HntirevolutionaH
nieuws* en Advertentieblad
OOOf
£?waiui«
De tuinbouw in Zeeland.
Uit de Pers.
No. 1087
Woensdag 21 Januari 1914.
lle Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen. Ter Neuzen ƒ1,—. Franco
per post: ,voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd on Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITT00IJ Az. te TER NEUZEN
ADVERTENTIEN^
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10,
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN
V Een billijk verzoek.
Bi] den Raad van Ter Neuzen is een ver
zoek ingediend, dat naar onze meening zeer
billijk mag genoemd worden.
Er wordt gevraagd, dat aan de cargadoors
de verplichting wordt opgelegd om te zorgen,
dat bij eventueele ongelukken aan de los
plaatsen en deze komen tamelijk dikwijls
voor de middelen bij de hand zijn, om al
thans een voorloppig verband te leggen.
Wij ondersteunen gaarne dit verzoek en
hopen zeer, dat de Raad er aan tegemoet zal
komen.
Het zij ons echter vergund in verband met
dit verzoek nog op iets anders te wijzen.
Het is reeds meermalen gebeurd, dat bij
voorkomende ongevallen geen dergeneesheeren
in de stad was, aangezien ze tegelijkertijd
hun buiten-ronde deden.
Zou het niet zóó kunnen geregeld worden,
dat althans één hunner steeds dadelijk te
bereiken was
Nu we weder een drietal geneesheeren riik
zijn, zou dit naar onze meening met eenig
overleg gemakkelijk te regelen zijn.
Als onze Raad naar aanleiding van boven"
bedoeld adres ook dit punt tot een goede op'
lossing bracht, zou hij naar we vertrouwen
daarmede handelen in den geest van het
meerendeel der ingezetenen.
Wij zijn zoo vrij, deze zaak aan te bevelen
in de aandacht van Neuzen's Raad.
V Ons intellect.
Minister Kolkman wilde het geld, voor sociale
wetgeving benoodigd, halen uit een verhooging
van ons Tarief van invoerrechten.
Bij minister Berthing bestaan andere plannen.
Men kan verschillen over de meer of mindere
doelmatigheid van de plannen dezer twee
ministers.
Daarover spreken we ditmaal dus niet.
Doch in verband met hetgeen over het
voornemen van minister Kolkman in pers en
in openbare vergadering zooal gezegd is, een
enkele opmerking.
Gelijk bekend is, wilde de heer Kolkman
uit het Tarief ongeveer 24 millioen halen.
Moest men de liberale heeren schrijvers en
sprekers gelooven, dan brachten die 24 millioen,
gehaald uit de invoerrechten, ons land aan
den rand van den ondergang.
Met schrille kleuren werden de rampen
geteekend, die ons land en volk bedreigden,
indien deze booze plannen doorgingen.
Wat men ook mocht toelaten, dit kon men
niet laten passeeren.
Hier moest een stokje voor gestoken worden.
Wat is nu echter liet geval
In 1913 brachten diezelfde invoerrechten
reeds meer dan 17 millioen op.
Begint men nu ook te klagen, dat al
staat Nederland nog niet aan den rand van
den ondergang, het althans reeds een mooi
eind op weg is naar dien gevreesden rand
Geen schijntje er van.
Integendeel, dat het tarief zóóveel opbrengt,
wordt aangehaald als een bewijs van onzen
vooruitgang.
Nederland bloeit blijkbaar, want alweder
ging de opbrengst met een klein anderhalf
millioen vooruit.
Nu behoeft er de helft van de opbrengst
niet meer bij en men is waar Kolkman
zijn wildede 24 millioen.
Dan gaat Nederland echter te gronde.
Nu 't 17 millioen is en misschien straks
ongemerkt toch de 24 millioen nadert, is het
een bewijs van Neerlands bloei.
Het zonderlingste van 't geval is, dat men
zulke dingen toch ons Nederlandsche volk
kan wijsmaken, ofschoon het ontwikkelend
openbaar onderwijs, van clericale smetten vrij,
reeds zoolang ons volk heeft verlicht.
Wat is ons intellect toch scherpzinnig
V Staatscommissie-Onderwijs.
