Uit de Eerste Kamer. Biimenlandscli Nieuws. Korte Berichten. Uit Stad en Provincie. Voor Indië (echter) wordt de aanbouw van een slagschip „ten laste van de Indische geld middelen" voorgesteld. In hoeverre dit voor stel deie stuksgewijze „daverende krank zinnigheid" (in de taal van Het Volk) verband houdt met een door het Kabinet aanvaarden van de Indische defensie-voorstel len, blijkt niet. Het ligt geheel in de lijn van het bekende rapport, en het is dus vermoedelijk op dezen grond, dat reeds bij voorbaat, en waarschijnlijk niet ten onrechte, gerekend is op den steun der rechterzijde, voor dit van minister Rambonnet afkomstige voorstel.' Op het einde van de Troonrede wordt in een mooie phrase iets gezegd „over de saam- hoorigheid van Moederland en Koloniën" de noodzakelijkheid van „volksopvoeding, zich aanpassende aan de behoefte der verschillende groepen, waaruit de bevolking bestaat", welke „opvoeding" bovendien moet „opwekken" tot verdraagzaamheid op het gebied van den godsdienst en onderlinge waardeering der rassen." Indien dit iets meer dan een phrase beteekent, zal het Kabinet zich dus beijveren de tradities van De Waal Malefijt en Idenburg voort te zetten, onder wier regeering ook voor het gouvernements-onderwijs méér gedaan is dan onder hun onmiddellijke voorgangers. Over deze continuïteit in de Indische onder- wijs-politiek kunnen wij ons slechts verblijden. Alles te zamen genomen blijkt uit deze Troonrede, dat de naam „extra parlementair Kabinet" voor het pas-opgetreden ministerie niet meer is dan een naam dat de Con centratie den extra-parlementariër Cort van der Linden dankbaar mag zijn voor de wijze, waarop hij voor haar de kastanjes nit liet vuur wil halen, doch dat ons bedunkens niet alle waarborgen aanwezig zijn, dat hij zich bij dezen arbeid de vingers niet branden zal. Aan de rechterzijde wordt, naar ons gevoelen, geen enkele concessie van beteekenis gedaan die haar zou kunnen verzoenen met de eenigs- zins zonderlinge wijze waarop het resultaat van den Juni-strijd in dit extra-parlementaire Kabinet is belichaamd. De Standaard vindt, dat de socialisten nu juist geen bepaalde reden hebben om te juichen en is van meening dat de Troonrede er heel anders uitziet, dan men daags na de herstemmingen zou verwacht hebben. Ook ter zake van de Defensie van Land en Koloniën blijft dit Kabinet, min of meer, in het door zijn voorgangers aangegeven spoor. Al aanstonds een slagschipdan voortzetting van de reorganisatie der levende strijdkrachten voorts verdere voorziening in uitrusting en verplegingen tenslotte betere regeling van het verlofskaderal 't welk natuurlijk de noodige millioenen verslinden zal, en voor de zestien Socialisten zal zijn om naar te water tanden. En nu de vijf critieke punten. Voor Indië geen syllabe tegen missie of kerstening, maar enkel generale „opwekking tot verdraagzaamheid op het gebied van den godsdienst", dus zoowel van de Christenen jegens de Mohammedanen als van de Moham medanen jegens de Christenen. En zoo ook ras tegenover ras. Van een oorlogsverklaring aan onze missio naire actie in Indië alzoo geen zweem. Ten vierde inzake het onderwijs geen enkel troostwoord ter geruststelling van de dwepers met het openbaar onderwijs van traktements- verhooging geen ideemaar eeniglijk een Staatscommissie, om de quaestie van het bij zonder onderwijs definitief te regelen, onder voorwaarden die in de wet te stellen zullen zijn. Een zinsnede ons meer dan den Ned. Bond van Onderwijzers in het gevlij komende. Kort saamgevat, een Troonrede, die naar ons zoo ver overbuigt als het verschil in beginsel slechts even gedoogt, maar wel te verstaan in termen en uitdrukkingen, die uiterst rekbaar zijn, en daardoor straks een bedenkelijk karakter kunnen