Hntirmlutionair
voor
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland,
Uit de Pers.
Bmnenlandsch Nieuws.
Uit Stad en Provincie.
No. 1064.
Woensdag 29 October 1913.
IP Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen. Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor^tederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd rp Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TtR NEUZEN.
Inzending van advertentlSn vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIE N:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE
"iïESÜTÏSTDE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIE TE BEZOROEN BIJ DEN UITUEVER.
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
V Stilte voor den storm.
Of het door het zeldzaam schoone herfstweer
komt, waarover we ons dit jaar verheugen
mogen, weten we niet, doch 't is nog zeer stil
in de politieke wereld.
De leden der Tweede Kamer zitten tot over
de ooren verdiept in de studie. Ze kregen bij
de opening der Kamer de Staatsbegrooting
mee voor 1914 en maken zicli klaar voor den
strijd. En zijn er onder hen verscheidene,
die zich moeten prepareeren voor een maiden
speech, zooals een Engelschman de eerste
redevoering in het openbaar noemt. Dat die
studie geen spelevaren is, ondervindt de ge
achte afgevaardigde uit Oostburg. Hij heeft
zich daarbij zóó ingespannen, dat hij een
poosje moet uitblazen in 't buitenland, zooals
de Midd. Courant ons meldt
In de bladen is 't ook nog stil. 't Lijkt wel,
of we nog in den komkommertijd zitten, en
die is toch ondanks het mooie weer al lang
voorbij.
Alleen de redacteur van De Standaard is
met onverdroten ijver aan den arbeid getogen,
om in gespierde taal zijn lezers den anti re-
volutioniren weg te wijzen op de van ouds
bekende wijze, 't Is een genot ook uit
letterkundig oogpunt zijn kloeke artikelen
te lezen.
Maar de rest houdt zich grootendeels nog
stil. Valt men nog eens uit, dan is liet over
den Gouverneur-generaal van Oost-Indië. De
heer Idenburg kan bet den heeren maar
moeilijk naar den zin maken.
In en voor de Juni-dagen heette hethij
moet weg, want hij voert de Oost naar den
kelder met zijn dweepzucht. Al wat leelijk
was, werd uit de Indische bladen overgeseind
en gretig verder verkondigd.
Toen de verkiezingen achter den rug waren,
moest men erkennen 't was toch zoo erg niet,
als we gelasterd hebben.
Sterker nogvan alle kanten kwamen de
getuigenissen los, welk een uitnemend be
windsman de heer Idenburg is en dat er van
al die beweerde dweepzucht schijn noch scha
duw was.
Zelfs bleek, dat waar hier en daar zijn
voorschriften blijkbaar verkeerd begrepen wa
ren en sommige ambtenaren in de Buitenbe
zittingen daardoor den schijn wekten, dat ze
te ver zouden gaan. de Gouverneur-generaal
ingreep en remde.
Is 't nu goed
In geenen deeledat doet hij maar omdat
hij bang geworden is, heet 't nu. Men leze
maar eens, wat we dienaangaande overnamen
in Uit de Pers.
Doch overigens is liet nog zeer kalm.
Wacht maarde herfststormen zullen ein
delijk wel komen
Y Jhr. De Muralt.
De heer jhr. De Muralt, afgevaardigde voor
het district Oostburg zal voorloopig de Ka
merzittingen niet kunnen bijwonen.
De heer De M., heeft in verband met in-
spannenden arbeid last van chronische hoofd
pijnen, als gevolg waarvan zijn geneesheer
hem een volle maand volkomen rust heeft
voorgeschreven. De heer De Muralt zal zijn
gedwongen vacantie doorbrengen in het bui
tenland. (M. C.)
De Landarbeiderswet.
Met de Landarbeiderswet blijft het goed
gaan.
De vrees, dat Minister Treub haar zou in
trekken werd gelukkig beschaamd en wij zijn
er dankbaar voor, dat eerlang de behandeling
van deze gewichtvolle hervorming in ons
Parlement aan de orde zal komen.
Wat vooral dankbaar stemt is liet feit, dat
de waardeering vermeerdert.
