flntirmlutional? nieuws* en üduertentieblad Zeeland. P* De laatste dagen. FEUILLETON. Langs eigen Spoor. Binnenlandsch Nieuws. No. 1046. Woensdag 27 Augustus 1913. lle Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen. Ter Neuzen f\Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. L1TT00IJ Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentlên vóór uren op den dag der uitgave. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTEN1TFLJ TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER ADVÈRTENTIËN: Van 14 regels 0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. Beleven wij de laatste dagen? Voorzichtig heid, nuchterheid is bij alle eschatologische beschouwing, hoe ook al te vaak vergeten, niettemin gebiedende noodzakelijkheid. Toch valt het niet meer te betwijfelen, dat, wat Palestina aangaat, de wereldpolitiek zich in eene voor ons beteekenisvolle richting begint te bewegen. Zoo ging het in de jaren der genade, toen Romeinsche legioenen in het Syrische Oosten Romeinsche administratie en Romeinsche straf wetgeving invoerden, en toen het geschiedde, dat in die dagen er een bevel uitging van Caesar Augustus, dat de geheele wereld be schreven zoude worden. Bethlehem weet de gevolgen van dit wijdsch bevel. Toen kwam de groote verstrooiing en het scheen, of deze afgelegen streken voortaan niet dan eene passieve rol in de historie te ondergaan zouden hebben. Eerst ontrukte een vloed van Arabische dweepers het aan het gebied der Westersche cultuur. Seldzjoeken- benden vertrapten daarop het laatste gras scheutje onder hunne hoeven. Phantastisclje kruisvaarders verwoestten ten slotte het land in ijdel ridderspel. Toen werd de dorheid algemeen en de eeuwenlange vergetelheid. Maar ziet, nieuwere ideeën brengen eman cipatie aan de vroegere bevolking des lands thans over de aarde verspreid, en weldra verheft zij zich door financieel beheer tot een macht, welke gansch de wereld bedwingt. En tegelijk ontstaat onder hen, alle redelijkheid en bezonnenheid ten spot, een drang tot ver laten der wijde, vette landen, waac het hun goed ging, en tot terugkeer naar het verwoeste land der vaderen. Wie onzer kent het Zionisme niet Wie onzer weet niet, hoe het, in den aanvang om het hardst gehoond, tot eene voortreffelijke en invloedrijke organisatie zich ontwikkelde, en hoe het Congres dier Zionisten dit jaar te Weenen gehouden van zins is en corps een inspectiereis te doen door de Joodsche land bouwkoloniën, welke allerwege in Palestina gesticht, dit land reeds met over het millioen Israëlieten (een vierde aller inwoners) bevolkte? Maar wat niet ieder weet, is hetgeen ik zooeven vernam van eene zeer begaafde en geleerde vrouw, die heden alhier arriveerde regelrecht van den berg Karmel, waar zij 26 jaren doorbracht, land en volk van Palestina 28) door ZELANDIA. En ze had lafenis gevonden in haar dorre woestijn. Niet, dat ze haar lot gelukkig prees dat ze de bitterheid van den lijdenskelk niet proefdemaar daar was toch gekomen een berusten, een aanvankelijk berusten in de schikkingen van Gods Vaderhand daar was de wetenschap gekomen, dat de opperste Medicijnmeester den drank had gemengd tot medicijn Maar toch, ze begreep niet de leiding des Ileeren. En de horizon van haar geloof was nog door zoo zware nevelen verduisterd. En als al haar leed in volle zwaarte zich weer doet gevoelen, is het, alsof ze er onder verpletterd zal worden. En dan wijkt de hoop weer en de jonge plant des geloofs en ver trouwens dreigt te verstikken onder de doornen en distelen