HntirmlutiotiaH
nieuws* en JMuertcntieblad
Zeeland.
000?
Waarheid en Leugen.
FEUILLETON.
Langs eigen Spoor.
Uit de Pers.
Zaterdag 8 November 1913.
lle Jaargang.
No. 1067
Franco
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen. Ter Neuzen ƒ1,—.
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Posten ïec-
leuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op sestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTQOIJ Az. te Thk NEUZEN
Inzending van advertentiSn vóór uren op den dag der uitgave^
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE
redactie,' abonnementen en APVERTENTlfc, te bezorgen bij uen uit
ADVERTENTIËN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver-
entie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naat plaatsruimte berekend
UITGEVER.
ag
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
Onze Oost trekt in den laatsten tijd bijzonder
de aandacht op politiek terrein.
Geen wonder trouwens.
Elk jaar vloeien zeer vele millioenen - als
wij ons niet vergissen zelfs meer dan honderd
millioen gulden! in de zakken van Neder-,
landers, die door handel en nijverheid bij onze
schoone bezittingen belang hebben. Om niet
te spreken van de tallooze ambtenaren, die
in gindsche streken een rijk bestaan vinden.
Daarbij komt, dat de groote mogendheden
reeds sinds lang een begeerig oog hebben
geslagen op die eilandengroep en, als onder
linge naijver hen niet weerhield, allicht meer
dan eens een aanleiding zouden gezocht hebben,
om ons die begeerde bezitting afhandig te
maken.
Nu valt liet niet tegen te spreken, dat er
in den laatsten tijd eene verandering merk
baar is in de stemming van onze bruine
broeders, die al sinds driehonderd jaar gewend
waren, zich door ons te laten regeeren.
De geweldige toename van de macht van
Japan en het verdrijven der erfelijke dynastie
in China in 't kort de opleving van de Ooster-
sche volken in 't algemeen heeft niet nagelaten
ook in onze Oost zijn invloed uit te oefenen
Er zijn er onder de Javanen velen, die
dorsten naar kennis en beschaving en die liet
betreuren, dat hun stamgenooten zoo ver bi]
de Westerlingen ,ten achter staan.
Mannen wier doel bet is, hun volk op to
heffen en te doen deelen in de zegeningen
onzer Westersche beschaving.
Elk gevoelt, als de bevolking van een eiland,
dat een kleine 25 millioen inwoners telt, ont
waakt en zich van baar kracht bewust wordt,
de overheerschers wijs zullen doen, met dit
merkwaardig feit rekening te houden en op
hun hoede te zijn.
Als die overheerschers hun ioeping gevoelen
tegenover een volk, dat ons gedurende drie
eeuwen reeds zoo ontzaglijke voordeelen heeft
bezorgd, zullen ze het streven der inlandsche
bevolking naar verheffing te hulp komen en
aanmoedigen in plaats van te onderdi ukken.
Doch elk ziet ook gemakkelijk in als de
Javanen wakker worden en zich opwerken tot
ons peil van beschaving, dat het dan wel niet
meer zal gaan, om bijv. een karrevoerder een
lieelen dag te laten werken voorvijf
centen.
Dat dan de winsten van die Nederlanders,
die thans door hun suikerfabrieken, tabaks
plantages, enz. al slapende schatrijk worden,
38)
„Dat had ik al gedacht", was 't vriendelijk
antwoord. „Laat Frans liet zich maar zoo
gemakkelijk mogelijk maken", en onderhand
leidde ze hem met gulle hartelijkheid de ge
zellige woonkamer binnen, waar ook juist de
smid staande zich aan een warme kop koffie
verkwikte.
„Zet-je hier bij 't raam," raadde baas Harder.
„Veel is er hier wel niet te zien, maar toch
altijd mat. „Ofschoon bij dezen mist," en bij
bukte zich om beter naar buiten te kunnen
kijken,„'t wordt waarlijk nóg al donker
der," viel hij zich zelf in de rede, „je kunt
den overkant van de straat niet onderschei
den. Zóó mistig
Een hevig geratel van wielen en dreunend
lioefgestamp maakten op dit oogenblik zijn
woorden onverstaanbaar.
