Korte Berichten.
Uit Stad en Provincie.
Kerk en School.
Laiidboiiwberichten.
kwam en binnen "korten tijd was de vrouw
met het lijk volkomen verteerd, zoodat de
beide politieagenten, die omstreeks drie des
middags aan de verbrandingsplaats kwamen,
daar niets anders aantroffen dan een hoopje
smeulende ascli en wat beenderen. De inspec
teur verscheen een uur of twee later ter
plaatse en begon een onderzoek, later bijge
staan door den districtsmagistraat.
Bij het verhoor ontkende Ram Dyal, dat
hij ghi over de vrouw had gegoten, maar het
getuigenis is tegen hem. In ieder geval is
het bewezen, dat bij de vrouw tot tweemaal
toe ghi heeft gegeven. Het punt, wie den
brandstapel heeft aangestoken, blijft natuurlijk
altijd duister.
„Het is duidelijk", zegt de rechter, dat het
plan, om sati te plegen van de vrouw zelf
uitging, dat zij de geestelijke leiding had in
het geval, ofschoon liet, instemmen met haar
verlangen en de aanwezigheid van een groote
menigte haar vermoedelijk indirect hebben
aangemoedigd. Ook heeft niemand een wette
lijk verzuim gepleegd te haren opzichte behalve
dan de dorps-chaukidar, wiens plicht het ware
geweest, haar met geweld weg te trekken
van den brandstapel. In dit geval is er dus
alleen sprake van een komplot, dat ten doel
had, tot de daad aan te sporen.
Alle beschuldigden zagen, of althans meenden
te zien zekere teekens en wonderen, die allen
naar eenzelfde doel heenwezen. Een meisje,
dat de vermetelheid had gehad, zich kort na
Ram Lal's sterven op een bank neer te zetten
vlak bij het lijk, werd door een blik van Jai
Debi lam geslagen en met kracht heen en
weer gesmakt door een onzichtbare hand. Zij
kwam eerst tot rust, nadat de vader de ver
giffenis van Jai Debi had verzocht en verkregen.
Ook wordt verteld, dat Jai Debi een stuk
brandende kamfer tusschen de handen hield
zonder blijk te geven van pijn of wonden en
dat zij haar de oogleden hebben ingesmeerd
met de gloeiende ascli van de kamfer, waarna
hare oogen een verschrikkelijk en vlammend
aanzien kregen. De geldstukjes, die zij over
de baar strooide, terwijl de stoet naar de
verbrandingsplaats ging, moeten nooit den
grond hebben bereikt, maar verdwenen in de
lucht. De beschuldigden verklaren, dat zij
alle deze wonderen zagen en er tot op heden
in gelooven.
Wat betreft het strooien van geld, vruchten,
bloemen enz. over het lijk en over den brand
stapel door de weduwe, de verdedigers ont
kennen dat dit iets ongewoons is, maar de
rechter zegt vernomen te hebben, dat dit
geen gebruik is nu, maar vroeger onafscheide
lijk verbonden aan de satiriten. Voorts is het
zeker, dat Jai Debi hen met vervloeking
dreigde voor 't geval zij haar mochten ver
hinderen, haar plan uit te voeren.
De bijzittende rechters, een Muzelman en
een Hindoe, steunden vooral op dit laatste
bij het geven van hun eindoordeel, dat een
niet-schuldig inhield voor de beklaagden. Zij
meenden, dat die hun best deden met dé
vrouw er af te houden door haar vuur te
weigeren en dat de vrees voor den vloek der
sati hen geheel beheerschte.
De rechter verschilde van meening met hen,
maar wenschte het maximum van tien jaar
celstraf niet toe te passen. Ram Dyal en
Drodraj kregen dus twee jaar en de drie
anderen ieder achttien maanden de laatsten,
omdat zij behulpzaam waren bij het maken
van den brandstapel. De veroordeelden zijn
in hooger beroep gegaan.
Van een priester aan Kalighat verneem ik,
dat het laatste wettig veroorloofde sati-geval
hier plaats greep ongeveer 40 jaar geleden in
de buurt van Tollygunge. De zegsman was
toen een jongen van een jaar of zeven.
