DE BUS VAN HOUTEN '5
RONA
w
RECHTERHAND
VAN DE ZUINIGE HUISVROUW*
e c 1 a, jool IB eiic Ja. "t
Uit Stad en Provincie.
Kerk en School.
IS DE
Cacao
in Syrië en Babylon moeten dienst doen. Alles
spant samen om de openbaring, de profetie
en het wonder te overmeesteren.
Hiertegenover past ons geen onverschillig
heid, doch we moeten weten wat we hebben
te verdedigen en te bestrijden. Onze roeping
is het om God zelf te verdedigen tegen de
goddelooze belagers.
Achtereenvolgens stond spr. stil bij
1. Het begrip van het wonder.
2. De wonderen van God die de open
baring vergezellen.
3. De wonderen die de leugen vergezellen.
4. De bestrijding der openbarings-wonderen
en
5. De handhaving der openbarings-won
deren.
1. Wat is het wonder?
Als er in den Bijbel van een wonder sprake
is, wijst dit in den regel aan dat God spreekt
of zich openbaart of dat het een door hem
gezonden bode of gezant is.
Het is onjuist te vragen of een wonder
boven- of tegennatuurlijk is, daar de natuur
geen zelfstandig bestaan heeft buiten of tegen
over God. De natuur is geen oogenblik los
van God.
Wel spreekt de Gereformeerde natuur van
bovennatuurlijk inzake alles wat zich niet uit
den gewonen loop der natuur laat verMaren.
Het wonder gaat volgens vaste ordehet
heeft een bepaald doel. Ook brengt het geen
stoornis in de natuur. Maar God wil op dat
oogenblik iets anders dan tot nog toe zoo was.
Een wonder vloeit dus niet voort uit gril of
luim, maar elk heeft zijn oorzaak en doel.
Bij 't wonder hebben we te doen met een
buitengewone openbaring van de goddelijke
almacht. Het wonder beslaat echter alleen
voor ons, niet voor God. Voor God zijn alle
zaken even gewoon fcf even wonderlijk.
Alleen God doet wonderen. Geen creatuur
kan ze verrichten. Ook Christus deed geen
wouderen als mensch, maar als Gods Zoon.
Spr. bestreed dan ook de meening van Dr.
Kuyper, als zou Christus zijn wonderen niet
verricht hebben als Gods Zoon, maar als de
mensch in wien het Koningschap over de
natuur hersteld zou zijn.
Hiervoor is geen bewijs in den Bijbel.
Het is een onbewezen stelling dat Adam
de macht zou gehad hebben om wonderen te
doen. Nog verschillende andere bezwaren
tegen Dr. Kuypers meening somde spr. op.
2. Woord en wonder vormen samen de
bijzondere openbaring Gods. De menschen
raken zoo gewend aan den loop der natuur
dat zij praten van natuurwetten en natuur
krachten alsof dit buiten God om gaat. Zoo
raken zij ook gewoon aan zijn woord. Daarom
zendt God zijn wonderen om te openbaren dat
God -er is, om zijn woord te bevestigen, gezag
bij te zetten en geloofwaardig te maken.
Vandaar de vele wonderen bij profeten en
apostelen, als Gods gezanten, maar vooral als
God zelf in de wereld komt. Hij doet vele
wonderen, doch is zelf het groote wonder.
De wonderen vergezellen het Woord Gods om
onzer zwakheid wilals wij meer bij God
leefden waren de wonderen overbodig.
Vandaar het nauwe verband bij de worste
ling van Gods volk met Satan's macht.
De wonderen vinden we zoowel in het Oude
als in het Nieuwe Testament. Wij vinden
a. wonderen als metgezellen van Godsge
zanten tot de menschen (profeten Oude Ver
bond)
b. wonderen door God zelf verricht om
duidelijk zijn macht te openbaren, de geloo-
vigen voor afval te bewaren en den vijanden
ontzag in te boezemen.
De laatste dragen een overwegend oordee
lend karakter (b.v. de Zondvloed).
De Oud-Testamentische wonderen dragen
sterk het karakter der oude bedeeling, de
vreeze. Zij wezen allen op de komst van
Het Wonder die ze moesten voorbereiden.
Gansch anders is het karakter der Nieuw-
Testamentische wonderen deze dragen het
zaligmakende karakter der verlossing.
