Antirevolutionair
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
000!
Uit de Tweede Kamer.
Biimenlandscli Nieuws.
Buiteulaudsch Overzicht.
No. 1075
December 1913.
lle Jaargang.
Franco
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,—
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec-
uren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op Feestdagets,,
bij den Uitgever D. H. L1TT00IJ Az. te TER NEUZEN.
~v
Inzending van advertentlën vóór uren op den dag der uitgave
ADVERTENTIËN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE:
abonnementen en advertenties te bezorgen bij den uitgever.
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
V Een vriend, die feilen toont.
Maandag j.l. is de Tweede Kamer begonnen
aan het jaarlijkseh tournooide behandeling van
do Staatsbegrooting voor 1914.
De belangrijkste discussies worden gewoon
lijk gehouden bij hoofdstuk I (Algemeene be
schouwingen). Vooral wanneer, zooals nu,
pas de verkiezingen achter den rug zijn en
de Kamer voor een nieuwe wetgevende periode
staat, plegen deze beschouwingen interessant
te wezen.
De verschillende partijen hebben bi) deze
discussie gelegenheid, hunne beginselen ten
opzichte van staatsbeleid tegenover elkander
te zetten en, hetgeen bij de verkiezingen is
voorgevallen ter sprake te brengen.
Volgens de gewoonte neemt de partij, die
in de minderheid is, het eerst 't woord. Zoo
opende ditmaal de grijze staatsman De Sa-
vornin Dohman, afgevaardigde voor Goes, de
rij der sprekers.
Hij heeft in een lange rede heel wat dingen
gezegd, die voor de vrijzinnigheid alles be
halve aangenaam waren.
Dat in hoofdzaak de rede van den heer
Lobman ging over onzen schoolstrijd, ligt voor
de hand. Zoolang aan de Christen-ouders in
Nederland niet volledig recht is gedaan op
dit gebied, kan iemand als deze spreker, die
heel zijn leven streed voor vrijheid en recht,
over de schooiquestie niet zwijgen.
Is er nog iemand, die twijfelt aan het goed
recht van dien strijd voor het bijzonder on
derwijs
Mr. Lobman haalde in zijn rede een woord
aan van prof. Eerdmans, iemand die ook bij
de laatste verkiezingen op hoogen toon onzen
strijd voor Christelijk onderwijs heeft afge
keurd en de „neutrale" openbare school als
de eenig goede geprezen.
„Bij het debat vroeg een vrij-socialist
wat de onderwijzer der openbare school
wel moest antwoorden aan een kind van
materialistische ouders, wanneer het
vroeg wat God was. Prof. Eordmans ant
woordde Ja, ziet u, ik zou zeggen tegen
zoo'n kindwij hebben zooiets als een
Bijbel en zoo iets als een Evangelie. In
het Evangelie wordt van God gesproken.
Dat is een geest dien wij moeten dienen
naar geest en waarheid. Dat is zooiets
als een hoogere macht die wij boven ons
aannemen."
Als een professor in de godgeleerdheid,
vurig voorstander van de openbare school,
wil dat een dergelijk antwoord zal gegeven
worden op zulk een vraag, hoe kan het iemand
dan verbazen, dat onzerzijds niet gerust zal
worden, vóór er op schoolgebied volkomen
rechtsgelijkheid heerscht
Het spijt ons, dat onze beperkte ruimte ons
niet toelaat, de rede van dezen grijzen voor
vechter voor onze rechten in haar geheel op
te nemen.
Wie gelegenheid heeft ze in een der groote
bladen, of nog beter in de Handelingen der
Kamer te lezen, late het niet na.
Mr. De Savornin Lobman heeft door zijn
kloeke taal opnieuw ons volk ten zeerste aan
zich verplicht.
Zitting van Woensdag 3 December.
De algemeene beschouwingen over de
Staatsbegrooting worden voortgezet.
De heer T r o e 1 s t r a (S. D. A. P.) vervolgt
zijn Dinsdag afgebroken rede en geeft een
toelichting op enkele stellingen, welke hierop
neerkomen, dat de groei der S. D. A. P. het
voortbestaan van de antithese meer en meer
onmogelijk maakt, en dat die groei, waardoor
de S. D. A. P. voor de portefeuilie-quaestie
geplaatst is, een wijziging noodzakelijk zal
maken in ons parlementaire stelsel.
