cla -rr.i e Bericlite r:l-
Biimenlaudsch Nieuws.
Biiitenlandsch Overzicht.
Van houten's RONA Cacao
Van de kleine honderdduizend rentetrek
kers, welke men met een zeldzaam elastische
uitlegging van dat artikel reeds heeft geschapen,
is hij af.
Achteraf bezien, is het geen wonder dat
de heer Treub geen roeping gevoelde, de te
milde wetsduiding in een juister spoor te
leidenhoe meer er op rekening van Talma s
overgangsbepaling een rente kregen, te minder
bleven er voor hem over.
Zoo werd Talma duur en Treub betrekkelijk
goedkoop.
De goedkoopte zit 'm op de tweede plaats
hierin, dat Minister Treub, een Staatspensioen
instellend voor „behoeftigen", ongeveer 50
percent dezer, en wel de meest behoeftigen,
uitschakelt.
Wie tusschen zijn 65e en 70e jaar bedeeld
is, krijgt geen pensioendie moet verder zijn
heil maar bij de bedeeling blijven zoeken.
Dit is de zwakste steê van het ontwerp,
zegt Het Huisgezin.
En geen profeet is wie voorspelt, dat daarop
de felste aanvallen zullen worden gericht, niet
alleen van de voorstanders van Staatspension-
neering, en dat geen bepaling grooter gevaar
loop uit de wet te worden gelicht dan deze,
moge daardoor ook de lieele economie der
wet worden ontwricht.
Het Ar nli. Dagblad critiseeert de moti-
veeringen van de bedeelden uitsluiting als
volgt
Het lijkt, alsof de instellingen van weldadig
heid geld genoeg hebben en eenige ontlasting
van de zorg voor ouden van dagen een voor
deeltje voor diaconieën en armbesturen zou
zijn. -
'Minister Treub is nog al anti clericaal en
weet vermoedelijk niet, voor welke groote
moeilijkheden de diaconiën staan.
Hem zij dan gezegd, dat een eventueele
ontlasting van de zorg voor ouden van dagen
aan diaconieën en instellingen van weldadigheid
zeer welkom zou zijn. Zij zouden het be
spaarde geld heusch niet in den zak houden.
Het zou aangewend worden, om in noodtoe
standen te voorzien, waarin thans öf in het
geheel niet öf op zeer gebrekkige wijze wordt
voorzien.
Hoe dit zij. de uitsluiting is buitengewoon
o n b i 11 ij k. Geeft men eenmaal gratis renten
aan behoeftigen, dan is het onrechtvaardig om
de meest behoeftigen met ledige handen heen
te zenden.
Gelijk men reeds weet, wil de Minister het
uitvoeren van zijn wet aan de gemeente
besturen opleggen. Hij motiveert dit door
op te merken dat bij een regeling als hier
het doode gewicht der administratiekosten
veel geringer zal zijn dan bij een gecentrali
seerde opvoering der ouderdomswet het geval
zou wezen. Natuurlijk zal in de grootere
steden de uitvoering niet op zoo eenvoudige
wijze kunnen plaats hebben als op het platte
land, maar toch acht de regeering de gemeente
besturen ook van de groote gemeenten beter
toegerust voor bet nemen van beslissingen
als hier worden verstrekt, dan een centrale
rijksinstelling.
De regeering becijfert, dat de gemeenten
een vergoeding van f 4,750,000 zullen ont
vangen, terwijl de totale kosten voor de
gemeenten zullen bedragen vermoedelijk
f 4,540,000. De door het rijk toe te kennen
vergoeding zal dus vermoedelijk de kosten
der renten ruimschoots dekken.
