Uit de Pers. Biniienlandsch Nieuws. Biiitenlaiidsch Overzicht. Korte Berichten. Uit Stad en Provincie. geringer kosten en zonder dat men iemand in zijn levensonderhoud treft, op die manier aan Nederland veel meer landbouwgrond gegeven worden dan door de Zuiderzee droog te leggen. Noord-Brabant, Limburg, Gelderland en Drenthe liggen nog voor misschien wel Vs deel onbebouwd. Honderdtallen boerderijen konden daar na 20, 30 jaren verrezen zijn. Laat men eens nagaan welke pruductieve arbeid in die richting reeds door de Neder- landsche Heidemaatschappij verricht werd Neen, onnoodig is, althans in de eerste kwarteeuw de demping der Zuiderzee onnoodig duizenden visschers het brood uit den mond te stooten. We hebben behoefte aan cultuurgrond, dat is een feitg e e n behoefte hebben we aan grond; dien hebben we vooralsnog in over vloedalléén, niet alle grond iscultuur- klaar! Laat men daaraan zijn volle aandacht eens schenken. Practische Nederlanders doen toch geen dagreizen over iets, wat in enkele uren geschieden kan G. K. Onderwijshervorming. Het Gelderse h Dagblad schrijft Dezer dagen circuleerde in de pers het volgende bericht De Wethouder van onderwijs in Rotter dam, de heer J. van der Molen Tzn., de (^strictsschoolopziener, Dr. J. H. Jennes, en de algemeene inspecteur bij het ge meentelijk onderwijs alhier, de heer G. L. Tondu, hebben zich voor een drietal weken naar het buitenland begeven, om, naar aanleiding van de bekende klachten over de resultaten van het onderwijs, zich in eenige plaatsen in Duitschland en Zwitserland van de uitkomsten van het onderwijs aldaar op de hoogte te stellen. Algemeen wordt over de resultaten van het onderwijs geklaagd. De oorzaken O.i. is in verband met de de uitgebreide leerstof de leertijd hier te lande te kort. Eén jaar moet erminstens bij. Twee jaar zou ons nog liever zijn. 'Natuurlijk zal een verlenging van den leertijd vrij aanzienlijke financieele offers kosten. Ook het arbeiderskind moet deug delijker onderwijs ontvangen. Dan staat het straks sterker in den levensstrijd. Onmisbare voorwaarde voor de onderwijs hervorming is echterde financieele gelijk stelling van „bijzonder" en „openbaar" on derwijs. Er moet samenwerking mogelijk zijn, om het onderwijspeil hooger op te voeren. De politieke schoolstrijd moet nu eens eindelijk uitgestreden worden. Dat'eischt het belang van het onderwijs. Een rijke erfenis. Wie de moeite wil nemen om eens nauw keurig het lijstje te bezien van de wetsont werpen, die in de Kamerzitting van Vrijdag op de agenda der afdeelings-werkzaamheden zijn geplaatst, zal wellicht van verbazing de handen ineenslaan. Zeker zal hij dat doen als hij een trouw bezoeker is geweest van de verkiezingsmeetings van dezen zomer, waarin hij overtuigd werd, of misschien niet overtuigd, maar de be doeling was toch onmiskenbaar dat aan het bewind van het Kabinet-Heemskerk in het belang van vooruitgang en 's lands wel vaart, in naam van ontwikkeling en verlichting en beschaving en hoe al die groote alleen bij de vrijzinnigheid veilige goederen meer heeten mogen hoe eer hoe beter een einde diende te worden gemaakt. In dezen toeleg is men geslaagd. Een nieuwen koers gaat ons Staatshulkje, naar veiliger haven. Het Kabinet-Heemskerk is dood en van de dooden niets dan goeds maar nu zal pas de gulden tijd van verlichting en hervor ming aanbreken. Het kleurde de kim reeds in de Troonrede, al voorspelde de morgen dan ook geen wol- keloozen hemel. In afwachting van hetgeen de toekomst brengen zal, behelpe men zich nu dan vooreerst met de resten van het ver leden. En zoo is de Kamer thans bezig de erfenis van het vorige Kabinet te overzien. Hoe valt het meezegt menigeen in stilte. Zie er die lijst, van wetten eens op aan, die zoo