Spr. zegt o.a., dat de burgerlijke partijen
zich hebben af te vragen, of het mogelijk is
elkaar te blijven bekampen op den grondslag
van een idiologische antithese. Hij roert
enkele andere punten aan, als' monarchale
regeering, militaire quaestie en arbeiderscon
flicten in verband met een voorspelde verdere
was van den sociaal-democratischen vloed en
waarschuwt voor tegenkanting tegen het alge
meen kiesrecht.
Spr. is van oordeel, dat de S. D. A. I
beter kan samenwerken met een na uit den-
weg ruiming van de antithese ontstaand bur
gerlijk, democratisch centrum, dan met de
liberalen. Hij geeft aan, in welke richting
de politiek zich zal moeten bewegen.
De herstemmingseischcn der S. D. A. P.
worden dan besproken, daarna het algemeen
kiesrecht in verband met het huismanskies
recht en het vrouwenkiesrecht, en verder de
ouderdomsrente.
Spr. toetst de redenen van bestaan en de
taak van het kabinet aan den uitslag dei-
verkiezingen, waarbij hij den nadruk legt op
de uitspraak van de kiezers. Een zakenka
binet had z.i. niet aan kunnen blijven, maar
zou door concentratie en S. D. A. P. zijn
weggezonden. Het zittende kabinet acht spr.
liet meest levenskrachtige, dat bij de politieke
constellatie te verkrijgen was. Van links
heeft men z.i. altijd een extra-parlementair
kabinet gewenscht en voor de ev. weigering
van minister portefeuilles door dc sociaal
democraten gewaarschuwd.
Spr. bespreekt dan zijn standpunt in ver
band met de beslissing van liet Zwolsche
congres der S. D. A. P. en kritiseert verder
de houding en hot beleid van de concentratie,
waarbij hij o.a. de vraag van de homogeniteit
van een vrijzinnig-socialistisch kabinet ont
leedt.
In zaken van koningschap, politieke neu
traliteit van het onderwijs, militarisme en
arbeidersconflictcn ontbreekt tussclien soci
alisten en vrijzinnigen eenheid van regeerings-
beginsel. De homogeniteit in een gemengd
socialistisch-vrijzinnig kabinet zou dus hebben
ontbroken.
*5
Zitting van Donderdag 4 December.
De algemeene beschouwingen over de
staatsbegrooting worden hervat.
De heer De Meester (U.-L.) zet zijn
Woensdag afgebroken rede voort. Hij ver
dedigt de verkiezingsactie der vrijzinnigen eti
de verhouding tot de sociaal-democraten.
Spr. gelooft niet, dat het do .1 der rechterzijde
niet was vernietiging van de openbare school.
Hij wijst er op, dat de liberalen niet gestreden
hebben tegen liet paedagogisch inzicht van de
voorstanders der bijzondere school, doch dat
zij alleen beter toezicht hebben geëisclit, nu
de staat subsidieert.
Den strijd tegen liet tarief acht spr. vol
komen gerechtvaardigd.
Spr. komt dan tot het zgn. antipapisme, de
benoemingen, en de beweging voor de Her
vormde Kerk. Hij spreekt over de houding
van de sociaal-democraten tegenover de vrij
zinnigen en de wijze, waarop de crisis is op
gelost. Spr. deelt o.a. mede, dat de weigering
van de socialisten om deel uit te maken van
het ministerie de liberalen zeer heeft teleur
gesteld. Waarom, zoo vraagt hij, heeft de
heer Troelstra aan de Koningin de vorming
van een gemengd kabinet aanbevolen, indien
hij steeds een vrijzinnig extra-parlementair
kabinet heeft gewensclit, van welks komst
hij bovendien zoo zeker was.
Dat het zoo zeker was, dat algemeen kies
recht en staatspensioen op een ministerieel
program zouden komen, kan spr. dan ook niet
toegeven. Hij geeft aan, hoe de vrijzinnigen
hun verantwoordelijkheid.hebben gevoeld.
Spr.' bespreekt dan den aard van het kabinet
en zijn program-eischen Hij geeft het onder
scheid aan tusschen de vrijzinnige en de
socialistische politiek.
Ten aanzien van de evenredige vertegen
woordiging uit spr. het vertrouwen, dat de
regeering niet op het rapport der staatscom
missie zal wachten met haar grondwetsher
ziening, indien dat rapport niet binnen eenige
maanden verschijnt. Ook het vrouwenkiesrecht
roert hij daarbij aan.