erlangen. Maar in elk geval geeft deze Troonrede den hardsten slag aan de groep der socialisten. Ons dunkt, heel 't land door zullen de „Ge nossen" perplex «taan. Op een andere plaats schrijft de Stand, nog De heethoofd vergist zich, die reeds bij de behandeling van de eerste Begrootingen van dit Kabinet groot spektakel van Rechts ver wacht. Over de Stembus die achter ons ligt, over den val van het vorig Kabinet, en over het politiek karakter van het Kabinet dat thans optrad, zal uiteraard breed, en soms scherp, gediscussieerd worden, maar van de poging zelfs om ook maar één der Begrootingen te doen afstemmen, kan geen sprake zijn. Dit volgt reeds uit de vaste traditie. Nog steeds immers heeft men bij de optreding van een nieuw Kabinet er de eerste budgetten met vlag en wimpel laten doorgaan, en den strijd geconcentreerd op de antithese der politieke beginselen. En ditmaal vooral mag dit met zekerheid voorspeld, omdat de Begrootingen, gelijk ze thans inkomen, veel meer product zullen zijn van den arbeid van het vorig Kabinet, dan van het nu opgetreden ministerie. De cardinale strijd in zake de Begrootingen wacht ons eerst een jaar later. Wij eindigen ons overzicht met de (r.-k.) Tijd, die er op wijst, dat het eerste punt van het concentratie-program, het kiesrecht, door het ministerie is overgenomen, en gaat dan voort In verband met het tweede het Staats pensioen vernemen wij iets verder, dat een wetsontwerp tot het kosteloos verleenen van een ouderdomsrente aan alle zeventigjarigen, die gedurende een te bepalen tijd geen ondersteuning genoten van een in stelling van weldadigheid, nog in den loop van deze zitting kan worden tegemoet gezien. Aan alle zeventigjarigenDat is dus voor werklieden en niet-werklieden. Wat nu het onderscheid zal blijken tusschen deze koste- looze ouderdomsrente en het door het Concentratie-program geëischte Staats pensioen, blijft af te wachten. Groot schijnt ons het verschil niet. Een Staatscommissie zal worden ingesteld, om te onderzoeken, „in hoeverre een' alge meen bevredigende regeling (Hoort! Hoort!) mogelijk is ter zake van de subsidi- eering van het bijzonder onderwijs en de voorwaarden, welke daaraan verbonden moeten worden." Het komt ons voor, dat deze mede- Reeling voor de vrienden van het bijzonder onderwijs een dringende aansporing behoort te wezen, om meer dan ooit op hun hoede te zijn. Aan het slot een niet al te duidelijke tirade omtrent de plannen der nieuwe Regeering in Indië. Zij wil het „besef van saamhoorigheid van moederland en koloniën" aankweeken de volksopvoeding bevorderen, „zich aanpassende aan de behoefte der verschillende groepen, waaruit de bevolking in Ned.-Indië bestaat en opwekkende tot verdraagzaamheid op het ge bied van den godsdienst en onderlinge waar deering der rassen." Verwonderd vraagt men zich af, of met deze woorden iets nieuws wordt aange kondigd. Is de bedoeling geen andere, dan dat zal worden voortgezet, wat reeds thans in het belang van tie zedelijke en stoffelijke verheffing van de verschillende elementen der bevolking ondernomen werd, dan had dit kun nen gezegd worden. Beteekent het integen deel, dat een esprit noveau in Indië de bestuurshandelingen gaat bezielen, dan klinkt het bedenkelijk. Vatten wij onze indrukken, welke het kan niet anders eerste indrukken zijn, te zamen, dan komen wij tot de conclusie, dat de tegenwoordige Regcering hare krachten verre overschat. Het program, in deze Troonrede ontwikkeld, is er een, zooals men mocht verwachten van een regeering, niet alleen van eigen kracht bewust, maar tevens overtuigd in beide Kamers der Staten-Generaal op eene sterke meerder heid te kunnen rekenen. In een hoofdartikel, hetwelk bij sommige van onze vrienden tegenspraak uitlokte, be