Antirevolutionair
ooor
nieuws* en Advertentieblad
Zeeland.
FEUILLETON.
EL SJE.
Uit de Tweede Kamer.
No. 1091.
Woensdag 4 Februari 1914.
IP Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,—. Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN.
Inzending van advertentlEn vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIÊN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIES TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
Kiesrechtcijfers.
Het (geschat) getal mannen boven 25 jaar
bedraagt 1.412.973. Het getal kiezers 960.676.
Er zijn dus 452.297 mannen boven 25 jaar
niet-kiezer.
In 1900 was 49 °/o der mannen boven 25
jaar kiezerin 1913 68 En wij leven nog
onder dezelfde Kieswet. Het verschil spruit
voort uit het zeer sterk toenemen der belasting
kiezers (539.497 in 1900 tegen 854.864 in 1913)
en uit de sterke toename der loonkiezers,
huurkiezers enz. (30.271 in 1900, 105.812 in
1913deze categorie is in jaren van algemeene
verkiezingen veel grooter als in andere jaren
100.841 in 1905, 69.455 in 1912.)
De van het kiesrecht verstokenen zijn voor
een belangrijk deel onder de bedeelden te
zoeken. In 1910 waren bedeeld 168,328 hoofden
van gezinnen, en 157.971 andere gezinsleden
en eenloopende personen. Het is moeilijk te
schatten hoeveel mannen boven 25 jaar zich
onder deze bedeelden bevinden. De cijfers
zijn ook niet betrouwbaar, vooral in verband
met de dubbele telling van bedeelden.
Het aantal uitgeslotenen wegens niet tijdig
betalen van belasting bedroeg in 1913 30.620.
Een cijfer voor het getal dergenen, die
wegens faillissement of curateele of als mili
tairen van het kiesrecht uitgesloten zijn, is
niet te geven.
Zij, die in gevangenschap of hechtenis zijn,
zijn wel van de uitoefening van het kiesrecht
uitgesloten, maar zij worden, wanneer daartoe
overigens termen zijn, toch in de kiezerslijst
opgenomendeze uitsluiting kan dus bij de
beschouwing van het cijfer der kiezers en der
niet-kiezers buiten aanmerking blijven.
Van zeer veel belang is daarentegen de
vraag, of niet talloozen kiezer konden zijn,
wanneer zij slechts aangifte deden. Het valt
bij de beschouwing der kiezersstatistiek op,
dat in districten, waar het spant, een veel
grooter getal aangiftekiezers voorkomt als in
districten, waar de uitslag der Kamerver
kiezing van te voren vaststaat. In liet district
Enschedé bedraagt het aantal kiezers krachtens
art. 16 der Kieswet (niet-belastingkiezers) 25 °/o
van het geheelin het district Ridderkerk
zelfs bijna 30 °/odaarentegen in de provincies
Noord-Brabant en Limburg resp. 37g en 67a
Wanneer in alle districten, als in Enschedé,
liet aantal kiezers krachtens art. 16 was ge
klommen tot Ys van het aantal belasting-
kiezers, zou het totaal der kiezers krachtens
EEN KERSTVERHAAL
A D A M A S.
Uit het Bibliotheek-bijvoegsel van de keurige week-
illustratie „Woord en Beeld."
Bom-bam Bom bam bom
Zij doet weer haar plicht, die metalen roep-
ster. Allen, die 't hooren kunnen en wie
kan er in het kleine dorpke dit niet her
innert er aan, dat de deuren van het Godshuis
weer geopend zijn en dat, wie wil, komen kan
om te koopen zonder prijs en zonder geld.
Langzaam volgen de laatste slagen der
noodende kerkklok elkander op. Eindelijk is
de laatste nagalm van het zware gelui wegge
storven. Ook in de ziekenkamer van het huis,
dat 't naast bij de pastorie gelegen is, wordt
niets meer gehoord.
Toen daareven het luiden een aanvang nam,
heeft de zieke den wensch te kennen gegeven,
opgericht te worden. Zóó, in deze houding,
door kussens gesteund, heeft ze de noodiging
willen ontvangen, die tot de Gemeente kwam.
art. 16 inplaats van 105.812 284.955 hebben
bedragen dus bijna 180.000 meer.