De T ij d merkt naar aanleiding hiervan
o. i. terecht op
Wij behoeven niet meer pessimistisch te
oordêelen dan een Minister, maar de vraag
is toch zeker gewettigd of, nu de groote
gemeenten reeds zoo diep gebukt gaan onder
den last van allerlei Rijkswetten, het wel
oorbaar is er steeds meer „dood gewicht" bij
te doen, zonder ooit eenige verlichting aan te
brengen. Moet een gemeente de pakezel
blijven en blijft de burgemeester de kruier
van het Rijk, laat men het dan onbewimpeld
zeggen en 'er geen doekjes om winden. Onder
steld mag worden, dat de gemeenten, en zeker
de groote, hierover nog wel een woordje
zullen meepraten.
De T ij d doet ten slotte uitkomen, in welke
impasse wij geraakt zijn door de staking van
het verzekeringsplan der vorige regeering.
Het toekennen van ouderdomsrente ook
aai'i hen, die krachtens de Invaliditeitswet
zijn verzekerd, heeft het gevolg, dat laatst
genoemde wet, zooals zij thans luidt, niet zal
kunnen worden uitgevoerd. Aldus schrijft
de Minister, en hij vervolgt„Mocht dus het
in te dienen ontwerp tot wijziging dier wet
in een van de beide Kamers der Staten-
Generaal geen meerderheid verkrijgen, dan
zou op 3 December 1916 de Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel twee met
elkander onvereenigbare wetten moeten uit
voeren. De wetgever behoort deze mogelijk
heid af te snijden door het laatste lid van
art. 411 van genoemde wet in te trekken.
Zulks beteekent, dat deze Ouderdomswet
niet kan worden behandeld, zonder dat ue
Staten-Generaal kennis draagt van de gewij
zigde Invaliditeitswet en de daarbij verbonden
Ziekteverzekeringswet, die Minister I reub
nog moet indienen. Zij zou, bij aanneming
door de Staten-Generaal, zonder dat de In
validiteitswet ware gewijzigd, noodzakelijk de
laatste voorloopig geheel doen vervallen.
Immers het laatste lid van art. 411 bepaalt
de invoering der geheele Invaliditeitswet 3
jaar na de inwerkingtreding van haar art. 369.
Ik wil nog een kop
RONA cacao
Die inwerkingtreding had plaats op 3 Dec.
1.1. dus moet de geheele wet werken op 3
Dec. 1916. Door aanneming der Ouderdomswet-
Treub wordt nu die verplichte datum uit
de Invaliditeitswet geschrapt, zoodat dan een
latere invoering mogelijk wordt. De ouder
domswet zou dan niet behoeven te vervallen,
daar zij als Ondersteunin swet voor behoeftigen
er geheel naast staat.
(De Nederlander.)
Misdadig.
Schrikbarend groot zegt de Rotterdammer
is het aantal berichten, dat verhaalt van ver
duisteringen door kantoorbedienden gejileegd.
Het Bergen-op-Zoomsche geval wekte om de
enorme sommen, die in het geding waren,
groot opzien. -
Pas weer vergooiden een tweetal Kotter
damsche jongelieden hun toekomst door zich
de gelden, die hun door den patroon ter inning
waren toevertrouwd, toe te eigenen.
Niet zonder een huivering van weemoed
over het groote leed dat daardoor over vele
eerbare families wordt gebracht, neemt men
van dergelijke tijdingen kennis.
Een goede pers beseft haar roeping om ook
voor haar deel tot bestrijding van dit euvel
mee te werken.
En dan kan zeker worden gewezen op den
plicht der patroons om hun bedienden met
noodeloos in gevaar en verzoeking te brengen.
Vooral zal echter moeten worden aangedron
gen op versterking van het verantwoordelijk
heidsbesef dergenen, in wie een groot ver
trouwen gesteld wordt.