De vereeniging Volksonderwijs heeft den
minister van binnenlandsche zaken in kennis
gesteld met de wijze, waarop de vereeniging
bedacht als zij is geweest op het zooveel
mogelijk steun verleenen aan- elke krachtige
poging, die van de zijde van een vrijzinnige
regeering tot een verzoening der strijdende
partijen op schoolgebied eenmaal zou kunnen
leiden zich een oplossing dezer voor laud
en volk zoo hoogst belangrijke kwestie denkt,
schrijft de N. R. Crt.
Evenals Volksonderwijs na jaren van propa
ganda in het land voor het beginsel van den
leerplicht, zich destijds tot de regeering heeft,
gewend met een „concept op den leerplicht",
waarin zij haar meeningen en wenschen ten
aanzien van de toenmaals in uitzicht gestelde
wetgeving kenbaar maakte, hoe zij in de jaren
van 1907—1911 haar afdeelingen geraadpleegd
en heeft in verband daarmee een daartoe
benoemde commissie een „Concept-wet tot
regeling van het lager onderwijs" ontworpen,
waarin zij naast haar wenschen betreffende
de reorganisatie van het voorbereidend, lager
en voortgezet onderwijs, ook haar verlangen
op het gebied der verhouding van het openbaar
en het bijzonder onderwijs'tot den staat heeft
aangegeven.
Het hoofdbestuur vestigt de aandacht van
den minister thans op dezen arbeid en voegt
er als zijn meening aan toe, dat voor de
totstandkoming van de in deze concept-wet
aangegeven regeling zeer ingrijpende wijzigin
gen van de huidige wet op het lager onderwijs
noodzakelijk zijn, zonder dat deze wijzigingen
in strijd geacht kunnen worden te zijn^met
art. 192 van de Grondwet.
De Verslagen en Mededeelingen van de d\
rectie van Landbouw geven het volgende over
zicht omtrent den tuinbouw in Zeeland
Groenteteelt. Ofschoon in Zeeland
deze teelt als bedrijf niet zeer op den voor
grond treedt, is, doordien enkele warmoezerij-
gewassen in belangrijke hoeveelheden op bouw
land worden geteeid, de met deze gewassen
bezette oppervlakte toch niet onaanzienlijk.
In 1912 bedroeg zij ruim 531 H.A., waarvan
echter slechts 309 H.A. tot de geregeld voor
groententeelt gebruikte gronden kunnen wor
den gerekend (in 1904 228 II.A.). Uit het
bovenstaande volgt reeds, dat de cultuur vrij
extensief is en het gebruik van glas niet be
langrijk kan zijn. De oppervlakte plat glas
bedroeg in 1912 4890 M3. en de grondopper-
vlakte der kommer- en tomatenkassen 3502 M3.
De bovenvermelde met groenten bcteelde
oppervlakte is als volgt over de onderschei
dene deelen der provincie verdeeld
Tholen en St. Philipsland 91 H.A.
Schouwen en Duiveland 41
Noordbeveland nihil.
Zuidbeveland 201 H.A.
Walcheren 165
Zeeuwsch-Vlaanderen 32
De meest op den voorgrond tredende ge
wassen zijn augurken (102 H.A.), vroege aard
appelen (97 H.A.), inleguien (92 H.A.), snij-
en spersieboonen (84 H.A.).
De augurken worden hoofdzakelijk ver
bouwd op Zuidbeveland (53 II.A., verdeeld
over vrijwel alle gemeenten) en op Walcheren
(44 H.A., mede verdeeld over het geheele
eiland).
Van de vroege aardappelen komen 76 H.A.
voor op Walcheren, waarvan 26" H.A. in de
gemeente Middelburg en 17 H.A. in O. en W.
Souburg.
De teelt der inleguien is van zeer veel be-
teekenis in de gemeente St. Phillipsland
(48 H.A.) Voorts kwam in 1912 cene opper
vlakte van 32 H.A. voor op Zuidbeveland,
verdeeld over verschillende gemeenten.
Van de 84 H.A. snij en spersieboonen,
waarvan de laatste verreweg de belangrijkste
zijn, komen 54 H.A. voor op Zuid-Beveland
en wel inzonderheid in de gemeente Kapelle
(35 H.A. spersieboonen) en Kloetinge (10 H.A
srrijboonen). Voorts moet nog worden genoemd
de gemeente Tholen (14 H.A.).