straks in de wetten zullen komen 1 Zoo breed en zoo lang is zij, dat zelfs Schaper's troetel kindje de tien-uren-dag voorloopiggeen kans heeft van gebakerd te worden. De landarbeiders-wet, de regeling van het levensverzekeringsbedrijf, de electriciteitsvoor- ziening, en de middelen tegen de waterver ontreiniging, de levensmiddelenkeuring, en last not least ook de belangrijke onder- wijs-regelingen, die op het rapport der Ineen- sciiakelings-commissie gebouwd zijn staan straks ter tafel. Was dan Heemskerk misschien toch niet zoo heel onbekwaam, en Talma niet zoo ont zettend staatsgevaarlijk, en Regout niet zoo'n fanaticus als men ze heeft afgeschilderd De niet-verpolitiekte kiezer, die zich deze vragen stelt, en kans ziet ze naar waarheid te beantwoorden, zal misschien met lichten wrevel zich al de woorden herinneren, die in Juni en daaromtrent in zoo overstelpenden stroom over zijn hoofd zijn gegaan. Als hij wat zegt, zegt hij „W o r d s, words! En als hij wat doet, dan doet hij als in Middelburg, en blijft thuis als hij wéér wordt opgeroepen om vrijzinnigen in de plaats van rechtsclien te stemmen. Werkelijk, Middelburg, en deze erfenis van het Kabinet-Heemskerk ze spreken geen onduidelijke taal. (De Nederlander.) De toestand van het lid van de Eerste Kamer, dr. Vermeulen, is hoogst zorgelijk. Z. K. H. Prins Hendrik is, vergezeld van Zijn adjudant den heer W. C. Bijl de Vroe, eergistermorgen per D-trein om 7 u. 13 min. uit Duitschland aan het station Apeldoorn aangekomen. Z. K. H. reed in een met twee schimmels-bespannen victoria naar het paleis. De minister van Binnenlandsche Zaken, mr. Cort van der Linden, is met verlof voor een paar weken naar het buitenland vertrokken. De Java Bode van 9 September schetst Gistermiddag bij elven op Priok. Aan de kolenkade lag gemeerd de Tjipanas, groot en statig. Een Chineesch matroosje, ontvluchtend de boot, waaruit roetzwarte adem benemende wolken van kolengruis opstoven, gleed door de douanepoort. Hier werd hij evenwel even „aan den lijve gevoeld", waarbij bleek dat hij niet zoozeer vanwege de roetwolken dë boot had verlaten, als wel om een meer mercan tiele redenin zijn borstzak rustte een blik, gevuld met opium. Voor een actief douaniertje was dit natuurlijk het teeken om op de Tjipanas een onderzoek in te stellen. Hier werd bij een matroos nog een blik opium gevonden. Nadat de jeugdige douane ambtenaar, terecht, had opgemerkt dat ,,'t toch 'n schandaal was", werden de „papieren" opgemaakt en kon liet incidentje als afgeloopen beschouwd worden. V ij f honderd agenten zoek. Van de ongeveer 700 inlandsche agenten, welke Soerabaja bezit, zijn er sinds eenige dagen bijna 50Ö verdwenen. Die lieden k»men kalmweg maar niet binnen. De N. Soer. Crt. merkt hierbij op, dat het reeds haar aandacht getrokken had, dat het in de laatste dagen zoo kalm en rustig was in die stad PORTUGAL. De politieke toestand. Het gaat de jongste republiek van Europa niet voor den wind. Telkens en telkens leest men van aanslagen, oproeren enz. Er gebeurt dus weinig goeds aldus de Rotterd Niet dat er onlusten heerschen, of een inval van monarchisten te wachten zou zijn. Voor het eerste is het nog te vroeg, voor de laatsten is de kans verkeken. Ook maakt het voort durend scherpere toezicht op samenzweerders in Spanje, de voorbereiding van een royalistisch plan steeds moeilijker. Wel echter wordt in het land zelf ijverig gewerkt aan de voorbereiding van een op stand en de oproeren en aanslagen van 27 April, 10 Juni en 20 Juli hebben getoond dat de syndicalisten niet met zich laten spotten en desnoods met geweld hun eischen willen doordrijven. Den zeer moeilijken toestand van het oogen- blik zet een correspondent van de „Köln. Ztg." in een brief van 