De vrouw moest volgens het gebruik vooraf
haar hand boven een brandende lamp houden,
om haar op de proef te stellen. Die ge
schiedenis met het brandende stukje kamfer
zal dus wel wat anders beteekenen dan een
wonder. Had de rechter dat geweten, dan
waren de beschuldigden er zeker zoo ge
makkelijk niet afgekomen.
BERLIJN, 25 September. Uit Belgrado
wordt aan de Lokal-Anzeiger geseindUit
Driba trokken Albanecsche benden, ter sterkte
van 20,000 man, plunderend en moordend in
twee afdeelingen naar Stroega en Kitsjewo.
Vele aanzienlijke Servischgezinde kooplieden
zijn vermoord. De commandant van het Alba-
neesche expeditie korps, kolonel Andjelkowits,
zond slechts een compagnie tegenover de Al-
baneesche overmacht uit. Zij hield heldhaftig
tot den laatsten man stand, maar werd met
haar vier officieren geheel in de pan gehakt.
De Servische troepen concentreeren zich op
7 K.M. van Dibra en Kitsjewo. Zij hebben
bevel gekregen niet te wijken, maar verster
kingen af te wachten, waarvan reeds de uit
8 regimenten bestaande Drin-divisie onderweg
is. De Montenegrijnen, die eveneens gemo
biliseerd hebben, concentreeren hun troepen
tegen Djakowa.
Volgens een telegram uit Belgrado aan het
Berliner Tageblatt, stellen de Servische bladen
het voor alsof de Albaneezen van Oostenrijk
uit opgestookt worden. De regeeringspers,
zoo seint men aan dat blad uit Belgrado, wijst
erop, dat de oorzaak van de tegenwoordige
woelingen noch in Servië, noch in Montenegro,
noch in de bij Servië behoorende Albaneesche
bevolking te zoeken is, maar in het onaf
hankelijke Albanië, waar buitenlandsche
agenten de bevolking opstoken. Uit de om
standigheid, dat de opstandelingen bijna uit
sluitend katholieke Albaneezen zijn, moet men
opmaken, zeggen deze bladen, dat de ophitsers
door een katholieken staat uitgezonden zijn.
Italië is deze staat niet, want het heeft er
geen belang bij om Albanië in onrust te houden
en doet zelfs moeite om zijn handelsbetrek
kingen met Servië en Montenegro te regelen.
Oostenrijk's naam wordt niet genoemd,
maar het is heel duidelijk, dat men op dezen
staat het oog heeft.
Uit Belgrado wordt aan de Lokal-Anzeiger
geseind Teekenend voor den ernst van den
toestand is, dat er voortdurend zittingen van
den ministerraad worden gehouden. Minister
president Pasjitsj, die met zijn familie in
Biarritz was, is telegrafisch naar Belgrado
ontboden' De Albaneezen hebben ook Kitsjewo
ingenomen. De Albaneesche bevolking in het
nieuwe Servische gebied maakt gemeene zaak
met de binnenrukkende Albaneezen. Lang
zamerhand breidt de opstand zich uit. De
Albaneezen naderen de stad Stroega. Een
minister verklaarde, dat binnen drie dagen
de Servische troepen tot versterking van het
garnizoen zouden aankomen en dat in tien
(lagen de heele Albaneesche opstand, waaraan
men te groote beteekenis hecht, onderdrukt
zal zijn. De bladen te Belgrado sporen de
regeering aan, zich niet met het onderdrukken
van den opstand tevreden te stellen, maar
Albanië te bezetten.
(N. R. C.)
TER NEUZEN, 26 Sept. 1913.
Woensdagmorgen hoorden we in onze stad
omtrent 11 uur de klok van het stadhuis
kleppen. Een zacht geluid wat bij een uit-
slaanden brand wel wat luider moest zijn.
Blijkbaar was het toren-uurwerk niet iu orde
om zwaar te kunnen luiden.