In den beginne stonden èn boeren èn ar
beiders er wat vreemd tegenover.
Zij wisten niet den juisten toon te vinden.
Zoo is liet ook verklaarbaar dat Patrimonium
in Friesland tegen Talma's wet zijn protest
liet liooren.
Bij den Christelijk-Nationaten Werkmans
bond, die Donderdag in Amsterdam vergaderde,
liep liet anders.
Met algemeens stemmen werd een motie
aangenomen, waarin de wensch wordt uitge
sproken, dat het wetsontwerp ten behoeve
van de landarbeiders na aanbrenging van
eenige wijzigingen zoo spoedig mogelijk wet
moge worden.
Een sympathiek besluit, waarover wij ons
verblijden.
We twijfelen niet erf in breeden kring zal
allengs gunstiger oordeel worden geveld.
Waarlijk, vrees voor al te radicalen hervor-
vormingszin behoeft niet tot onthouding van
sympathie te leiden.
Let slechts op wat Lloyd George in Engeland
voorstelde! (De Rotterdammer.)
Het weekblad De Wereld schrijft:
Het Indisch beleid.
Zooals men weet heeft de nieuwe minister
van Koloniën kort na zijn optreden verklaard,
dat ér voor hem geen enkele reden bestond
om een vervroegd aftreden van den gouverneur-
generaal Idenburg te bevorderen. Naar aan
leiding dezer verklaring is thans in liet voor
loopig verslag der Tweede Kamer over de
Indische begrooting de vraag gesteld, „of met
den landvoogd over de te volgen gedragslijn
is onderhandeld." Zoo ja, dan zou men gaarne
de hieromtrent gewisselde telegrammen over
gelegd zien.
Wij weten niet, of de minister van Koloniën
telegrammen met den heer Idenburg heeft
gewisseld over de door dezen in de laatste
jaren gevolgde schoolpolitiek waarom liet
eigenlijk gaat. Maar wel kunnen wij de aan
dacht vestigen op een feit waaruit men zou
kunnen afleiden dat de heer Idenburg inder
daad rekening houdt met den hij de laatste
verkiezingen gebleken volkswil. Het ministerie-
Cort van der Linden trad eind-Augustus op.
In liet te Semarang verschijnend dagblad De
Locomotief van 17 September d.a.v. lezen wij
„De landvoogd heeft naar de bestuurs
hoofden in de Buitenbezittingen een circu
laire laten uitgaan waarin op beperking van
de subsideering van het zendingsonderwijs
wordt aangedrongen. Ook zonder eenige
politieke flair te vermoeden, kan het voor
den landvoogd slechts een gelukkige omstan
digheid heeten, dat de noodzakelijkheid van
deze circulaire juist nu werd gevoeld. Een
samenloop der dingen, welken wij overigens
niet betreuren.
„Iets anders is het, of misbruiken, welke
door dit rondschrijven werden vastgesteld,
niet reeds veel vroeger tot Buitenzorg hadden
moeten doordringen, of, zoo zij er reeds
vroeger bekend waren, niet dadelijk naar
buiten hadden moeten worden gebracht.
In de circulaire zegt de regeering welke,
men kan nooit weten, nog eens mededeelt,
in beginsel tegen subsidieering van het
zendingsonderwijs niet liet minste bezwaar
te hebben dat er bij die subsidieering
uit de landschapskassen volkomen stelsel
loosheid heerscht niet alleen, maar dat liet
zelfs is voorgekomen, dat de subsidies liooger
waren dan de kosten van liet onderwijs, en
nog erger, dat soms ook de bestuurder van
eeuig landschap zich schriftelijk verbond tot
het subsidieeren van scholen, waaraan in
liet geheel geen behoefte bestond. Zoo staat
het er letterlijk."
