Antirevolutionair
voor
nieuws» en Advertentieblad
Zeeland.
Onze tweede Schooldag.
FEUILLETON.
Langs eigen Spoor.
Uit de Pers.
Uit de Tweede Kanier.
No. 1088.
Zaterdag 24 Januari 1914.
li6 Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen. Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Oit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITToOIJ Az. te TER NEUZEN.
Inzending van advertentlën vóór uren op den dag der uitgave. m
ADVERTENTIËN:
Van 1—4 regels 0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
STAKEN TE RICHTEN A^TdE REDACTS ABONNEMENTEN EN TE BEZORflEN BU DEN UITOEVER.
Advertentlën voor dit blad worden
aangenomen tot 'a namiddags I UUR op
dea dag der uitgave.
L
Zooals wij reeds meldden in ons vorig
nummer, had Dinsdag onder de uitnemende
leiding van den heer De Koning van Spui
onze tweede Schooldag plaats.
Van de middag-vergadering gaven we reeds
een beknopt verslag, voorzoover dit in de haast
waarmede net moest worden opgesteld, mogelijk
was. Deze middag-vergadering was reeds
beter bezocht, dan die van verleden jaar.
De avond-vergadering werd door een groote
schare bijgewoond, deels ongetwijfeld omdat
een oud-bekende zou optreden, maar zeker
ook voor een niet gering deel als bewijs,
hoezeer onze Schooldagen in den smaak vallen.
Nadat de vergadering op de gebruikelijke
wijze geopend was, heette de Voorzitter de
aanwezigen welkom. Hij herinnerde aan de
rede van Ds. Petersen over Truffel en Zwaard
op den eersten Schooldag en meende dat wij
evenmin als een jaar geleden deze beide thans
nog ongebruikt mogen laten. Daarom zijn
onze Schooldagen ook nu nog noodig.
Hij noodigde daarop ds. Van der Kamp uit
zijn 'aangekondigde rede te houden over
De veredeling van den mensch.
Het zal, aldus begon Spreker, misschien
verbazing wekken, als wij zeggen, dat tot
lieden het vraagstuk van de veredeling des
menschen nog onopgelost is.
Er is toch zulk een groote vooruitgang te
constateeren omtrent de verstandelijke ont
wikkeling en immers men Heeft, vooral sinds
bet midden der vorige eeuw niet opgehouden
te verkondigen, dat verstands-ontwikkeling den
mensch tot den gelukstaat en tot de meest
volkomen veredeling voeren zou.
Is dan nu nog verdere veredeling noodig
Helaas, wij moeten erkennen als vrucht
van de verstandelijke ontwikkeling is die ver
edeling niet gekomen. Men is in zijn ver
wachting teleurgesteld.
Trouwens uit de Schrift had men kunnen
weten, dat langs dezen weg de gelukstaat en
de veredeling niet te bereiken is. Zegt zij
niet, da» het aardrijk om der zonde wil ver
vloekt is dat er niemand is, die goed doet,
ook niet tot één toe?
Ook de oude wijsgeeren gaven een dergelijk
getuigenis. Egoïsme is ons aller drijfveer,
zegt de een. Er is in den mensch een na
tuurlijke drang tot het kwade aldus een
ander.
De oude tooverspreuk „kennis is macht
ze voert tot geluk en deugd" is onwaar ge
bleken. In stede van den jubelzang des geluks
hoort men slechts den klaagzang van het
pessimisme.
En zelfs in onzen tijd moest een Dr. b r.
v. Eeden, sprekende voor den Bond^ voor
Vrouwenkiesrecht erkennen: op onze Wester-
sche beschaving rust een vloek.
De poging, om door kennis tot deugd te
komen, heeft fiasco gemaakt.
Prof. Bavinck heeft terecht gevraagd, of
onze zoogenaamde beschaving niet ten onder
zal gaan. Overal is ontevredenheid: een
zoeken naar een nieuwe religie, een nieuwe
moraal, enz.
Daarom zegt men thanswe moeten een
nieuwe methode van opvoeding toepassen.