pleitten wij ettelijke weken geleden, als ge ringste kwaad het optreden van een uitslui tend uit de Linkerzijde samengesteld Zaken- Kabinet, hetwelk zich bij zijne wetsvoor stellen tot onderwerpen, binnen de neutrale zone vallende zou bepalen en dat, zoolang het niet voor een Kabinet van begin selen moest plaats maken, voor het tot stand brengen van zoodanige ontwerpen, hulp zou kunnen vragen en vinden bij de Rechter zijde tegenover den uitersten vleugel der lin kerzijde, dien der socialisten. Een dergelijk ministerie blijkt het tegen woordige niet. Hoewel, gelijk wij boven reeds zeiden, hetgeen het eigenlijk wil ten opzichte van de Invaliditeits- en Ouderdoms- verzekering en ook nog omtrent andere punten, ons niet volkomen duidelijk is, meenen wij toch, dat deze Troonrede voldoende licht geeft, om aangaande het karakter der regeering niet langer in den geringen twijfel te verkeeren. Wij krijgen met haar te doen als een libe raal kabinet, dat voor de uitvoering van zijn plannen alleen bij de linkerzijde steun zal hebben te zoeken. Vergissen wij ons ook verder niet, dan gaan wij met dit ministerie een tijdvak, vol van politieke wisselvalligheden, incohaerentie en onvruchtbaarheid te gemoet. Dat dit tijdvak niet al te lang mogë duren, dat het niet al te veel schade moge toebrengen aan onze nationale belangen, maar spoedig voor een vasteren en meer verzekerden toe stand moge plaats maken, als de ellendige gevolgen der jongste algemeene verkiezingen door een nieuwe uitspraak van het kiezers volk zullen zijn goed gemaakt, is onze oprechte wensch. Vergadering van Donderdag 13 Sept. Geopend 11 uur 10 min. Voorzitter: J. E. N. baron Schimmel- penninck van der Oye. Voorzitter Tweede Kamer. Ingekomen is een Koninklijk besluit hou dende benoeming van mr. H. Goeman Borgesius tot voorzitter van de Tweede Kamer voor het loopende zittingjaar. Adres van Antwoord op de Troonrede. Aan de orde is het gewijzigde ontwerp-adres van antwoord op de Troonrede Het luidt als volgt Mevrouw 1. De Eerste Kamer der Staten-Generaal waardeert dankbaar het voorrecht, dat zij Uwe Majesteit, vergezeld van Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der Nederlanden, wederom in het midden van de Volksvertegenwoordiging heeft mogen zien, ter opening van de gewone zitting der Staten Generaal, in dit jubeljaar van Neerlands onafhankelijkheid. 2. Aangenaam was het ons van Uwe Majesteit te vernemen, dat de betrekkingen met de andere Mogendheden in het afgeloopen jaar weder van even vriendschappelijken aard waren als in het vorige. 3. Wij zijn Uwe Majesteit erkentelijk voor de belangrijke mededeeling ons gedaan omtrent den algemeenen toestand des Lands en der Overzeesche gewesten. 4. Met belangstelling vernamen wij, dat gewichtige voorstellen den Staten-Generaal ter overweging zullen worden aangeboden. 5. Van harte stemmen wij in met den wensch van Uwe Majesteit, dat Gods zegen op onzen arbeid moge rusten. De algemeene strekking en de verschillende zinsneden worden zonder debat en z. h. s. aangenomen. Het gewijzigde ontwerp-adres wordt z. h. s. aangenomen. Aangezien II. M. de Koningin zich niet in de residentie bevindt, zal Haar het adres schriftelijk worden toegezonden. Prins Hendrik te Gent. Men meldt dd. Woensdag uit Gent De Prins, vergezeld van zijn adjudant Bijl de Vroe„. is om half twee te Gent aangekomen, tot het brengen van zijn voorgenomen bezoek aan de tentoonstelling. Ter begroeting waren aan het station Sint Pieter aanwezig baron de Kerchove d'Exaerde, de gouverneur der provincie, wiens gast Z. K. II. tijdens zijn verblijf hier ter stede zal zijn, schepen de Weert, de waarnemende burgemeester, mr. Stuart, onze commissaris-generaal, en jhr. Melvill van Carnbee. In auto's reed men naar