Antirevolutionair voor nieuws* en Advertentieblad Zeeland. feuilleton." Langs eigen Spoor. Uit de Pers. No. 1056. Woensdag 1 October 1913. lle Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnea Ter Neuzen ƒ1,-. Franco oeroost: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen, bij den Uitgever D. H. L.TVOOU Az. te TER NEUZEN, 'inzending van advertentlSn vóór uren op den dag der ""gave^ ADVERTENTIËN: Van 1-4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. te bezorgen bij den UITGEVER Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. V Het pleidooi van mr. Groot in zake de aanklacht tegen den onderwijzer Le M. Het eind van deze groot opgezette zaak is een eenvoudige te laste legging van mishan deling van twee meisjes door den beklaagde. Groot opgezet, want onder de nawerking van de politieke hartstochten altijd een slecht ding, de politiek is de politie tegen dezen eerzamer- onderwijzer, die misschien wel de fout had begaan het bijzonder onder wijs te dienen, opgetreden als tegen een groot moordenaar. Wat heeft de beklaagde gedaan Niets anders dan wat elk uur van elkon dag gebeurt op bijna elke school in ons va derland. Hij heeft een paar lastige kinderen een klap of een duw gegeven. En toen, geheel toevallig uit geheel andere oorzaken een dier kinderen eenige dagen later overleed, moest en zou de beklaagde de oorzaa,k zijn geweest van dat sterven. De politiek is toch een gek "fciiter: de berg heeft een muis gebaard. En gaan wij nu eens een juridische.sectie toepassen op dat muisje, zooals de genees- lieereu een technische sectie hebben toegepast op het overleden meisje, dan ben ik overtuigd, dat blijken zal, dat ons muisje van eene zeer zwakke en slechte consitutie is geweest en maar hoe gauwer hoe liever geheel onder den grond moet gestopt worden. Er is dan te laste gelegd: opzettelijke mis handeling. Er zal dus bewezen moeten zijn, dat deze beklaagde het opzet heeft gehad om te mishandelen. Gaan we nu de geschiedenis na van het artikel in ons Wetboek over de mishandeling dan blijkt, dat mishandeling in 't oorspronkelijk ontwerp werd omschreven als: opzettelijk toebrengen van lichamelijk leed aan een ander." De commissie van Rapporteurs vond dit echter te ruim en wilde zoodanige om schrijving, dat de castigatio paterna (ouder lijke kastijding) en dergelijke er buiten viel en dus niet strafbaar zou zijn. De Minister van Justitie erkende het be zwaar der Commissie van Rapporteurs (ver gelijk Noyou apart 300 Sr.) Daa-uit valt de conclusie te trekken, dat men van den beginne af de castigatio paterna (ouderlijke bestraffing) heeft willen houden buiten het begrip mishandeling. Nu ïstuch- 33) door ZELAND1A. Frans lachte schamper. Vroom! O, vader is ook vroom. Dat weet jetweemaal op een Zondag naar de kerk zonder mankeeren. Voor die vroomheid heb ik tegenwoordig heel weinig crediet meer. „Frans", zei Kaatje ernstig, „och, laat vader er toch buiten." Ze begon hoe langer hoe duidelijker in te zien, dat de liefde voor zijn vader in Frans geheel verdwenen wasja, al wou ze het zich uog niet ten volle er kennen, dat de liefde op het punt stond te verkeeren in haat. En dan," vervolgde ze, zülk een vroomheid waaraan jij denkt, bedoel ik niet. De echte vroomheid zit 'm niet alleen in kerkgaan. Maar ik neem je dat niet kwalijk, ik zelf heb er óók lang zoo over gedacht. De echte vroomheid zit er niet buiten op, maar van binnen. En zóó is het niet juffrouw Harder. „Je bent wèl veranderd, Ka!" kon Frans niet nalaten te zeggen. Kaatje antwoordde daar niet op. Zeker, ze was veranderd, door Gods genade en dat maakte haar stil. tiging door een onderwijzer niets anders dan castigatio paterna. Want op school oefent do onderwijzer het onderrecht uit. Bovendien was op deze school het kastijden aan de on derwijzers niet verboden. Mishandeling was hier dus met de opzet niet het doel. Indien we hier van mishandeling kan spreken, dan was ze middel en geen doel. De kastijding was hier middel tot het afdwingen van gehoorzaamheid, waai toe elke leerling verplicht is. Had de beklaagde liet zuiver doel gehad om te mishandelen, dan pas was hij strafbaar geweest. Bovendien was het middel hier een jui s en geoorloofd middel, daar liet t doel n et voorbij streefde en er hier geen kwestie was van drift of wraakzucht. Het hoofd zijner school acht den beklaagde dan ook tot mis handeling niet in staat (Vergelijk diens ver klaring voor den Rechter-Commissaris). E wat de geslagen kinderen betref bij het over leden meisje hebben de geneesheeren geene verwondingen kunnen