3=3 e c 1 Os jocl e Bericlite <S> 0 Uit Stad en Provincie. Kerk en School. Tsfcé <z^t^e^<c^ey fsc&c<u?^<ri5est/J. rC<cc<trCitf^*T<-cecds. iieeft hij daar een stuk grond van ongeveer 1 H.A. aangeboden voor een gebouw voor de universiteit tegen den prijs van £210,000. Maar er is veel verzet tegen den aankoop. Gelijk men weet geeft de hertog als reden van den verkoop van zijn grondbezit aan de belastingwetgeving van Lloyd George. Dat was ook de reden, waarom hij een paar jaar geleden zijn land Tavistock in Devon voor ruim 556,000 heeft verkocht. Daarop lag nagenoeg de geheele stad Tavistock, met dui zenden acres aan boerderijen in den omtrek. Een paar jaar tevoren had hij reeds zijn land Thorney in Cambridgeshire van de hand ge daan. Dat was nog vóór de bekende begroo ting van Lloyd George, die dus niet alle schuld draagt, als er van schuld sprake kan zijn. John Russell, de stichter van het adellijke huis, dankt zijn fortuin aan de gunst, waarin hij stond bij Hendrik VII. Toen de kloosters werden opgeheven kreeg Russell den grond, waar de abdij van Tavistock op stond, en de uitgestrekte landerijen die er bij hoorden. Dus ook al een fortuin, dat op kerkroof be rust. Men herinnert zich, hoe minister George een tijd geleden aan vele van de edelen, die de regeering nu wegens de wet tot scheiding van kerk en staat in Wales van kerkroof be schuldigen, vermaande eens te bedenken hoe zjj aan hun rijkdom waren gekomen. TER NEUZEN, 19 Dec. 1913. Mrs. Harrij Humphries in Zeeuwsch-Vlaanderen. Men meldt ons hieromtrent het volgende Dinsdagavond arriveerde alhier met de Pro vinciale boot Mrs Harrij Humphries in haar kranig sportcostuum, een bruin lederen rokje, stevige marschschoenen, stevige beenbeklee- ding, een regenjas met kap, op het oog uit gerust als een aviatrice. Een bruin hondje vergezelt haar. Deze jonge vrouw is gewoon dagelijks 60 a 70 K.M. te wandelen. Haar begeleider is even als zij een Amerikaan, is vrijmoedig doch erg beleefd en heet Sam Pearson, is redac teur van een sportblad, „the Polo Monthleij" te New-York. Het sportblad „Polo Monthlij" plaatste in 1911 een advertentie waarin gevraagd werd eene dame die genegen was in 4 jaar de wereld om te wandelen. Zoo zij slaagde kreeg zij een som van 10.000 dollar. Mrs Humphries meldde zich hiervoor aan. Als controle nu moet Mrs Humphries inde voornaamste plaatsen welke zij aandoet op haar reis, cinematografische opnamen laten maken, waarop zij zelf moet voorkomen. Naast ambtelijke verklaringen moet dit als bewijs dienen, dat zij de voorgeschreven reis werkelijk heeft gemaakt. De photos gaan geregeld naar het blad om de lezers trouw op de hoogte te houden van Mrs. Humphries wederwaardigheden. Haar controleur en raadsman is de genoemde heer Sam Pearson. Deze reist vooruit terwijl zij wandelt en zorgt voor een hotel. Daar Mrs Humphries in haar eigen kost moet voor zien, alhoewel dit haar later zal worden terug gegeven, tracht zij op verschillende plaatsen de films te vertoonen. Zoo ook was het plan Ter Neuzen in de gelegenheid te stellen deze kranige wandelaarster op haar reis die in Juli 1911 aanving te volgen, doch tot haar spijt was hiervoor althans niet vóór Vrijdag gelegenheid. Waarom Mrs Humphries na al hier te hebben overnacht haar reis voortzette. Zij vertrok van hier naar Gent. Onderweg n. 1. te Sluiskil vertoefde zij een poosje en gebruikte bij den heer Fermont een lunch, om vervolgens via Sas van Gent verder te wandelen. Als bijzonderheid zij nog vermeld, dat deze wereldreizigster gedurende haar geheele reis slechts twee costuums mag hebben. Twee jaar en drie maanden heeft zij met haar eerste costuum gedaan. In Dusseldorf heeft zij haar tweede costuum gekocht. Zij moet nog bezoeken België, Frankrijk, Spanje, Egypte, Indië, China, Japan en Amerika. Deze landen moet zij in een jaar en zeven maanden bezoeken om op tijd in New-York terug te keeren. Ten slotte zij nog medegedeeld dat Mrs. Harry Humphries en Mr. Pearson beiden hun avond hebben doorgebracht bij een particulier en door deze