De heer Idenburg nam alzoo reeds een
maatregel om het opdringen van specifiek
christelijk onderwijs aan de inlanders te tem
peren. En er blijkt uit de circulaire, hoe ver
men in de buitenbezittingen reeds was gegaan
in de richting door de kersteningspolitiek der
laatste jaren aangegeven 1
Thans, na de verkiezingen van Juni en na
het optreden van den nieuwen minister van
Koloniën heeft de heer Idenburg plotseling
ontdekt dat zijnambtenaren verder waren
gegaan dari hij bedoeld had. Is deze ont
dekking, op dit moment, toeval, of houdt zij
verband met de veranderde omstandigheden
Na de verklaring van minister Pleyte was
de rechtsche pers er terstond bij om te be-
toogen dat de heer Idenburg zeer-zeker géén
water in zijn wijn zou doen, géén rekening
zou houden' met 'de stembusuitspraak. Daar
voor was hij een man van een te vast karakter.
Wij weten niet, of er overleg heeft plaats
gehad tusschen de heeren Pleyte en Idenburg.
Doch uit bovenvermelde circulaire aan de
bestuurshoofden in de Buitenbezittingen blijkt
ten duidelijkste, dat zekere tempering van de
kersteningspolitiek is ingetreden, in zoover
thans ontdekt is dat de ambtenaren, op aan
draven der overmoedig geworden zending,
verder gingen dan de subsidiebepalingen voor
schreven en dat daaraan thans alvast paal en
perk is gesteld.
Non possumus-politiek
Een non possumus-politiek, door Standaard
en Tijd aanbevolen, maar door het Centrum
afgeraden, wordt nu ook door het (r.-k.)
Huisgezin voorbarig geacht. Dit blad
schrijft over het onderwijsvraagstuk in ver
band' met het kiesrechtvraagstuk
Er is geen enkele waarborg, dat het rapport
der staatscommissie, nog minder de wetswij
ziging er tijdig zijn zal, en er is de zekerheid
dat wat de staatscommissie zal voorstellen
ons niet zal bevredigen.
Wat er met het onderwijs-vraagstuk ge
schiedt kan dus geen reden zijn om ons ten
aanzien van de oplossing van het kiesrecht-
vraagstuk meegaand en tegemoetkomend te
stemmen.
Wat natuurlijk niet zeggen wil, dat wij
daarom die 'oplossing nu reeds afwijzen.
Zulk een besluit ware voorbarig.
Wel staat vast, dat de regeering, indien zij
haar aanvankelijk voornemen volhoudt, niet
den veiligsten weg kiest om het kiesrecht-
vraagstuk tot oplossing te brengen.
De veiligste weg ware een gelijktijdige op
lossing der beste vraagstukken, waarbij het
gemakkelijker zou vallen tot een compromis
te geraken.
Zonder compomis kan een Grondwetsher
ziening, niet het oog op de geöischte stommen-
meerderheid, niet tot stand komen.
En zonder compromis behoort ze niet tot
stand te komen, wil ze niet het werk zijn
van één partij, maar van twee en zoo zekeren
waarborg van duurzaamheid bieden.
Indien de heer Cort van der Linden dit in
ziet en nu het nog tijd is het roer een kwart
slag omgooit, zal hij toonen meer dan een
politicus, een staatsman te zijn.
De algemeene onvoldaanheid ter rechterzijde
over zijn onderwijs-staatscommissie kan hem
wellicht tot het inslaan van den goeden weg
nopen.
En het zou zijn reputatie eerder beteren dan
deren, als hij wat een misgreep is geweest
herstelde en de beide groote vraagstukkon] te
zamen voor het front bracht.
Dan zou aan de komende Grondwetsher
ziening als. aan een werk van doorzicht en
verzoening zijn naam met eere verbonden
worden.
Tweede Kamer.
In de openbare vergadering van de Tweede
Kamer, welke Dinsdag 4 November, des och
tends half twaalf, wordt gehouden, zullen de
volgende wetsontwerpen behandeld worden
vereeniging van de gemeenten Stad en Ambt-
Almelotoevoeging van terreinen langs den
Nieuwen Waterweg en het Scheur, thans deel
uitmakende van de gemeenten 's-Gravenzande
en Naaldwijk, aan Rotterdam aanvulling en
verhooging van hoofdstuk IV der staatsbe
grooting van 1913 (maatregelen ter invoering
van de nieuwe militaire rechtspleging.)