Het onomwonden aanzeggen van hun zonde,
indien zij zich vergrijpen, kan wel worden
ge\Vat echter te zeggen van een artikel als
de groene Amsterdammer naar aanleiding van
de verduistering in Bergen op Zoom bevatte
Dit blad schrijft
Dat zal altijd opnieuw gebeuren, als
men karig bezoldigde jonge menschen
zonder-meer héél groote geldsommen toe
vertrouwt en het gelijkt op zuivere provo
catie. „Ben ik dan zóó weinig", gaat de
jonge man denken geldt mijn mensche-
lijkiieid, die toch haar eischen heeft, dan
zóó luttel, dat men het niet eens der
moeite waard acht mij te wantrouwen
Spreekt het zoo van zelf dat mijn onbe
loonde deugd het uithoudt tegen de ver
leiding van een geldsom, groot genoeg om
mij een genoegelijk leven buitenslands te
waarborgen Neen, voorwaar dit non
chalant patroonsvertrouwen op mijn eer
lijke sufheid is een beleediging van mijn
persoonlijkheid, die waarachtig wel beter
begeert dan een slafolijk routinebaantje
enik ga er lekkertjes van door 1'
Zoo denken, of behoorden ze te denken,
jonge menschen, zoo zij maar eenigszins
mensch zijn en het strekt indien met
den patroons, die het uitlokken dan toch
eigenlijk der menschheid tot eere. Maar
merkwaardig is het geenszins, juist wijl
het, dank zij dien patroons, nog al vaak
voorkomt. Het bijzondere van dit geval
is echter dat de jonge man zijn stoutig
heid blijkbaar niet aan kon, dat hij ten
slotte toch te braaf was voor deze zonde
Dergelijke lichtvaardige taal is vergiftigend,
is misdadig.
Te betreuren is het dat scribenten van dit
slag niet achterhaald kunnen worden.
Het antwoord van de Hervormde Kerk luidt
aldus
De Algemeene Synodale Commissie der
Nederlandsclie Hervormde Kerk juicht van
harte toe Uw pogen, om aan de Regeering
een aanvulling van de bestaande Drankwet
te vragen, waardoor het zal mogelijk worden,
in een bepaalde plaats het aantal drank-
gelegenheden zeer te verminderen of zelfs
geheel te doen verdwijnen.
Mogen Uwe pogingen door God met goeden
uitslag worden bekroond en rijke vruchten
daarvan gezien worden voor het godsdienstig
en het zedelijk leven van ons Volk.
De Kerken en het Volkspetitionnement.
Op de vraag van den Bond Enkrateia ge
richt aan de verschillende Kerken in Neder
land, om het Volkspetitionnement voor Plaat
selijke Keuze door een uitspraak zedelijk te
steunen, is zoowel van de Nederlandsclie
Hervormde Kerk als van de Gereformeerde
Kerken antwoord ingekomen.
Wij deelen hier den inhoud dezer antwoorden
mee, omdat er onder onze lezers zeker zijn,
die er belang in stellen te weten wat de
Kerken schreven.
Dat van de Gereformoerde Kerken was van
dezen inhoud
In antwoord op Uw schrijven dd. October
j.l. heb ik de eer U, namens den Raad der
Gereformeerde Kerk van 's Gravenliage,
mede te deelen, dat, aangezien de Synode
der Gereformeerde Kerken niet vergadert,
zij zich niet kan uitspreken. De kerkeraad
vestigt evenwel Uw aandacht op de ver
klaring van de Generale Synode van 1911
inzake het Internationaal Congres tegen het
alcoholisme, luidende
„De Generale Synode betuige schrifte
lijk hare sympathie met het streven van
het Internationaal Congres tegen het
Alcoholisme en vestige door publicatie
dezer sympathiebetuiging in het persver
slag de aandacht der Kerken op den
strijd tegen liet alcoholisme in het alge
meen en op het Congres in het bijzonder."
Het voorstel om deze verklaring af te
leggen is door de Synode aangenomen.
We meenen te mogen aannemen dat de
uitspraken dezer Kerken zeer zullen bijdragen
tot het welslagen van het Petitionnement,
aldus Enkrateia.
Beets-Tentoonstelling.
Tijdens het Taal- en Letterkundig Congres
te Haarlem in Augustus 1914, worden door
het Hildebrand-comité tentoongesteld de ont
werpen, die zullen inkomen naar aanleiding
van de prijsvraag door dat comité uitgeschre
ven, voor een monument ter huldiging van
den schrijver van de „Camera Obscura
Het ligt in het voornemen om aan deze
expositie een tentoonstelling te verbinden op
Beets betrekking hebbende.