In Christus zelf bereikt het wonder zijn
hoogtepunt. Bij de wonderen die Christus
doet, zien we een trapsgewijze opklimming,
die haar toppunt bereikt als de dooden worden
opgewekt.
Ook de Apostelen bewijzen hun goddelijke
zending door wonderen die toonen dat Jezus
leeft.
De wonderen der discipelen overtreffen nog
die van Christus. Deze groote werken open
baren de grootere heerlijkheid van Christus.
Het instrument wijst op'hem die het instru
ment heeft gebruikt.
Na de Apostolische tijd kon er voor de
kerk geen sprake meer zijn van bijzondere
wonderen, daar de bijzondere openbaring had
afgedaan. Alles heeft zijn bestemden tijd.
Rome is dit niet met ons eens. Volgens
hen is de Paus de stedehouder van Christus
en zij hechten dus groote waarde aan het
voortbestaan van wonderen.
Spr. meende dat de wonderen als b.v. te
Lourdes geen inbeelding waren. Verschillende
emotie's hebben invloed op het lichaam en
kunnen hypnotiseerend werken op de lichaam-
functie's.
Toch is het in strijd met Gods Woord om
nu nog wonderen te verwachten.
De Bijbellezer weet dat de wonderen met
de verwoesting van Jeruzalem hebben afge
daan en eerst wederkeeren zullen als het
laatste Wonder, de opstanding ten jougsten
dage zal plaats hebben.
Voor de ongeloovige wereld is het wonder
niet noodig. Zij heeft Mozes en de profeten.
En de Kerk des Heeren heeft genoeg aan
de wonderen die eertijds de openbaring van
God hebben vergezeld.
e 2T3__
A(l HOUTEN '5
'ZUIVER OPLOSBAAR
'v. -.
N
Nadat gezongen was Ps. 10417, ging spr.
over tot het 3e punt, de wonderen die den
leugen vergezellen.
Satan aapt God in alles na. Zelfs de leugen
is een verdraaiing van Gods Woord. Eigen
lijke wonderen kan Satan niet doen. Won
deren doen is scheppen. En Satan als crea
tuur kan dus geen wonderen doen doch alleen
zoogenaamde wonderen verrichten.
Christus heeft gezegd dat er valsche profeten
zullen opstaan, die groote wonderen en teeke-
kenen zullen doen.
Hiervan hebben menschen gemaakt dat
kwade geesten rechtstreeksche invloed kunnen
hebben op de menschen. Het bijgeloof bestond
reeds bij de Joden. Ook de Kerkvaderen, de
Roomsche Kerk en de eerste Protestanten
bezaten een sterke mate van bijgeloof. Eerst
Calvijn keerde tot Gods Woord terug en brak
met alle geloof aan heksen en tooverijen.
Alleen het geloof dat zich aansluit aan de
H. Schrift kan het bijgeloof tegengaan.
Onder allerlei namen als Spiritisme, enz.
komt thans echter het Oude bijgeloof weer
in zwang.
Toch kan niet ontkend worden dat de ge
vallen geesten inwerken op de menschen. Dit
blijkt uit de geschiedenis van de Kerk en van
elk geloovige. De oorzaak hiervan is juist
dat Satan bij zijn bestrijding van het Godsrijk,
God in alles nabootst. Dit is niet te verwon
deren.
Satan was eens de machtigste en rijkste
geest en toch was hij onderworpen. En een
creatuur, zoo overmachtig en toch zoo afhan
kelijk, moest wel duivel worden. Nu staat hij
met zijn beschouwing lijnrecht tegenover God
en dus tegenover de Waarheid, zoodat hij de
vader der leugen is.
Komt God nu met woorden, dan komt Satan
met leugenwoorden. En komt God met won
deren, dan komt Satan met bijgeloof.
En wie zal nu uitmaken hoever zich de
macht van Satan en zijne aanhangers uitstrekt
Veel van de zoogenaamde wonderen van de
vader der leugenen berust op bedrog. Een
ander deel is toe te schrijven aan toepassing
van de kennis der natuur, die onder de oude
heidensche volken aanzienlijk was, doch thans
weer in zwang komt.
