w, HntireDOlutionair ooor nieuws* en üaoertetiiïeblad Zeeland. Gemeenteraad. De veredeling van den mensch. Uit de Pers. Uit de Tweede Kamer. Biimenlandsch Nieuws. No. 1089. Woensdag 28 Januari 1914. lle Jaargang. ADVERTENTIËN: Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10, Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIES TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen. Ter Neuzen ƒ1,Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentlën vóór uren op den dag der uitgave. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN maakt bekend, dat eene Openbare Verga dering van den Gemeenteraad zal worden ge houden op Donderdag den 39 Januari 1914, des voormiddags te 10 ure. Ter Neuzen, den 27 Januari 1914. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. II (Slot.) De nieuwe leer stelt den wil boven het verstand. Volgens haar wordt een kind goed geboren. Gebreken en ondeugden zijn de handscbaal, waarin de zuivere pit der deugd zit besloten. Daarom wil men ook van geen straffen weten. Gebreken moeten niet uitgeroeid, maar voorzichtig verwijderd worden. Groeit het kind later niet op tot een deugdzaam man, dan is dit de scliuld van ouders en onder wijzers, die de zuivere pit niet te voorschijn wisten te halen. Mislukking der opvoeding is ook nog een gevolg van andere oorzaken. De kerk, de staat, de maatschappij zijn alle doordrongen van den ouden Christelijken geest en dat is het ongeluk. Immers de kinderen komen met dien geest in aanraking in de maatschappij. Daarom moet die wil gevormd worden in elk opzicht vrij van dien Christelijken geest, zoodat hij zich geheel naar eigen zin kan ont wikkelen. Dus geen hand der orde, geen tucht, geen dresseurs men eischt eerbied voor de majesteit van het kind. Zoo krijgen we menschen vol van wils kracht. Het streven naar een republikeinsche school is nog maar een eerste stap op dezen weg. Straks heersehen de kinderen over de onder wijzers immers hun wil moet zich geheel vrij ontwikkelen. Heel deze leer druischt in tegen de orde Gods. De suprematie van den wil leidt tot het socialisme. Zij is eene miskenning van de ordinantiën Gods. Men wil geen wetten voor de moraal, voor de religie, voor de maatschappij, voor den staat, voor de natuur. De wet beteekent dwang. De waarheid te moeten erkennen als boven den mensch staande is zijns onwaardig. Gods Woord zegt welalle ziel zij den machten over haar gesteld, onderdanig. De moderne mensch zegtgeene wet, geene macht willen we boven ons dulden. Deze leer zal 't zelfde resultaat hebben als bij Adam, die door zijn wil te stellen boven Gods gebod, zijn eigen val bewerkte. Wij hebben daarom den kinderen gehoor zaamheid te leeren. Dit kunnen we alleen, als wij onzen eigen wil leeren buigen onder Gods wil. Dan alleen gaat er invloed van ons uit. Er is geen vrije wil dan alleen de wil Gods. En vrij wordt alleen hij, die gehoorzaamheid leert om zonder eenig tegenspreken Gods wil te volbrengen. Gods wil wordt ons openbaar door onder zoek van Zijn Woord. De suprematie van den wil is in strijd met Gods Woord en ook met onze Gereformeerde belijdenis. Daarom leert deze belijdenis dan ook, dat onze wil moet vernieuwd worden door den Heiligen Geest. Naast en boven de ontwikkeling des ver stands staat de inwerking van Gods Geest om onzen wil te hernieuwen en te leiden. Daarom moet die nieuwe, moderne leer uit onze school, uit onze opvoeding geweerd worden. Die leer is af te keuren, omdat zij finaal gebroken heeft met ons Christelijk beginsel 't is nog altijd de oude leuze laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij. Met de eeuwige bestemming des menschen wordt niet gerekend. Wij hebben hier dus de wacht te betrekken bij het beginsel. Onze kinderen hebben wij te beschouwen als 't zaad des verbonds. Wij hebben een eigen paedagogiek, eigen leermiddelen een eigen school noodig. Wij hebben mannen noodig, die ons school wezen in eigen banen leiden. Als zulk een man begroet Spreker de heer Wirtz, dien hij dankt voor zijn arbeid in dezen reeds verricht. Wij hebben noodig: eigen opleiding, eigen studieboeken voor Lager, Middelbaar en Hooger onderwijs. De N. R. Courant moge al smalend schrijven, dat de Gereformeerde scholen een