Biimenlandsch Nieuws. Uit Stad en Provincie. weer onderling, naarmate zij de positieve gege vens, die als foc dament der opvoedingsleer hebben te dienen, met de oudere positivisten, zooals Comte en Spencer, in eene bepaalde hiërarchie van wetenschappen zoeken, dan wel met de nieuwere voorstanders ze trachten te vinden in de empirische psychologie (vooral de kinderpsychologie), en de experimenteele pae- dagogiek. Deze laatste richting leidt echter ongemerkt heen tot die allermodernste biolo gische opvatting van de paedagogiek, die met name door Stanley Hall in Amerika wordt voorgestaan, en die in onderwijs en opvoeding slechts een der vele middelen tot rasverbete ring ziet. Vele van de genoemde pogingen zijn niet alleen op papier voorgesteld, maar ook prac- tisch toegepast. Om des tijds wil laten wij dit rusten. Slechts vatten wij het korte overzicht van de richtingen in de paedagogiek aan het einde aldus saamlo. negatief en formeel is er groote overeenkomst, want alle genoemde richtingen achten den bestaanden toestand onvoldoende en dringen op hervorming van heel het schoolwezen aan, zooals verbe tering van de opleiding en de positie der onderwijzers betere indeeling en aaneensluiting der scholen, schifting en selectie der leerlingen, kleinere klassen, minder vakken enz.2o. Zoo dra beginselen ter sprake komen, is er allerlei verschil en strijd, over de verhouding van Christendom en cultuur, huisgezin en school- individu en maatschappij, lichaam en ziel, verstand en wil enz. 3o. Bij eene uitsluitend secularistische beschouwing van de taak der opvoeding zijn deze verschillen onverzoenbaar, wijl het doel van het schepsel nooit in dat schepsel zelf, maar uit den aard der zaak alleen in God, den Schepper, liggen kan. D r. P. J. Kromsigt, van Amsterdam, leidt voorts in: „Middelen en wegen ter christianiseering van de Open bare Schoo 1". De stelling „de overheid (resp. staat) mag niet schoolmeesteren" is, naar Spr.'s overtui ging, onjuist en miskent de hooge roeping der overheid. Het recht der ouders, op wie in eerste in stantie de tak van onderwijs en opvoeding rust, mag volgens Spr., ook bij het openbaar onderwijs niet worden miskend. Het onderwijs zal, zooals hij verder uiteen zet, het best aan de behoeften des volks be antwoorden, indien het in verband met de his torische ontwikkeling hier te lande, in twee takken uiteengaatopenbaar en bijzonder on derwijs. Spr. acht het den plicht van eiken Chris ten niet alleen te trachten door bijzonder on derwijs ten goede op ons volksleven in te werken, maar ook te streven naar verbetering van het openbaar onderwijs in Clnistelijken geest. Tegen de aanvaarding van de neutrale over heid moet z.i. door ons praktisch worden partij gekozen door inzonderheid op openbaar school gebied weer op te komen voor de Christelijke belijdenis en dus voor de kerstening der Open bare School. Waar eene geheele kerstening en in verband met de historische ontwikke ling van ons volk en in verband met de ge wetensvrijheid, onuitvoerbaar blijkt, bobben wij ons z.i. tot eene gedeeltelijke kerstening met inachtneming van het ouderrecht te be palen. Deze kerstening kan het best worden be reikt a. door bijbelsch onderwijs weer in het leerplan op te nemen. b. door facultatieve splitsing der openbare school naar de godsdienstige gevoelens van de ouders der schoolgaande kinderen. c. door aan de ouders medezeggenschap te geven (zoowel op de gemengde als op de af zonderlijke school) bi] 'net benoemen der on wijzers en op den geest van het onderwijs door middel van door de' ouders te bënoemen schoolcommissies (in den geest van de door Dörpfeld voorgestane „Schulgemeinde"). Het gevaar van onderwijs met een Christe lijk tintje, ontheft ons niet van den plicht te streven naar kerstening van de openbare school, daar wij de neutrale overheid in geen geval mogen aanvaarden. Wij zijn echter niet ver antwoordelijk voor de wijze, waarop anderen een op zich zelf goed beginsel misbruiken en misvormeu. In toezicht èn door de overheid èn door de belanghebbende ouders zelf moet hier de waarborg worden gezocht. Alleen waar de ouders zelf het wenschen, moet naar Spr. 