De heer J. D. Rutgers van der Loeff, biblio
thecaris van de stadsbibliotheek der gemeente
Haarlem, is bereid gevonden, om de organi
satie der tentoonstelling op zich te nemen.
De tentoonstelling wordt georganiseerd met
medewerking van het comité voor het Taai
en Letterkundig Congres.
De dokters in de Nederlandsclie grens
plaatsen zullen'in het vervolg aan hun patiën
ten in de Duitsche grensplaatsen geen genees
middelen meer mogen verschaffen, tenzij er
direct levensgevaar is.
Opium-Commissie.
Ten huize van den voorzitter van den Anti-
Opium-Bond, J. E. N. Baron Schimmelpenninck
van der Oye van Hoevelaken, is een vergade
ring van het hoofdbestuur van dien bond ge
houden ter bespreking van de maatregelen,
welke zouden genomen kunnen worden om
het opiumverbruik te doen verminderen.
Besloten werd aan een commissie uit het
hoofdbestuur op te dragen concrete voor
stellen te ontwerpen om tot geleidelijke af
schaffing van het opiumverbruik te komen,
en deze voorstellen ter kennis van de regee
ring te brengen.
De dochter van Dr. A. Kupyer Sr. ligt te
Lausanne vrij ernstig ziek. De toestand is
echter vooruitgaande.
Auto-ongelukken.
Baron v. Steinacker heeft in het Pruisische
Huis van Afgevaardigden de regeering geïn
terpelleerd over de toenemende ongelukken
bij het straatverkeer, vooral door auto's. Het
ongeluk, twee leden van het centrum in den
Rijksdag te Berlijn overkomen, was er de aan
leiding voor.
Van Dallwitz, de minister van binnenland-
sclie zaken, zeide in zijn antwoord, dat het
aantal ongelukken te Berlijn kleiner was dan
in andere wereldsteden. Zoo komen er te
Parijs in een jaar tijds vijfmaal meer onge
lukken voor dan te Berlijn. Het auto-verkeer
was totnogtoe door de rijkswet van 1909 en
uitvoerige voorschriften van den Bondsraad
voldoende geregeld. Maar de ervaring die
men op heeft gedaan, maakt een wijziging
van de wetsbepalingen noodig. De snelheid
zal binnen de kom van de gemeenten tot 15
K.M. beperkt, maar uitzonderingen zullen toe
gelaten worden. De snelheidsgrens van 25
km. voor Berlijn en eenige andere groote
steden berust niet op willekeur, maar op
nauwkeurige proefnemingen. Dat huurauto^s
meer ongelukken veroorzaken dan eigen auto s
en omnibussen is begrijpelijk, omdat de huur
auto's den geheelen dag in de weer zijn. Ie
Berlijn wordt zoo goed mogelijk toezicht ge
houden. Dubbele patrouilles met stopuur
werken loopen voortdurend rond. Volgens
den minister, staat het vast dat het aantal
auto-ongelukken te Berlijn in de laatste jaren
verminderd is. In elk geval zal de regeering
zorg dragen, dat de veiligheid van de voet
gangers zoo goed mogelijk verzekerd wordt.
De Rijksdag.
De Rijksdag heeft bij de voortzetting van
de beraadslaging over de begrooting van bin-
nenlandsche zaken verschillende moties aan
genomen, namelijk een motie van de nationaal-
liberalen nopens' het maken van een algemeen
reglement voor de rechts- en arbeidsverhou
dingen van ziekenverplegers en -verpleegsters
van de sociaal-democraten tot regeling van de
werkzaamheid der vroedvrouwen van de
conservatieven tot beschikbaarstelling van
nieuwe middelen ten behoeve van het weten
schappelijk onderzoek naar mond- en klauw
zeer van de oeconomische vereeniging tot het
instellen van een onderzoek naar de vraag,
of en in welken omvang de werklieden in de
wijngaarden schade ondervinden van het be
spuiten en zwavelen van de wijnbergen van
graaf Posadowsky om de regeering te bewegen
op de eerstvolgende conferentie van Bern
mede te werken tot het verbieden van nacht
werk voor arbeiders beneden de 18 jaar.