Doch van een groot deel ook toont Satan
hierin, dat hij groote macht bezit, hoewel hij
schepsel blijft. Satan kan echter geen duim
breed verder gaan dan God toelaat. En God
laat Satan slechts werken om openbaar te
maken dat Hij machtig is om Satans raad
slagen te verijdelen.
Hoe grooter de macht van God zich open
baart hoe meer of Satan zich ook inspant.
Vooral op het laatste der dagen zal Satans
macht vreeselijk zijn. Doch er is één troost.
Niet aan Satan behoort de macht doch aan
Jezus Christus, onzen Koning. En Christus
heeft aan het Kruis over Satan getriomfeerd.
4. De wonderen van God zijn en morden
bestreden. Men bestrijdt de wonderen om
verschillende redenen. Ze zijn volgens de be
strijders in strijd met de natuurwettenze
berusten op bedroghet zijn slechts zinne
beeldige teekenen of relatieve wonderen.
Doch wij moeten de wonderen handhaven
tegen alle aanvallen.
In de eerste plaats is de consequentie van
de ontkenning van het wonder de ontkenning
van het bestaan der openbaring van Christus.
In de tweede plaats komen de bestrijders,
de wonderschuwende geleerden, in hunne
wereldbeschouwing zelf met onbegrensde won
deren als de ontkenning van het bestaan van
God, aandragen en zij moeten met wonderen
komen om de evolutieleer in elkaar te krijgen.
De leer der evolutie stelt alle Bijbelsche'won
deren verre in de schaduw, immers vol
gens haar zou uit één slijmerige oercel wier
ontstaan onbekend is het gansche heelal op
gebouwd moeten zijn.
Maar bovendien, de wonderen hebben in
het openbaar plaats gehad onder de waarne
ming van nauwtoeziende vijanden en deze
erkennen de wonderen.
5. De tegenstanders van de wonderen zijn
niet te overtuigen met bewijzen. Wonderen
en profetie zijn eén. Het wondergeloof is wel
onderscheiden maar niet te scheide van het
zaligmakende geloof. Dit laatste moet er bij
komen willen de menschen de wonderen ge-
looven.
Maar wij moeten studie maken van de
wonderen Gods. En dan moeten wij streven
naar verbreiding van de kennis der wonderen
tot dat de tijd gekomen is dal het Wonder
staat voltooid te worden en Christus allen
voor Zijn rechterstoel zal oordeelen.
Spr. eindigde nu met dankzegging.
De Voorz. der J.-Y. dankte namens de aan
wezigen spr. voor zijn schoon en leerrijk woord.
De opkomst was vrij goed.
Omtrent 350 personen vulden het kerkge
bouw der Geref. Kerk B.
TER NEUZEN, 24 Oct. 1913.
Tot ontvanger-griffier van den Lievenspolder
is inplaats van wijlen den heer D. Tolhoek
beuoemd de heer M. Eijke alhier.
De le en 3e Compagnie van het 39ste
Bataljon der Landweer-infanterie zal in 1914
te Ter Neuzen onder de wapenen komen van
6—11 Juli.
Zaamslag. Op last van den president der
rechtbank te Middelburg, is door een inspec
teur van politie aldaar, in verband met de
instructie in de zaak van Gebr. V. te Zaamslag,
verdacht van frauduleus bankroet, te Rotter
dam een onderzoek ingesteld, dat leidde tot
de inbeslagneming door voornoemden inspec
teur, van de rijwielzaak in eeu perceel in de
Jodensteeg aldaar. Er werden in beslag ge
nomen een motor-rijwiel, 100 rijwielen, een
groote partij onde'rdeelen, zooals banden,
kettingkasten, lantaarns, spatborden, bellen,
velgen, enz., benevens een completen kantoor
inventaris.
Het inbeslag genomene is onder bewaking
van de Rotterdamsche politie gesteld.
De bewoner R. uit die rijwielzaak is door
de politie gehoord.
Naar de M. Crt. uit Hulst verneemt zal
de Brigade Axel der Koninklijke Marechaus
see, met October 1914, dusdanig in dienst
worden veranderd dat zij, thans bediend
wordende door bereden marechaussec's, met
genoemden datum zal behooren tot de brigade's,
bediend door onbereden politie.
Koewacht. Dinsdagavond tusschen 7 en 8
uur waren H. F., en F. v. d. V., beiden te
Koewacht, op een kwartier afstand van het
dorp in een bosch met een lichtbak op de
hazenvangst. Op eens werd F. door een
lading hagelkorrels getroffeneenige ervan
zijn tot in de longen doorgedrongen.