geprezen worden als zeer gezel lige en nette menschen, die naast hun moed om de wereld rond te reizen, ook een gezel- ligen huiselijken aard bezitten. Met ingang van 16 December 1.1. is ver plaatst de commies 2e klasse C. A. v. d. Briel van het postkantoor te Amsterdam naar hier en de commies H F. Huberts van hier naar Amsterdam. De aftredende heeren A. H. Donze en J. Vinke werden herkozen tot notabelen voor de Ned. Herv. Kerk. In de Woensdag j.l. gehouden algemeene vergadering van de Coopiratieve Boerenleen bank te Ter Neuzen voor die gemeente en de gemeenten Axel, Hoek en Zaamslag is de rente voor ingelegde gelden van af 1 Januari 1914 op 3V3 gesteld. Steeds wordt meer gebruik van de Bank gemaakt. Het ledental is gestegen tot 51. Ook zijn reeds gelden ingelogd in de spaar bank door niet leden van de boerenleen bank. Hoek. Dezer dagen is door het slippen der wielen de auto van Gebr. Kaan omgeslagen en gedeeltelijk vernield. De inzittende heeren en de chauffeur kwamen met den schrik vrij. Spui. Tot onderwijzer aan de Chr. school alhier is benoemd de heer H. BurgraaFvan Wilnis. Te Groede wordt, naar aan de N. R. C. gemeld wordt, sedert Zondagavond een jonge- ling, zekere J. van P., vermist. Daar men geen vermoedens heeft, waarom hij het ouder lijk huis heeft verlaten, vreest men dat hem een ongeluk is overkomen. Nabij de Pont-Avence onder de gemeente Ijzendijke heeft men in een sloot langs den publieken weg dood gevonden zekere J. M. Vermoedelijk was hij den vorigen avond daarin geloopen en zoo om het leven gekomen. (M. C.) Te Vlissingen is opgericht een afd. van den Gereformeerden Bond tot verdediging en verbreiding van de waarheid van de Nederd. Herv. kerk. Geref. Kerken. Beroepen: te Werkendam (B.)J. Boeijinga te Arnemuidente Oosterend (Fr.)A. M. Boeijinga, theol. docts. te Arnemuiden te Nieuw-Lieusen J. E. Westerhuis te Grams- bergen te Kommerzijl (Gr.) en te Ouddorp J. Waterink, cand. te Schoonoord. Aangenomen naar Oudewater door J. C. C. Voigt te Ouderkerk a. d. IJsel. Ned. Herv. Kerk. Drietalte Gouda (vac. dr. ten Bosch) W. Cannegieter Dzn. te Drumpt, B. Nieuw- burg to Winkel en F. II. G. van Iterson te Wirdum. Beroepen: te Zegveld (bij Woerden): H.A. Heijer te Renkum. Bedankt: voor Sapgemeer door IJ. B. Kalma te Bergum (Fr.) Chr. Geref. Kerk. Beroepen te Steenwijk A. H. Hilbers te Drachten. Gemeenteraad van Ter Neuzen. Van Mout en's R@NA Cacao Zitting van Donderdag 18 December 1913. Voorzitter de heer J. Huizinga, burgemeester. Voorts aanwezig alle leden, behalve de heeren Wieland en R. Scheele. Na opening der vergadering deelt de Voorzitter mede, dat de notulen der vorige vergadering nog niet gereed zijn en stelt voor de goedkeuring daarvan aan te houden tot de volgende vergadering, wat aldus besloten wordt. 2. Ingekomen stukken. a. Missive van Ged. Staten, waarin zij meedeelen dat door haar voorziening is gevraagd tegen het besluit van den Raad van 13 Nov. tot onbewoon baarverklaring van de woning, gelegen aan de Noordstraat L no. 96. Het plaatsen van een ken- teeken moet dus voorloopig achterwege blijven. b. Idem van Ged- Staten, berichtende goed keuring van het 2e suppletoir kohier hoofdelijken omslag. c. Idem van Ged. Staten, berichtende goedkeu ring van het raadsbesluit betreffende de geldleening van f 10,000. d Idem van Ged. Staten, berichtende goedkeu ring van het raadsbesluit, betreffende de geldleening van f 1200 ten dienste van verbetering van School lokalen. De Voorzitter merkt hierbij op, dat volgens de uitwijzing der aanbesteding met f 800 kan volstaan worden. Alles voor kennisgeving aangenomen. e. Idem van Ged. Staten, waarbij zij vragen of de Raad geen bezwaar heeft tegen het besluit van den Raad van Axel nl. om de jaarlijksche veemarkt van April en Sept. met ingang van 1914 af te schaffen. Z. h. s. wordt besloten het besluit goed te keuren. f. Idem van Ged. Staten, berichtende dat Stroo voor hoofdelijke omslag aangeslagen wordt in de 7e klasse. Voor kennisgeving aangenomen. g Brief van den gemeonte-ontvanger van den