's meening vrijstelling van bij belsch onderwijs verleend worden. Het bijbelsch onderwijs moet zooveel moge lijk worden opgedragen aan den onderwijzer. Waar dit öf bij de ouders öf bij den onderwij zer bezwaar ontmoet, worde het opgedragen aan een predikant of een godsdienstonder wijzer. Reeds nu terwijl de tegenwoordige wet nog geldt, wil Spr. bij do overheid doen aaudrin- gen a. op algemeene vaststelling van uren voor het godsdienstonderwijs binnen de school uren (opnemen in het leerplan.) b. op be zoldiging van dit godsdienstonderwijs door de overheidvoorts wil hij bij predikanten en godsdienstonderwijzers doen aandringen op algemeene gebruikmaking van de bepalingen der wet in deze (hetzij met of zonder bezol diging van wege Overheid of de Kerk). Er werden nog verschillende besprekingen gehouden naar aanleiding van te vor«n ge stelde vragen. Door D r. J. Th. de Visser, van 's-Gra- venhage, werd daarna de Slotrede uitgesproken. Hij gedenkt dan aan wat geno ten werd in deze dagen van samenzijn met mannen en vrouwen die éénzelfde wit bedoe len. Men gevoelde de daarin opgesloten kracht tot opbeuring en zag vermeerderd zijn kennis, verscherpt zijn blik, verruiming van den ge zichtseinder, door wat velen als proeve van hun studie en ervaring schonken. Spr. gedenkt vooral dankbaar de eenheid des geestes op dit Congres en de kracht die daarvan moet uitgaan. Waar anders het pro testantsch geloof onder zoo nameloos veel versplintering lijdt, werd hier op éénzelfden akker, in overleg met elkander, zóó kostelijk zaad uitgeworpen, dat op rijke vrucht voor het Godsrijk is te hopen. Échter kan dit slechts onder deze voorwaarde geschieden, dat ieder al de op dit Congres gestelde eischen in zichzelf waar maakt. Spr. volgt de onder deden van het afgewerkte programma en geeft die nu, door hem in een afzonderlijk bandje gebonden, onder het motto: „De Christel ij ke persoonlijkheid en het onderw ij s" den Congresleden mede. Hij wijst er dan allereerst op, dat niemand zich tot karaktervorming kan opmaken tenzij hijzelf aanvankelijk man of vrouw vau karakter is geworden en dagelijks zich oefent in die beeldhouwkunst. Gedolven wordt naar eigen wezen, Gods „ik" in ons. Van uit dit per soonlijk zielsbestaan worden dan alle gedachten en daden bestudeerd en gecontroleerd, en omgekeerd door dit laatste het eerstgenoemde eerst recht gepeild. Dan leert men kennen eigen aangeboren aard, oorspronkelijken aanleg, natuurlijke gesteldheid. Die reuzentaak van eigen karaktervorming is alleen uitvoerbaar wanneer wij dagelijks ons eigenlijk wezen door de hoogste zedelijke en godsdienstige beginselen laten verlichten en bewerken. Dan krijgt ieder een bijzonderen strijd, om nl. zichzelf te zijn in den hoogsten zin des woords. Dan worden karakters gevormd die elk voor zich weten wat zij moeten doen, wie zij moeten z ij n, die niet anders kunnen doeu dan z o o a 1 s zij het doen en niets anders kunnen zijn dan zooals zij zÜn- Ook hier wordt dan de aanschouwelijke methode gevolgd. Men moet door eigen oogen de geestelijke zoowel als de stoffelijke dingen feeren zien. De onderwijzer vooral moet eigen visie op de geestelijke wereld hebben en be houden. De ware paedagoog aanschouwt zelf, is met het voorwerp zijner aanschouwing één geworden. Het werk van zijn karakter en persoonlijkheid drukt hij op de kinderen over. Karaktervorming in den waren zin bestaat alleen daar, waar het volmaakte al het lagere opzuigt en verteert, waar lust voor plicht, wil voor geweten, het „ik" voor God wijkt. De zon van het hoogst-Objectieve moet dus de plant van het subjectieve zich naar haar aard doen ontwikkelen en vrucht dragen. Aan dit godsdienstonderwijs moet de onderwijzer zich dagelijks onderwerpen. Hij doe dit te ernstiger naarmate de empirische psychologie er meer op uitgaat om elke deur in ons binnenste voor het supranatureele te sluiten. De blik op en de angst voor de geheimzinnige diepten in eigen wezen stalen niet. Dit vermag alleen de