Antirevolutionair
nieuws* en Advertentieblad
voor
FEUILLETON.
Langs eigen Spoor.
Uit de Pers.
No. 1061.
Zaterdag 18 October 1913.
lle Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen. Ter Neuzen ƒ1,France
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITT00IJ Az. te TER NEUZEN.
ADVERTENTIËN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE
V Ziet m^n de bui reeds hangen
Dat men aan den linkschen kant zich 't hart
vast houdt bij de vraag, hoe lang het alle
gaartje, dat thans de meerderheid in de
Tweede Kamer vormt., bijeen zal blijven, is
bekend.
Noodgedwongen heeft men bij de verkie
zingen moeten bukken voor de socialisten om
een aantal zetels te veroveren op de rechtsche
partijen en alzoo het ministerie-Heemskerk
tot heengaan te dwingen.
Doch liet is bekend genoeg, dat men links
omtrent de groote» vragen, waarover het in
de eerstvolgende periode gaan zal, zoo ver
deeld mogelijk is. Wel heeft men, om den
steun der socialisten te krijgen, vroegere ver
klaringen en uitspraken omtrent die vragen
eenvoudig overboord geworpen of vergeten,
doch als 't straks op zaken-doen aankomt,
zullen de verschillen wel openbaar worden.
En hoe zal men dan 't ministerie-Cort van
der Linden op de been houden, als van rechts
niet een deel medehelpt?
Dat die hulp nog zoo voetstoots niet zal
verleend worden, begrijpt men na de laster
campagne van dezen zomer opperbest. Doch
den meesten kans heeft men voor 't verkrijgen
van die hulp, als men rechts verdeeldheid
weet te zaaien en den een tegen den ander
opzet.
Is het soms, omdat men nu reeds de bui
ziet hangen en alvast een poging wil doen,
om een deel van rechts bang te maken voor
dr. Kuyper's invloed, dat de N. R. Courant
in haar nummer van Dinsdagavond het volgend
venijnig stuk plaatst
Men schrijft ons van anti-revolutionaire
zijde
In den laatsten tijd wordt in verschillen
de kringen der anti-rev. partij gevraagd:
wat wil Dr. Kuyper toch? Wat is toch zijne
bedoeling bijv. met de zoozeer zwakke anti
revolutionaire 2de Kamerclub Zoo gaarne
toch zag men die kamerclub, nu zij zoozeer
in aantal is gedund en slechts uit een
elftal leden bestaat, niet slechts sterker in
aantal maar ook in kwaliteit. Vandaar die
steeds rondgaande geruchten, dat nu eens
dit, dan weer dat anti-rev. 2de Kamerlid zijn
zetel zou beschikbaar stellen voor een der
anti-rev. oud-ministers. Ook verschillende
anti-rev. bladen drongen hierop aan, o. a. de
Rotterdammer en het Christelijk Volksdag-
Juffrouw Harder zette zich naast haar neer
en legde het hoofd tegen haar borst.
„Schrei maar uit, kind", zei ze vriendelijk
en haar handen gingen koozend over het
schokkende hoofd. Ze kwam allengs tot be
daren, droogde haar tranen.
„Tante", zei ze, „ik heb altijd gedacht, dat
ik met geen vreemde had te doen. O, ik heb
in stilte zoo dikwijls naar u gekeken, en tel
kens moest ik u vergelijken met moeder."
„Dat was de stem des bloeds," zei juffrouw
Harder.
„Het was méér", zei Harder, „het was de
hand des Heeren, die langs zulke wonderlijke
wegen vereenigde, wat gescheiden was."
Frans keek eenigszins vreemd op. Het deed
hem, hij wist zelf niet waarom, onaangenaam
aan.
Maar hij sprak er niet tegen in.
„Het is wonderlijk," zei hij.
„Dat zijn 's Heeren wegen altijd," bevestigde
Juffrouw Harder.
„Ja, wonderlijk," schuchterde Kaatje.
blad te Amsterdam. Het laatste bevatte
zelfs een soort sommatie aan de heeren
Brummelkamp, Van de Velde en Van der
Molen om Loosduinen, Delft en Sliedrecht
voor de heeren Heemskerk, Talma en de
Waal Malefijt beschikbaar te stellen, maar
de heeren lieten niets van zich hooren.