Voorts zal de voorzitter voorstellen, om
Woensdag 5 November in de afdeelingen te
onderzoeken de groote lijst van wetsontwerpen,
indertijd reeds medegedeeld na het houden
van de jongste openbare vergadering en aan
die lijst nog toe te voegen de volgende ont
werpen begrooting Suriname 1914 begrooting
Curacao 1914 aanvulling en verhooging van
hoofstuk X der staatsbegrooting voor 1912
(premiën, ingevolge artikel 48A der Tiendwet
1907)naturalisatie-ontwerpen en het ontwerp
betreffende nadere verlaging van invoerrechten
op Riouw Gambir in Ned.-Indië.
Zondagavond trad voor het eerst na zijn
Ministerschap de heer A. S. Talma in de
Regentessekerk te 's Gravenhage op. Een
half uur vóór den dienst begon was het kerk
gebouw reeds stampvol. Z.Eerw. had tot tekst
Jesaja 7 9.
Verdraagzaamheid.
Ten bewijze van de verdraagzaamheid nu
zoo ongeveer een honderd jaar geleden op
kerkelijk terrein, haald Het V a d. het vol
gende merkwaardige schrijven aan uit het
„Staatkundig Dagblad van de Rhijnmonden"
van 1 Februari 1814.
Den 26sten Januari 1814 trokken de Pruisen
de stad 's-Hertogenbosch binnen. Op Vrijdag
den 28sten Januari werd in de St. Janskerk
een dankdienst gehouden. Des morgen om 11
uur trokken onder de tonen der veldmuziek
de troepen de Groote Kerk binnen „welke ter
nauwernood, alle de saamgevloeide inwoneren
omvatten konde." En zoo gaat het verslag
dan verder: „Deze groote menigte leverde al
daar een nieuw treffend schouwspel op. De gul
den gewenschte en nog toekomende tijden van
algemeene vereeniging en verbroedering aller
gezindheden, waren alhier verwezenlijkt.
Roomscligezinden, Gereformeerden ,Lutheranen
enz. bevonden zich allen onder elkander ver
mengd. De bekende lofzang „Te Deum lauda-
mes" werd door die van de Roomsche gemeente,
met een strelende muziek aangeheven, en de
predikant der Luthersche gemeente verrichte
op den predikstoel in de Hoogduitsche taal
den predikdienst, doende een treffende rede
voering tot den kommandant en de gemeente".
Het V a d. voegt aan dit bericht toe „kom
daar nu eens om in dezen tijd". Wij zijn van
oordeel, dat, als de tijden zóó waren nu als
in 1814, dat dan de èendrachtsvonk, die nu
smeult jweer op zal laaien tot een vlam. De
bedoeling van het Vad. gaat dus niet op.
TER NEUZEN, 28 Oct. 1913.
Op het terrein achter de Wasscherij De
Vlijt alhier is op een diepte van 120 meter
door booring water ontdekt. Na een lang-
durigen arbeid is men thans zoo ver dat een
hoeveelheid water van 3 tot 5 M:i uitgepompt
worden kan. Het water is bizonder helder
en smaakt ook goed, alleen nog wat teerachtig
naar de pijpen. Eerlang hoopt de directie
met een toestel tot ontijzering en zachtmaking
van het water over te gaan. Daardoor wordt
het water dan chemisch zuiver en zacht zoo
dat zulks dan zeer de te wasschen goederen
ten beste komt.
Bij de boringen werd o.m. ook een stukje
kopererts gevonden.
De 10 jarige Anna G. die bij de Axelsche
brug onder een met paarden bespannen wagen
kwam, gaat flink vooruit. Treuriger is het
thans met den 14 jarigen voerman gesteld.
Bij het ongeluk kwam hij toen ook te vallen
met het gevolg dat dezer dagen zijn been af
gezet is.
W. de F. Pz. 56 jaar, landbouwer, alhier
verdacht van brandstichting en daarom in