Óf liever nog want aan 't oude geslacht
der menschen is niet veel te verbeteren -
wij moeten een nieuw geslacht kweeken.
Daarom moet bij de opvoeding van liet
menschdom niet in de eerste plaats gewerkt
worden aan de ontwikkeling van het ken
vermogen, maar aan die van het begeer
vermogen.
Het verstand moet onderworpen aan den
wil niet omgekeeiJ.
Die nieuwe methode zal nu liet geluk en
de veredeling moeten brengen.
En dan natuurlijk moet men beginnen bij
het begin het kind.
Het roepen om schoolvoeding.schoolkleeding,
schoolbaden, schoolartsen staat met dit streven
in nauw verband.
Immers we moeten kweeken een geslacht,
dat sterk van lichaam en daardoor ook sterk
van wil wordt.
In de eerste plaats is er daarom te zorgen
dat liet kind goed geboren wordt. Daarom
vóór liet huwelijk een onderzoek naar den
gezondheidstoestand der aanstaande echte
lieden. Het huwelijk moet gemakkelijk ont
bonden kunnen worden, als blijkt, dat men
niet bij elkander past. Men is voor de vrije
liefde, prijst het Neo-Malthusianisme aafn, alles
om niet te veel, maar gezonde kinderen te
krijgen.
Mede staat hiermede in verband het over
dreven aanprijzen van spel, sport, lichaams
oefeningen" en allerlei sanitaire maatregelen.
Dit alles is op zichzelf niet verkeerd, doch
dezo gansche richting rekent niet met de
vermaning der Schriftde lichamelijke oefe
ning is tot weinig dingen nut, doch de geeste
lijke oefening is nut tot alle dingen.
In dit stelsel is de dood geen gevolg van
de zonde, maar van onzen vooruitgang.
Een eeuwig lev en is er niet en vrees voor
de dood behoeft er niet te zijn.
48)
ge blijdschap was begroet, de stemme
ds ook niet stom zou blijven tegenover
Slechts één leemte bleef nog om vervulling
roepen.
Frans 1
Zou hij willen komen, indien vader ook naar
hèm vroeg
Hij had zijn naam nog niet genoemd. Weer
hield hem de schaamte Wachtte hij, dat
zijn zoon uit eigen beweging zou komen
Deze vragen rezen telkens in het hart van
moeder en dochter. Frans was nog steeds
in zijn kosthuis en zoodra vader uit zijn be-
wusteloozen toestand was ontwaakt, bad bij
slechts tersluiks de ouderlijke woning bezocht
op uren, dat hij hoopte, zijn vader met wa
kende aan te treffen.
Maar, moge deze omstandigheid haar vreugd
temperen, ze kan haar toch niet geheel en al
wegnemen.
En in haar harte gloort de hoop, dat, waar
zóó Kaatjes terugkeer in goede aarde was
gevallen, ja, blijkbaar door den zieke zelfs
met inni
des bloe
den zoon.
Ze had al eens tegenover Frans gezinspeeld
op een poging zijnerzijds ter verzoening. Hij
had niet bot-af geweigerd hij had evenmin
bereidwillig toegestemd. Dat was al iets ge
wonnen. Het onbuigbare, onplooibare open
baarde zich toch niet zooals vroeger. Met
Kaatje had hij reeds eenige malen gesproken
's avonds had hij ze vergezeld, als ze de stad
in moestmaar tot haar groote verwondering
had hij met geen enkel woord gerept over
haar verzoening met vader, nog veel minder
er haar onaangename of harde woorden over
toegevoegd. Kaatje had hem eigenlijk wel
wat stil en teruggetrokken gevonden, en ze
kon niet bedenken, waaraan ze deze stemming
moest toeschrijven. Was er iets, dat hem
hinderde Maar hij was de man niet, om
het te smoren, vooral niet tegen baar. W at
maakte hem dan zoo terughoudend Onhar
telijkheid was het niet, dat voelde ze wel.