volgenden inhoud Vertrouwende dat Uw college het een onderge schikt ambtenaar niet euvel zal duiden, als hij eene z. i. onrechtmatige beschuldiging tracht ïte weer leggen, neem ik naar aanleiding der uitlating, blij kens het officieel raadsverslag in de jongste raads vergadering gedaan door den heer Jac. de Bruijne, dat ik tegenover heeren Burgemeester en Wethouders zeer onbeleefd zou zijn geweestin de toezending van mijn brief dd. 18 November jl., de vrijheid U beleefd te verzoeken inzage te willen nemen van de ge heele correspondentie, die er tusschen genoemd college en mij is gewisseld. Ik meen, zoolang ik de functie van gemeente ontvanger bekleed, in die betrekking nimmer eenige aanleidtng te hebben gegeven om mij van onbe leefdheid te kunnen betichten; zelfs is nooit de gedachte bij mij opgekomen, om de grenzen dei- bescheidenheid. waarbinnen een ondergeschikt amb tenaar zich bewegen moet, ook maar in de minste mate te overschrijden. Aan Uw college zal bij welwillende inzage der gevoerde briefwisseling blijken, dat de kwestie, waar het om ging, ook mijnerzijds zuiver zakelijk is behandeld en dat Heeren burgemeester en wethou ders geen enkel woord van afkeuring hebben gespro ken over den inhoud, den* toon en den vorm mijner brieven. De Voorzitter stelt voor deze brief voor kennis geving aan te nemen en deelt mede dat de leden ten allen tijde inzage kunnen nemen van de stukken die over en weer zijn gevoerd tusschen hem en B. en W. h. Schrijven van Th. Fermont, secretaris van de bunrtvereeniging „Eensgezindheid" te Sluiskil, waarin deze vraagt een lokaal der openbare school voor het houden van hare vergaderingen. Wordt, na een opmerking om het af te handelen, teruggezonden naar Burg. en Weth. i. Adres van Dr. W. Middelberg, leeraar aan de H. B. S. alhier, waarbij hij te kennen geeft, dat hij naar deze plaats solliciteerde na kennis genomen te hebben van de salarisverordening, waarin o. a. de volgende bepaling voorkomtdat voor een leeraar in het bezit van een doctorstitel voor de toepassing dezer verordening het aantal dienstjaren met 4 wordt verhoogd dat voor een leeraar die 1820 lesuren te geven heeft, het aanvangssalaris is vastgesteld op f 1800 en bij 4 dienstjaren op f 1950. Adressant meende dat zijn salaris zou zijn ge durende het le jaar f 1950. Hij was dan ook te leurgesteld bij de eerste betaling dat ter secretarie de verordening anders wordt uitgelegd, daar zijn salaris berekend werd op f 1800, en verzoekt ten slotte dat de Raad bepaalt zijn salaris te rekenen op f1950. Op voorstel van B. en W. wordt dit adres ge zonden naar dat college en tevens naar de com missie van toezicht. f. Adres van W. Estor, mijningenieur en leeraar aan de H. B. S., berichtende dat hij sinds 27 Aug. 1913 in Ter Neuzen verblijvende, ondanks gedane moeite tot heden niet is geslaagd in genoemde gemeente een behoorlijke woning of geschikte kamers te verkrijgendat hij daaruit meent te mogen afleiden dat zoodanige woning of zulke kamers binnen deze gemeente niet te verkrijgen zullen zijn dat daarmede de overwegende moeilijk heid is gebleken te voldoen aan de verplichting binnen de gemeente te wonen dat op deze wijze de genoemde verplichting hem ernstig schaadt in zijn persoonlijke belangen zonder de gemeentelijke belangen te batendat hij daarom verzoekt ont heven te worden van die verplichting en inmiddels zooveel doenlijk zal blijven trachten zich van woning of huisvesting binnen de gemeente te verzekeren. De Voorzitter deelt mede, dat Burg. en Weth. geen vrijheid hadden in deze zaak gunstig te ad- viseeren. De heer Lensen, wijzende op het feit dat o. a. officieren en rijksambtenaren met een gelijk of soms nog minder salaris, wèl slagen in het ver krijgen van woningen, kan niet inzien dat de Raad zou moeten afwijken van de verplichting vastgelegd in het besluit destijds genomen. Hij acht het niet wenschelijk hiervoor de deur wijd open te zetten, want spoedig zouden er meerderen volgen en zou daarom afwijzend op het adres willen beschikken. De heer Dees is van dezelfde meening en merkt nog op dat de salarissen indertijd zoo zijn geregeld dat zij verband hielden met de bezwaren die be stonden. Na eerst het adres voor kennisgeving aangeno men te hebben wordt daarna het voorstel— Lensen tot afwijzende beschikking z. h. s. aangenomen. 