Het werk werd in den steek gelaten en
ieder spoedde zich naar de Kerkstraat waar
de brand in het pakhuis van apotheker
Klaassen woedde. Aanvankelijk liet het zich
ernstig aanzien, de vlammen sloegen hoog op.
De spuiten der gemeente-brandweer en een
spuit uit de kazerne met de noodige man
schappen waren zeer spoedig aanwezig. De
vrijwillige brandweer kon hare diensten niet
presenteeren, doordat de machine nog niet
in orde was, die bij den brand aan het spoor erg
beschadigd is. Water werd er echter niet bij
zonder vlug gegeven. Doch toen er eenmaal
voldoende toevoer van water was, werd er
krachtig gespoten en een massa water bluschte
toen spoedig het vuur. Dit was gelukkig,
alsmede een voorrecht dat het blad-stil was,
want naast genoemd pakhuis is het pakhuis
van Mej. de Wed. Donze gelegen, waarin olie
enz. wordt geborgen. Aan de andere zijde
grenst het pakhuis van den heer Jurry, dat
gevuld is met Kapok, Zeegras enz. Weldra
werd met brandhaken het pakhuis uit elkaar
getrokken. De brandbare stoffen waren nog
bijtijds er uit verwijderd kunnen worden. Om
12 uur was het gevaar geweken en de brand
zoo goed als gebluscht. Er was flink gewerkt
en goed aangepakt. De oorzaak schijnt te
zijn dat een\ tweetal kinderen van den heer
KI. met lucifers in het pakhuis aan het spelen
waren geweest en daardoor de lichtontvlam
bare stoffen die er zich in bevonden spoedig
voedsel gaven.
Autoriteiten waren op het terrein aanwezig.
Woensdagavond werd alhier eene open
bare vergadering gehouden wan wege de afdee-
ling van den bond voor vrouwenkiesrecht.
Deze vergadering matig bezocht in hoofdzaak
door dames, werd geleid door mej. Hoevenaer
van Aerdenhout van Haarlem, terwijl mevr.
De Vries—Van der Reijden, van Ginneken,
in een warm pleidooi de noodzakelijkheid van
vrouwenkiesrecht bepleitte als een gevolg van
de veranderde maatschappelijke omstandig
heden.
Mej. C. S. de Groot, uit Rotterdam, hield
een voordracht waarbij zij tevens haar stand
punt uiteenzette.
Verschillende personen traden als lid tot
de afdeeling toe.
Tot tijdelijk Hoofd der Openb. Lagere
School in den Grooten Huijssenspolder te
Zaamslag is benoemd de heer Jac. Jansen, tot
op heden aannemer te Ter Neuzen.
Aan de rijksnormaallessen te Axel is
benoemd tot onderwijzer in de natuurkunde
en gezondheidsleer de heer W. Wieberdink,
hoofd der M. U. L. O. school te Ter Neuzen.
Axel. Bij beschikking van Z. E. den Min.
van Binnenlandsche Zaken is met ingang van
1 Oct. benoemd tot directeur van en onder
wijzer in de Vaderlandsche geschiedenis aan
de rijksnormaallessen en de daaraan voorbe
reidende klasse te Axel de heer D. A. van
Houte, hoofd der o. 1. s. aldaar.
Op het politiebureau te Middelburg ver
toeft thans een 17jarig meisje, Wilhelmina
Adriana van Opdorp, geboren te Biervliet.
Zij verloor al vroeg haar moeder en werd
door haar vader verlaten. Deze trok na alles
verkocht te hebben naar Amerika. Het meisje
diende te Middelburg en te Vlissingen, maar
is thans zonder betrekking, zonder familie en
zonder vrienden. Er zal getracht worden deze
zwervelinge aan een goede betrekking te
helpen.
AXEL.
De uitslag van de Woensdag gehouden
loting voor de Nationale Militie voor deze ge
meente is als volgt
s
(->
w
O
NAMEN
LOTÊLINGEN.
4
20
5
22
13
10
27
21
11
3
24
2
23
9
28
19
6
17
7
16
1
8
26
18
25
14
15
12
van Alten Marinus.
van den Berg Constantinus Anthonius,
de Bruijne Meeuwis.