uiting zijn van bekrompenheid, wij zullen trachten, dit stukje land met zulke scholen te bedekken. De opvoeding, die zich aansluit aan de lijn des verbonds is voor ons de eenig bruikbare. Ook technisch moeten onze scholen in orde zijn. Daarom mag er geene verslapping zijn van onze offervaardigheid. Wij stellen aan onze onderwijzers andere eischen dan aan de openbare onderwijzers zij moeten zijn opvoeders van de kinderen des verbonds. Al krijgen we gelijkstelling op finantiëel gebied, toch is daarmede onze schoolstrijd niet uit. De Staat heeft recht op toezicht, docli de school behoort aan de ouders. Het streven om aan den wil de suprematie te geven is een uiting van den dorst naar een verloren geluk. Die dorst zal echter op deze wijze niet bevredigd worden. Die dorst spreekt van een verloren koning schap. Dat koningschap zal op deze wijze niet heroverd worden. Daar geeft de Schrift een anderen weg voor aan. Welgelukzalig zijn zij, die Mijne wegen bewaren, die tucht willen aannemen aldus Gods Woord. Dit is de ware wijsheid en het eenige middel tot veredeling van den mensch. Die veredeling wordt alleen verkregen langs den weg der genade. Toch wordt die ware veredeling hier op aarde nooit volkomen verkregen. Het beginsel moge hier verkregen worden, die veredeling zal eerst hierboven tot volkomenheid komen. De ware veredeling zal eerst in hare volle heerlijkheid gezien worden in den dag des Heeren, als wij gelijk zullen zijn aan Christus. Dat moet het ideaal zijn, waarnaar wij streven voor ons zelf en voor onze kinderen. Van de gelegenheid tot debat werd na deze schoone rede geen gebruik gemaakt. De heer De Koning dankt in naam der ver gadering ds. V. d. Kamp voor zijn schitterend pleidooi en voorts alle opgekomencn voor hunne belangstelling. Ook deze tweede schooldag is uitnemend geslaagd en heeft in onze streek zijn burger recht reeds verzekerd. Nadat de heer J. C. Jansen van Driewegen den Voorzitter gedankt had voor zijne uitne mende leiding en het Comité voor zijne be moeiingen in dezen, werd onze tweede School dag op gebruikelijke wijze gesloten en ging Ds. V. d. Kamp voor in dankgebed. Een afstraffing. Onder dit kopje schrijft de Rotterdammer De hoogedelgestrenge heer De Muralt, de afgevaardigde voor Oostburg, is in onze Zuide lijke provinciën geen onbekende. Met groot zeffbewustzijn trad hij in tal van meetings op. Toen reeds voelde hij zich echt lioogedeige- strengachtig. In de Tweede Kamer werd het er niet beter op. Al direct trachtte hij eene zekere rol van beteekenis te spelen. Over zijn jongste daad, zijn protest tegen den Minister van Marine geeft de hoefijzer correspondent van het Handelsblad hem deze schrobbeering Tegen het „onaannemelijk" van den Mi nister echter protesteerde niet alleen de lieer Schaper met de opmerking dat liet „geen manier van doen" was om voor „zoo'n kleinigheid" de Kamer het mes op de keel te zetten, maar ook de lieer De Muralt achtte zich daartoe geroepen. Als Uuie-Liberaal meende hij zich nu wel gedwongen om tegen het amendement te stemmen ten einde geen portefeuille- en wellicht Kabinetscrisis op zijn geweten te krijgen, maar liet zou voor de IJnie-Libe- ralen nu evenzeer een quaestie van nood dwang wezen als voor de socialisten. Doch even daarna kwam de heer De Meester, de voorzitter der Unie-fractie, deze woorden van den heer De Muralt verloochenen door te verklaren dat de afgevaardigde van Oostburg alléén voor zichzelf had gesproken. Het is te hopen dat deze kleine ontklee ding der. heer De Muralt nu eindelijk eens tot eenige bezinning zal brengen en tot liet besef van de politieke plaats die hij nog niet inneemt. Niets is ongeschikter 0111 een nieuweling in de Kamer snel prestige te verschaffen dan wanneer hij zijn poli tieke promotie tracht te forceeren. De lieer De Muralt heeft dit laatste al gedaan nog vóór hij goed en wel zitting nam, namelijk door de dwaasheid te begaan van zich te laten interviewen toen hij, evenals trouwens ook thans nog, niet de minste politieke autoriteit bezat. E11 daarna heeft hij reeds eenige malen in de Kamer ge toond dat hij het onderscheid tusschen een veteraan en een broekje niet kende, 't Is mogelijk dat deze afgevaardigde in zijn woonplaats en op het schoone twee lingeiland daaromheen voor een staatsman van belang wordt gehouden maar buiten die locaie grenzen is zijn reputatie be paald gebleven tot die van een bekwaam en vernuftig ingenieur. 