Het geweer is op zeer korten afstand van
F. afgegaan. F. meent dat V. door onvoor
zichtigheid hem raakte. V. ontkent dit echter.
F. zijn toestand is zeer ernstig.
Aardenburg. Bij den fietsenhandelaar Lippens
ontstond Zondagmorgen brand op het slaap
kamertje van de kinderen boven. De ouders
werden door het geschrei der kinderen ge
wekt. Toen L. boven kwam was het bedde-
goed en de kleeren van de kinderen reeds
aan het branden. Na de kinderen in veilig
heid gebracht te hebben, wist hij de brand
te blusschen, die tot het kamertje beperkt
bleef
De St. Ct. van heden bevat de statuten
van de hengstenvereeniging „Vooruitgang" van
Hontenisse en Omstreken, te Kloosterzande,
gemeente Hontenisse.
Uit Colijnsplaat meldt men aan de N. R C.
Woensdagmiddag, omstreeks 1 uur, is een
mosselkorstoomboot op de Oosterschelde] voor
deze gemeente gezonken. Van 't schip, dat
juist in 't vaarwater ligt is niets te zien. De
bemanning heeft 't zinkende vaartuig in eigen
boot verlaten.
Nader meldt men uit IersekeWoensdag
namiddag is de korstoonrboot Neeltje, van den
heer C. Stobbelaar alhier bij den polder Alte-
klein op de Z.O.-punt van Noord-Bevelanti in
diep water gezonken. De opvarenden zijikge-
red. Het schip was met mosselen over
laden.
Geref. Kerken.
Beroepente Gaastmeer H. Popma, te
Tzum te Nes en Wierum H. van Dijk, te
Zwammerdam.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepente St. Pancras J. Nauta, te
Parregate Siddeburen (Gron.) A. G. Kloots,
te Oosterwierumte Piershil (toez.) B. N. J.
Roskott, te Oud- en Nieuw-Gastel, te Ferwerd
(Gron.) de heer Th. J. H. Israël, hulppredi
ker te Driebergen; te Oosterhesselen (Dr.)
K. Boersema, cand. te Groningen.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
Cacao
-N.
lUiiuiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
liiiinmiiiiiiiiiiiiiii.iMiiiiiiiiiiiiiii
^SEBSHSHBBEÜHaa
Voorzitter dhr. J. Huizinga, burgemeester.
Voorts aanwezig alle leden behalve de heeren
Wieland en De Bruijne.
Na opening der vergadering worden de notulen
der vorige vergadering onveranderd vastgesteld.
1. Ingekomen stukken.
a. Proces-verbaal van kasopname bij den ge
meente-ontvanger. Hieruit blijkt dat over 1912/13
ontvangen was f 22632321s en uitgegeven f 19393916s
zoodat meer ontvangen was dan uitgegeven
f3238306. Voor kennisgeving aangenomen.
b. Missive van den Minister van Oorlog, be
richtende inwilliging van het verzoek van B. en
W. om langs het pad leidende naar den loodsen-
wacht 2 zitbanken te plaatsen, onder voorwaarde
o. a. dat de gemeente alle schade zal herstellen en
dat er een verklaring moet overgelegd worden van
den betrokken pachter van het grasgewas en van
dien van het jachtr/echt-
Voor kennisgeving aangenomen.
c. Schrijven van de Comm. van Toezicht op
het middelbaar onderwijs, waarin zij aandringen
op bekwamen spoed bij het aanschaffen van de
instrumenten benoodigd voor de natuur- en schei
kundelessen der H. B. S., daar naar hunne meening
het onderwijs in die vakken door het nog steeds
ontbreken daarvan ernstig zal gaan lijden.
De Voorzitter deelt mede dat reeds maatregelen
zijn genomen, doch een en ander is wat vertraagd
doordat nog een samenspreking met een der leeraren
moest plaats hebben over aanschaffing dier instru
menten.
d. Missive van Ged Staten, berichtende goed
keuring van kohier no. 2 der hondenbelasting.