Dieleman Adriaan.
Dieleman" Pieter.
Dieleman Willem Mattheus.
den Engelsman Marinus.
Faas Dirk.
Le Feber Adriaan Pieter.
de Feijter Cornelis.
Freekenhorst Joost Daniël.
't Gilde Abraham Thomas.
Haak Jacobus.
Heijnsdijk Willem Gijsbregt.
Jonkman Johannes Cornelis.
Lourens Adriaan.
Mangold Pieter Cornelis.
Marijs Pieter Leendert.
Oppeneer Marinus.
de Pooter Pieter.
de Putter Cornelis.
de Regt Adriaan Jan.
de Regt Marinus.
de Smet Eduardus.
van Tatenhove Cornelis Marinus.
Vermast Augustinus.
van de Vijver Joannes Fr.
Yzebaart Marinus.
Naar de Breskensche courant verneemt
zullen de aandeden, welke reeds voor een te
Sluis te stichten coöperatieve suikerfabriek ge
nomen waren, gedeeltelijk overgaan naar de
fabriek, welke te Middelburg wordt opgericht
zoodat eerstgenoemde fabriek komt te vervallen,
Een 17-jarige jongen uit Vlissingen, die
te Rotterdam tevergeefs getracht had aange
monsterd te worden bij de IIolland-Amerikalijn
en die aldaar zonder geld rondzwierf, heeft
getracht kosteloos in zijn woonplaats terug te
keeren. Dit is hem gedeeltelijk gelukt. Van
Rotterdam tot Roosendaal maakte hij de reis
zonder kaartje in den trein mede, maar toen
prefereerde hij een plaats op de buffers. Op
die weinig benijdenswaardige zitplaats heeft
hij ongeveer twee uur doorgebracht totdat
hij te Arnemuiden ontdekt werd. Van hieruit
werd naar Middelburg geseind en werd hij,
bijna aan zijn doel zijnde van de buffers af
gehaald. Door den waarnemenden stations
chef werd proces-verbaal opgemaakt en de
jongen aan de politie overgeleverd, die hem
naar zijn woonplaats overbracht.
Geref. Kerke*).
DrietalTe KampenJ. C. Brussaart te
MeppelR. W. Huizing te IJmuiden en W.
H. Oosten te Scheveningen.
Tweetal: te Voorthuizen: L. J. C. Kreijtte
Huizum (bij Leeuwarden) en C. J. de Kruijter
te Oostkapelle.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Ede P. Zandt, te IJselmuiden
te Mijnsheerenland H. II. van Ameide te
Noordwijk aan Zeete de Meern de lieer Tb.
L. Haitjema, cand. te Rozendaal (N. B.)te
Meerssen, A. Steenhouwer te Maastricht.
(Van onzen Landbouw-Medewerker.)
Hoe er vóór den winter voor de rogge, de tarwe
en de gerst gezorgd moet worden.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
W
0
o
DER
Do rogge verlangt een diep losgemaakten grond,
die vóór het zaaien voldoende bezakt is. Men moet
dus het land op behoorlijke diepte ploegen, de
laatste maal minstens 14 dagen vóór 't zaaien.
De grond mag niet te vaak bewerkt en daardoor
te veel verkruimeld worden. Hij moet, ook in de
diepere lagen behoorlijk losgemaakt worden, maar
aan de oppervlakte eenigszins kluiterig blijven.
De rogge eischt een vrij sterke bemesting. Wan
neer men nagaat, dat een vrij groote oogst per
Hectare ongeveer 81 K.G. stikstof, 44.5 K G phos-
phorzuur, 85 K.G. kali en 20 K.G. kalk bevat, dan
begrijpt men, dat het roggeland zeer vruchtbaar
moet zijn. En daar de rogge zeer goed verschen
stalmest verdraagt en gewoonlijk op lichtere gron
den verbouwd wordt, heeft men wat de kunstmest
betreft in de eerste plaats te zorgen voor kali en
phosphorzuur. De kali kan gegeven worden in
den vorm van kaïniet. Een hoeveelheid van 600
800 K.G. kainiet blijkt in de meeste gevallen zeer
loonend te zijn.