vinden en bij het nog levende meisje heeft de moeder met eens kunnen verklaren, of ze bijv. blauwe plekken op haar rug had. En de kinderen in school lachten om de klappen, die de meester gaf, ook al een bewijs, dat het hier lieusch geen mishandeling was. Dat eene modica castigatis, ook al veroor zaakt zij pijn, niet strafbaar is, waar t eind doel niet was pijn te doen, maar het kind te beteren, is ook de meening van Heemskerk en Polenaar (pag. 375 al. II). Maar indien nu deze beklaagde eens liet opzet zou gehad hebben om te mishandelen dan zou toch het wettelijk bewijs voor dat opzet geleverd moeten zijn. Het opzet is uitdrukkelijk ontkend. En met de verklaring van dat ééne kind kan toch zeker nooit dat opzet bewezen worden. Meer bewijs ontbreekt absoluut, het misdrijf, waar van 'beklaagde wordt beschuldigd is dus met bewezen, beklaagde is dus met strafbaar. Ook mag beklaagdes bekentenis, dat hij geslagen heeft, niet gesplitst worden te-zijnen nadeele - aldus leert de Hooge Raad (11 Oct. 18De rechtbank heeft dus beklaagdes bekentenis in haar geheel aan te nemen, met de bijvoe ging er bij„ik deed het zonder opzet, pijn aan te doen. Doet de rechtbank anders, dan is er geen W Wel iïiaier in 1902 de H. R. op deze leer teruggekomen, maar in den alterlaatsten tnd is hij weer uitdrukkelijk teruggekeerd tot de oude leer. (Vergelijk de arresten in W. 7349 en 9011 en de arresten, opgenomen in de Ze waren nu langs een omweg aan de andere zijde van het dorp genaderd. „Weet je, wien ik in den trein hierheen heb ontmoet, Kaatje „Nee, hoe zou ik." „Schrik niet hoor. Emile Bekkers Even trok een sombere schaduw over haar stille trekken. Toen zei ze„Laat ons over iets anders PratDadelijk. Toch moet ik je er iets van vertellenen je zult nog te ^blijer wezen, dat je intijds van hem afkwam. En hij vertelde met weinig woorden, wat hij op réis had gehoord en gezien. Kaatje ontroerde er van. tWas alsof ze den afgrond voor haar voeten zag gapen, waaraan ze had verkeerd. Toch voelde haar medelijdend hart deernis met den diep ge vallene en diens moeder. „Waar moet-ie vannacht blijven. Alleen hier, zonder geld en onbekend Ik weet het niet. Ik heb het hem ge vraagd en hij zei dat-ie het niet wist dat 'them ook niet schelen kon. Waar hij nu is, is me ook niet bekend. Hij bleef staan, waar hij stond en ik ben doorgeloopen. Ze gingen zwijgend verder en naderden het dorp. Weldra stonden ze voor het smidsliuis. Nederlandsche Jurisprudentie op blz. 256 en 83Do Hooge Raad neemt bij de allernieuwste jurisprudentie aan, dat de bekentenis van den beklaagde moet dekken, hetgeen bg de dag vaarding is gesteld, dus lner had beklaagde moeten bekennen, dat lig het opzet heeft gehad tot mishandelen, dat het slaan doel was en geen middel. Dat is niet geschied. Resumeerende, kan beklaagde niet gestraft worden le. omdat hij niet het opzet had leed te doen, maar gehoorzaamheid af te dwinge, 2e. omdat al ware het anders het wettelijk bewijs niet geleverd is W at dat betreft, staat eene vaste jurisprudentie aan Ten 'slotteer moet aan dezen beklaagde maar zoo gauw mogelijk worden goedgemaakt, wat aan hem om andere dan juridische redenen is misdaan. V Het beleid van den Gouv.- Generaal. Steeds maar weer komen Indische bladen bevestigen, hoe voortreffelijk liet beleid van Gouv.-Gen. Idenburg is geweest ten opzichte van het optreden der Sarekat-Islamieten en der Indische-partijgangers. Inzonderheid blijkt dat uit wat de Sum. Post schrijft over de audiëntie op Koningin's verjaardag ten paleize van den Gouverneur-Generaal. Ze was druk bezocht, door de twaalfde groep echter wel licht minder dan anders. Dit moet om de belangrijke redevoeringen jammer worden ge acht. De regeering werd daar, door een toe spraak van mr. 's Jacob, uitgelokt, zich uit te spreken over de jongste beweging mdelndo- Europeesche en in de ïnlandsche wereld. De Gouverneur-Generaal wees op liet streven naar assimilatie van de Westersche cultuur door het. Oosten, met behoud van e.lks bij zonder karakter. Het streven werd door de Nederlanders en door de regeeringen met svmpathie begroet ondanks de verkondigingen van de Indiërs, die op de practijk van liet volksleven vooruit ijlen en de harmonische ontwikkeling en den vooruitgang zouden be dreigen Ter wille van de beweging zeil, zal de regeering zich krachtig stellen teeen alles wat buiten de grenzen treedt, der beweging treedt zij overigens met vertrouwen tegemoet. Op de vertrouwensvolle vraag, of de regeering de beweging doorvoelt en meester is, ant woordde de Gouverneur-GeneraalDe „regee