Natuurlijk spelen bij de verhouding van
belastingkiezers en niet-belastingkiezers ook
heel ander andere factoren een rol dan alleen
gebrek aan belangstelling, waardoor aangifte
achterwege blijftdat in de steden met meer
dan 100.000 inwoners nog niet 5 der kiezers
krachtens art. 16 op de lijst staat zal voor
een groot deel toe te schrijven zijn aan het
feit, dat het een kleiner groep is, die daar
wel voordoet aan de voorwaarden om loon-
of huurkiezer te worden, maar niet belasting
plichtig is. Intusschen geeft het zéér groote
verschil in aantal aangiftekiezers ook in gelijk
soortige districten grond om aan te nemen,
dat het getal dergencn die alleen door eigen
nalatigheid niet kiezer zijn zeer groot is. Men
bedenke voorts, dat natuurlijk ook in Enschedé
en Ridderkerk nog menigeen rondloopt, die
door aangifte kiezer had kunnen worden.
Om uit bovenstaande cijfers, die aan de
laatstverschenen Jaarcijfers (1912) en kiezers
statistiek ontleend zijn, een conclusie te trek -
ken, moet men eenige schattingen, die bijna
gissingen zijn, maken.
Vermoedelijk is men dicht bij de waarheid,
wanneer men de volgende (afgeronde) cijfers
geeft omtrent liet kiezerzijn en de redenen
van uitsluiting van het kiesrecht van mannen
van 25 jaar en ouder
kiezers
bedeelden, wanbetalers van belas
ting, gefailleerden, onder curateele
gestelden
niet-kiezers, die wel eenig kentee-
ken, hetwelk op kiesrecht aan
spraak geeft bezitten of zich
kunnen verwerven, doch onver
schillig zijn
overige niet-kiezers
mannen boven 25 jaar
Het cijfer der bedeelden
960.000
200.000
175.000
75.000
1.410.000
enz., en der onver
schilligen is hetzelfde als de hoeren Troelstra
c.s. in 1908 in de Memorie van Antwoord be
treffende hun voorstel tot Grondwetsherziening
overnamen uit de brochure van Mr. van Houten
Onberaden plannen. Destijds moet echter
het aantal der overige niet-kiezers op 200.000
worden gesteld thans is het kiezerstal, zonder
wetswijziging, dermate toegenomen, dat, on
danks de bevolkingstoename, dit getal slechts
op 75.000 behoeft te worden gesteld.
Uit de gegeven cijfers zou de volgende con
clusie getrokken kunnen worden
Wanneer algemeen kiesrecht voor mannen,
met uitsluiting van bedeelden en wanbetalers
van belasting, zou worden ingevoerd, zouden
als nieuwe kiezers optreden 175.000 menschen,
Maar nu laat ze moe van de inspanning
van het luisteren het hoofd op de borst
zinken. En zacht, bijna onhoorbaar door de
heeschheid der stem, zegt ze„'t Was niet
meer voor mij, voor mij niet"
Met door smart verwrongen trekken, zit
Frederik Wolbers neer bij 't bed van mooi-
Elsje, zijn bruid. Hij heeft met zijn krachtige
hand het kranke lichaam ondersteund. Al is
zijn oog droog, in zijn binnenste schreeuwt
het, dat zij, met wie hij zijn leven heeft willen
deelen, hem nu gaat verlaten. Okon hij
maar mét haar sterven 1
Allen in de kamer, vader en moeder Wol
bers en een paar burinnen, zien met ontroe
ring op dit schouwspel neer. Maar eensklaps
bevangt hen een schrikze zien, hoe het
lichaam der zieke als ineenvalt en de oogen
zich sluiten en een vreemde tint over het
gelaat glijdt.
„Dat is 't einde," zegt moeder Wolbers.
Doch de zieke slaat de oogen weer op. Ze
heeft klaarblijkelijk dat zeggen gehoord.
„Nee nóg niet," zegt ze met zwakke
stem, „'t duurtwel nietlang
meer maar nog niet
En dan, tot Frederik zich wendend, brengt
ze uit
„Freek 'k wou zoograagdat
dominé nog eens kwam
die thans reeds kiezer konden zijn als zij wilden,
en 75.000 anderen.
