versterkend smakelijk goedkoop VAM ±YI Eeola aao. e Berichte xx. Korte Berichten. Uit Stad en Provincie. Kerk en School. geering van El/as Lotharingen in gebreke gebleven is, zich met de bevolking eens van zin te verklaren. In elk geval verwacht zij een tusschenkomst van den Keizer, den Bondsraad en den Rijksdag, opdat onverwijld de ernstig verstoorde rust hersteld en aan ieder eerbied voor de wet ingeprent wordt." Een orkaan. Men schrijft uit Kristiania, d.d. 1 dezer aan de N. R. C. Een orkaanachtige Zuidwesterstorm heeft al sedert Vrijdag over heel Noorwegen ge woed de westkust heeft het het meest moeten ontgelden. Uit Drontheim wordt gemeld, dat de storm daar gepaard ging met een spring vloed gelijk die er bij menschengeheugenis niet is geweest." De telefoonlijnen werden voor het grootste gedeelte vernield en de spoorwegverbindingen met het noordelijkste station Stenkjar en met Zweden zijn ver broken. Op verschillende plaatsen werd de spoorweg met stukken van 100 meter wegge slagen, waarbij de spoorwegstaven in de lucht bleven hangen. Er hebben ook tal van grond verschuivingen plaats gehad. Als een voor beeld met welk een geweld de zee optrad kan gelden dat een zes meter breede steenen dam weggespoeld \Verd. Het zal nog ver scheiden dagen duren voor het spoorwegver keer hersteld is. In het Drontheimsche district werden verscheidene huizen vernield en groote schade werd in de visschers-logieshuizen langs de kust aangebracht. Voor sommigen kwam er een gelukje bij het ongeluk in Nordbuen in het Uortheim- sche, spoelde de zee een massa levende visch aan landkabeljauw, schelvisch en ander zeebanket, zoodat de bevolking dadelijk aan het oogsten ging en zich haastte de visch in te zouten, zoodat nu zoowel de visch als de mensch voor den winter geborgen zijn. In Noordelijk Noorwegen, in Finmarken en Tromsö heeft men van den storm gelust maar gelukkig heeft men tot heden nog niet van ongelukken ter zee gehoord. Ook uit Kristiansund, Bergen en Haugesund komen berichten over den geweldigen orkaan. In Kristiansund werden huizen omvergewor pen, het water sloeg over de kaden en de pakhuizen liepen onder. In Bergen had men het verlies van 5 menschenlevens te betreuren die zich aan boord van de Amerikaansche boot wilden begeven, terwijl de storm op zijn hevigst in de haven woedde. Ook Zuidelijk Noorwegen heeft zijn cijns aan den storm moeten betalen, terwijl wij in Kristiania ge lukkig slechts met het staartje van den orkaan kennis maakten, die alleen maar wat dak pannen en schoorsteenen naar beneden deed tuimelen. TER NEUZEN, 5 Dec. 1913. Dat het 4 December zulk weer was, als het gisteravond geweest is, kunnen zich niet velen herinneren. Het onweerde en de bliksem was hevig, terwijl er hagelsteenen vielen. Dan weder hevige regenbuien gepaard met storm. Van ongelukken in onze omgeving hoorden we gelukkig niet. Woensdagavond zijn we verstoken ge bleven van de laatste postbestelling, zoodat we onze provinciale avondbladen niet ont vingen. Erger was het echter voor de passa giers, die in Vlissingen konden blijven over nachten, omdat de boot vertrokken was. De trein van half zes ure was U/a uur te laat binnengekomen. Nabij Rilland-Bath lag er een laadvlieg, d.i. een voorwerp om vaten uit de wagons te laden, tusschen de rails. Hier mede kwam de machine in aanraking, zoodat de stukken er uit verwijderd moesten worden. Hierdoor hadden de goederen-treinen nog meerdere vertraging. Axel. J. D., huisvrouw van J. J. alhier, die door de rechtbank te Middelburg was ver oordeeld tot 14 dagen gevangenisstraf, wegens diefstal van geld ten nadeele van een visch- winkelierster, werd door het Gerechtshof vrijgesproken. Sluis. Het gerechtshof te 'sGravenhage heeft de uitspraak in de zaak tegen M. alhier, thans