„Is dat nu rijden met zulk een mist, riep
juffrouw Harder, bezorgd, 't Is om onge
lukken
Een hevig roepen, een rauwe gil, 't steigeren
van paarden deed allen naar buiten ijlen.
terwijl de arme Javanen, die voor lien die
kolossale winsten verdienen, nauwelijks genoeg
te eten krijgen wel eens wat kleiner konden.
worden.
Het verwondert dus niemand, dat er zijn,
die de handelingen van den gouverneur-
generaal Idenburg met arendsblikken hebben
nagegaan vooral toen bleek, dat deze niet
genegen was, de macht van den sterken arm
te gebruiken om de Javanen in bun afhanke
lijke positie te honden. Toen hij meende, dat
het veeleer zijn roeping als Christen en regeer
der was, om de opkomende beweging in goede
banen te leiden en op die wijze er aan niede
te werken, onze bruine broeders op te heften.
Nu is liet voorts zou klaar als de dag, dat
zij, die in Nederland het beleid van den lie.ei
Idenburg met leede oogen aanzagen, hem niet
konden aanvallen over zijn houding tegenover
de Javanen mot te zeggenhij zocht hen op
te leiden tot beschaafde menschen en hen op
te heffen uit hun staat van slaafsche vernede
ring. Dan zou men bij dien aanval zelf liet
onderspit gedolven hebben.
Daarom werd liet anders aangelegd.
De gouverneur-generaal was een dweper,
die in godsdienstwaanzin zich geroepen achtte,
de Javanen, die meereudeels Mohammedanen
zijn, met geweld tot het Christendom te be-
keuren.
En nu had men wel niets tegen het Christen
dom en tegen de zending och, neen
maar men moest toch de menschen vrij laten.
Vooral de Staat moest zich op dit terrein
neutraal houden.
We behoeven dat niet verder uit te werken.
Ook in onze omgeving heeft men dezen
zomer kunnen genieten van de leuterpraatjes,
die over dit onderwerp gedebiteerd werden.
Nu is het hoogst jammer, dat ons volk zoo
weinig leest.
Zeker, er wordt heel wat lectuur verslonden:
nieuwtjes, rommannetjes, enz. vinden genoeg
cif trek
Docii lezen, om eens ernstig te onderzoeken,
of hetgeen zoogenaamde volksvoorlichters de
menigte wijs maken, nu ook werkelijk waar
is, doet men nog o, zoo weinig.
't Is nog altijd zoo, als in Johannes' dagen
de menschen 'hebben de duisternis liever ge
had dan het licht.
Doch op den duur is liet licht toch met
buiten te sluiten.
Ook niet op liet terrein, waarover we hot
hierboven hadden.
Hoe langer hoe meer komt aan den dag,
met welke zelfzuchtige bedoelingen men den
heer Idenburg en in hem het Christelijk re-
geeringsbeleid in onze Oost heeft belasterd.
In verband hiermede verheugt het ons zeer,
dat de schrijver in De Nederlander óp wiens
Juffrouw Harders profetie was vervuld vóór
zij ze had kunnen uitspreken.
Wat er had plaats gegrepen, was duidelijk
genoeg. Bleek en ontdaan van schrik duwde
de knecht, die van den wagen was gesprongen,
zijn woest steigerende paarden achteruit.
Midden op de straat, lag, bloedend uit een
groote, gapende wonde aan het achterhoofd,
een jonge man. bewegingloos
Van alle zijden snelden de menschen toe.
Men bukte zich naar den getroffene, men
riep in de verwarring elkaar toe, men vroeg;
niemand kende den ongelukkigede meest
bezonnenen liepen naar den dokter of hielpen
den knecht zijn paarden in bedwang te houden.
Baas Harder was iemand, die van door
tasten hield. „Voorzichtig mannen help mee
dragen." En hij vatte den gevallene aan.
Vele bereidwillige handen werdeu uitge
stoken.
„Waarheen?"
„In mijn huis maar, vooruit; ruimte daar.
Moeder, 'tis immers goed niet waar?"
Moeder Harder spoedde zich reeds naar
binnen, om toebereidselen te maken, den on
gelukkige te kunnen ontvangen.
„Ga dan toch wat op zij," maande de voort
varende smid. Spoedig droeg men den treu-
rigen last binnen.
Toen Kaatje een blik sloeg op het bloed-
stukken wij reeds vroeger wezen, aan ons
verzoek heeft voldaan en zijne artikelen in
brochure-vorm heeft uitgegeven.