1c. Schrijven van W. Wieberdink,* hoofd der Mulo-school, waarin hij bericht dat het hem aan genaam zou zijn indien de Raad er toe kon be sluiten aan hem in stede van een vergoeding voor 't gemis |van een ambtswoning ad f 300, 't uitzicht te openen op den aanbouw van zulk een woning waarbij 't huis bewoond door zijn collega den heer I. de Groot als model zon kunnen dienen. Kon dit worden toegestaan dan zou 't voor hem ge- wenscht zijn met 1 Oct. 1914 die nieuwe woning te betrekken. De Voorzitter stelt voor dit in handen van burge meester en weth. te stellen om bericht en raad. De heer Waalkes zou het willen afhandelen, doch na eene opmerking van den Voorzitter wordt hiervan afgezien, waarna het voorstel om bericht wordt aangenomen. 1. Missive van Ged. Staten waarbij zij berichten ontvangen te hebben een adres van burgemeester en secretaris waarbij zij verhooging van salaris vragen. Burgemeester en secretaris verlaten thans de vergadering. De heer Visser neemt het presideum over en de heer de Vos fungeert als secretaris. Het adres is van den volgenden inhoud Geven te kennen, J. Huizinga, burgemeester en L. Wabeke, secretaris: dat hunne jaarwedden bij besluit van Uw College zijn vastgesteld op f 1700dat voor de toepassing van Uw besluit opgenomen in Prov. blad no. 9 van 1908 deze gemeente in de 8ste klasse valt dat Ter Neuzen op I Jan. j.l. meer dan 9200 in woners teldedat de jaarwedden van hunne ambt- genooten in de gemeenten Goes en Zierikzee be langrijk hooger zijn, terwijl die gemeenten veel minder zielen tellen dan Ter Neuzendat naar hunne bescheiden meening hun diensten tegenover de gemeenten niet minder belangrijk zijn en niet minder arbeid vragen, dan de diensten van het hoofd van de alhier gevestigde mulo-school, wiens jaarwedde f2000 bedraagt, benevens f300 vergoe ding voor het gemis van het genot van vrije woning; dat volgens de met 1 Jan. 1914 inwerking tredende regeling van de jaarwedden van burge meesters en secretarissen in Noord-Holland hunne ambtgenooten in Bloemendaal [met 8249 inwoners] en Watergraafsmeer [8246 zielen] een jaarwedde willen genieten van f2300 én f2200; dat uit die regeling is af te leiden dat de burgemeester en secretaris eener gemeente met ruim 10000 zielen en gelegen in die provincie achtereenvolgens f 2500 en f 2400 aan jaarwedde zullen ontvangen. Redenen waarom zij verzoeken hun jaarwedde te herzien. In verband met de missive van Ged. Staten brengen wethouders het volgende onder de aan dacht Bij besluit van Ged. Staten is als regel aange nomen dat de jaarwedden van burgemeester en secretaris in gemeenten van meer dan 6500 zielen en niet meer dan f 10000 zullen varieeren tusschen f1500 en f2000. Uit deze regel meenen wij te mogen afleiden dat het de bedoeling is voor elk veelvoud van 700 inwoners boven de 6500 de jaarwedden van den burgemeester en secretaris f 100 boven het minimum van f1500 te doen zijn. Met terzijdestelling van de in het adres aange geven motieven stellen zij voor Ged. Staten in over weging te geven de jaarwedde van den burge meester en secretaris vast te stellen op f 2000 opdat zij in overeenstemming zou zijn met de door Ged. Staten vastgestelde algemeene regeling. De heer Visser deelt mede dat naar aanleiding van de in Zeeland geldende regel nl. dat voor ge meenten van meer dan 6500 en niet meer dan 10000 zielen het salaris varieert tusschen 1500 en 2000 gulden, de weth. aan Ged. Staten voorstellen het salaris te brengen op f 1900. De heer Dees merkt op dat uit het bezoek aan den Commissaris der Koningin gebleken is, dat wanneer de Raad er niet mocht op ingaan, Ged. Staten toch wel het salaris aldus zal vaststellen. De heer Lensen, bedenkende dat de Raad nog maar pas een besluit genomen heeft, betreffende de