Antirevolutionair
voor
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
Gemeenteraad.
FEUILLETON.
Langs eigen Spoor.
Uit de Pers.
No. 1090.
Zaterdag 31 Januari 1914.
IP Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnea Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond.
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITT001J Az. te TER NEUZEN
Inzending van advertentlSn vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTÏËN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTI&4 TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
maakt bekend, dat eene Openbare Verga
dering van den Gemeenteraad zal worden ge
houden op Dinsdag den 3 Februari 1914, des
voormiddags te 10 ure.
Ter Neuzen, den 30 Januari 1914.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
V Waarborgen.
Op een enkel punt uit de schoone rede van
den lieer Wirtz op onzen tweeden Schooldag
moeten we nog even terugkomen.
Er zijn tal van openbare onderwijzers, vooral
onder de krantenschrijvende, die niet moede
worden te roepen wilt ge subsidie hebben
voor uwe bijzondere school, welnu als we 't
dan toch niet meer keeren kunnen, zullen
wij er in toestemmen maar dan eischen we
waarborgen voor goed onderwijs. Liever was
't ons, dat al uwe scholen verdwenen, maar
daar is natuurlijk niet veel kans meer op.
Doch van onzen eisch om waarborgen laten
we niets vallen de Staat, en door hem ons
onderwijzerscorps, zal toezien, dat ge goed
onderwijs geeft. En aan ons zal het staan
te beslissen, wat goed onderwijs is.
Ook in onze omgeving vindt men van die
palstaanders, die bijna week aan week hun
bezorgdheid luchten over het onvoldoende
onderwijs, dat de leerlingen der bijzondere
school ontvangen.
De heeren schijnen te meenen, dat men
onzerzijds niet minstens even goed weet als
zij, wat goed, practisch onderwijs is.
In den regel laten we die schreeuwerige
reclame voor de openbare school maar onbe
sproken. We leven hier in een vrij land en
indien vele ouders ondanks het hoogere
schoolgeld nochtans het onderwijs aan de
bijzondere scholen verkiezeu boven dat der
openbare, zal de stelling wel niet al te ge
waagd zijn, dat de bijzondere school wat het
gegeven onderwijs betreft, de vergelijking met
de openbare wel kan doorstaan.
Om van het verschil in beginsel nu maar
niet te spreken.
Toch deed het ons groot genoegen, dat de
lieer Wirtz ook dit punt even aanroerde in
zijn rede.
Hij is door zijne betrekking als districts-
49)
Vader," zegt moeder Gravels, „zou je niet
wat gaan rusten, 't Lange opzitten zal je nog
te veel vermoeien."
Een dankbare blik bereikt haar.
„'t Zal wel gaan," meent hij. „Ik heb al
zoo lang gerust," poogt hij te schertsen. „En
dan moest gjj waken."
Ineens valt hij zich zelf Mn de rede„Was
je toen maar alleen, moeder, toenze me
thuis brachten
„Ja," zegt ze zacht, en een lichte huivering
vaart haar door het lichaam.
„En je moest me alleen, geheel alleen ver
zorgen, en bij me waken
„Nee, niet geheel alleen. Er was er een,
die me trouw hielp."
„Kaatje, niet waar?"
„Nee, dat was later. In 't eerst
„Wie
„Frans," zegt ze en haar hart klopt bijna
hoorbaar.
Hij zwijgt.
Is het de oude stugheidZijn onver
zettelijkheid P
schoolopziener in de gelegenheid en volkomen
bevoegd, in dezen eene vergelijking te maken
en een oordeel uit te spreken.
En dan kwam deze Spreker tot de con
clusie, dat de bijzondere meer en beter waar
borgen geeft voor goed onderwijs dan de
openbare.
Van de bijzondere wordt geëischt, dat liet
Leerplan elk jaar opnieuw wordt geteekend
door het Bestuur en opgezonden aan den
arrondissements-schoolopziener. Bij de open
bare is liet mogelijk, dat het 25 jaar lang in
de kast blijft liggen.
Al het toezicht, dat de openbare school
heeft, heeft ook de bijzondere.
Waarbij nog komt het toezicht van liet
Bestuur.
En dit laatste beteekent heel wat meer dan
liet toezicht van de Overheid op hare school.
Want daar zeggen de meeste leden van den
Bond wij alleen weten, wat een kind toe-
komt? Zelfs een man als Troelstra weet er
niets van.
De heer Wirtz heeft in zijn rede den spijker
op den kop geslagen.
Het is te hopen, dat de heeren onderwij
zers-courantiers die zoo bezorgd zijn omtrent
de waarborgen voor goed onderwijs op de
bijzondere school, zich zijn woorden zullen
aantrekken ten opzichte der eigen school.
Of ze het doen zullen
We twijfelen er wel een beetje aan.
V Om te kalmeeren.
Zooals onze lezers weten, werd onlangs
bericht, dat de afgevaardigde voor Oostburg,
Jlir. De Muralt, leed aan overspanning en hem
deswege door zijn geneesheer rust was voor
geschreven.