gedurige visie op een wereld die deze aarde draagt en waartoe deze ons opleidtde onder worpenheid aan een zedelijke wereldorde, die naar Gods wil, in Zijn Woord geopenbaard, onder de menschlieid moet heerschen de stille aanbidding van en vereeniging met Hem, het complex van al het wijze, en schoone, en goede, den Verlosser van eiken mensch. Doen wij dit niet of ten halve, dan doen we eigen karakter geweld aan. Het openbare school systeem begaat de zonde een onderwijzer in die volle ontplooiing zijner persoonlijkheid te belemmeren. Ook uit eerbied voor het karakter van den onderwijzer ijveren we voor het bij zonder onderwijs. Wij strijden een schoonen strijd. Toonen 'we ons daarbij mannen, die in iiuu karakter leesbare brieven van Christus zijn Van verschillende opvoedkundige stelsels hebben we ons als ondeugdzaam af te keeren. Voor het bestek van het geestelijk huis doet alleen dienst de overtuiging, dat het hart on zer persoonlijkheid aan God verwant is en daarom zijn trekken moet vertoonen. De op voeder moet zijn leerling vastheid en degelijk heid van karakter pogen te schenken door zijn persoon tot God te keeren. Zijn paeda gogiek rekent dus vóór alles met een kinder ziel, waarin het eeuwige is neergelegd, en die niet bestemd is om een exemplaar van een soort, maar een bijzondere persoonlijkheid, een eigen type van een kind Gods, te midden der menschoid, te zijn. Daartoe is leiding noodig die niet forceert, invloed die onzichtbaar werkt, mede- en inle ven {dat machtige zelfverloochening vraagt. Tot dit laatste maakt immers de Christus ieder bekwaam die in Zijn dienst staat en van wien Hij het volgen van het spoor Zijfier zelfver loochening eischt. Letterlijk van allerlei zijden wordt geprotesteerd tegen de nivelleerende richting der revolutionaire theorieën. Hier mee moet gerekend. In zulke omstandigheden dient de aard van den leerling meer dan ooit bestudeerd en ontzien. Gestreden en gebeden moet worden om de Goddelijke bedoelingen met elk kind op zichzelf te leeren verstaan en verwezenlijken. Mannen bij de gratie Gods en ook kinderen van onzen tijd, moeten de on derwijzers zijn. Onze leuze is de volle Christus de opvoeder van onze geheele Nederlandsche jeugd, opdat werkelijk persoonlijkheden worden gevormd. Het onderwijs behoeft daarom nog niet bij de opvoeding achter te staan. Betere hygiënisch inzichten, nieuwe schoolstelsels en leermetho den van gespecialiseerde scholen enz., al ko men zij ook uit niet-Christelijken hoek, kunnen ons van dienst zijn. Allerlei vraagstukken van den tegenwoordigen tijd moeten daarom niet terzijde geschoven worden, maar broeder lijk overlegd. Dit alles om te doen blijken dat het Christelijk onderwijs het beste onder wijs is. Alle geestesstroomingen, stelsels en ontdekkingen moeten nauwkeurig nagegaan, verwerkt en consciëntieus gezuiverd van het verkeerde. Spr. gedenkt dan, wat er reeds gedaan wordt door Christenen ook voor het middelbaar en hooger en voor speciaal onderwijs. Grenzen worden niet getrokken. Zelfs de openbare school wordt binnen de Christelijke actie ge trokken en aangestuurd wordt op een staat kunde, die deze school haar Christelijk karak ter hergeeft. Echter is 't Spr. nog een raadsel hoe de voorstanders dezer Christianiseering zoo weinig doen voor opleiding van Christe lijke onderwijzers voor de openbare school. Het uur moet nog slaan waarop de „Christianiseer- ders" in de practijk aan het werk gaan. Spr. heeft eerbied voor 't beginsel en gelooft zelfs die mannen te moeten steunen, maar Spr's grief is dat men dit practisch onderwijsgebied niet betreedt en alzoo ook niet strijdt tegen het voortwoekerend ongodisme der openbare school. In verband hiermee uit Spr. zijn smart over de verwisseling van ministerie. Spr. schetst dan de toestanden in de groote steden. Hij heeft maar één redmiddel het bouwen van Christelijke of kerkelijke scholen, liefst met een kerk erbij. Dan kunnen nog tal van arbei ders- en middenstandskinderen in het net van het Evangelie worden opgevangen. Spr. wijst op de zware verantwoordelijkheid van