van tegenspoed en beproeving. Zoo is het ook nu. Onrustig gevoelt ze zich. Ze weet immers, dat Frans zich vandaag op onderzoek bevindt. En wat zal de uitslag zijn terdege bestudeerende. Ik vernam, dat niet slechts de Joden bij duizenden hun vroegere vaderland weder binnen trekken, in 1913 zelfs in buitengewoon grooten getale, maar, wat eigenlijk nog belangwekkender is, dat gedu rende dit jaar en de laatste maanden van het vorige de huidige niet-Joodsche bevolking bij duizenden het land verlaat en voor de Jood sche immigranten plaats maakt. Op het moment geldt deze landverhuizing en massa de zeer talrijke Christelijke be volking, Syriërs, Armeniërs en Grieken, en de bewerker ervan is het Joodsche vrijmetse laars-comité, dat onder den naam van „Jong- Toerken" te Constantinopel regeert. Dit co mité bedreigt met zware straf en de gruwe lijkste vervolging ieder, die tot het Christen dom zoude overgaan en tracht door „onwel willenden aandrang" afval van het Christendom te bevorderen. Voorts dwingt het alle Christe nen tot den krijgsdienst en drijft het hen bijeen in kazernes, waar het alleen voor ruwe Toerken uit te houden is. Liever dan zich hieraan te onderwerpen, vlucht al wat Christen heet, naar Argentinië en de Vereenigde Staten, have en goed voor een prikje aan Joodsche opkoopers overdoende. Alleen te New-York reeds ontstond dientengevolge in den laatsten tijd eene belangrijke Syrische colonie, wier aantal mijne zegsvrouw op 50.000 zielen meende te mogen stellen, hoewel het getal haar niet meer vast voor den geest stond. Ook van de achterlijkheid der Moeslim plattelandsbevolking maken Joodsche geld schieters en speculanten op handige wijze gebruik, zoodat zij de zoo bij uitstek vrucht bare vlakte van Esdrelon reeds voor meer dan drievierden in bezit kregen, terwijl zij door middel van hypotheken van de 15 steden in die buurt er niet minder dan 13 bemeester- den, veroveren kan men gerust zeggen, want het geldt hier eene herovering van Palestina. Indien dit zoo blijft voortgaan, behoort binnen weinige jaren geheel het land hun toe. Vooral de groote kuststeden, waardoor Pa lestina met de buitenwereld in verband staat, Jaffa en Haifa, worden al meer en meer Joodsch. In de laatst genoèmde plaats werd onlangs een groote Joodsche Universiteit ge bouwd, welke men op het oogenblik bezig is met eene aan alle moderne vereischten vol doende Joodsche wijk te omgeven, een werk, waaraan zich Duitscli-Joodsche architecten en Duitsch-Joodsche aannemers met Joodsche arbeidskrachten wijden. De Duitsche regeering tracht uit dit feit en andere van dien aard een politiek fortuintje te maken. Zeker is het, dat Duitsche (ik bedoel ditmaal echt Duitsche, niet Duitscli- Joodsche) invloed in den laatsten tijd aan- Moet ze niet tegelijk hopen en vreezen Hopen op een eindelijk weerzien en vreezen voor nieuwe huiselijke moeilijkheden en ver wikkelingen. Met angst denkt ze er aan, hoe de heftig heid van haar zoon en de stugheid van haar echtgenoot weder met elkander in hotsing zullen komen misschien. Ze kan immers niet verwachten dat Frans thans een andere mee ning is toegdaan, dat hij nu zal buigen of toe geven. En Kaatje Indien ze het voorrecht mag smaken, haar weer te zien, kent ze haar niet al te goed om te weten, dat haar trots niet zal bukken. Zal zoo het weerzien eigenlijk de moeilijk heden niet vergrooten en vernieuwen En toch, haar ziel verlangt, verlangt naar haar kind. Hoe lang moest ze ze reeds missen. O, wat tergend denkbeeld, dat de vader haar van haar kinderen