Integendeel, met haar terugkeer in het ouder
lijk huis was de oude genegenheid, die altijd
tusschen lien had bestaan, volkomen terug
gekeerd. En de weinige woorden, die ge
wisseld waren gaven blijk van volkomen een
stemmigheid. Wat was er dan? loch leek
Eigenlijk is onze vrees voor den dood slechts
een gevolg van ons gebrek aan scheikundige
kennis.
Waren we hiermede beter op de hoogte,
dan zouden we weten, dat de mensch bij zijn
ontstaan slechts een weinig cyaan is en bij
zijn sterven overgaat in ammoniak en kool
zuur en dus nog nuttig voor den landbouw
is, om zoo doende weer nieuwe geslachten te
voeden.
Hoever heeft deze nieuwe leer het nu reeds
gebracht in de veredeling van den mensch
Volgens Prof. dr. Pel geeft een werkzaam
leven, opgewektheid en liefde tot den naaste
den meesten kans op eene goede gezondheid
en dus op een gelukkig leven.
Dr. Van Embten leert in zijne dissertatie
over Darwinisme en Democratie, dat kinderen
individuen zijn, opgekomen uit den oceaan van
liet zijn. De schriftuurlijke leer omtrent den
mensch is demolariseerend en moet uitgeroeid
worden. Zal de veredeling van den mensch
gelukken, dan moet met de Schrift gebroken
worden. De mensch is een veredelde aap.
Gevallen beelddrager Gods te zijn is een
groote schande, maar een veredelde aap te
wezen is een eer.
Om het menschenras verder te veredelen,
moeten de zwakken ten onder gaan. Zelfs
wil men, dat allerlei ongelukkigen eenvoudig
opgeruimd worden.
Dr. Sleeswijk sprak het zelfs uitde ge
zondheidsleer, die zwakken gelegenheid laat
zich voort te planten, doet een misdaad.
Wij mogen en kunnen met deze leer omtrent
de veredeling van den mensch niet medegaan
en willen daarom onze vrijheid op paedagogisch
gebied bij de opvoeding onzer kinderen be
houden.
De ware veredeling kan alleen komen door
Jezus Christus en daarom willen wij eene
school, waar van dien Heiland en Redder
der menschen gesproken mag worden.
(Slot volgt.)
Paedagogische vrijmaking.
De Standaard schrijft
Het moeilijkste probleem voor de Staats
commissie zal wel liggen op paedagogisch
terrein, en toch zal 't niet te ontwijken
zijn te minder nu de Minister van Bin-
nenlandsclie Zaken toegaf, dat 't aan de
orde kon en mocht komen.
Dit probleem is dubbel van aard. Het
omvat de quaesti van de diploma's en
van de controle op den inhoud van het
te geven onderwijs.
het Kaatje en ook haar moeder toe, dat er
iets was, 't welk zijn geest bezighield; alsof
een of andere zaak van groot gewicht hem
drukte; of bij een proces doormaakte, dat be
slissend zou zijn.
Voor moeder en zuster bleef niets over dan
het gebed voor hem. En zij vergaten het niet.
Voor Gods troon brachten zij ook dezen nood.
Peinzend blikt Gravels naar buiten, tusschen
de bladeren en bloemen van de geraniums door.
Hij is oud geworden in weinige dagen. Mat
en machteloos gevoelt hij zich. Meest zit hij
stil met eenigszins afgewend gelaat en ont
wijkt hij min of meer opzettelijk de blikken
der beide vrouwen, 't Schijnt, alsof bij een
zeker gevoel van schaamte niet terug kan
dringen. Hij weet, hoezeer bij vroeger in zijn
plichten van vaderlijke liefde is te kort ge
schoten hoe hij zijn vrouw vaak heet toege
sproken en behandeld op een wijze,-die wel
van hooghartige zelfingenomenheid, maar aller
minst van teedere liefde getuigde. Tot hij
daar op eens, temidden van zijn onverzette-
lijken trots en dwaze zelfverheffing, terwijl
al zijn gedachten cirkelden om zgn eigen ik,
als van zijn hooge voetstuk, waarop hij zich
geplaatst had, neerbonsde. 't Was de stemme
Gods geweest, die hem waarschuwde; die de
trotsche gestalte zijns harten vernederde
Zelfs al ontving de bijzondere school
geen gulden subsidie, dan nog zou liet
voor de Overheid niet onverschillig mogen
zijn, of het onderwijs op deze scholen het
karakter van degelijkheid droeg en be
antwoordde aan zijn bestemming. Maar
bovenal, zoo uit 's Rijks kas voor deze
scholen evenveel geboekt wordt als voor
de openbare, en ook de Gemeentekas in
geheel gelijke mate voor beide soort scho
len bloeden moet, zal niemand aan de
Overheid het recht kunnen ontzeggen, om
toe te zien, dat het onderwijs zij wat 't
zijn moot, en doel treffe.