ring geeft zich volkomen rekenschap van haar plicht in dezen, hoe zij hetjdlereerstjlej-uBt i Ik zal maar eerst even binnengaan en ze I inlichten," zei Kaatje. „Wacht lner even voor de deur, wil-je?" Ga-je gang," zei Frans en wachtte. Kaatje ging naar binnen en deelde in weinig woorden de toedracht der zaak aan den smid en diens vrouw mede. „Laat hem gerust binnenkomen. Moet-ie nog langer buitenstaan Had hem toch da delijk meegebracht, kind." Een oogenblik later stond Frans in het vriendelijk woonvertrek van den smid. Hij werd er hartelijk ontvangen. Zoowel de smid als diens vrouw beijverden zich, hem zich recht op zijn gemak te doen gevoelen. Frans gebruikte het avondeten mee. Onder hand kon hij de oogen niet van juffrouw Harders afhouden. Telkens moest hg, na het gehoorde van zijn zuster en het verhaal zijner moeder, haar aankijken. En ook hem viel de groote gelijkenis op met zijn moeder. Zoo moest deze er voor een goede twintig jaar ook hebben uitgezien. Na den maaltijd kwam het uurtje van ver trouwelijk gesprek. Zonder indringerig te willen zijn, informeerde de smid naar de hui selijke omstandigheden v£n Kaatje. Hij ont ving slechts zijdelingsche antwoorden, maar begreep toch, dat er iets aan haperde, dat er iets verborgen werd gehouden. en de orde heeft te handhaven en daardoor ongestoord de ontwikkeling te verzekeren Zij is tot de vervulling van dien plicht vol komen in staat en bereid. Zij doorziet zeer wel, wat er geschiedt in de verschillende groepen van de bevolking en zij wem, dat zij den toestand volkomen beheerscht en dat er voor onrust geen reden is." De redevoering werd mét zeer groote kracht uitgesproken. Zij maakte op de aanwezigen een diepen indruk en werd met afwijking van de gewoonte levendig toegejuicht. De bladen te Batavia schrijven algemeen waardeerend over de rede door den Gouver neur-Generaal gehouden. Zij spreken hare verheugenis uit over zijn krachtige taal. Uit anderen hoek komt nog een vleiend ge tuigenisde De li-C ou rant schrijft over de houding van Idenburg Deze houding was zeer sympathiek. En al neemt dat niet weg, dat ze onze meening omtrent de kerstemngspohtiek met kan ver anderen, toch doet het goed, hier den G.-G. aan een andere zijde te leeren kennen. En het doet ook goed dat te constateercn. Daarin immers zien we tevens de belofte, dat jegens de relletjes, die ons de laatste dagen geseind werden, krachtig zal worden opge treden. En het heden opgenomen telegram over de relletjes van Toeban waarbij bij Sarekat Islam-leden weer een rol blijken te spelen, kan meteen dan wel eens een aan snoring zijn om het hoofdbestuur of de afdee- iingsbesturen, afzonderlijk, een laatste waar schuwing te geven De resident van Soerabaja, voorstander van de S.-L, mag dan denken, dat krachtig optreden niet noodig is jegens zulke onduldbare handelingen van eigen rech ting door de massa, hij wete, dat de G.;G. in deze beweging getoond heeft, met met zich te laten spotten. En dat zal noudig zijn ook, zegt de Neder lander. In sociaal-democratische richting. Wij lezen in de r. kath. Maasbode: Nog altijd staan daar in het program der vrijzinnige concentratie de kloeke fiere woorden De hoofdbesturen van de drie vrijzinnige partijen zijn met elkander in overleg getreden om 'te overwegen, wat in deze ernstige omstandigheden de taakjs der vrijzinnigen Zij oordeelden, dat het noodzakelijk is met behoud van eigen zelfstandigheid de handen ineen te slaan, ten einde gezamenlijk de gevaren te kunnen afwenden, die het Het gesprek begon te stokken. Het hinderde zoowel gast als gastheer en gastvrouw. Vertrouwen kan men niet afdwingen kon Frans het schenken Zou dan niet de volle schande blootkomen Kaatje had reeds geruimen tijd gezwegen. Ze wilde er een eind aan maken. Ze ver stoutte zich en vroeg „Juffrouw, hebt u nog een zuster Toen ze het had gevraagd, bonsde haar het hart in de keel. Juffrouw Harder zweeg eerst eenige oogen- blikken. A Toen zei ze „Ik kan het je met zeggen, kind. Een hoog rood kleurde Kaatjes gezicht. Was ze onbescheiden geweest? Ze had het toch niet bedoeld. Er heerschte een pijnlijk zwijgen. Neem u me niet kwalijk," begon Kaatje eindelijk, „ik heb het niet uit enkel nieuws gierigheid gevraagd. Maar het was misschien beter het niet te doen in elk geval wou ik niet onbescheiden zijn. U is er toch niet boos over, juffrouw Juffrouw Harder stond op en haalde een album te voorschijn. Ze sloeg een paar bladen om en lei het boek open voor Kaatje en Frans neer. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1913 | | pagina 1