Spr. acht^ evenmin als liet algemeen kies
recht het staatspensioen een socialistische
eisch. Hij vraagt, of de regeering met de
staatscommissie voor liet onderwijs beoogt
een onderzoek van het geheele onderwijs
vraagstuk, en of de regeering ev. vooistellen
van de commissie in wetten zal belichamen.
De heer De Geer (C.-H.) wil niet dadelijk
spreken, aangezien de tijdelijke voorzitter van
den ministerraad niet aanwezig is. Het komt
daarover tusschen hem en den voorzitter tot
een woordenwisseiing, als gevolg waarvan de
vergadering geschorst wordt.
Na hervatting van de vergadering uit het
zelfde Kamerlid de meening, dat het ministerie
de kenmerken draagt van een gewoon par
lementair kabinet. Spr. is echter tegen de
opvatting, dat een regöering de mandataris
zou zijn van partijen of van kiezers; zij moet
geen partijregeering zijn en haar voorstellen
moeten op zich zelf beoordeeld worden.
Spr. waarschuwt tegen een al te sterke
verhooging van liet successierecht in de rechte
lijn en zegt, dat de beoordeeling van de Grond
wetsherziening ten aanzien van liet kiesrecht
niet afhankelijk moet zijn van een wijziging
van art. 192.
Toch meent spr., dat liet onder bekwame
I leiding mogelijk zal zijn een formule voorliet
onderwijs in de Grondwet op te nemen, lot
een oplossing kan een staatscommissie z. i.
veel bijdragen.
De lieer D u y m a e r van Twist (A.-R.)
kristiseert de wijze, waarop de klerken aan
de departementen worden aangesteld en be
spreekt dan de homogeniteit van de concen
tratie-partijen.
Spreker kritiseert fel de verkiezingsprak-
tijken der vrijzinnigen in Zwolle, Ridderkerk
eii Steenwijkj om te concludeeren dat van
een liberale triumph geen sprake is geweest.
Eerste Kamer.
De Eerste kamer heeft gekozen tot rap
porteurs over de Iudische begrooting de heeren
Van den Berg, Laan, Bavinck, Fransen en
Drucker.
Z. K. H. Prins Hendrik, die Maandag
met H. M. de Koningin naar de residentie
gaat, zal den volgenden dag op liet Loo terug-
keeren, om deel te nemen aan verschillende
jachtpartijen in de omgeving.
In het rijksland.
Het incident te Dett weiier.
Een nader onderzoek aldus de N. R. C. zal
moeten uitmaken, welke van de twee lezingen,
die over het nieuwe incident te Dettweiler
in omloop zijn, juist is. De „ambtelijke" lezing
is natuurlijk die van luitenant Forstner en
zijn vaandrig (een hooger geplaatst officier
was niet bij den troep), de niet-ambtelijke
lezing die van de burgers, die van het voorval
getuigen zijn geweest. De luitenant beweert,
dat volwassen lieden hem beschimpt hebben,
de buTgers, dat een troepje kinderen den
soldaten een scheldwoord bobben nageroepen.
De kwestie van het mes in den zak van den
schoenmaker is ook nog niet opgehelderd.
Vast schijnt alleen te staan, dat de kreupele
schoenmaker zich tegen zijn inhechtenisneming
verzet heeft.
De correspondent van de Frankf. Ztg. te
Straatsburg meldt het volgende over het ge-
beurde te Dettweiler
Verschillende volkomen betrouwbare per
sonen berichten ons uit Dettweiler, dat de
bezoeken van het garnizoen van Zabern op
een tijd, dat de burgerij sliep, daar in den
laatsten tijd op zeer in het oogloopeude wijze
waren toegenomen en dat de soldaten steeds
luid plachten le zingen de burgemeester van
Dettweiler heeft hiernaar reeds een onderzoek
ingesteld. Ook Woensdagochtend trokken
weer, kort voor het werk in de schoenen
fabriek begon, de soldaten zingende door liet
dorp. Kinderen, die waarschijnlijk naar do
kerk gingen om er de klok te luiden, riepen
den soldaten een scheldwoord na, juist toen
een troep arbeiders tegen zevenen naar de
fabriek ging. Dadelijk werd jacht gemaakt
op alle menschen, die in de nabijhdld waren,
en allen ontkwamen, behalve de kreupele
schoenmaker Blank. De vaandrig Wiess en
luitenant v. Forstner vielen op dezen aan.