gedetineerd te 's Gravenhage, beklaagd van den moord op Harmen van de Pol te West Sayville acht dagen uitgesteld. Geref. Kerken. Viertal te Rotterdam (vac. wijlen Ds. Veder) Dr. Aalders te Ermelo, Dr. Dijk te Rijswijk, S. Huismans te Anjum, J. J, Miederna te Groningen. Tweetal te Rotterdam Dr. Dijk te Rijswijk, J. J. Miedema te Groningen. Tweetal te VoorthuizenS. Doornbos te Doetinchem en dr. J. Geelkerken te Epe. Tweetal te Duurswoude W. Faber, cand. Groningen en D. Prins te Oudega (Small.) Beroepen: te Duurswoude: W. Faber, cand. te Groningen te Randwijk-Heteren W. Mul der te Ede. Ds. G. Klumper, predikant der Chr. Geref. kerk te 's Gravemoer, heeft op verzoek van zijn gemeente, zijn emeritaatsaanvrage terug genomen. Wijlen de heer Luimes, te Silvolde over leden, heeft aan de Weesinrichting te Neer bosch f 10,000 vermaakt, geheel vrij. Gemeenteraad van Ter Neuzen. Zitting van Donderdag 4 Dec. 1913. Aanwezig de heeren Visser, Moggré, de Jager, R. Scheele, de Bruijne, Donze, Eijke, D. Sclreele en later ook de heeren Lensen, de Feijter en Van Borssum Waalkes. Afwezig de heeren Wieland en Dees. De heer Visser deelt mede, dat de Burgemeester even afwezig is en opent mitsdien de vergadering. De notulen der vorige vergadering worden vast gesteld, waarna de heer Visser voorstelt het laatste punt der agenda, vaststelling 2e suppletoir kohier hoofdelijken omslag voor 1913, eerst te behandelen en daartoe de vergadering te schorsen, wat ge schiedt Na heropening der vergadering deelt de Voor zitter, de heer Huizjnga, burgemeester, die intus- schen ter vergadering is gekomen, mede, dat liet 2e suppletoir kohier H. O. is vastgesteld. 2. Ingekomen stukken. a. Een schrijven van J. Adriaansen te Lams" waarde, welke gevraagd heeft om het vergader" lokaal bij school C, berichtende dat hij te Axe1 gratis een lokaal kan krijgen met vrij vuur en licht" en zal mitsdien geen gebruik maken van de ver gunning onder de zeer bezwarende voorwaarden, zooals de vorige vergadering is besloten. Voor kennisgeving aangenomen. b. Schrijven van de heeren Van Easselt en Le Nobel, berichtende dat zij hunne herbenoeming als leden der Commissie voor lager en middelbaar onderwijs aannemen. Aangenomen voor kennisgeving. c. Missive van Ged. Staten, berichtende goed keuring van het raadsbesluit, betreffende het aan gaan eener geldleening ad f 5000 tot dekking van uitgaven ten behoeve van de stichting en inrichting van een H. B. S. met school voor m. u. 1. o. Even eens aangenomen voor kennisgeving. d. Missive van Ged. Staten, berichtende dat zij bezwaar maken om de voorgestelde wijziging in de begrooting voor 1913 goed te keuren. Dit be treft het aangaan van een leening van nog f 5000. De Voorzitter zegt dat hierop straks kan terug gekomen worden. e. Schrijven van J. A. Klaassen, gemeente ontvanger, van den volgenden inhoud Tot mijn leedwezen is uw schrijven dd. 4 dezer, wat de eerste alinea betreft, slechts een herhaling van hetgeen mij bij brief dd. 19 September jl. werd medegedeeld. De bevreemding, waarvan de 2e alinea gewaagt, baart mij verwondering, aangezien ik meen te mogen onderstellen, dat u bekend is, dat ik de hulp van Koene, zoo nu en dan niet alleen moest missen, maar dat. hij bovendien herhaalde malen, wanneer hij te mijnen kantore was, met werk voor de secretarie werd belast. Voor zooveel mijn schrijven dd. 4 dezer aan duidelijkheid iets te wenschen mocht overlaten, wil ik gaarne nader omschreven herhalen, dat ik de hulp van den tijde lijke assistentie ter gemeente-secretarie, in casu de heer Koene, niet meer verlang op de wijze, waarop ze mij tot nog toe werd verleend. De Voorzitter deelt mede dat B. en W. voor stellen dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen, daar de heer Koene thans