26 September uiteen. Hij gewaagt van groote teleurstelling, die de republiek heeft gebaard van een algemeene ontevredenheid. Inplaats van den gehoopten en beloofden gouden tijd, ziet het volk dat het leven van dag tot dag moeilijker wordt. De kansen op arbeid worden geringerde vrijheid die be loofd was, bestaat slechts op het papier heden als vroeger worden oproeren mef de wapenen beslechtde mooie exposè's gelooft niemandze geven een valsch beeld van den economischen toestand en doen het goudagio niet dalen. Ook de moraal van den nieuwen staatsvorm heeft danig in aanzien geleden, sedert een reeks van ergerlijke schandalen ontdekt zijn, die in een ander land voldoende waren geweest, om tien ministeriën den nek te breken. Aan de oppositiepers wordt op ongrondwettige manier het zwijgen opgelegddraconische maatregelen worden uitgevaardigd tegen hen, die het republikeinsche bewind veroordeelen. Bovendien maakt dit bewind zich bespottelijk door zijn angsthet zette de verkoopers van prentbriefkaarten met de beeltenis van Don Manuel achter slot terwijl het die van on tuchtige plaatjes ongemoeid hun besmettings- werk laat vervullen op straat en in café's. De Jonpartijdige beschouwer komt daardoor tot de slotsom dat de republiek impopulair is dat zij, slechts een klein aantal machthebbers, zich staande houden door een uitgebreid stelsel van verspreiding jen verklikkiHg. De corres pondent schrijft Machado dos Santos, de eigenlijke stichter der Republiek, Antonio José d'Almeida, de be kende volksleider, Alfredo de Magelhaes, en anderen, die goed en bloed veil hadden voor de Republiek achten eenparig den tegenwoor- digon toestand onhoudbaar Reeds hebben de socialisten een protest tot hun Fransche parti]- genooten uitgevaardigd, waarin zij uitdrukking geven aan hun groote teleurstelling. De schrijver onderscheidt de volgende groepen van ontevredenen, die alle een nieuwe om wenteling prediken le. Machado dos Santos, leider van een groep van ernstige en eerlijke republikeinen. Hij moet veel aanhangers hebben in de marine 2e. Antonio José d'Almeida, met zijn evolu tionisten, hoofdzakelijk uit de betere kringen 3e. de syndicalisten, die wel de eersten zullen zijn om woorden in daden om te zetten 4e. de monarchisten, die aanhangers hebben in allerlei kringen en die zonder twijfel zich het best hebben voorbereid voor een nieuwe revolutie. Tegenover deze vier groepen staat de re- geeringspartij van Affonso Costa. Tot haar behooren - naast betere elementen alle geluksjagers en desperado's, jdie na elke ge lukte revolutie voor don dag plegen te komen. Dank aan deze gewetenlooze aanhangers was zij in staat, een omvangrijken spionnendienst in te richten en die is in den laatsten tijd tot een ware landplaag geworden. Elke auto mobiel op de wegen die op Lissabon uitloopen wordt met een pistoolschot aangehouden en doorzocht. Daarnaast beschikt het revolutionair bewind over de carbonario's naast de militairen een zelfstandige politie Jdie ook over het leger de wacht houdt en over de ge wone politie, die niets te zeggen heeft over de cabonario's. Tenslotte de samenzwering tegen Affonso Costa. Wat deze betreft de radicalen be schuldigen de monarchisten, de moordenaars te hebben gehuurd. Wat daarvan waar is, is niet uit te maken. Een persoonsaanslag is natuurlijk onder elke voorwaarde verwerpelijk, maar wanneer een der afschuwelijkste moorden in de wereldgeschiedenis die op 1 Februari 1908 op Koning en kroonprins [gepleegd verheerlijkt wordt, moet men niet al te ver baasd zijn, als het blad eens keert. In elk geval is iiet onverstandig, door verdachtmaking van de monarchisten, den haat vanhetgepeu- pel wakker te maken. In de pers sprak alleen Antonio José d'Almeida van een „pestbuil die