Ook de tarwe, die gewoonlijk op zwaardere
gronden verbouwd wordt, eischt een wel lossen,
maar niet te veel verkruimeiden grond. Vooral
aan de oppervlakte moet hij kluiterig blijven, om
niet te v'eel dicht te slibben. Met het oog op het
tegengaan en verdelgen van onkruid is het ge-
wenscht de tarwe op rijen te zaaien. Ter voor
koming van stink- of smeerbrand worde het zaad
vóór 't uitzaaien gevitrioold. Ook voor de bemes
ting moet gezorgd worden. Om 't legeren te voor
komen, bemeste men niet met te groote hoeveel
heden stalmest en {geve men, ook op kleigronden
een krachtige bemesting met kali en phosphorzuur.
De tarwe neemt ongeveer even veel kali uit den
bodem als de rogge, wordt tegenwoordig veel op
bietenland verbouwd en heeft dus zeker ook 600
800 K.G. kaïniet noodig.
De gerst verlangt in de eerste plaats schoon
land. Dit vooral, met het oog op de keuze van
het land ten opzichte van de voorvrucht. Na hak
vruchten wordt zoo weinig mogelijk, na koolzaad
gewoonlijk driemaal geploegd, na boonen alleen
getweevoord. Gerst wenscht geen versche directe
bemesting. Het best gebruikt men kunstmest b.v
superphosphaat, zwavelzuren ammoniak en kali-
zouten. Brouwgerst mag vooral geen gebrek heb
ben aan phosphorzuur en kali. Men bemeste dus,
ook op betere gronden met superphosphaat en
kaïniet want de ervaring leert, dat veel opneem
bare kali gunstig werkt op de blankheid en het
zetmeelgehalte van de korrel. De hoeveelheid (hangt
natuurlijk samen met den vruchtbaarheidstoestand
van den bodem. In 't algemeen kan men zeggen,
dat 600 K.G. kainiet per Hectare voldoende is.
Ziedaar eenige wenken voor den verbouw der
granen vóór den winter.
Zitting van Vrijdag 26 September.
Voorzitter de heer J. Huizinga, Burgemeester.
Voorts aanwezig alle leden, behalve de heeren
Wieland en Eijke.
De notulen der vergaderingen van 21 Aug. en
11 Sept. worden onveranderd vastgesteld.
Ingekomen stukken.
Voor kennisgeving worden aangenomena. Mis
sive van Ged. Staten, berichtende goedkeuring van
het raadsbesluit omtrent een te geven gratificatie
personeel school D. te Sluiskilb. Telegram van
H. M. de Koningin, houdende dankbetuiging voor
de aangeboden wenschen bij gelegenheid van de
opening der H. B. S.c. Missive Ged. Staten, be
richtende goedkeuring van het kohier schoolgeld
2e kwartaal 1913d. Schrijven van A. Schirris,
berichtende dat hij de benoeming tot amanuensis-
concierge onder dankbetuiging aanneemt.
Voorts was ingekomen een schrijven van den
heer Mabesoone, Vlooswijkstraat. Dit werd als
ongezegeld zijnde, ter zijde gelegd
Een adres van den Ned. Bond van Gemeente
ambtenaren. Hiervan zal een exemplaar aan ieder
der raadsleden gezonden worden
Een adres van Ph. Haak, doodgraver alhier,
vragende om verhooging van jaarwedde. Wordt
naar B. en W. gerenvoyeerd om bericht en raad
Adres van B. Krijgsman, leeraar in het boek
houden aan de H. B. S. alhier, berichtende dat
hem over 1913/14 slechts 5 lesuren per week zijn op
gedragen, waarom hij vooreerst van zijne werk
zaamheden te Rotterdam geen afstand kan doen
en ten 2e dat hij voor zijn studie ook beter aldaar
nog eenigen tijd kan blijven en vraagt daarom
dispensatie van de bepaling om zich in deze ge
meente metterwoon te vestigen.