't Is zeer wel mogelijk dat de heer De Muralt allengs een even goede en uitge breide reputatie krijgt als politicus. Maar daarvoor is eenig geduld noodig. Dat komt aan. Daar helpt zelfs geen beton-beslag tegen. Zitting van Maandag 26 Januari. Na een mededeeling van den 1 i n i s t e r van marine, dat hij besloten heeft de salarisverhooging van de ambtenaren voor loodswezen, betonning en bebakening, reeds te doen ingaan met 1 Jan. 1914, wordt de begrooting van marine aangeno men met 51 tegen 9 stemmen, de laatste van sociaal-democraten. Aan de orde is dan het wetsontwerp tot toekenning van pensioen aan de wedu wen en weezen van mindere geëmplo yeerden enz. bij inrichtingen van 's rijks zee- en landmacht. Dc heer Ter Laan (Rotterdam, S. D. A. P.) acht 0. m. de korting op liet loon van liet personeel drukkend en wil ook, dat het pen sioenbedrag voor de laag bezoldigden verhoogd wordt. De heer De Meester (U. L.) merkt op, dat een loonsverhooging de kortingen voldoen de zou dekken. Spr. wenscht, dat aan de werklieden bij de rijkswerven, die ontslagen worden, de door hen betaalde kortingen zullen worden teruggegeven. De lieer Roodhuyzen (U. L.) meent, dat de Pensioenwet zich tegen vrijstelling van deze werklieden verzet, maar hij vraagt den minister de laagste loonen te verhoogen, indien het blijkt, dat die loonen deze korting niet kunnen dragen. De minister van financiën kan niet voldoen aan den wensch tot vrijstelling van een bijdrage. De pensioneering van de werklieden bij de rijkswerven zal eerst aanvangen, wanneer liet wetsontwerp in werking zal zijn getreden. De minister neemt een nieuw artikel daarin op, waardoor terugwerkende kracht wordt toegekend tot 81 Dec. 1918 voor weduwen van werklieden, voor de inwerkingtreding overleden. De minister van marine zegt een gratificatie toe aan de ontslagen werklieden van de rijkswerf te Amsterdam voor hun gestorte pensioensbijdragen en zal diligent blijven ten aanzien van de loontoestanden. Het wetsontwerp wordt z. h. s. a a n g e- nomen. Aan de orde is voorts liet wetsontwerp tot goedkeuring van de op den 17den Jan. 1912 te Parijs gesloten internationale sani taire overeenkomst. Het wetsontwerp wordt zonder beraadsla ging en z. h. s. aangenome n. De beraadslaging over de begrootir.g van binnenlandsche zaken wordt daarna voortgezet bij de afd. volksgezondheid en armwezen. De lieer Van Hamel (U.L.) spreekt over de pestbestrijding en dringt op periodieke ontratting aan. Spr. vraagt liet advies van den Centralen Gezondheidsraad over de vrije artsenkeuze in de Stscrt. te publiceeren, wanneer het zal zijn ingekomen. Vervolgens bepleit spr. de lijkverbranding en betoogt hij, dat de wet deze toelaat, mits de asch wordt begraven. De heer Van Nispen tot Seve- naer (Nijmegen, R.K.) dringt aan op breide ling van den verkoop van vergif. H. M. de Koningin heeft Vrijdagnamiddag met een hofdame en een adjudant op de door het volk druk bereden en voor het publiek toegankelijke vijvers in het Haagsche Bosch schaatsen gereden. H. M. bond aan bij de Laan van Nieuw- Oost-Indië en reed toen de beide vijvers af. De man, die de wacht hield bij de brug, welke van den walkant naar het ijs was gelegd, en de baanvegers werden door de Koningin niet vergeten en aan hun tevreden gezicht was het te zien, dat ze goed bedacht waren ge worden. Prinses Juliana is Vrijdag ook al op schaatsen geweest, achter een sleetje, bij liet Huis ten Bosch. H. M. de Koningin-Moeder was er bij, en H. M. de Koningin kwam ook kijken en ging een poosje schaatsenrijden. Zaterdagnamiddag heeft de Koningin met klein gevolg schaats gereden op den Rijn bij Leiden, van De Vink in de richting van Val kenburg. H. M. de Koningin, Prins Hendrik en de Koningin-Moeder hebben waardeerende brieven geschreven aan het Gereformeerde Traktaat genootschap Filippus, wegens het verspreiden en gratis uitdeelen van scheurkalenders en traktaten. Bij deze brieven was een gift van f 25 gevoegd.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1914 | | pagina 1