eigenlijke leven in moet
blazen. Hetgeen, in concreto, op mets
anders kan uitloopen dan op liet weer
afschaffen van de Rede als de eenig bruik
bare grondslag van politiek en op liet.weer
binnenhalen van allerlei godsdiensttwisten.
Precies als in de oude Republiek en
precies zooals Dr. Kuyper het wil.
Indien dit streven slechts uitgaat van
een ordinaire stembusspeculatie, van de
tegenwoordig hier en daar wel waarneem
bare neiging om het liberalisme op te
fleuren door het in de gunst en recom
mandatie van orthodoxen aan te bevelen,
dan verdient dit streven gebrandmerkt
te worden als politieke en godsdienstige
kwakzalverij.
Maar vloeit het voort uit een waar
achtige overtuiging, dan dient er ernstig
doch krachtig tegen te worden gewaar
schuwd en geprotesteerd.
Als tegen een leer waarvan de heil-
looze uitwerking in onze geschiedenis
maar al te jammerlijk is gebleken.
En waartegen dan ook een der hoofd-
beqinselen van het liberalisme zich ver
zet."
Wat zegt Jhr. De Muralt wel van ^die
politieke en godsdienstige kwakzalverij
Aan wie de schuld
De Londensche correspondent der liberale
N R. Courant klaagt in een stuk over de
achterlijkheid van liet onderwijs in Engeland
op de volgende wijze over het gebrek aan
Bijbelkennis bij een groot deel van de Neder-
landsche jeugd
„Op een der eerste dagen van dit jaar
hield James Bryce, die zoo lange jaren
gezant in de Vereenigde Staten is geweest,
een rede voor een conferentie van onder
wijzers. Dat hij klaagde over het afnemen
van vertrouwdheid met den Bijbel, zal,
helaas, geen Nederlandsch lezer tot liet
aangenaam besef van de geestelijke meer
derheid van zijn eigen volk stemmen.
Mij zijn althans gevallen voorgekomen
van jongens in de derde en vierde klassen
van een gymnasium, die niet wisten, dat
in het Oude Testament de geschiedenis
van liet volk der Joden en in liet Nieuwe
de geschiedenis/-van Christus wordt be
handeld, die geheel verbijsterd waren,
is dat récht? Die vraag liet hem niet meer
losze werd een voorwerp van onderzoek.
DeSchrift kwam hem in een geheel ander
licht te staan.
In dezen tijd ontmoette hij zijn ouden vriend
Braams, dien hij eigenlijk reeds lang min of
meer opzettelijk had gemeden. De keunis-
making was spoedig hernieuwd. Braams was
een waarlijk ernstig jongeman, wien liet altijd
ten zeerste had gespeten, dat Frans indertijd
zich zoo haastig, zoo ineens uit den vrienden
kring had teruggetrokken en hem sinds dien
stelselmatig uit den weg bleef. Al spoedig
kwam nu het gesprek op een toestand hij
Frans in huis. 't Eene woord bracht het andere
mee en Braams sloeg een blik in het hart
van Frans, die hem tegelijk schrikken en
hopen deed. Hij begreep, dat Frans allereerst
leiding noodig had. Hij wist hem te bewegen
hem eens te vergezellen naar Braams groot
vader, een eenvoudig en in den weg des
Heeren wél-onderwezen Christen.
Door zijn kleinzoon van te voren onderricht,
had de oude Braams de., beide jongelieden
vriendelijk ontvangen en liet gesprek zóó
weten te leiden, dat het onderwerp liet
probleem werd, hetwelk Frans geest voort
durend bezig hield. Hij deed liet met veel
tact en voorzichtigheid. Hij snoerde hem
niet oogenblikkelijk den mond door het voor
wanneer ze in de Camera Obscura „Luc.
vs. zooveel" tegenkwamen en die maar
niet begrepen, wie „de man met de door
nenkroon" kon zijn. Bryce verklaarde
trouwens, dat liet in Amerika niet an
ders is.
Wij zouden naar aanleiding van deze klacht
willen vragenwelke partij draagt van dit
gebrek aan kennis omtrent den Bijbel in ons
land de schuld
'tls al meer gebeurd, dat een buiteniandsch
correspondent van een der groote liberale
bladen in dit opzicht eerlijker was dan de
eigen redactie.
„Goedkoop."
Het Geldersch Dagblad schrijft:
De Nederlandsche Kamer van Koophan
del te Londen wijst in haar jaarverslag
over 1913 met groote voldoening op het
intrekken van de Tariefwet-Kolkman.
„Een vrij handelsverkeer" beschouwt
de"Kamer als noodzakelijk voor den voor
spoed van ons kleine land. Dat wij ook
nu reeds een Tariefwet hebben, dat er
dientengevolge van een „vrij handelsver
keer" geen sprake is, schijnt de Kamer
niet te weten.
Nederland, zoo lezen wij in het Verslag,
is vooral op den uitvoer aangewezen. En
uitvoer kan alleen met succes plaats vin
den „indien de productiekosten, laag ge
houden worden door goedkoope productie
middelen en goedkoope werkkrachten door
goedkoopo levensmiddelen".
Alles „goedkoop"Vooral is liet ideaal
van de heeren vrijhandelaars „goedkoope
werkkrachten".
Maar de levensmiddelen moeten ook
„goedkoop" zijn. Accoord Maar bracht
het ontwerp-Kolkman- ons landbouwpro-
tectie? Belastte het de eerste levens
middelen? Immers neen! Wat heeft dat
gescherm met „goedkoope levensmiddelen
dan te maken met het ontwerp-Tariefwet
Toch zeker bitter weinig.