die Christenen, die het vorig ministerie in de uitvoering zijner plannen hebben gestuit. Wij moeten echter blijven strijden voor ons ideaalde verovering van het recht voor alle ouders om door den Staat gelijk te worden bejegend ten aanzien van onderwijs en opvoe ding het nastreven der sociale rechtvaardig heid die de armen niet langer noopt vanwege hun geldnood een school voor hun kinderen te zoeken, waar hun Doopsbelofte niet in ver vulling kan gaan het opeischen van de eere plaats als opvoeder onzer kinderen voor den vollen rijken Christus der Schriften. Na een schitterende peroratie besluit Spr. zijn met spanning gevolgde redeWij zweren niet te rusten voordat de laatste tegenstand is gebroken tegen de heerschappij in de school van die beginselen, die alleen in staat zijn de jeugd te vormen tot menschen van karakter, tot kinderen Gods. Burgemeestersvacature te Deventer. Naar de „Ned." uit de beste bron verneemt, heeft de Rurgemeester van Deventer, Mr. II. W. F. Baron van Heemstra, thans zijn ontslag aangevraagd. Het heengaan van den Burgemeester, en dat \*an den Wethouder Mr. Gualthérie van Weezei, is in verband te brengen met de minder goede verhouding tusschen het college van Burg. en Weths. en den Raad, sinds deze in democratische richting zeer is versterkt. Het pantserschip. De Tel. verneemt, dat spoedig bij de Tweede Kamer een supplétoire begrooting zal inkomen waarin de minister van marine den eersten termijn aanvraagt van een pantserschip voor Indië, type Dreadnought. Is het blad goed ingelicht, dan zal de minister te kennen geven, dat hij op behandeling van dit ontwerp in het komend voorjaar prijs stelt. Er schijnt bij een aantal instellingen op handelsgebied, voornamelijk te Amsterdam, het plan te bestaan om, wanneer de Staten- Generaal dit pantserschip mochten toestaan, een oproep te richten tot het Nederlandsche volk ten einde gezamenlijk de gelden voor een tweede soortgelijk schip bijeen te brengen. TER NEUZEN, 14 Oct. 1913. Wederom hebben we Winterdienstop treinen, enz. En wederom kwam Littooij's Reiswijzer de diensten presenteeren. Vooraan treft men reeds de veranderingen in de Prov. stoom- bootdienst aan. Verder ziet men er in opge nomen de stoomtram HansweertVlake, die sinds den Zomer do omnibusdienst ver vangt. En voorts het gemakkelijke boekje door ziende treft men er de nieuwe lijn in aan van het station te Vlissingen naar de Keersluis en stad. Ook in de regeling van het Postkantoor zijn de wijzigingen aangebracht. De Telefoonlijst is weer geheel aangevuld alsmede die van de kantoren. De voorname handelsadressen zijn natuurlijk in zoo'n veel en voortdurend gebruikt boekje, aanwezig. Een annonce er in geplaatst zal niet zonder succes blijven. Ds. J. Fraanje, predikant bij de Geref. gemeente alhier, heeft het beroep aangenomen naar Rotterdam en voor Leiden bedankt. De 18-jarige 11. Vermast alhier, werkzaam aan de cocesfabriek te Sluiskil wordt sinds Vrijdagavond vermist. Zijne gereedschappen zijn bij het magazijn schoongemaakt gevonden. Men vermoedt dat de oppassende jongen, die den laatsten tijd zwaarmoedig was, verdronken is. Met een politiehond zoekende, liep deze voort durend naar het kanaal. Voor de betrekking van tijdelijk ambte naar ter secretarie alhier, hebben zich reeds 11 sollicitanten aangemeld. Hoek. Ons rustige dorp werd Zondagavond omtrent 6 ure opgeschrikt door brandalarm en het luiden der klok. In de bergplaats van den aannemer J. van Drongelen, staande in de Van Wijckhuisenpolder, was brand uitge broken. Door verschillende personen was de brand spoedig gebluscht. De brandweer was spoedig ter plaatse, doch behoefde geen dienst te doen. Alles was verzekerd. Kort bij de bergplaats stond de landbouwschuur van D. Bareman. Zaamslag. Maandag werden de gebr. V. alhier gearresteerd onder verdenking van frauduleuze handelingen te hebben gepleegd in verband met hun faillissement. Gisteren avond zijn ze naar Ter Neuzen vervoerd en hedenmorgen naar Middelburg overgebracht. Maandagavond was het rumoerig op het dorp, de meeningen liepen uiteen, er