Na het aanbod van Dr. Scheurer aan den
heer Colijn bleef alles stil. Nu weten wij
anti revolutionairen wel, dat, indien Dr.
Kuyper het raadzaam vond, dat een der
oud-ministers in de 2e Kamer zitting nam
dit ook zou gebeuren. Maar de Standaard
sloot zich niet bij haar perszusters |aan.
Eerst na de benoeming van mr.
Th. Heemskerk een driestar in het nummer
van Zaterdag 13 September waarin geschre
ven werd„Het is zoo, er had in de
Tweede Kamer plaats voor hem (mr. Th.
Heemskerk) moeten gemaakt zijn. Dat dit
niet geschied is, kan eerlang wel eens de
club meer dan het nieuwe lid van den Raad
van State berouwen." Maar toen kwam
dit woord t e 1 a a t. Dr. Kuyper had eerder
moeten spreken. Dan ware voorzeker èn
Heemskerk èn Talma voor de 2de Kamer
bewaard gebleven.
In onze kringen wordt dan ook door velen
geloofd, dat Dr. Kuyper geen le klas anti-
rev. politicus thans in de 2de Kamer duldt.
Wat Heemskerk en Talma in Dec. 1907
hebben gedaan, zonder zijn medeweten, nl.
het uitlokken van een ministerieele crisis
door de verwerping der oorlogsbegrooting
en het daardoor onmogelijk maken van een
2de ministerie-Kuyper, (zoo de verkiezingen
in 1909 gunstig voor rechts uitvielen) is
door hem niet vergeten. Vandaar zijn niet
aandringen bij de anti-rev. Kamerleden om
plaats te maken. (Het gerucht ging in onze
kringen dat mr. v. d. Velde slechts wachtte
op één enkel woord van Dr. Kuyper, dat
niet kwam.) Vandaar ook zijn vleiend stukske
in de Standaard van 18 September over
„Onze Club".
Daar lezen wij toch „op uitnemende wijze
heeft onze Club zich weer geïnstiteerd. In
Van der Voort van Zijp, Duymaer van Twist
en De Monté Verloren bezit ze thans een
president, een secretaris en een penning
meester, die voor hun verre van gemakkelijke
taak berekend zijn, en van wie men vooruit
weet, dat ze in onberispelijke harmonie saam
zullen werken." Nu willen we geen kwaad
zeggen van deze drie heeren, maar, dat ze
in politicis boven de middelmaat uitsteken,
niemand, die het gelooft. Echter zijn het
trouwe aanhangers van Dr. Kuyper, vooral
de eerste twee. En zou dit soms het vleiend
stukje verklaren Er waren er in de anti-
Maar Frans deed daar het zwijgen toe.
De avond werd verder onder druk gesprek
doorgebracht. Er was veel te vragen, veel te
verhalen. Zóóveel kwam tante Harder wel
te weten, dat haar zusters weg niet met rozen
was bezaaid geweest. Ze giste uit de sobere
mededeelingen van neef en nicht de waarheid.
Ze proefde de bitterheid, die sprak uit Frans
bewoordingen, wanneer hij het over zijn
vader had.
„En weet je moeder nu", viel ze opeens in,
„waar je van avond bent Zal ze niet onge
rust wezen
„Moeder verwachtte me van avond thuis
met nadere tijding. Had ik niet zulk een on
gelukkige reis gemaakt, dan had ik er ook
kunnen wezen
„Wat zal moeder ongerust zijn. Ze is toch
al zoo alleen," kwam Kaatje angstig.'
„En ze zal er toch niets van durven laten
merken voor vader," liet Frans zich ontvallen.
Er was echter niets aan te veranderen.
Den volgenden morgen, zoo werd er afgespro
ken, zou Frans met de eerste de beste ge
legenheid vertrekken en met zijn moeder de
zaken bespreken. Voorloopig zóu Kaatje bij
oom en tante Harder blijven. Ze was in elk
geval niet bij „vreemden."
De nacht, die volgde, vond Kaatje slapeloos.