geplaatst is ter seci etarie. De heer de Jager constateert uit het schrijven dat er misverstand geweest is. De Voorzitter deelt mede, dat door de ziekte van den ambtenaar Tolhoek een nieuwe kracht noodig was, waarom gevraagd is om de heer Koene op de secretarie te plaatsen. Daar die ziekte van langdurigen aard was heeft de ontvanger destijds gevraagd om de hulp van Koene, daar hij deze voor zijn werk noodig had. Daar echter zijn hulp ter secretarie noodig was, en veronderstellende, dat de ontvanger als zoodanig wel kon klaar komen, is daaraan geen gevolg gegeven. Nu echter de vacature vervuld is, is de heer Koene naar den ontvanger geweest om zijn hulp aan te bieden, doch deze deelde mede, dat hij hem niet meer noodig had. En daarover nu is door B en W. en de ontvanger gecorrespondeerd. De heer de Jager vraagt of het de bedoeling was dat dhr. Koene dan weer dienst zou doen bij den ontvanger van 9—1 uur. De Voorzitter antwoordt toestemmend en wat nu betreft de werkzaamheden der secretarie die Koene moest verrichten bij den ontvanger, Spr. meent te weten dat dit in den laatsten tijd zeer sporadisch was. Vroeger gebeurde dat wel toen de notulen overgeschreven moesten worden, doch dit gebeurt sinds lang niet meer. De heer de Bruijne merkt op, dat het schrijven van den gemeente-ontvanger, als ondergeschikt ambtenaar, toch wel wat onbeleefd is, al is het ook dat er een misverstand in 't spel is. De heer Donze vraagt of het ook mogelijk is, om alle moeilijkheden met den ontvanger weg te ruimen, zijn tractement zoodanig te verhoogen, dat hij zelf voor hulp kan zorgen. De Voorzitter geeft in overweging dit punt te laten rusten tot het volgend jaar, wanneer salaris regeling ontvanger aan de behandeling komt. f. Schrijven van den heer Godée Molsbergen welke als volgt luidt Ondergeteekende heeft de eer de ontvangst te erkennen van uw geacht schrijven van 18 Nov., waaruit blijkt dat de Raad evenals bij de aanstel ling van een amanuensis-concierge niet Iet op de goede voorstellen van het college, maar een poli tiek volgt die de belangen van de II. B. S. nu reeds schaadt en zal blijven schaden om het prestige der II. B. S. naar buiten niet meer af breuk te doen dan nu reeds geschiedt door de uitingen van sommige raadsleden, zal ik er mij voorloopig toe bepalen aan uw college historisch uiteen te zetten, dat, welke uitlegging in geheime zitting moge zijn gegeven en die mij onbekend is daar ik de bespreking niet hoorde, de Raad geen misverstand kan voorwenden. le. wegens benoeming tot lector te Amsterdam diende ik 30 Aug. 1913 verzoek in em eervol ont slag tegen 1 Nov. 2e. Vooraf had de heer Inspecteur den wensch te kennen gegeven dat ik Deide ambten te Ter Neuzen en te Amsterdam zou waarnemen als bij uw Raad en de instellers van het lectoraat geen bezwaren bestonden. 3e. Die bezwaren bestonden van Amsterdamsche zijde en 1 Nov. werd mij aangeschreven als datum van indiensttreding. 4e- Om het aanstellen van een waarnemend di recteur overbodig te maken bood ik aan, mits de heer Inspecteur er zich mee kon vereenigen, tot 1 Dec. werkzaam te blijven indien hiervan geen publiciteit werd gegeven en op 1 Nov. mijn eervol ontslag zou ingaan, Tegen ontslag in geheime zitting had ik bezwaar. 5e. De Inspecteur schreef dat men moest trachten mij tot 1 Dec. te houden, daar, als ik op 1 Nov. ontslag ontving, ik na dien datum geen positie meer aan de school had. Be. De Inspecteur droeg mij voor voor eervol ontslag. 