ontstonden oploopen, zoodat de politie te paard uit Axel arriveerde en de saamgeschoolde meniete uiteen dreef. Zaamslag. Voor de vacante betrekking van Hoofd aan de openbare lagere school in den Groote Huissenspolder hebben zich een tweetal sollicitanten aangemeld. Axel. Op de Staatsbegrooting voor 1914 zijn gelden uitgetrokken, tot een bedrag van f 8700, voor verlenging van den kademuar aan het einde van liet zijkanaal naar de Axelsciie Sassing. De uitvoering van dit werk beoogt verlenging van den kaaimuur aan den zuide lijken oever. Axel. De heer P. van Vliet Pz. slaagde bij het toelatings-examen voor de vakschool voor ingenieur aan de Universiteit te Gent. IJzendijke. Werd onlangs, aldus Zelandia, de voortzetting van den bouw der Electrische Centrale gestuit wegens onvoldoend )materiaal en slechte afwerking, tot dusverre is voor de gemeentenaren nog geen licht ontstoken in de duisternis. Wel heeft het dagelijks bestuur de raadsleden tot een onder onsje uitgeuoodigd met de benoemde deskundigen, doch tot heden is daarvan niets uitgelokt, en wordt aan het werk geen hand uitgestoken, zoodat de ver wachting, dat met het nieuwe jaar de inge zetenen van de moderne verlichting zouden kunnen genieten, wel niet verwezenlijkt zal worden. Hierdoor wordt ons de gelegenheid gegeven voor onze huisinstallatiën poolshoogte te gaan nemen in de naburige gemeente Schoondijke, waar men al eens plotseling in Egyptische duisternis werd gehuld door de onervarenheid van den beambte die met de beweegkracht is belast en geen technicus maar een eenvoudig werkman is. Geraden zal het zijn onze petroleumlampen niet allen op te ruimen, in ieder geval te zorgen dat er een kaars of een ouderwetsche tuitlamp in de huishouding aanwezig is, tot welkj hulpmiddel het voornaamste hotel in onze nabuurtschap ook zijn toevlucht moest nemen. Hoofdplaat. De bietenaauvoer neemt toe en daarmede de bedrijvigheid aan de haven, die aan velen de gelegenheid schenkt een goed daggeld te verdienen. Met belangstelling volgde men dan ook den loop die de weigering van den [havenmeesterveldwachter om een Belgisch schip van 297 ton niet tot inlading toe te laten, nemen zou, welke weigering be rustte op zijn eigenaardige wetsuitlegging dat de gezagvoerder van geen „Hollandsclien" meetbrief was voorzien. Toen echter de be trokken suikerfabriek besloten had een ad vocaat aan te wijzen om de gemeente tot schadevergoeding aan te spreken, trad het hoofd der gemeente tusschenbeiden, die den wetsuitlegger in het ongelijk stelde. De schipper die, verzekerd van schadevergoeding voor zijn ligdag, kalm de dingen die komen zouden af wachtte, kan nu de lading innemen tot groote voldoening der havenarbeiders aan wie dat autoritair optreden van den havenmeester alles behalve welgevallig was, meldt Zelandia. Vlissingen. Het loodstransportvaartuig Coert- sen heeft Zaterdag in den Roompot een lijk drijvende gevonden van een net gekleeden man. Hij droeg een blauw costuum, grijze overjas, bruine schoenen en handschoenen en was gladgeschoren. Wegens de hooge zee kon het niet mee naar Vlissingen vervoerd worden. Verschei dene voorwerpen van waarde, op dit lijk ge vonden, zijn bij den burgemeester-strandvonder aldaar gedeponeerd. Daar men vermoedt, dat het lijk van dr. Diesel is, is diens zoon te München telegrafisch op de hoogte gesteld. Gisterenmorgen is de heer Diesel uit Mün chen te Vlissingen gekomen. Hij herkende de op het lijk gevonden voorwerpen als aan zijn vader te hebben toebehoord. Het is thans dus zeker, dat dr. Diesel verdronken is. Vlissingen. In de laatst gehouden vergade ring van den gemeenteraad werd op voorstel van den heer Staverman eene commissie be noemd van drie leden, om een onderzoek in te stellen naar de grieven, door den directeur der 11. B. S. geuit tegen het beleid van burge meester en wethouders dezer gemeente en om middelen te beramen, die kunnen leiden tot een volledig herstel van de -goede verstand, houding tusschen B. en W. en den directeur-

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1913 | | pagina 2