uitgebrand moest worden" en bedoelde daar mede ongetwijfeld den ministerpresident. Maar als de tegenstanders der tegenwoordige regee ring en der republiek met bommen werken, mogen de radicalen zich herinneren van wie zij dat leerden Uiterst hachelijk is de toestand ongetwijfeld weer geworden en binnen afzienbaren tijd verwacht men onlusten. Of die een grooten omvang zullen aannemen is vooruit niet te zeggen. Prins Willem van Wied. De Weensche correspondent der N. R. C. schrijft Ik hoor, dat Prins Willem, die waarschijn lijk den troon van Albanië zal bestijgen, een uitstekend mensch is en wel berekend voor de moeilijke taak, die hem wacht. Hij is groot en heeft een prachtig figuur en een Hinken kop. Een uiterlijk, geschikt om indruk te maken op die zonen der natuur, die zeiven ook een fraai ras belmoren. Hij heeft in barakter veel van zijn moeder, prinses Marie der Nederlanden, die mij afgeschilderd is als een dame van edele inborst, ietwat terugge trokken, met vrij veel gevoel van eigenwaarde, in één woord echt Hollandsch deftig, maar met een hart van goud waar men staat op kon maken. De prins is een hartstochtelijk jager en gold toen hij in Potsdam bij de garde diende als de meest solide Gardecavalerist. Door zijn vlijt en geestvermogens is het hem gelukt in den Duitschen generalen staf te komen, geen slechte opleiding dus voor een vorst, die geroepen is over een krijgshaftig volk te regeeren en een leger in te richten. Hij is vermaagschapt met de souvereinen van Pruisen, Holland, Zweden, Roemenië en Wurtemberg, en hij geldt voor rijk, wat in zoo'n primitief land, waar men veel uit eigen beurs moet betalen, een punt van belang is. Zijn echtgenoote, prinses Sofie von Schönburg, een Roemeensche prinses Cantacuzene, had bezittingen in Roemenië, zoodat zij haar jeugd in dat land gesleten heeft. Van daar haar voorliefde voor Oostersch volksleven en klee derdrachten, voor schilderachtige dorpen en boerendansen. Zij logeerde indertijd veel bij Carmen Sylva, die haar heeft weten uit te huwelijken aan haar neef prins Willem. Zij is een door en door artistieke dame, die op de harp speelt, schildert en gaarne in een Roemeensch costuum looptin één woord als het ware door haar opvoeding en aanleg voor bestemd om op een Balkan-troon te zitten. Zij heeft een zoon, de toekomstige kroonprins van een gelukkig Albanië, naar wij hopen. Roosevelt. Roosevelt gaat naar men weet een groote reis ondernemen in Zuid-Amerika. Het zal een jacht- en studiereis zijn. Mevr. Roose velt en Kernit Roosevelt een zoon gaan mee; verder nog zes geleerden. Zondag vertrok het reisgezelschap naar Rio de Janeiroen den avond te voren was den „kolonel" een afscheidsmaal aangeboden in de New-York Roof. Garden. Van Rio gaat het door Brazilië naar Argentinië en Chili. Roosevelt zal onder weg in alle steden van beteekenis die worden aangedaan redevoeringen houden. De expeditie is echter in hoofdzaak een wetenschappelijke. Zij wordt ondernomen in opdracht van de American Museum of Naturel History, te New-York. Een nieuwe „Pranzin i". CHICAGO, 4 Oct. Bij de arrestatie alhier van zekeren Ilenry Spencer is een merkwaar dige reeks misdaden, door dezen Spencer gepleegd, aan het licht gekomen, aldus de N. R. C. Hij werd gevat wegens den moord, gepleegd op de vrouw met wie hij leefde, de dansonderwijzeres Rexroat. Het heet, dat Spencer koelbloedig bekend heeft, flat hij behalve dezen moord er nog dertien andere heeft gepleegd. Daarvan hadden er elf diefstal ten doel gehadde beide andere waren be dreven op twee politieagenten, door Spencer neergeschoten bij een vlucht. Tien van deze moorden waren in den loop van het afgeloopen jaar gepleegd, vijf van de slachtoffers waren mannen, vijf vrouwen. Enkelen had hij