Wij eerbiedigden dit voorschrift en wilden
hem voorloopig niet lastig vallen met ons her
haald verzoek om een antwoord op een paar
hem gestelde vragen.
Maar wat een rare manier houden zijn eigen
vrienden er op na, om een overspannen mensch
tot rust te brengen
Want dat het ongenadig pak op zijn broek,
dat het Handelsblad hem, gelijk onze lezers
in ons vorig nummer gezien hebben, dezer
dagen toediende, geschikt is om hem te kal
meeren, kunnen we moeilijk gelooven.
We moeten dit echter aan de vrienden
overlaten.
Docli wij veroorloven ons, in dit verband
een vriendelijk verzoek te doen aan het Ter
Neuzensch Volksblad.
Wij veronderstellen namelijk, dat de heer
De Muralt, zoodra hij een beetje bekomen is
van de hardhandige afstraffing, hem door
Hij kijkt weer naar buiten.
„Frans," komt het eindelijk over zijn lippen.
„Frans."
„En waarom laat hij zich nu nooit meer
zien
„Vader," zegt vrouw Gravels, „laten we
daar nu niet te veel nog over spreken, 't Mocht
je eens kwaad doen. Je weet immers wel,
dat de dokter elke opwinding verboden heeft."
„Ik zal me niet opwinden. Maar waarom
laat hij zich nu nooit meer zien
Hij begrijpt het welmaar hij wil het hooren
uit haar mond.
„Och vader, je weet wel, wat dien avond
is voorgevallen.
Je hebt hem toen immers liet
„Ja, zeg het maarde deur gewezen. Ja."
Hij schudt het hoofd; en een smartelijke
uitdrukking is op zijn gelaat zichtbaar.
En dan begint hij weer
„En wil hij nu niet komen Wil hij niet
Wat moet moeder Gravels antwoorden?
Weet ze het zelf wel recht, hoe ze liet den
laatsten tijd met Frans heeft.
De moeilijkheid van antwoorden blijft haar
gespaard.
De deur wordt geopend en hij, over wier,
liet gesprek loopt, treedt binnen.
Een oogenblik toeft hij bij den drempel.
Dan gaat hij regelrecht op zijn vader af.
vriendenhand toegediend, wel een woord van
dank zal zenden aan den hoefijzer-correspon
dent van liet Handelsblad.
Misschien komt dit woord van dank nog
wel vóór liet antwoord op onze vragen.
Die dankbetuiging zouden we gaarne aan
onze lezers voorleggen.
Docli aangezien we het Handelsblad niet
lezen, zou ze ous gemakkelijk kunnen ont
komen.
En aangezien het Ter Neuzensch Volksblad wel
eens antwoordt, waar een antwoord van den
heer De Muralt werd verzocht, veronderstellen
we, dat het ook ditmaal van bedoelde dank
betuiging wel een afschrift zal krijgen.
Wil in dat geval onze geachte confrater
zoo vriendelijk zijn, ons dat antwoord mee te
deelen
We hopen dat dadelijk te plaatsen, aange
zien wij veronderstellen, dat onze lezers even
als wij benieuwd zijn, welke paedagogische
waarde de toegediende afstraffing voor liet
„broekje" heeft gehad.
V Toch geen cijns-koorts
Gisterenmorgen zou Neuzen's Raad verga
deren.
Het beloofde een interessante vergadering
te worden.
Immers behalve een voorstel in zake de
jaarwedde van Burgemeester en Secretaris,
moesten adressen omtrent de uitgifte van
gemeentegronden in erfpacht behandeld worden.
Zooals men weet, hebben de gelukkige be
zitters van huizen op cijnsgrond ondervonden,
dat Ter Neuzen's Raad geld noodig heeft.
Docli -- de vergadering kon niet doorgaan.
Van de 7 liberale Raadsleden was er slechts
een, de lieer Visser.
De lieer Dees kwam toen de bijeenkomst,
reeds afgeloopen was.
Wegens onvoltalliglieid kon de vergadering
dus niet doorgaan en moest voor Dinsdag een
nieuwe oproeping geschieden.
De heeren hadden toch geen cijns-koorts
Well Roared, Lion
Wie herinnert zich niet het alleraardigste
jagerlatijn, door de komische redactie van de
Nieuwe R o 11. C t. in haar campagne tegen
den Gouverneur-Generaal Idenburg met zoo
veel succes gebezigd.
„De weg der koloniale politiek voert,
schreef het blad, men veroorlove ons
deze vergelijking, door een oerwoud.
„Dag vader," klinkt het, en hij reikt zijn
vader de hand.
Hij is kalm, voor het uiterlijk. Maar aan
de ernstige uitdrukking op liet gezicht is te
bemerken, dat er meer omgaat van binnen,
dan zich uit die enkele woorden laat raden.
Gravels heeft de hem toegestoken hand ge
grepen. Hij houdt ze een poos stevig in de
zijne en Frans voelt de lichte beving, die er
door huivert.