berooft. Haar kinderen En de stemme des gewetens zwijgt niet. Neen, ze kon den aard nóch van de een nóch van den ander wijzigen maar ze vraagt het zichzelve nu toch met zelfverwijt in de ziel af, of ze wel heeft gedaan wat ze kon. Of ze bovenal haar kinderen bekend heeft gemaakt met den eenigen troostof ze wel aan hun zielen heeft medegearbeid, of ze hen wel bid- de/id heeft opgedragen aan den troon der genade. Of liet gewicht van luin eeuwig merkelijk is toegenomen zeer tegen den zin der Syrische bevolking, die bemerkt heeft dat Duitsche administratie in tegenstelling met Fransche en Engelsche veel van uitbui ting weg heeft, en die zich daarom liever van het kapitaal van beide laatstgenoemde landen bedient. Een ander belangrijk punt is, dat de haven stad Haifa, aan den voet van den Karmel, het centrum is van het Bahaïsme. Het Ba- haïsme is een pantheïstisch bedenksel van eenen Pers, die zich Bab, dat is „de Deur", noemde. Hij verklaarde de wegbereider te zijn van eene ophanden zijnde Godsincarnatie,— veel heiliger en volmaakter dan die van Jezus. Deze incarnatie verscheen in den vorm van Balia Dellali (dat is „de Heerlijkheid Gods"), eveneens een Pers. De Moeslimin evenwel sloegen den Bab dood en verbrandden zijn huis. Met groote moeite slechts gelukte het Baba Oellali zich met het lijk van den Bah uit de voeten te maken en zich naar de Sy rische kust te begeven. Toen hij hier met zijne propaganda voortging, zetten de Turken hem en de zijnen gevangen te Acco, waar hij overleed. Na de afkondiging der constitutie in Turkije evenwel werden de drie zoons van Baba Oel- lah losgelaten. Aan elk van dezen had de vader bij zijnen dood eenen brief gegeven. Twee hunner waren zoo dom den hunnen in het publiek te openen, waarop bleek, dat geen van hen beiden tot opvolger van Baha Oellali was aan gewezen. De derde zoon, Abbas effendi, wei gerde echter, en weigert nog steeds zijn man daat te publiceeren en verklaarde zich zelf de stedehouder van den vleeschgeworden God, Balia Oellali. (Slot volgt.) V Rente aan personen van 70 jaar en ouder. Volgens de Invaliditeitswet komt aan per sonen mannen en vrouwen die op 3 December 1913 zeventig jaar of ouder zijn, een rente toe van f 104 per jaar, die in weke- lijksche termijnen van f2 aan de postkantoren zal worden uitbetaald. Om voor zulk een rente in aanmerking te komen, is echter noodig liet voldoen aan bepaalde voorwaarden, waar van de voornaamste is, dat men in het tijdvak van 3 December 1903 tot 3 December 1913, of wel in het tijdvak van 10 jaren, dat onmid dellijk voorafging aan liet bereiken van den leeftijd van 70 jaar, ten minste in 156 weken loonarbeid heeft verricht, tegen een loon van niet meer dan f 1200 per jaar. Weken in dat tijdvak, waarin de arbeid door ziekte werd welzijn haar wel ooit op de ziele is gebonden geweest. Zeker, ze heeft voor hen gezorgd, trouw, bij dag en nachtin zorg en moeite zichzelf vergetendmaar wat heeft ze hun meegegeven op de levensreis Heeft ze haar plicht en roeping tegenover haar kinderen, tegenover haar manniet schromelijk ver waarloosd E11 was ze nu eigenlijk niet mede oorzaak van liet leed, dat thans haar drukt en dreigt te verslinden? Haar gedachten vermenigvuldigen zich. Haar geweten beschuldigt. Haar liefde smacht om haar kroost. En in haar ziel worstelt ze tegen de vrecselijke neiging, die ze telkens voelt opkomen, om haar man te haten 1 Neen, ze kan nu niet blijven zitten. Ze moet opstaan. 