het gouvernementsgebouw, waar een noenmaal was aangericht. Van daar zou Z. K. II. omstreeks drie uur in het Nederlandsche paviljoen aankomen, waaraan een langdurig bezoek zal worden gebracht. Daarna staan de Nederlandsche kunstafdeeling en een thee, aangeboden door de Belgische commissie, op het programma. (N. R. Ct.) Kamerfracties. De vrijzinnig-democratische fractie in de Tweede Kamer heeft gekozen tot voorzitter dr. Bos en tot secretaris mr. J. Limburg. (Tel.) De sociaal-democratische fractie heeft mr. Troelstra weer gekozen tot voorzitter en de heeren Schaper tot onder voorzitter en K. ter Laan (den Haag) tot secretaris. Gekozen werd tot eersten candidaat als voorzitter der Tweede Kamer de heer Bor gesius met 53 van de 97 stemmen. Er wareu 30 stemmen in blanco uitgebracht. Tweede candidaat werd de heer Troelstra met 52 van de 97 stemmen. Er waren 37 stemmen in blanco uitgebracht. Derde candidaat werd de heer Van Nispen (Nijmegen). De voordracht zal de Koningin worden aan geboden door een Commissis. Tweede Kamer. In de gisterennamiddag gehouden vergade ring van de Tweede Kamer heeft mr. Goeman Borgesius het voorzitterschap aanvaard. Vooraf hield de tijdelijke voorzitter de heer Lieftinck, een toespraak, waarin hij den afge treden voorzitter, jhr.Van Nispen, huldigde om zijn presidentiale deugden, zijn onpartij digheid en ijver, die hem, zoo zeide de heer Lieftinck, recht geven op de hulde en den dank van de Kamer. De heer Lieftinck her innerde verder aan de groote parlementaire ervaring van den heer Borgesius, wien het aan tact, kennis en goeden wil niet zal ont breken hij vertrouwde, dat de heer Borgesius een goed voorzitter zal worden. De heer Borgesius beloofde onpartijdige leding van de vergadering en vroeg daarvoor steun en medewerking van de geheele Kamer. Hij zeide beknopt te zullen zijn, omdat hij aan de Kamei het goede voorbeeld wilde geven. Op beide toespraken volgde hartelijk applaus De club van vrij-liberale leden in de Tweede Kamer heeft tot haar voorzitter ge kozen mr. M. Tydeman Jr., tot onder-voor zitter mr. W. H. de Beaufort en tot secretaris den heer F. J. W. Drion. Blijkens ontvangen berichten kan de nieuwbenoemde minister van buitenlandsche zaken dr. LouJon, den 26sten September in den Haag worden verwacht. Grond verdwenen. KRAKAU, 17 Sept. In de nabijheid van het dorp Szybark is de bodem naar beneden gezakt. 85 morgen grond verdwenen met de daarop staande huizen. Er vormde zich een meer. De bewoners konden zich intijds redden. Brand op de tentoonstelling te Gent. GENT, 18 September. Tegen half een in den nacht is brand uitgebroken in de restaurant Rheinland op de Tentoonstelling. Het vuur is overgeslagen op een voorraadhuis dat aan het paviljoen der Bakkers en Pasteibakkers grenst en aan het Burgershuis. Vier gebouwen zijn vernield. Het vuur heeft een woonhuis aan den Parkboulevard aangetast. Om half twee was men het nochtans meester. TER NEUZEN, 19 Sept. 1913. Gisterenmiddag had de offlcieele opening van de Gemeentelijke Hoogere Burgerschool alhier plaats. Verschillende autoriteiten waren daarbij tegenwoordig. O. a. werd opgemerkt de heer Ten Bruggencate, Inspecteur bij het Middel baar onderwijs. Na de plechtigheid werd gelegenheid gegeven de inrichting te bezichtigen waarvan een zeer druk gebruik gemaakt werd. De haven- en kadewerken alhier hebben eindelijk een plaats gevonden in de staatsbe- grooting 1914. Er is nl. een post uitgetrokken voor ver schillende haven- en kadewerken enz. zoomede voor aanlegplaatsen voordiepgaande zeeschepen hier ter plaatse. Laatstbedoeld plan beoogt, volgens de toe lichting, het maken van een havenemplace ment waarin twee havenbassins, in de ge meente Ter Neuzen gelegen tusschen het stationemplacement