Thans zijn er 960.000 kiezers. Er konden
er, wanneer de belangstelling grooter was,
1.135.000 zijn. Algemeen kiesrecht met uit
sluiting van bedeelden en wanbetalers voegt
er nog 75.000 bij. Eén vijftiende deel van
lien, die de wet thans toelaat. Nog niet 7 °/o-
Geen wonder dat de belangstelling voor deze
wereldschokkende hervorming hoe langer hoe
meer het vriespunt nadert.
R.
(In De Rotterdammer.)
Een onwettige toestand.
Haast en geen haast. Wie
zal 't al betalen? Het p. i.
voorop.
De eerste maand van liet nieuwe jaar is
voorbij, en nog altijd worden, aldus de Ned.,
heel het Rijk door de ambtenaren betaald, en
de Rijkskassen geleegd op onwettige wijze.
Waar blijft de lieer Beumer Even belang
rijk, zoo niet belangrijker dan de vraag of
saluut met een of met twee u's moet worden
geschreven, is deze quaestie Waar komt al
liet gold voor de ambtenaren, voor alle overige
Staatsuitgaven vandaan, dat door geen wet
is gedekt
Immers, de begrootingen zijn nog immer
onder banden, en „voorloopige twaalfden"
kennen wij niet?
Is er geen Kamerlid dat den Minister van
Financiën over zooveel onwettige handelingen
als dag en dag gepleegd worden, interpelleert
Neem eens aan dat straks de begrooting
van Binn. Zaken verworpen wordtmoeten
dan alle uit 's Rijks kas betaalde gelden
worden teruggegeven
Of... schiet misschien één van de Ministers
zoolang voor P Is er een soort garantiefonds
wellicht, dat in werking treedt wanneer de
Volksvertegenwoordiging uit overmaat van
plichtsbetrachting baar plicht vergeet? Wie
ontsteekt licht in dit duister? Waar blijft de
lieer Beumer?
We treden Februari in, en nu heeft de
Kamer in 't geheel geen haast meer. Dat wil
zeggen de meerderheid heeft haast met
met dingen die geen haast hebben, gelijk de
Inkomstenbelasting, maar met de begrooting
komt liet er minder op aan.
De Eerste Kamer
Die kan wachten Zij wacht immers
En met Laurillard zegt men
Als ze wachten, zei neef Symen,
Is die haast niet noodig, Griet!
Hij knikt en staat op.
„Zal 'k even de meid sturen vraagt
een der burinnen, die liet verlangen van Elsje
heeft gehoord.
„Neen," schudt de jonge man. Zélf wil
hij 't is wellicht voor 't laatst iets voor
de geliefde doen. En ja, 't. is hem een uit
komst ook, dat hij even naar buiten kan gaan,
waar hij alleen kan zijn met zijn smart.
Buiten sneeuwt het. In reine vlokken
dwaalt ze van omhoog, die blanke sneeuw, en
legt er over land en wegen dat zachte kleed,
waardoor op Kerstavond in deze Noorderlanden
het landschap zoo zeer de stemming der kerk
gangers verhoogt.
Maar Frederik let er niet op. Hij hoort
ook niet het vragen om hem heen, hoe 't met
de zieke gaat. Hij ziet alleen voor zich het
doorschijnend-bleeke gelaat met dat lijdend
uiterlijk van haar, die hij lief heeft. En een
siddering doortrilt zijn sterke lichaam en een
„Waarom moet ZIJ sterven?" is de vraag,
die als een angstkreet aan zijn ziel ontglipt.
Bij de pastorie ontmoet hem de dominé,
reeds op weg naar de kerk. Frederik ziet
hem niet. Eerst als hij bij zijn naam genoemd
wordt, schrikt hij op.