pensioenregeling voor gemeente-ambtenaren, waarbij zij een niet onbelangrijk bedrag voteert en waarin ook begrepen zijn burgemeester en secre taris, vindt geen vrijheid, al is het ook dat we daartoe van Ged. Staten kunnen gedwongen worden, zijn stem te geven aan het adres. De heer de Jager is van 't zelfde gevoelen. De heer D. Scheele vraagt of het niet wenschelijk is, dit adres te verschuiven tot de volgende be grooting. De heer Lensen zegt dat het bij hem geen kwestie is van korter of langer tijd. Wanneer we dit toestaan dan komen weldra anderen ook, en daar we met de pensioenregeling blijken hebben gegeven van niet karig te zijn, daar zou spr. thans niet verder willen gaan. Met het oog hierop is spr. er tegen. De heer D. Scheele is er wel voor te vinden, om indien later blijkt dat de financiën het toelaten eenige verhooging te geven, zulks te doen, doch thans wil spr. er nog niet op ingaan. De heer de Bruijne beaamt dit en hij vindt het verzoek eenigszins teleurstellend, daar nu reeds om salarisverhooging wordt gevraagd. Ook de heer Moggré verklaart zich in dezen geest. De heer Visser legt er den nadruk op dat we niets meer wenschen te geven dan Ged. Staten, dit nl. in verband met de pensioenbijdrage. De heer Lensen zegt dat we niet verplicht waren de pensioenregeling zoo gunstig te maken want sommige gemeenten hebben geweigerd aan den wensch van Gedep. Staten te voordoen. De heer Visser merkt nog op dat dus met het oog op de gunstige pensioenregeling geen enkele verhooging als 't ware zou kunnen plaats vinden. De heer Lensen brengt nog in t midden, dat regel is dat ambtenaren, wanneer zij eenige jaren ln de gemeente werkzaam zijn, eerst dan verhooging vragen en dat kan men hier niet zeggen. De heer Visser, doelende op de in de discussie gebrachte meening dat kleine ambtenaren ook zullen komen, geeft te kennen dat als de verhooging billijk wordt geacht, deze daarvoor evengoed als burgemeester en secretaris in aanmerking zullen komen. De heer Donze is van meening dat wanneer we toch door Ged. Staten gedwongen kunnen worden, we de eer aan ons zeiven moeten houden en toe geven. De heer Visser verdedigt het voorstel als zijnde z. i. een billijke verhooging. De heer D. Scheele is van meening, dat wanneer adressanten verhooging vragen in verband met hunne bijdragen voor pensioen dat toch niet onbe langrijk is, het ook billijk is om alle ambtenaren te verhoogen. Het voorstel der wethouders om het salaris te brengen op f 1900 wordt verworpen met 47 stemmen. Tegen stemmen de heeren Scheele, Moggré, De Jager, Waalkes, Lensen, de Feijter en de Bruijne. Het voorstel Lensen—de Jager om aan Ged. Staten te berichten dat de Raad geen termen vindt het verzoek in te willigen met het oog op de pensioenregeling, wordt daarna aangenomen met 6—5 stemmen. Tegen de heeren Donze, Eijke, Scheele, Dees en Visser. 3. Vaststelling voorwaarden voor uitgifte van grond in erfpacht. Vooraleer over te gaan tot artikelsgewijze be handeling dier voorwaarden worden algemeene be schouwingen gehouden, waarbij door de commissie bestaande uit de heeren Lensen, de Jager en Waal kes, een en ander nader wordt toegelicht. Bij de behandeling der verschillende artikels wordt door de commissie nu en dan het woord gevraagd, teneinde opheldering te vragen, waarop door voorzitter en secretaris breedvoerige inlichtin gen worden gegeven, welke van dien aard zijn, dat men tot overeenstemming kwam. De heer Lensen wenschte nog aan het slot nog een paar artikels toe te voegen. Omtrent den prijs van den canon voor de ver schillende wijken zou hedenmiddag in commissio- rale vergadering een beslissing genomen worden en daarna in heropende zitting bekend maken en de voorwaarden in zijn geheel vaststellen. Thans komt aan de orde het voorstel van de heeren Moggré e.a. tot wijziging van de vastge stelde verordening op de leges ter secretarie. De heeren Moggré, de Jager, van Borssum Waalkes en D. Scheele stellen voor, naar aanlei-

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1913 | | pagina 2