Bij den heer Daamen verscheen deze week
Het 'beleid van den Gouverneur-Generaal Idenburg
aan de feiten getoetst, 108 blz. voor 40 cent.
Wij kunnen niet nalaten, met name onze
kiesvereenigingen op deze uitgave te wijzen.
Wat hier met bewijzen gestaafd wordt,
moet in onze kringen gelezen en besproken
worden.
Ons volk moet meten, wat men te denken
heeft van de koffiepraatjes o, ik heb niets
tegen do zending, maar ziet ge die rijst-
Christenen vind ik zoo huichelachtig 1
Laat men voor de enkele stuivers het boekje
koopen en met aandacht lezen. Dan zal men
zien, waar de schoen wringt bij de bedillaars
van den lieer Idenburg en van de Zending.
Gaarne stellen we ons beschikbaar om in den
loop van dezen winter in de kiesvereenigingen
van ons district dit onderwerp in te leiden
en zoo mogelijk voor een ieder duidelijk te
maken, waarom het in dezen gaat.
Wij mogen het niet lijdelijk aanzien, dat
de leugen op dit punt alleen het woord heeft.
Het artikel uit do N. II. C. dat we in ons
vorig nummer overnamen, heeft blijkbaar ook
bij anderen de aandacht getrokken.
Ziellier wat De Nederlander er over schrijft
Het verschil.
Waar liet „zwaartepunt" onzer politiek met
betrekking tot Indië thans ligt, wordt door
de N. R. Ct. in een merkwaardig hoofdartikel
verklaard.
„Het zwaartepunt ligt tlians zoo het er
al ooit in heeft gelegen niet in quaesties
van zending en kersteningspolitiek," verklaart
liet Rotterdamsche orgaan met een leuk ge-
zicht.
„Indië zoo heet liet verder heett de
volle belangstelling voor zijn zaken noodig
Men kan misschien aan liet liberale orgaan
van de groote koopstad aan de Maas niet
euvel duiden, dat het vooral aandacht vraagt
voor de zaken van Indië, en daarbij dan
die ten eenenmale onzakelijke dingen als
„quaesties van zending en kerstenings-politiek
kalmweg huiten de deur zet. Had liet die
taktiek eerder tot de zijne gemaakt, wij zouden
allicht minder reden gehad hebben om te ge
wagen van de dubbelzinnige en tweeslachtige
houding der vrijzinnige pers ten aanzien van
het Indisch beleid. Echter, ook nu nog laat
het blad die tweeslachtige houding niet varen.
Misschien spreken de zaken ook hier achter
de schermen nog wel een woordje mee.
Immers het heet nu „Wij kunnen ons voor-
bedropen, bleeke hoofd, duizelde het haar.
De gewonde was Emile Bekkers! --
HOOFDSTUK XVI.
Twee Moeders.
Door een breeden rand getemperd, viel het
lamplicht op een doodelijk bleek gelaat. En
niet minder bleek was het gelaat van vrouw
Gravels, die bij haar man waakte.
't WTas nacht nog. Toen Gravels was thuis
gebracht, bewusteloos, hadden een paar buur
vrouwen haar in de eerste oogenblikken bij
gestaan. Geen klacht was over "aar lippen
gekomen oogenscliijnlijk kalm had ze alles
beredderd. Thans was ze alleen. De buur
vrouwen waren vertrokken op haar aandrin
gen en nadat ze beloofd had, ze dadelijk te
roepen, ingeval ze haar hulp noodig had.,
't Was zeer stil in het vertrek, t Was liet
er trouwens schier altijd. Hoeveel uren had
ze de laatste jaren hier niet in die stilte
doorgebracht, sinds Kaatje verdwenen, en
Frans het huis verliet. Nu echter scheen de
stilte nog vaneen gansch ander karakter.
Daar lag Gravels, de stugge, sterke man.
Haar man. Was haar leed thans niet vol
komen Van allen verlaten de zoon uit liet
huis; de dochter verdwenen de man doodelijk
krank.