en de staalfabriek aan de, oostzijde van het kanaal. De raming van het geheele werk bedraagt f 600.000. Een wetsontwerp ten behoeve der ver klaring van het algemeen nut van het werk zal worden ingediend. Met het oog op de mogelijkheid, dat in 1914 met den aankoop van de benoodigde terreinen zal kunnen worden aangevangen, is een be drag van f 60.000 uitgetrokken. De prov. Zeeland heeft een bijdrage in do kosten toegezegd van f 10.000 gedurende 12 jaar. De eerste termijn dier bijdrage zal in 1914 worden betaald. Met de spoorwegmaatschappij Mechelen Ter Neuzen is een overeenkomst gesloten, volgens welke deze de exploitatie der kaden, steigers en andere werken op zich neemt. In de toelichting tot de staatsbegrooting wordt meegedeeld dat onze gemeentê thans voor den bouw van een kantongerecht koste loos een goed gelegen terrein aangeboden heeft in het midden der stad en de minister stelt zich voor, dat terrein voor bedoelden bouw te bestemmen. Deze kermis zijn er in onze gemeente bij uitstek veel woonwagens met de noodige families er bij. Op den weg naar Othene waren er niet minder dan zeven. De land bouwers hadden er veel ongemak van en de heeren durfden dan ook gerust zonder vragen wat meenemen. Zij moeten zelfs bij een land bouwer de klavers van het land gehaald hebben om hunne paarden te voederen. Klachten kwamen in en Woensdag werden ze door rijks- en gemeentepolitie verdreven. De bur gemeesters in den omtrek werden er direct van in kennis gesteld. Des middags haalde de politie nog zoo'n stelletje weg van uit de richting Hoek. Waar dat volkje nu zal trachten den slag te slaan Dinsdagavond ontlastte zich boven onze stad een kort doch zwaar onweder, gepaard gaande met ontzettende bliksemstralen en hevige regenvlagen. Deze bui bracht eenige stoornis in het electrisch licht n.l. op de markt en omgeving gingen de lampen uit. In som mige huizen was er een zware lucht waar te nemen. Door het personeel der electrische centrale was echter alles weer spoedig in orde gemaakt. Sluiskil. Een comisch ongeval gebeurde op de Cokesfabriek. Daar er geen privaten op het terrein voor de werklieden zijn, was er een groote kuil gegraven, waarin men zijne natuurlijke behoefte kon doen. De vorige week is daar een werkman tot den hals toe in gevallen. De put die zeer diep is, was stampvol, zoodat men wel kan nagaan, hoe er de man uitzag. Met een waterslang heeft hem moeten schoonspuiten, wat natuurlijk een aardige schoonmaak was. Naar men zegt hebben nog een jongentje en een heer de vorige week met die put kennis gemaakt. (Zelandia.) Hoek. Door de A. N. W. B. is een weg wijzer geplaatst vóór' de fabriek der firma Gebr. Kaan, aangevende de richtingen naar Ter Neuzen en naar Philippine. Hoek. Dezer dagen werd alhier door de geitenfokkers-vereeniging „De Eendracht" eene geitententoonstelling gehouden, die de belang stelling van een talrijk publiek trok. Bene vens den bok waren 42 geiten op de tentoon stelling aanwezig. Bij eene beschouwing der aangevoerde dieren bleek dat niet alleen een groot aantal aanwezig was, maar dat daar onder een sterke groep was van verbeterd ras. Door de uit geitenkenners bestaande keu ringscommissie werden volgens de Tern. Crt. de uitgeloofde premie's toegekend als volgt Eerste categorie. Witte melkgeiten. Ie pr. A. van Acker, 2e pr. P. HoughKervink, 3e pr. A. de Keuning. Tweede categorie. Lammeren. Ie pr. M. Dieleman, 2e pr. Gebr. Van Opdorp, 3e pr. P. Haak—Bareman. Derde categorie. Zeeuwscbe melkgeiten. Ie pr. A. de Pooter,-2e pr. D. Bommelijn, 3e pr. J. van der Welle. De tentoonstelling werd opgeluisterd doorliet muziekgezelschap „Elk naar zijn krachten." Woensdagvoormiddag had te Koewacht

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1913 | | pagina 2