dood geschoten, anderen met een-hamer de hersens ingeslagen. Spencer verklaarde nog, zijn leven lang een dief té zijn geweest. Hij vermoordde vrouwen om haar te bestelen, daar dat zeide hij de gemakkelijkste manier was om in zijn onderhoud te voorzien. Hij bekende nog, ver slaafd te zijn aan het gebruik van verdoovende middelen. De politie te Chicago heeft de verklaring afgelegd, dat Spencer de gevaarlijkste maniak met moordneigingen is, die sedert jaren ge pakt is. TER NEUZEN, 7 Oct. 1913. In de op Donderdag a. s. des voormiddags ten 10 ure, te houden openbare vergadering van den Gemeenteraad alhier, komen de vol gende punten in behandeling Notulen. Ingekomen stukken. Verzoek van D. van Aken in verband met aan de gemeente te leveren drukwerk. Voorstel inzake verordeningen armenver zorging. Regeling jaarwedden personeel school B. Bijdragen voor pensioen gemeente-ambte naren. Vaststelling rooilijn. Voorstel inzake verkoop faecaliën. Voorstel af- en overschrijving in de begroo ting voor 1913. Voorstel wijziging begrooting 1913. Voorstel inzake hët inrijden van de Noord- straat van eene zijde. Voorstel inzake het aangaan met het rijk eener dading. Vaststellen supplet. kohier hondenbelasting. Ontheffingen belastingen. Wij verwijzen onze lezers naar de in dit blad voorkomende Winterdienstregeling der treinen. Vooral lette men er op dat de trein uit Axel des middags 10 minuten vroe ger afrijdt als voorheen. Reeds kwart over een is deze trein te Ter Neuzen. Zaterdagavond is op 47-jarigen leeftijd overleden, de heer D. Tolhoek, adjunct-com mies ter gemeente-secretarie alhier. Reeds lang was hij ziek en door den raad was hem toezegging gedaan tot in het volgend jaar van zijn volle salaris te blijven genieten. Sinds 1897 was hij in dienst en begon toen als bode. Met hem ging een voorkomend ambtenaar heen. Gisterenmiddag was het ongeluk na ongeluk. Om 2 uur zou de wagen van den gemeentelijken ruimingsdienst in de- schuit die bij de Axelsche brug lag, geledigd worden. Door het niet-stilstaan van het paard ging de wagen achteruit, zoodat hot paard daardoor op de schuit stortte, met het treurig gevolg dat het beest met de hartstreek op een rechtopstaande schroef terecht kwam en deze hem in zijn lijf drong. Het dier was direct dood. Met een lier van het schip van den schipper Leunis werd eerst de wagen, die vooraan nogal beschadigd is en daarna het paard op den wal gebracht. Zooals bekend is, treft dit den voerman Vercoutereu, van wien het een paard was. Om half vijf ongeveer gebeurde aan den nieuwen weg, even over de Axelsche brug, wederom een ongeluk, echter van ernstiger aard, daar het hier een menschenleven had kunnen kosten. Wonderlijk dat het nog zoo goed afgeloopen is. De 10-jarige Anna was op weg naar het spoor, om haar vader koffie te brengen. Van den landbouwer L. deRegt, kwam er een ledige wagen aangereden, be stuurt door een 14-jarigen knaap. Het meisje raakte onder den wagen en kreeg een trap van een der 'paarden, waardoor zij hevig bloedend opgenomen werd en in bewusteloozen toestand in een café werd gedragen. De doktoren waren afwezig. Apotheker Klaassen legde het eerste verband. Daarna kwam Dr. Van Rompu, die juist hier vertoefde en daarop Dr. Spruitenburg. Het kind mocht naar de ouderlijke woning vervoerd worden. De knaap was zeer verschrokken en bij het ziekenhuis ging zijn span op hol, doch kwam bij den landbouwer Zegers in de haag tot stand. Door den Kantonrechter is benoemd tot lid van de commissie van aanslag voor de Bedrijfsbelasting alhier, de heer J. J. de Jager, lid van den gemeenteraad. De benoemde komt inplaats van den heer G. Wieland, die om gezondheidsredenen be dankt heeft.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1913 | | pagina 2