Van de overige gewassen kunnen nog ver
meld aardbeien IS H.A., waarvan op Zuid-
Beveland 7 H.A. (KapeUe alleen 5 H.A.) en
op Walcheren 7 H.A.; roode en wittekool 26
H.A., waarvan alleen in de gemeente Kapelle
10 H.A.
Ooftteelt. Zeeland wordt op dit ge
bied een niet onbelangrijke provincie genoemd.
In 1912 werd er aangetroffen een met
fruit beteelde oppervlakte 1757 H.A. tegen
1396 H.A. in 1904. Van deze oppervlakte
waren niet-onderplante boomgaarden 1145
H.A., onderplante boomgaarden 573 H.A. aan-
plantingen van appels en peren in struik vorm
16 H.A., bessen- en frambozentuinen 23 II.A.
Inde laatste jaren is defruitteelt, zooals ook
uit deze cijfers blijkt, sterk toegenomen. De
kweekerijen zijn dan ook bijna elk jaar uit
verkocht, wat leverbaar goed betreft.
Een tabel betreffende de verschillende deelen
in Zeeland geeft de volgende cijfers van de
totale met ooft bezettte oppervlakte
Tholen en St. Philipsland 7.50 H.A.
.Schouwen en Duiveland 2
N.-Beveland 10
Z.-Beveland 1304.93
Walcheren 175.58
Z.-Vlaanderen W. D. 97.05
Z.-Vlaanderen O. D. 160.33
Deze cijfers doen zien, dat Zuidbeveland,
wat men fruit beteelde oppervlakte betreft,
verreweg bovenaan staat. En dat niet alleen,
maar de teelt is hier zeer intensief, hetgeen
hieruit blijkt, dat meer dan ]/s der beteelde
oppervlakte uit onderplante boomgaarden be
staat. De aard van de onderplanting is na te
gaan uit den boven vermelden staat. Wat de
bovenbeplanting betreft, deze bestaat hoofd
zakelijk, uit appelen. Peren treft men in
verhouding tot de appelen heel weinig aan.
Ofschoon de fruitcultuur over geheel Zuid-
Beveland beoefend wordt, treden toch eenige
gemeente-n bijzonder op den voorgrond. Van
deze worden de volgende hier met name ge
noemd Kapelle met 226 H.A fruit, Kloe
tinge met 147 II.A., Wemeldinge met 96 H.A.,
Oudelande met 80 II. A., 's Gravenpolder met
73 II.A., Scliore met 62 H.A., Ovezande met
57 H.A., Goes met 52 H.A. enz.
Ofschoon niet te vergelijken met Zuidbeve
land is de fruitteelt toch ook niet zonder be-
teekenis op Walcheren, waar mede veel on
derplante boomgaarden voorkomen. De belang
rijkste gemeente in dat opzicht is Serooskerke.
In Zeeuwsch-Vlaanderen vindt men voorts
verschillende gemeenten met eene niet onbe
langrijke oppervlakte niet-onderpiante boom
gaarden, nl.Clinge 50 II.A., Axel 37 II.A.,
Zaamslag 28 II.A Eede 27 H.A., Oostburg
27 H.A. en Biervliet 25 H.A.
Op de andere eilanden is de fruitteelt van
weinig beteekenis.
Boomkweekerij. In de provincie Zee
land nemen de boomkweekerijen eene opper
vlakte van 103.34 H.A. in beslag. Hoofdzaak
is voorziening der in de provincie aanwezige
behoefte aan vruchtboomen, alsmede iepen en
Canadeesche populieren voor weg- en dijkbe-
planting.
Het belangrijkste eiland op het gebied der
boomkweekerij is Zuidbeveland, waar er ruim
75 H.A. voor in gebruik is, en v l in de ge
meenten Kapelïe 48 II.A., Kiumingen 10
11.A., Goes 6.80 H.A., 's-Heer-Arendskerke
4.80 H.A.
Van de gemeenten op de andere eilanden
dienen nog te worden genoemd Middelburg
met 10.50 H.A., Tholen met 7.62 II.A. en
IJzendijke met 4.66 H.A.
richt over hetgeen een Amsterdauische brief
schrijver in een Belgisch liberaal blad durft
bestaan.