7e. Daar vermoedelijk niet voor 1 Dec. een docent in de Geschiedenis, Nederlandsch en Aardrijkskunde kon in dienst treden, achtte ik het in het belang van het onderwijs dat de lessen in deze 3 vakken zouden gegeven worden tot op het tijdstip dat de nieuwe titularis in functie zou treden, dus tot 1 Dec. 1913, waar men toen meende en volgens 5 moest dit voor 1 Nov. geschied zijn. De heer Drost, voorzitter der Commissie van Toezicht, zag ook geen andere regeling en keurde die goed. De heer Inspecteur vond het uitstekend, dat ik, zooveel mogelijk was, nog lessen zon geven om het verlies voor de leerlingen te voorkomen. 8e. Ik begon op het eind van September [20 of 21] met het maken van een extra lessenplan, wat ik, zooals ik ook mijn leerlingen meedeelde, zou wijzigen, als de Raad er geen sanctie op gaf. Klasse III zou daarbij 40 extra lessen hebben en Klasse IV 30. 9e. Mij was niets anders bekend of de Raad keurde dit plan goed en het stuk namens B. en W. laat aan duidelijkheid niets te wenschen over. 10e. De nieuw benoemde directeur schreef mij er zich over te verheugen dat het werk voor zjjn leervakken gedaan was tot 1 Dec. Met instem ming van alle deskundigen en machthebbende heb ik die lessen gegeven. Uit een raadsverslag in een dagblad blijkt, dat verschillende woordvoerders niet begrepen hebben, hoe de regeling kon plaats hebben zonder over lading der leerlingen. De heeren Middelberg en Temperman waren afwezig bij den aanvang. Daardoor kwamen 14 uur per week vrij in de 2 klassen samen. Juist 14 uren waren noodig voor Geschiedenis, Neder landsch en Aardrijkskunde en zoo kónden de uren der heeren Middelberg en Temperman gekozen worden voor deze 3 vakken extra-lessen. Het leerplan in zwarte en roode inkt gaf duidelijk aan hoe de regeling was. De heer Van Borssum Waalkes was soms den geheelen dag in het school gebouw, maar sprak ook niet in de directeurs kamer over de regeling. Elke klas had slechts 2 uur schooldag per week ]2 X 14 dus] buiten schooltijd. Wat had er anders kunnen gebeuren. Stel de Raad had in September zich verklaard tegen het geven der extra-lessen [tegen verminderd tarief nog wel], dan waren de leerlingen de dupe geweest. Nu kregen ze nederlandsch, geschiedenis en aard rijkskunde behandeld tot aan 1 Dec. In de maand Nov, zijd er 14 uur per week open van de lessen over Sept. van de heeren Temperman en Middelberg. In de maand Dec. zijn er 14 uur per week open voor de lessen van Oct. (iets minder daar de heer Middelberg half Oct. in functie trad.) In Januari en volgende maanden zal de nieuwe directeur extrawerk te doen hebben om de lessen in zijn vakken over Dec. in te halen. Elke andere regeling dan de mijne had schade gegeven voor de leerlingen. Geldelijk nadeel leidt de gemeente er niet door, wel had ze voordeel, daar mijn jaarwedde hooger was dan f 175 per maand. Ik twijfel niet of uw college zal gelegenheid vinden den Raad in dezen voor te lichten waardoor de raadsleden kunnen inzien, dat zooveel doenlijk was de belangen der H. B. S. door mij zijn behartigd. Het zij mij vergund te eindigen met mijn harte- lijken dank uit te spreken aan uw college voor de aangename, vlotte medewerking die ik steeds bij u mocht aantreffen waar het de belangen van de H. B. S, gold en voor de waardeering van mijn werk ten nutte der leerlingen. De Voorzitter zegt dat er van B. en W. geen nader voorstel is, doch dat zij meen en dat de bil lijkheid eischt dat er vergoeding gegeven zal worden. De heer D. Scheele meent uit het schrijven op te maken dat de regeling geschiedt is onder goed keuring van B. en VV. en Commissie van Toezicht dit is de vorige vergadering niet gezegd. De Voorzitter zegt dat B. en W. in de waan verkeerd hebben dat de heer Molsbergen ook nog zou overkomen om de lessen te geven, doch daar dit niet meer kon is die regeling getroffen. Het komt de heer de Jager voor dat de smet niet meer kleeft op den heer Molsbergen doch dat de grootste schuld ligt bij B. en W. daar deze geen formeele uitvoering gegeven hebben aan het besluit, al is het dat dit niet