Duizenden gedachten gingen haar door het
rev. Kamerclub, die liever een ander presi
dium gezien hadden. Dr. Rutgers kreeg
dan ook, ondanks zijn jeugd, enkele stemmen,
maar een dergelijk president 2ou Dr. Kuyper
zeer zeker onaangenaam geweest z\jn, daar
deze meer onafhankelijk is, 't geen o. a.
blijkt uit zijne houding in zake „openbare
leeszalen". Hij is dan ook langen tijd tegen
gehouden als 2de Kamercandidaat in een
serieus anti-rev. district.
Met van der Voort van Zijp c. s. als be
stuur der Kamerclub, beheerscht Dr. Kuyper
de A. R. 2de Kamerclub. En wat wil Dr.
Kuyper daarmede? Wil hij zich wachten
voor een overrompeling als in Dec. 1907
Wil hij zelf in de le Kamer optreden als
leider der oppositie Wil hij daar zich
doen gelden als omverwerper van het mi
nisterie Moet hij de komende man worden
Ziedaar vragen die onze kringen bezighouden.
Men begrijpt Dr. Kuyper niet. Maar wel
wordt gevoeld, dat hij thans is de opper
machtige in de anti-rev. partij, dat de tijd
van Heemskerk's en Talma's invloed uit is,
dat slechts Kuyperianen, in den engen zin
van het woord, door hem worden geduld.
Wat voor raar soort anti-revolutionair mag
het toch zijn, die de N. R. Courant gebruikt,
om aldus zijn gal over dr. Kuyper te loozen
Schadevergoeding aan hen die in
voorloopige hechtenis zijn genomen.
I.
Onder dit hoofd schrijft de Anti-rev. Rotter
dammer
De droeve rechterlijke dwaling welke den
brievengaarder van Castricum weken lang
onschuldig in voorloopige hechtenis deed door
brengen wekte niet geringe ontroeriug Ver
schillende omstandigheden werkten mee om
hier de aandacht buitengemeen te spannen
een eerbaar man, op wiens verleden geen smet
rustte, tot ontstellende verbazing der dorps-
genooten, in gevangenschap gezethardnekkig
zijn onschuld staande gehouden, eindelijk bij
gebrek aan bewijs op vrije voeten gesteld.
Daarna de ontknooping dat een ander als
dader werd gevat en de onschuld van den
verdachte zonneklaar aan het licht kwam.
Geen wonder dat de volksziel werd getroffen
en over het instituut der voorloopige hechtenis
menig hard woord werd gesproken. Middelen
om het kwaad van verkeerdelijk toegepaste
hechtenis te beteugelen werden aangeprezen
en zoo kwam van zelf ook aan de orde het
hoofd. Ook Frans kon den slaap niet vatten.
Evenmin de echtgenooten Harder. En het
was voorwaar geen wonder.
HOOFDSTUK XV.
Lang was Emile Bekkers blijven staan op
dezelfde plaats, waar Frans Gravels hem had
verlaten. Het stormde daarbinnen. Het bloed
joeg hem door de polsen. Valsche speler,
bankroetier, zelfmoordenaar, bedrieger, dief
het gonsde in zijn hoofd zonder ophouden. Hij
had geen kracht zich er aan te ontrukken.
Het hield hem vasthet drukte hem neder
als met ijzeren vuisthet nagelde hem aan
die plaatshet maakt hem gevoelloos vooral
het andere. De schrikkelijke openbaring, daar
in den wegsnellenden trein benauwde hem,
dat zijn adem schier stokte; het was hem,
alsof een schrikbaar visioen zich voor zijn
oogen, ontroldealsof hij in onheilspellend
vurige letters las een" schrikkelijke profectie
van zijn eigen even rampzalig einde.
Het werd duisterder, maar hij verroerde
zich niet.
„Hij schoot zich voor den kop," Zoo had de
man in den trein het gezegd. Och, was dat
eigenlijk maar niet het wijste Schoot hem
iets ander over dan het voorbeeld zijns vaders
te volgen? Was het in den laatsten tijd niet
reeds dikwerf besproken vraagstuk of niet
aan ten onrechte gedetiueerden eene schade
vergoeding behoorde te worden uitgekeerd.