Hij zond dit hoonend opstel
Er is echter nog iets. wat veel ont
stemming heeft verwekt. Er is te 's Graven-
hage een zendingskonferentie gehouden.
Nu ken ik en velen met mij geen misse
lijker menschen dan zij, die aan de „zen
ding" doen- Het is nu eenmaal een veel
voorkomende kwaal bij ons, dat men meent
een stoel in den hemel te verdienen, door
de arme zwartjes in ons Insulinde te
laten bekeeren en eenige stumperige zende
lingen voor dat doel uit te zenden. Het is
echter de zending, die gemaakt heeft, dat
de laatste jaren in Indië een beweging is
ontstaan, de zoogenaamde „Sarikat Islam",
die ten doel heeft het behoud van den
Islam te 'bevorderen. Die beweging zal
liet Nederlandsche gezag aldaar zeer veel
nadeel toebrengen, afgezien nog van de
onregelmatigheid, die gelegen is in liet
feit, een overwonneii volk een godsdienst
te willen opdringen. Die „Kerstening"
van Indië, door de klerikale Regeering
zoo fel gesteund, wordt thans door de
tegenwoordige Regeering gelukkig met
kracht tegengegaan. Doch het kwaad is
al geschied en woekert voort.
Het heeft onder deze omstandigheden
natuurlijk zeer onaangenaam aangedaan,
dat de koningin in een brief de zending
tot liet walgelijke toe in de hoogte stak
en zij duidelijk lieten blijken, hoe haar
meening is over de kerstening van Indië.
Blijkbaar werd daarbij vergeten, dat het
kiezerscorps zich bij de jongste verkiezin
gen zeer beslist tegen al dat zendingsge-
doe, dat niet anders is dan een geniepige
schijnheiligheid en waarbij maar zeer
weinig overtuiging is, heeft uitgesproken.
Wie zouden bij al deze misgrepen toch
wel de raadgevers der Kroon zijn
Het is meer gezien dat liberale persmannen
zich ten onzent matigen in hun oordeel maar
dan in buitenlandsche producten hun geest
vrij uiten.
Men denke aan hutgeen niet zoo lang gele
den de heer Elout over onze Koningin schreef.
Voor de kennis der geesten blijven derge
lijke uitingen en venwel merkwaardige proeven.
De Rotterdammer.
Schandelijk.
Verschillende onzer bladen bevatten een be-
De sociaal democraten hebben tegen de
oorlogsbegrooting gestemd. Met hun twaalven.
Een moedige daad, wanneer men nagaat
dat zij wisten met hun twaalven heelemaal
alleen te zullen staanImmers, de vrijzinnig-
democraten hadden verklaard, ditmaal voor
te zullen stemmen, en Rechts was men ook
voor, omdat het de begrooting van Minister
Colijn betrof.
De sociaal-democraten behoefden derhalve
niet weg te Ioopen als ten tijde toen Staal
gered moest worden, en ook niet voor te
stemmen. De indruk naar buiten als van roode
mannen van Jan Stavast blijft derhalve be
houden.
Een pleister voor de sociaal-democratische
jongens, die met de derde herhalingsoefening
opgescheept blijven, dank zij de afwezigheid
van drie sociaal democraten en de seem van
politieken voorzitter.
De voorzitterHet mag niet vergeten wor
den dat de unionisten Dolk, Roodhuyzen,
Goeman Borgesius, De Meester, Eland e.n
Jannink, met de vrijzinnig-democraten Bos en
Marchant in 1912 tegen de oorlogsbegrooting
van Colijn stemden, nu voor de oorlogsbe
grooting van dienzelfden Colijn gestemd heb
ben, onlang» dat zij nog een millioen hooger
was dan de voorafgaande.
Waarom die heeren toen tegen, en nu voor
stemden
Wel, doodeenvoudig! Toen zat Colijn achter
de Ministerstafelnu zit daar Bosboom.
inzending van advertentlSn vóór uren op den dag der uitgave.
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.