moedwillig is gebeurd. De Voorzitter zag liever de schuld op beide par tijen daar B. en W. niet anders konden handelen en was van meening dat de Raad zou goedkeuren haar handeling als te zijn in het belang van het onderwijs. De heer Lensen ziende hoe de zaak geloopen is en lettende op de manier waarop betaling moet geschieden zou gaarne de brief voor kennisgeving aangenomen zien. De heer de Jager is van meening dat er tegen over de Raad door B. en W. toch een fout is be gaan door het besluit niet uit te voeren zooals het was. Al is het waar dat zjj door hooger hand ge bonden waren, dan was de weg nog open geweest voor een spoedeischende vergadering. Wat betreft het voorstel van den heer Lensen, meent spr. dat dit een krasse maatregel is. Strikt genomen heeft de heer Molsbergen werk geleverd en daarvoor moet hij betaald worden. De heer Visser meent dat wat de secretaris toe lichtte en niet voor de pers was, dit wel voor de pers nl. dat er geen besluit als zoodanig was, doch de zaak meer behandeld is als een onder-onsje. Voorts vestigt spr. er de aandacht op dat er door de raadsleden te weinig gelet is op het onderwijs zelve en op de ouders. Stel dat de lessen niet gegeven waren, dan was dit in het nadeel der leerlingen geweestdit moet in de eerste plaats op den voorgrond komen, welke motieven ook bij B. en W. hebben voorgezeten. Wanneer de ouders betalen 'moeten wij zorgen dat zij ook les krijgen. Het voorstel-Lensen om de brief voor kennisgeving aan te nemen wordt aangenomen met 74 stem men. Tegen de heeren Eijke, Visser, de Jager en R. Scheele. g. Van H. Hartog is een reclame ingekomen tegen het schoolgeld, daar dit op een misverstand berust wordt besloten ze van de hand te wijzen. h. Schrijven van het Bestuur der Ned. Herv. Zondagsschool waarin zij te kennen geven dat zij geen gebruik wenschen te maken van het aange vraagde lokaal omdat de gestelde voorwaarden te bezwarend zijn. De heer de Jager komt op deze zaak terug en zou gaarne zien dat het besluit ingetrokken werd omdat destijds, toen de Landbouwcursus en de af- deeeling Ter Neuzen van de Ned. Geheelonthouders- bond, gratis gebruik werd verleend, de Raad zich op het standpunt plaatste, wanneer andere ver- eenigingen kwamen, deze ook zoo te behandelen. De heer Lensen licht zijne motieven van de vorige vergadering toe waarvan een ander stand punt dient ingenomen te worden, nl. omdat de vrees bestaat dat er tenslotte geen grens meer is aan het verleenen van .gratis-lokalen van gemeente wege. De Voorzitter gelooft dat we moeten blijven in de lijn zooals destijds aangegeven is, maar meent dat voor het verzoek der Zondagschool toch een principieele bezwaar bestaat. Het ligt toch niet op den weg der gemeente evangelisatie te gaan voeren, en dat zou zij eenigermate doen wanneer zij hare lokalen gratis verstrekte voor dat doel. Bovendien beschouwt spr. dat onderwijs ook niet alleen als evangeliesatie doch gelooft ook wel dat bij vele ouders de meening voorzit hun kinders een uurtje kwijt tï hebben. i. Brief van Ged. Staten waarin zij meedeelen dat tegen het teruggezonden concept-raadsbesluit tot vaststelling eener regeling voor de levering van genees- en verbandmiddelen vanwege de ge meente ten behoeve van armen bij haar geen verdere bezwaren bestaan. Hiermede is dus aan den heer Van Borssum Waalkes het recht toegekend als apotheker te kunnen blijven leveren aan de gemeente. adres van inwoners der le Kortestraat, be richtende dat het straatje door hen bewoond, niet verlicht is, waardoor er een volslagen duisternis heerscht dat er wel een licht geplaatst is op den hoek der Korte Dijkstraat, maar dat niet verder schijnt dan tot het le huis, waardoor de duisternis

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1913 | | pagina 2