Voor kennisgeving aangenomen.
e. Adres van D. van Aken van den volgenden
inhoud
dat door de besprekingen in de Raadsvergadering
van 9 Oct. 1.1. bij het publiek de meening is ont
staan dat zijn verzoek is afgewezen, omdat de Raad
van meening was dat het drukwerk niet door
hemzelf wordt vervaardigd dat hij door deze ver
keerde meening schade kan lijden in zijn zaken
dat hij daarom zich tot de Raad wendt met de
verklaring dat, was hem het drukwerk der ge
meente opgedragen, hij dan in staat gesteld zou
worden zijn drukkerij zoo uit te breiden, dat dit
drukwerk alles geheel in zijn inrichting zou worden
vervaardigd en zulks niet aan een ander uitbesteden
dat nu hem het drukwerk der gemeente niet is
gegund, hij om financieele redenen niet tot uit
breiding van zijn drukkerij kan besluiten dat ook
bij de behandeling van zijn adres is te kennen
gegeven, dat hij ook kan inschrijven voor de school-
behoeften, doch dat hij kort na zijn vestiging in
deze gemeente zich schriftelijk heeft moeten ver
binden geen boeken te verkoopen tegfen lageren
prijs dan door de uitgevers is bepaald dat de som
dier aanbesteding ieder jaar uitwijst, dat die boeken
verre beneden dien vastgesteiden prijs worden ge
leverd en dat alzoo door hem niet mag worden
ingeschreven, daar hij zich dan aan contractbreuk
schuldig zou maken dat ook in bovengenoemde
Raadsvergadering werd gezegd, dat alle leveranties,
behoudens bindwerk, werd aanbesteed, doch dat de
gemeenterekening van 1911 uitwijst, dat nog een
bedrag van f 362,88 overblijft dat niet aanbesteed
is dat ook de rekening over 1912 voor een bedrag
van f 203,24s aanwijst als niet aanbesteed of tot
het drukwerk behoorenddat de levering van
schoolboeken aan de H. B. S. dit jaar niet is aan
besteed, doch alles aan eén firma is opgedragen.
Bedenen waarom hij zich ten tweeden maal tot
den Raad wendt met het verzoek, deze regelen in
overweging te nemen en het daarheen te leiden,
dat in de naaste toekomst ook aan hem eens wordt
gedacht wat betreft de gemeenteleveranties en
houdt zich beleefd aanbevolen voor het vervaardigen
van kantoordoozen, bindwerk en drukwerk, levering
van school- en schrijfbehoeften in den ruimsten
zin des woords.
De Voorzitter zegt dat nog vastgesteld moeten
worden de prijzen en premiën voor de alhier te
houden veemarkt. Besloten wordt om deze vast
te stellen zooals 't vorige jaar.
f. Adres van B. N. van Dijke en P. A. Leunis,
respectievelijk voorzitter en secretaris van de Ned.
Herv. Zondagsschool, waarin zij meedeelen, dat zij
in groote moeilijkheden verkeeren met het plaatsen
van hun leerlingen in hun lokaal, waardoor zij
genoodzaakt zijn een 100-tal kinderen af te wijzen,
waarom zij verzoeken hen vergunning te verleenen
om gedurende de wintermaanden gebruik te mogen
maken van het stemlocaal (Java), iederen Zondag
middag van 2—3'/i uur.
Dit adres wordt eveneens teruggezonden naar
B. en W.
g. Van het comité tot viering der onafhanke
lijkheidsfeesten (Plan 1913] was ingekomen een
herinneringsmedaille, waarvoor zij een plaatsje
vragen.
De Voorzitter zegt deze gaarne te aanvaarden en
zal haar voegen bij de andere medailles, welke zich
hier bevinden ter herinnering aan heugelijke feiten.
2. Benoeming lid van de Commissie van Bij
stand, vacature Van Borssum Waalkes.
Uit de gehouden stemming blijkt dat hiervoor
benoemd wordt met 6 st. de heer De Jager.
De heer De Jager wil zijn benoeming nog in
beraad nemen.
3. Het kohier schoolgeld middelbaar onderwijs
tijdvak 1 Sept.31 Dec., wordt vastgesteld op
f 193,33.
4. Idem van het m. u. 1. o. op f749.
6. Idem van het lager onderwijs, 4e kwartaal,
op f682.56.
6. Verplaatsing vischmarkt.
De Voorzitter zegt, dat voorgesteld wordt deze