Het geldt hier een onderwerp, dat, hoe
moeilijk ook een eenvoudige behandeling is,
toch zoo ingrijpende strekking en hooge be-
teekenis heeft, dat eene poging om eene ver
staanbare uiteenzetting te geven ten volle
gerechtvaardigd mag heeten. Vandaar dat
wij, mee in verband met het thans aanhangige
wetsontwerp tot herziening van het Wetboek
van Strafvordering enkele hoofdpunten naar
voren brengen.
We erkennen het: sympathiek klinkt de
eisch, dat in gevallen waarin een voorloopige
hechtenis heeft plaats gehad maar ten slotte
geen veroordeeling kon worden uitgesproken,
de Staat zijn ongelijk heeft te erkennen en
aan hem, die onder dezen maatregel leed,
vergoeding van schade uit te keeren. Die
eisch moest pakkenleeken en geleerden
kwamen onder zijn bekoring. Vooral de vroegere
staatssecretaris van Transvaal, Dr. Leyds
poogde in een talentvol proefschrift zijn goed
recht te verdedigen.
Vóór we aan die verdediging aandacht
schenken, plaatsen we enkele opmerkingen
ter inleiding.
De waarde van de besproken instelling
worde niet overdreven en geen oogenblik vatte
de gedachte post alsof bij invoering van de
schadevergoeding alle moeilijkheden aan deze
zaak der vrijheidsberooving verbonden, zouden
zijn opgelost.
Waar toch schadevergoeding wordt bepleit,
wordt die in den regel beperkt tot tegemoet
koming in het stoffelijk nadeel, dat geleden is.
Ook het ingediende ontwerp voor een nieuw
Wetboek van Strafvordering bepaalt zich
daartoe. De moreele smart, het zieleleed dat
doorstaan is komt alzoo niet in aanmerking
en kan ook moeilijk een punt van overweging
en waardeering uitmaken. In talrijke gevallen
echter zal dit juist het zwaarst drukken. Wij
stemmen toe dat soms, wanneer de kostwinner
uit het gezin is geroofd, de winkel verloopen,
hetbec(rjjf verstoord is, doordien hechtenis heeft
plaats gehad van eenen, tegen wien straks
geen veroordeeling kon worden uitgesproken
en die als vrij man terugkeert, een geldelijke
uitkeering verzachting van druk kan aanbren
gen. Maar de zedelijke pijn, die is aangedaan,
vaak ook aan gezin en nabestaanden, is
daarmee niet weggenomen.
Slechts ten deele en dan nog op zeer beperkt
gebied kan de schadevergoeding profijt ver
schaffen. Daarom is de hoofdzaak voor een
beteugeling van de nadeelen, welke uitonnoodig
toegepaste preventieve hechtenis kunnen
meer dan ellendig gegaan met hem Armoede
thuismoeder ziekelijk lijdend en in haar
oogen het stille verwijt. En hij, die haar steun
had moeten wezen, was haar kruis, haar
kwelling. Hij voelde het wel, al had ze nooit
éen woord geklaagdal zweeg die mond. En
in zijn speelwoede had hij de laatste penningen,
zoozeer noodig om haar tenminste het aller-
noodigste te verschaffen, op zijn gewone
zakkenrollersmanier, zich toegeëigend. O,
wat was zijn bestaan nu sinds maanden, een
ellendigEen lagen dief had zijn onzalige
hartstocht hem gemaakt. Hij voelde, dat hij
met den dag dieper wegzonk in dit moeras
dat hij eiken dag een sport lager daalde op
de laddertot hij een walg kreeg van zijn
eigen dadentot hij ten slotte zich maar liet
drijven in den stroom, waarin zijn zonde hem
hail geworpen, en waarin hij elk oogenblik
dreigde ten onder te gaan. Hij miste de kracht
zich er tegen te verzetten. Hij was laf, be
sluiteloos als hij tot zich zelf inkeerde, voelde
hij zich het ellendigstzijn zedelijke' moed
was verdwenen hij kón zich niet verzetten
tegen zijn noodlottige neigingen, zoo dacht
hij. Dacht hij dat zelfs wel was het niet reeds
lang een zich laten meesleepen door blinden
hartstocht, zonder rede, zonder wileen wrak
op de levenszee 1
(Wordt vervolgd.)
Inzending van advertenti5n vóór uren op den dag der uitgave.
«flP
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
Wat wil Dr. Kuyper toch
35) door ZELANDIA.
Bekkers.