„Dominé," brengt hi] haastig uit, en nu
hij spreken gaat moet hij zich geweld doen,
om niet in snikken uit te barsten, „of U
Haasten zou éér noodig wezen
Als je zeize wachten niet
Nu, de Eerste Kamer wacht. Met onge
duld. Mogelijk. Maar zij wacht. En dus
begint de Tweede Kamer Dinsdag in de afdee-
liugen aan een nieuw wetsontwerp, en de
oude wetten (die der begrootingen) moeten
dan maar blijven liggen tot Woensdag. Dinsdag
moet het land worden gered van den finan-
cieelen ondergang
Ja, er zal heel wat geld moeten komen, als
men dat zoo hoort I Ons onderwijs laten
we ons er maar geen illussies over maken,
zegt de heer Ter Laan, de burgemeester
zal schatten geld kosten. Het zevende leerjaar,
daar ontkomen we niet aande sociaal
democraten hebben het immers voorgesteld,
en de heer De Jong herinnert zich dat ook
dr. De Visser ten vorigen jare de noodzakelijk
heid ervan heeft aanvaard. Dat zevende
leerjaar zal natuurlijk schoolruimte noodig
maken. De heer Ter Laan schat de kosten
daarvan op 47° milloen. Geen peuleschil alzoo.
En dan komen er natuurlijk idem zooveel
onderwijzers bij de heer Ter Laan, die
een knap rekenmeester is, rekent ons voor,
dat het onze uitgaven voor bezoldiging met
één-twaalfde verhoogen zal.
Voorts is daar nog het voorbereidend onder
richt, wat minder deftig: de bewaarschool
geheeten, er zijn nóg doodgewoner namen
voor. Alleengeld is er niet voor. Dat zegt
de Minister maar zoo kalm in zijn Memorie
van Antwoord, en de heer Ter Laan begrijpt
van die kalmte niets. Het zal toch moeten.
Ook het herhaliugs-ondervvijs wordt niet be
nut zooals het benut worden kón, en het
ouderwijs aan schipperskinderen en aan woon-
wagen-lievertjes moet toch ook aangepakt
worden.
En dan praten we nog niet eens over de
verhooging der salarieering van de onder
wijzers. Dat komt bij de artikelen eerst aan
de orde. Wij zijn nog maar aan de algemeene
beschouwingen over het Lager onderwijs
nietwaar alles moet zijn tijd hebben
Eiiieve ja, 't is zoo, maar alles zóóveel
tijd? Konden de lieeren De Jong, Ter Laan
é.a., die het over 't geheel zoo roerend eens zijn,
niet overeenkomen dat één van hen sprak
Zou, misschien, de heer Sannes, zich al te
zeer verloochenen, als hij den te Mussel (zoek
op .de kaartniet benoemden Joodschen on
derwijzer niet. prijsgaf aan de algemeene be
langstelling
Waarlijk, dit slachtoffer van een geïma-
gineerd „antisemitisme" in een streek die
en waar de
gereformeerd
„nog erger dan Christelijk is"
Gereformeerde kerk nog niet
nog even hg Elsje wou komen. Ze vroeg
't zoo even."
In 't schemerdonker van den vroegen Kerst
avond ziet hij met angst naar den dominé,
wat of diens antwoord zal zijn.
„Is 't
Frederik begrijpt, waarom die vraag niet
voltooid wordt.
„Ja," zegt hij dof. „Moeder dacht
daar net al, dat 't afgeloopen was. Kunt u
nü mee vervolgt hij driftig, want de
wensch van zijn Elsje móet vervuld worden.
„Onmogelijk is 't antwoord. „Alles
wacht op me in de kerk. Maar na den dienst
kom ik dadelijk."
„Als 't dan maar niet te Iaat is," klaagt
Frederik. En toen, in-eens, vóór zich ziende
wat komen moesthet lichaam zijner lieve
Elsje als lijk uitgestrekt, breekt een kramp
achtige snik zich los. En nu denkt hij er
niet meer aan, de groote kloeke jongeman,
dat in tegenwoordigheid van een vreemde zijn
tranen vloeien. De lang ingehouden smart
breekt uitzijn sterke lichaam schokt en beeft
van 't groote leed, dat over hem komen gaat.
De dominé ziet 't. En een groot medelijden
komt over hem. Hoe graag zou hij meegaan
en Frederik troosten en Elsje zien en spreken
voor 't laatst. Maar hij kan niet nii
nog niet. (Wordt vervolgd).
DOOR