Vandaar dat de eisch moet gesteld, dat
niemand onderwijze tenzij hij gediplomeerd
zij, en ten andere, dat het onderwijs, wat
inhoud en vorm betreft, geve wat 't lands
kind behoeft, zal ons volk niet zinken.
Doch nu komt de moeilijkheid, hoe de
Overheid dit uit zal wijzen, zonder het
eigenaardig karakter der bijzondere school
te na te komen.
Dit voelt men reeds bij de diploma-
quaestie.
Examineert het Rijk door personen die
de Overheid aanstelt, en zijn deze exami
natoren vrij in het stellen en toepassen
van eischen, dan kan 't niet anders, of
het bijzonder onderwijs lijdt schade. Dan
toch doen de candidaten al hun best om
op 't examen een goed figuur te maken,
bestudeeren de boeken die ze weten dat
daarvoor liet profijtelijkst zijn, en be
derven daardoor principieel hun opleiding.
Hiermee moet dan ook gebroken. De
bijzondere school moet haar eigen exami
natoren krijgen, maar dan juist komt de
vraag op, lioe aan de Overheid den haar
onmisbaren waarborg van degelijkheid te
verschaffen.
Ware het dan niet gewenscht, dat onze
kundigste paedagogen nu reeds hun denk
beelden over dit moeilijk probleem ont
wikkelden?
Het tweede vraagstuk, hoe de regeling
van den inhoud van het onderwijs en de
daarbij behoorende controle in elkaar te
zetten', is zeker van niet minder belang,
maar toch, de eerste vraag van de diplo
ma's staat op den voorgrond.
Is op die vraag eenmaal het juiste ant
woord gevonden, dan zal blijken, hoe juist
daarin tevens de oplossing te viuden van
dat tweede, even interessant probleem.
Zitting van Woensdag 21 Jauuari.
Aan de orde is de begrooting van
marine.
en die hem als een ellendige, gebroken naar
't lichaam, neerzette, hulpeloozo die hij nu
was in den kring dergenen, welker liefde hij
nimmer had zoeken te winnen, wier harte hij
als het ware voor zich had afgesloten, maar
die nu wedijverden in allerlei dienst neen,
liefdebetoon
Peinzend blikt hij naar buiten. Hij mist er
een. Maar de moed ontbreekt hem, dien
eenen te roepen. Hij gevoelde, hoezeer hij
zich aan hèm had misgrepen. Hoe onbillijk,
onredelijk, tot verzet prikkelend zijn handel
wijze was geweest tegenover Frans. Hij
schaamde zich er over, als hij bedacht, hoe
hij hem het huis had uitgebannen, terwille
van zijn liefde tot zijn zuster, omdat hij het
toen niet velen kon, dat die liefde hèm, den
liefdefooze, als een aanklacht en bitter verwijt
in het aangezicht sloeg.
Buiten schittert de zon aan den helderen
hemel en haar stralen leggen glans en gloed
op de eenvoudige bloemen voor zijn venster
ze doen den vogel, blijmoedigen gevangene,
zijn vreugde uiten in langgerekte, zwellende
tonen.
Is het niet een schril contrast met wat zijn
ziel beroert
(Wordt vervolgd).
DOOR ZELANDIA.