„Dag Frans! Dag jongen; ben je eindelijk
gekomen
Die woorden wekken ontroeringbij Frans
niet het minst.
„Ja vader," zegt hij, „eindelijk Is het goed
Nog altijd houdt vader Gravels de hand
van zijn zoon omkneld.
„Frans, mijn kind, ja, liet is goed." „Ten
minste bij mij," voegt hij er achter.
„Bij mij ook, bij nnj ook," zegt Frans haastig,
llij zet zich in den nu weer gesloten kring.
En er is blijdschap in aller hartstil en
diep. Hier zijn woorden overbodig. Het
moederhart juicht.
Kaatje ziet van terzijde haar broeder aan.
Is dat nu dezelfde, die zoo pijnlijk scherp
sprak over vader? Waar is nu zijn ergernis
Daar moet iets veranderd zijn in dat hart,
daar is een groote kentering gekomen. Ze
kent hem te goed, om te weten, dat hij niet
Het is eene gevaarlijke, moeilijke weg,
maar hij brengt tot het doel' althans
wanneer zij, die hem volgen, zich vast
aaneengesloten houden, en hun streven
in die eene richting concentreeren.
„Dit is thans niet gebeurd. Zij, die de
leiding van den tocht hadden, hebben ge
ineend, dat het hun plicht was, links en
rechts van den weg in liet oerwoud uit
vallen te doen, om er de wilde bewoners
te bovechten. De leeuwen, die daar huis
den, zijn nu ontwaakt en hun gebrul reeds
dreigt de orde van den tocht te verstoren.
„Gevaar is over de tochtgenooten ge
bracht, liet doel der reis is in de waag
schaal gesteld.
Tegen het waandenkbeeld, dat het
onze koloniale plicht kon zijn, de leeuwen
van het islamisme in het oerwoud te
jagen, heeft liet oordeel der kiezers uit
spraak gedaan
„Uf (echter) de ontroering, in liet oer
woud ontstaan, gemakkelijk tot bedaren
zal zijn te brengen, mag worden gehoopt,
zoo niet verwacht
We hebben indertijd met dit leeuwengebrul
in 't oerwoud een weinigje den spot gedreven,
schrijft de Nederlander.
Het blijkt 011s echter, tot ons leedwezen,
dat wij in dit opzicht hebben misgetast, eu
haasten ons dus op dit punt het Rotterdain-
sclie orgaan in zijn eere te herstellen.
Wij lezen n.l. in dat blad het volgende
bericht uit Soerabaja
Zondagavond trok een optocht van acht
tienduizend leden der S. 1. met bandelieren
door de stad, als hulde aan de regeering
voor de circulaire, waarbij bepaald is, dat
de betrekking van regent niet meer door
familieprivileges, maar door capaciteiten
verkregen wordt. Onder de kreet „Leve
Idenburg" defileerden de duizenden langs
de voorgalerij der residentswoning. Alles
liep ordelijk van stapel. De stoet was
indrukwekkend.
De Islamsche Leeuw heeft dus, volgens liet
voorschrift van de N. R. Ct., zich wel degelijk
mee in het Indische debat gemengd.
„Leve Idenburg 1", brulde hij
Een ernstige waarschuwing.
Dezer dagen ontvingen we uit Letlibridge,
een stad in den Westelijken staat Alberta van
Canada, een schrijven van den - volgenden
inhoud
Letlibridge 7 Jan. '14.
Geachte Redactie.
Begaan met het lot wat velen liier in
tegen zijn gemoed in spreken zal. Maar, be
treft liet alleen maar een verandering in dit
opzicht, dat hij zijn oude grieven heeft laten
vallen dat hij de hand der verzoening niet
afwijst. Is liet de oude trots en hoogmoed,
die hooghartig vergeeft
't Is stil in het vertrek. Elk is vervuld
met eigen gedachten, en elk ziet er tegen op
de zijne uit te spreken. De verandering is
zoo opeens, zoo onverwacht en zoo ongedacht
geweest.
Maar langzamerhand begint toch liet gesprek.
En allengskens groeit weer het gevoel van
één te zijn, van bij elkaar te behooren. Toch
is Frans nog steeds min of meer teruggetrokken.
Niet onhartelijk, maar stil. Straks moet hij
weer vertrekken. Maar het zal slechts wezen,
om voorgoed terug te keeren naar liet ouder
lijk huis.
„Frans," zegt Kaatje, als ze liem kwasi uit-
uitgeleide doet naar de voordeur. „Frans,
wat scheelt er aan Is er nog iets in den
weg? Je bent zoo stil, zoo teruggetrokken.
Toe, zeg liet maar."
„Er scheelt me niets, Ka, werkelijk niet."
„Maar waarom
„Geduld, zuster, geduld."
En hij glipt weg. Kaatje weet niet, wat
ze er van moet denken.
(Wordt vervolgd).
DOOR ZELANDIA.