Gravels wendde met pijnlijk steunen het
stellen dat de liberale regeermg, hoewel af
ziende van elke nadere aanmoediging van de
zending in geïslamiseerde streken, zou voort
gaan met haar daarbuiten eenigen steun te
verleenen." Waarhij dus opnieuw liet Chris
tendom goed genoeg wordt verklaard voor
de buitenbezittingen, waar het ter voorbe
reiding van d e z a k e n exploratie-diensten
zal mogen verrichten.
„Een liberale regeering, wier beginsel juist
meebrengt, dat steun hier geen bevoorrechting
zou beteekenen, kan dit doen zonder den aan
stoot te geven, welke de confessioneele zou
veroorzaken, wier beginselen haar immers
onder de verdenking moeten stellen van agres
sieve voornemens van andere godsdiensten."
Ziehier liet verschil.
Een liberale Regeering mag de zending
voor zoover zij haar noodig heeft, natuurlijk
wel steunen, maar een confessioneele moet
dat niet doen, kan dat niet doen zónder aan
stoot te geven.
Het is volkomen juist.
Maar aanstoot aan wien
Aan niemand anders dan aan de vrijzinnig
heid, bovenal in Nederland.
Aanstoot aan de vrijzinnige pers, die naar
verkiezingsargumenten speurt.
Geen aanstoot, het bleek ten duidelijkste
weer uit het gisteren en heden door ons ge
publiceerd interview-Van Kol aan de In
landsche, Islamitische bevolking. Van „agres
sieve voornemens ten aanzien van andere
godsdiensten" wordt zelfs niet de schijn van
bewijs bijgebracht, Alleen liet geheime rap
port waarmeê thans wordt gemanoeu-
vreer(] 0f betermet één zinsnede uit het
rapport van dr. Rinkes is ten deze het
credo van degenen, die in Gouverneur Iden
burg den godsdienstigen dvveeper, gevaarlijk
voör de Indische rust, èn voor de Indische
zaken, hebben willen treffen, kón heta f-
maken.
Nu dit niet is gelukt, nu de gegevens uit
Indië zelfs onwedersprekelijk zijn komen vast
stellen, dat hqel de storm, over de kerstenings
politiek" in Indië hier te land verwekt, vol
komen kunstmatig is geweest, een storm in
een glas (verkiezingsmeeting) water, nu
begint men uit een ander vaatje te tappen.
Toen de vrijzinnige candidaat in Amsterdam
uit de bus kwam, jubelde men in Juni: Wèg
met de kerstenings-politiek, nü kan de
bezem in den mastthans heet het
Och, laten we nu over die quaesties niet meer
praten: daar ligt het zwaartepnnt niet. Men
behoeft er niet eens over te praten pjn vast
te stellen, „dat de wind uit een andere hoek
is gaan waaien", gelijk de N. R o 11. C t. het
gelieft uit te drukken. Voor de tweede maal
"anceert zij hierbij de onderstelling, „dat de
Gouverneur-Generaal zich met de opvatting
van Minister Fleyte, dat geen kerstenings-
hoofd. Aanstonds was ze bij hem. Haar
zachte handen legden nieuwe, koude kom-,
pressen onv de hcete slapen.
Dan zette ze zich weer. De handen ge
vouwen in den schoot. En terwijl ze zat
gingen rusteloos haar gedachten. De laatste
uren hadden als het ware haar gelieele denken
in de war gebracht. Nu begon er weer eemge
orde in te komen. En van den vader dwaalden
de gedachten naar de kinderen. Eensklaps
schoot liet haar door liet hoofdwaar zou
Frans zijn Hij was immers 's morgens vol
gens afspraak vertrokken, om narichten in te
winnen omtrent Kaatje En het was zijn
gewoonte, eiken avond aan te loopen op het
hofje, terwijl vader er niet wasDezen avond
had ze hem niet gezien maar in de hevigheid
van haar smart had ze er tot nu toe geen
acht op geslagen. De laatste uren waren
haar geweest als een bange, benauwende
droom.
Waar was Frans? Zou hij van 't ongeluk
zijns vaders misschien gehoord hebben, en,
o schrijnende gedachte voor liet moederharte,
juist daarom het huis mijden Maar dit was
immers al te wreede onderstellingzoo ver
zou toch de afkeer van zijn eigen vader hem
niet hebben gebracht? Was hij toevallig ver
hinderd Maar dan nu juist.
(Wordt vervolgd.)
-TS
DOOR ZELANDIA.