Blank verzette zich tegen zijn inhechtenis
neming cn kreeg van luitenant v. Forstner
een sabelhouw, zoodat hem het bloed over
het gezicht stroomde. Soldaten met de bajonet
op liet geweer brachten Blank, op zijn ver
langen, bij den burgemeester.
Het is voor de beoordeëling van het geval
van belang, dat burgemeester North in de
fabrieken bekend had laten maken, dat ieder
een, als hij in hechtenis genomen wei d, moest
verlangen, hem voor den burgemeester te
brengen.
In den lieelen omtrek van Zabern is men
overtuigd, dat de sotdatcn de burgers hebben
willen uittarten, en uit die overtuiging is ook
de kennisgeving van den burgemeester voort
gekomen. De burgemeester verhoorde eerst
in zijn door militairen afgezet bureau de twee
officieren, van wie de vaandrig verklaarde,
dat de arbeider Blank had gezegd„Hier
wird man ja niedergemetzelt(Hier wordt
jc waarachtig afgemaaktBlank^ ontkent
stellig dat hij iets gezegd heeft. Trouwens,
zulk een uitdrukking is in den Elzassischen
tongval lieelemaal niet gebruikelijk. (De amb
telijke lezing luidt, dat Blank zon gezegd heb
ben „Warte, Junge, gleich wirst du gemetzt,"
dus: Wacht maar jongen, je zult er dadelijk
aan gelooven.) Opmerkelijk is ook, dat de
vaandrig pas nadat de burgemeester hem daar
herhaaldelijk toe uitgenoogdigd had, tijdens
het verhoor zijn revolver in zijn zak stak.
Om 9 uur werd eindelijk de dokter geroepen,
die de wond uitwiesch en yerbondzij is
tamelijk diep, en ongeveer 5 c.M. diep, maar
niet gevaarlijk voor het leven. Spoedig daar
na kwam ook kolonel v. Reutter, die zeer
boos was, dat de burgemeester Blank had
laten gaan, en tegeu den burgemeester zeide
„So macht es eben des Zivil, es lasst die
Leute immer wieder laufen
De opgewondenheid te Dettweiler, dat on
geveer 8 K M. van Zabern ligt, is zooveel te
grooter, omdat de soldaten de burgers her
haaldelijk gesard hebben. De soldaten moeten
voorbijgangers dikwijls „Wackesl' hebben
toegeroepen. Ook hiernaar stelt de burge
meester een onderzoek in.
De vader van den gekwetsten Blank heeft
door den burgemeester tegen Forstner een
aanklacht laten indienen.
De burgemeesters van de middelbare steden
in Elzas-Lotharingen dus de gemeenten
tusschen de groote en kleine in hebben
in het gebouw van den Landdag te Straats
burg een vergadering gehouden. Zij betuig
den, naar aanleiding van de gebeurtenissen te
Zabern, hun sympathie met die gemeente en
haren burgemeester. Voorts namen zij een
motie aan, waarin zij de vrees uitspreken,
dat de houding van dc militaire overheid aan
het belang van den staat ernstig nadeel doet.
De vergadering verklaarde verder, dat de
garnizoens-commandant te Zabern een ernstige
inbreuk heeft gepleegd op de politie bevoegd-
lieid van den burgemeester, met schending
van 's lands wetten, en sprak ten slotte de
hoop uit, dat de aan alle burgemeesters
krachtens de benoemingsoorkonde in naam
des Keizers verzekerde bescherming bij dc
uitoefening van hun bevoegdheden door de
militaire overheid geëerbiedigd zou worden.
Ook heeft de vrijzinnige partij te Straats
burg een protest-bijeenkomst gehouden. Er
namen meer dan vierduizend menschen aan
deel. De motie, die hier aan is genomen,
luidt:
„De vergadering laakt met nadruk de wijze
waarop de voorvallen te Zabern totnutoe be
handeld zijn. Zij teekent verzet aan tegen
de steeds meer uitdagende houding van de
hooge militaire overheid, de schending van
de persoonlijke vrijheid en de ongehoorde in
breuk op de onschenbaarlieid van de wonine.
De vergadering betreurt liet dat de re-