Maar weet ge, wat grappig is? Dat in
hetzelfde verslag gesproken wordt over
„de duurte in Holland" De klacht, dat
verschillende artikelen in Nederland duur
der zijn dan in omringende landen, is al
gemeen. Het leven is hier stellig duurder
dan in liet „protectionistische" België. In
de Vragen des Tijds werd nog met zoo
lang geleden met cijfers aangetoond, dat
opstellen van dogmatische waarheden, hoe
kostelijk en heilig ze ook zijn; lnj gaf hem
ten volle de gelegenheid zijn harte uit te
spreken, zijn bezwaren te berde te brengen
en hij onderkende in al dit redenecren en
zeggen iets anders, dan koude onverschilligheid
of lust in spitsvondige disputen. Hij beluis
terde den toon van de zoekende ziel, die
aangeraakt is door den Heiligen Ceest. Ilij
wist de rechte snaren te treffen hij toonde
zijn strijd te verstaan en zoo vond hij een
geopend oor, toen hij zijn onderwijzing aan
ving een onderwijzing, die niets meesteracli-
tigs had, die niet afstootte, die integendeel
aantrok en bezielde. Het waren g< m woorden
van uiterlijke welsprekendheid, maar het
waren woorden van hart tot liai begrepen
en gewaardeerd.
En gezegend 1
Ook liet eenvoudigst getuigenis kan een
instrument blijken in 's Heeren hand. Dit
bleek ook nu wederom. De sarnensprekingen
met den grijsaard waren het middel, dat God
wilde aanwenden, om hem te doen inzien,
dat niet langs eigen spoor maar naar s Heeren
wil en ordinantie hij zijn levenspad had te
richten.
Het ging niet in ééns. Het werkte lang
zaam door. En de oude Braams trachtte uit
proces niet te verhaastenhij wist, dat zijn
liet „vrijhandelend" Nederland behoort
tot de duurste landen van Europa. En de
Maatschappij van Nijverheid stelt zelfs
een onderzoek naar de oorzaken van de
duurte in.
Ook van deze „bestrijdingvan een
meer beschermend tarief blijft weer niet
veel over.
Wel iets. Dank zy ook onze nog altoos
betrekkelijk geringe industrieele ontwikke
ling zijn de „werkkrachten" ten onzent
„goedkoop".
Wie daarvan profiteeren De invloed
rijke heeren in de Kamers van Koophandel
zeker meer dan de arbeiders, die bij de
jongste verkiezingen voor het tarief-spook
bang werden gemaakt.
Dr. Kuyper geen Minister meer.
Naar aanleiding van een polemiek met de
„Vaderlander" over de bedoelingen waarmee
dr. Kuyper zijn huidige politiek drijft, schrijft
de „Standaard"
„dat o. i. van een ten tweeden male dingen
naar het ministerschap door dr. Kuyper, geen
sprake meer zal kunnen zijn.
Dit ware in 1909 mogelijk geweest, maar
is toen, voor zoover wij oordeelen kunnen,
voorgoed afgesneden."
De Prins komt half April na beëindiging
van zijn kuur hier terug. Van een plan voor
een zomerverblijf der Koningin te Hohemark
is niets bekend.
De oestervergiftigingsgevallen zijn in
onderzoek bij den hoofdinspecteur van de
volksgezondheid te Den Haag.
Staking te Valencia.
De ministerraad heeft zich met den toestand
te Valencia beziggehouden, waar de algemeene
staking is afgekondigd tengevolge van liet
heffen van nieuwe gemeentelijke belastingen.
Er zijn eenige niet ernstige botsingen tusschen
betoógers en politie voorgekomen.
Dc algemeene staking is afgekondigd. Alle
winkels en inrichtingen, verscheidene markten
zijn gesloten. Er hebben betoogingen plaats
gehad en er is met steenen naar tramwagens
gegooid, die omgeworpen werden. Het verkeer
heeft men, door versperringen op te werpen,
gestremd. Politie en gendarmerie liebhen
herhaaldelijk charges uitgevoerd. Er zijn tal
van menschen gekwetst en enkele aanhou-
tusschenkomst hier slechts nadeelig werken
kon.
Frans zelf voelde de verandering komen,
langzaam. „Geduld, zuster, geduld 1" had lnj
zijn zuster toegevoegd. En zij had liet met
begrepen hoe zou ze ook. Maar het oogen-
blik kwam, dat hij liet raadsel verklaarde en
haar (wie ook eer dan haar!) deelgenoot
maakte van wat in zijn ziel plaats had ge-
Sr\$e!ke blijdschap het zusterliart vervulde,
toen haar 'stille hoop verwezenlijkt was;
welke dankbare vreugde de moeder bezielde,
toen haar stoutste gebed verhoord bleek, laat
zich gevoelen. De band, die geheel losgerafeld
scheen te zullen worden, toen elk ging langs
eigen spoor, was thans door Gods genade
hechter dan ooit, ja onverbreekbaar.
De oude Gravels had zichtbaar welgevallen
in dezen staat van zaken, hoewel hij de ooi-
zaak er niet van bevroedde. Was zijn gemoed
ook verteederd in zijn ziekte, mocht de oude
trots gebroken zijn; verder was het niet ge
komen. Hij vergenoegde zich in zijn nieuw
huiselijk genot, in de liefde, die hem van
vrouw' en kinderen omringde hij voelde de
heerlijke verkwikking ervan in zijn zwakte
en onmacht, en liet was hem genoeg.
(Wordt vervolgd.)
INGEZONDEN STEKKEN TE
Inzending van advertentlSn vóór uren op den dag der uitgave
DOOR ZELANDIA.