De nationaal-liberaal Meyer kwam te spreken
over de bewering, dat de arbeider in de groote
ijzernijverheid op zijn veertigste jaar zoo goed
als versleten is. Hij ontkende de juistheid
ervan. Wel zijn van alle werklieden in de
Duitsche ijzersmelterijen slechts 20.8 pet.
ouder dan 40 jaarmaar de verklaring hier
van zoekt hij in de snelle vlucht, die de nij
verheid genomen heeft, waardoor zij zoovele
jonge arbeiders tot zich getrokken heeft. In
het district Hildesheim, waar de ijzerproductie
niet toegenomen is, zijn meer dan 40 pet. van
alle werklieden in de ijzersmelterijen ouder
dan 40 jaar. In het district Dusseldorp be
draagt dit percentage slechts 18.1 pet., omdat
(je voortbrenging daar van 2 millioen ton in
1892 tot ruim 7.6 millioen ton in 1911 ge
stegen is en men tusschen die jaren natuur
lijk een heirleger van jonge arbeiders heeft
aangenomen.
De nationaal-liberalen liebben ïntusscnen
het voorstel gedaan, om het rijksbureau voor
gezondheidsregeling op te dragen, een onder
zoek naar den gezondheidstoestand van do
arbeiders in de groote ijzernijverheid in te
stellen.
Een reuzenzaak.
De bekende Berlijnsche modezaak van Ru
dolf Herzog te Berlijn zal Zaterdag 75 jaar
bestaan hebben. Naar aanleiding van dit
jubileum maakt de firma in de Berlijnsche
bladen getallen bekend, die aantoonen welk
een vlucht haar zaak in dien tijd heeft ge
nomen.
Toen Rudolf Herzog zijn winkel in de Breite
Strasse opende, telde Berlijn nog maar 300,000
inwoners.
In dat eerste jaar was de voorraad dien
de firma insloeg, niet meer dan er in drie
vrachtwagens gaat.
In liet afgeloopen jaar waren 1500 spoor-
waggons noodig, om dien voorraad aan te
voeren. De omzet is in dien tijd verviel-
honderdvoudigd. Sedert 1864 is het aantal
bedienden verveertigvoudigd. De eigen wagens
van de firma legden het vorige jaar een aU
stand van 847,500 K.M. af of 21 maal den
omtrek van de aarde. Aan touw werd 6,804,000
K M verbruikt. Aan elkaar geknoopt geeft
dat een lijn, die van Berlijn tot aan den
Kilimandsjaro reikt. De jaarlijksche oplaag
van prijscouranten vormt, op elkaar gelegd,
een zuil, die hooger is dan de 8840 M. liooge
Mount Everest. Jaarlijks worden ongeveer
400,000 postpaketten verzonden. Aan port geeft
de firma elk jaar ongeveer 175,000 gulden uit.
In het ververschingslokaal worden elk jaar
ongeveer een half millioen porties verver-
schingen om niet aan do klanten verstrekt,
voornamelijk koffie, thee, chocolade, limonade,
ijs enz., voorts 2700 pond suiker en 11,000
pond gebak.
Een spreker van langen adem.
In het Huis van Afgevaardigden te Berlijn
sprak de sociaal-democraat Hoffmann. j"
dag had hij, na vijf uur het woord gevoerd
te hebben, zijn rede moeten afbreken, omdat
de stenografen verklaarden dat zij te vermoeid
waren. Woensdag sprak hij nog twee uur en
verwekte soms stormachtig gelach op de banken
Het smaakt
toch zóó lekker, en
Moeder zegt dat ze
nooit- heeft geweten
dat Cacao zoo goed
koop in het gebruik is,
voor ze ons geregeld
heeft gegeven.