't Is donker rondom. Uit de lade, den laatsten tijd vaker dan ooit geopend, haalt ze liet portret te voorschijn met de beeltenis van de geliefde. Langs eigen spoor ging ook dezegelijk voorheen zij zelve. En lang staart ze op liet geliefde gelaat met den overmoedigen trek om den mond. En hoe langer ze het beschouwt, hoe meer haar leed zich aan haar opdringt, lioegrooter verlangen haar ziel vervult, hoe banger haar onderbroken, tellen, onder zekere voorwaarden, voor het geheel of voor een deel mede als weken, waarin loonarbeid werd verricht. Heeft ieder van twee echtgenooten aanspraak op een rente, dan bedraagt ieders rente f 1,50 per week. Onder „loonarbeid" wordt niet alleen vaste arbeid verstaan. B.v. ook dë losse arbeider, die één dag in de week werktede vrouw die een enkelen dag in de week arbeid in dienst van een ander verrichtte, worden ge acht, in die week „loonarbeid" te hebben verricht. De rente moet worden aangevraagd door invulling van een formulier. In iedere ge meente zijn personen aangesteld 0111 bij die invulling behulpzaam te zijn. Het formulier wordt opgezonden naar een commissie, „Rente commissie" genaamd, die voor. verschillende gemeenten gezamenlijk is ingesteld en die over de toekenning der rente adviseert aan de Rijksverzekeringsbank te Amsterdam, door wie ten slotte de beslissing wordt genomen. Van hare beslissing is beroep op den Raad en den Centralen Raad van Beroep. Ieder, die aanspraak op een rente meent te kunnen maken, wordt thans in zijn eigen belang geraden, zich zoo spoedig mogelijk te vervoegen bij een der personen, in de gemeente, waar hij woont, aangewezen om bij de invulling van het formulier behulpzaam te zijn. Een lijst van die personen ligt voor een ieder ter inzage op de gemeente-secretarie en op het postkantoor (ook op de bijkantoren). Indien iiij zich tot zulk een persoon wendt, zal deze hem zeggen wat hij te doen heeft. Ook kan hij een formulier van aanvrage gaan halen op het postkantoor of een hijkantoor, op de gemeentesecretarie of bij een der even- bedoelde personen en dat zelf invullen of doen invullen. Hij moet het ingevuld formulier dan opzenden naar den Secretaris der Com missie, waaronder zijn woonplaats behoort. Wordt op zijn verzoek gunstig beschikt, dan zal hij voor de eerste maal op Dinsdag 9 December a. s. de hem toekomende rente aan het postkantoor kunnen afhalen, schrijft de Midd. Crt. Het nieuwe Kabinet. Wij kunnen thans mededeeling doen van de samenstelling van het extra-parlementaire Kabinet, door den heer Cort van der Linden geformeerd. Als Minister van Binnenlandsche Zaken treedt de heer Cort van der Linden zelf op strijd wordt, hoe donkerder de toekomst schijnt. Wie duidt het haar euvel, dat brandende tranen het portret bevochtigen en ze zich als overmeesterd gevoelt door haar smart. Ze zinkt neer bij haar stoel en haar ovcr- kropt gemoed ontlast zich in een vurig gebed. Een gebed zonder woorden als Hanna bij den tabernakel. Maar niettemin gehoord en ver staan door Hem, wiens oor ook voor de ver zuchtingen der ziel niet doof is. Straks richt ze zich op. Daar is meer kalmte in haar blik. En ze legt den Bijbel voor zich neder en leest. „O, mijne ziele, wat buigt gij u neder en wat zijt ge onrustig in mij Hoop op God, want ik zal Hem nog lovenHij is de menig vuldige verlossing mijns aangezichts en mijn God." En mijn God. Bevend zegt haar ziele het na. Onverwacht klinkt een kloppen op de deur. Ze schrikt onwillekeurig. Ze staat op en doet open. 't Is een vreemde, die voor haar staat. Waarom ontroert ze zoo? (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1913 | | pagina 1