Op voorstel van B. en W. wordt het verzoek
toegestaan
een schrijven van den Directeur der H. B. S.
betreffende de benoeming van een amanuensis.
Deze schrijft het volgende:
De benoemde, schoenmaker van vak, weet letter
lijk niets van de te verrichten werkzaamheden bij
de lessen in Natuur- en Scheikunde, noch kent hij
het glasblazen, wat een amanuensis beslist moet
kennen. De heer Inspecteur van het middelbaar
onderwijs, vernemend dat wellicht een niet-vakman
benoemd zou worden, schreef mij Men moest liever
een keus doen uit bekwame menschen dan u een
amanuensis op het dak te zenden die geen goed
instrumentmaker is. Als zulk een beambte dat niet
is en b.v. geen glas kan blazen, is hij tot niets nut.
Uw college heeft de H. B. S en M. U. L. O. uit
stekend ingericht en getracht de .best beschikbare
leerkrachten en te verkrijgen leermiddelen er aan
te verbinden. Met vertrouwen doe ik bij deze het
dringend verzoek ten spoedigste een bevoegd ama
nuensis te benoemen en niet toe te laten dat aan
de duizende guldens gekost hebbende instrumenten
schade wordt toegebracht door een niet-vakman.
De heeren leeraren in de vakken natuur- en schei
kunde hebben evenals aan andere H. B.-scholen
recht op de hulp van een kundig amanuensis, wil
het onderwijs er niet onder lijden.
Dit schrijven wordt voor kennisgeving aange
nomen
een schrijven van den Raad van Sas van Gent
vragende goedkeuring voor de verplaatsing van de
veemarkt, wordt goedgevonden
een adres van D. van Aken, betreffende leveranties
voor de gemeente, wordt aan B. en W. gezonden
om bericht en raad.
2. Z. h. s. wordt eervol ontslag verleend tegen
1 Nov. a. s. aan den directeur der H. B. S. met
dien verstande dat hij nog de lessen geven zal van
1 Nov. 1 Dec.
3. De rekening der Brandweer wordt z. h. s'
goedgekeurd. Ontvangsten waren f 675 en uitga
ven f624,29.
De heer Waalkes zegt naar aanleiding der twee
laatste branden, dat gebleken is, dat er iets hapert
aan de inrichting der brandweer en vraagt of het
niet gewenscht is aan het Bestuur op te dragen
een regeling in 't leven te roepen omtrent een
nieuwe organisatie.
De Voorzitter deelt mede in hoeverre de zaken
gevorderd zijn naar aanleiding van een indertijd
gezonden adres der Vrijwillige brandweer tot over
neming der motorspuit. Deze zaak is bij het Be
stuur der Brandweer geweest en ook bij B. en W.
en de Commissie van bijstand, doch is nog niet
geheel afgewikkeld, maar weldra kan men toch
voorstellen in den Raad verwachten.
De heer Lensen merkt nog op om bij de even-
tueele uitgaven dan nog te voegen een klein bedrag
voor een nieuw touw voor de klok op 't stadhuis,
want hij vindt het treurig dat deze bij brand niet
geluid kan worden.
Na mededeeling dat de klok thans in orde is,
wordt goedgevonden om verder met andere voor
stellen te wachten tot de nieuwe toestand ter
tafel komt.
4. Omtrent de jaarwedde van den heer I. A.
Koene, tjjdelijk assistent ter gemeente-secretarie,
wordt besloten deze voor vast te brengen op f 300.
5. Omtrent de regeling van het verlof-trakte
ment van den heer D. Tolhoek, ambtenaar ter
secretarie, doch wegens ziekte verhinderd is zijne
werkzaamheden te verrichten, wordt besloten om
de jaarwedde ten volle uit te betalen over het
tijdvak van 5 Nov. 19135 Februari 1914.
6. Tot onderwijzer voor het M. U. L. O. wordt
benoemd de heer L. C. Kok te Koudekerke.
De Voorzitter deelt mede dat van de spoorweg
maatschappij MechelenTer Neuzen ontvangen
was f 60, dienende voor tegemoetkoming in de