Hntirmlutionaif nieuws- en Advertentieblad 0 00 MNIdlIU. Gem eenter a a d. FEUILLETON. Langs eigen Spoor. No. 1044. Woensdag 20 Augustus 1913. 11® Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITT00IJ Az. te TER NEUZEN. ADVERTENTIËN: Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. tp RP7ns>nPM rij nniM niTnF.vup. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN maakt bekend, dat eene Openbare Verga dering van den Gemeenteraad zal worden ge houden op Donderdag den 21 Augustus 1913, des voormiddags te 10 ure. Ter Neuzen, den 18 Augustus 1913. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. V Onze feestviering. Als iemand doet, wat hij kan, moet men hem prijzen voor zijn werk. In zooverre ver dient dus ook de Commissie voor de feest viering lof voor wat zij er nog van te maken wist. Aan muziek en zang heeft het niet ont broken en beiden waren schoon. De heeren Bierlé en Van Fraeyenhove hebben met hun muziekkorps en zangkoor de Ter Neuzensche feestgangers ten zeerste aan zich verplicht. Dat hun arbeid gewaardeerd werd, bewees wel de aandacht en stilte bij de uitvoering, althans des morgens. Hoe jammer, dat er zoo weinig gelegenheden komen, waarbij zulk een genot valt te smaken. Een zelfde opmerking moeten we maken ten opzichte van de kerkelijke herdenking. Het heeft iets bezielends, een schare feest gangers van verschillend beginsel vereenigd te zien in één gebouw en gezamenlijk een lied aanheffend. We moesten elkander meer kunnen ontmoeten, om bij verschil van inzicht toch saam te werken tot één gemeenschap pelijk doel. Overigens heeft het feest in Ter Neuzen doen zien, hoe men het niet moet aanleggen om algemeene medewerking te verkrijgen. V Indische toestanden. Aan het 16de jaarverslag van de Vereeni- ging tot bevordering van Christelijk leven en onderling hulpbetoon, te Magelang, over het jaar 1912, ontleent het N. v. d. D. v. N.-I. het volgende schokkende verhaal. De zendeling wordt wel eens gehaald voor kleine, soms onbeduidende dingen, begint de heer Van der Steur. Maar soms ook voor aangrijpend, ernstige. Dat was het bij Mag- dalena. Magdalena was een dochtertje van een ka- 27) Reeds was hij het hekje door en werktuiglijk stapte hij het smalle voetpad op, dat van het station zijwaarts naar den grooten weg voerde, die naar B. leidde. Ook Frans volgde dit pad. De avond begon reeds te vallen, een koude avond. Eensklaps wendde Emile schichtig het hoofd om. Vervolgde men hem reeds Hij ontdekte Frans Gravels en vertraagde den tred. Wezenloos staarde hij hem aan. „Jij hier?" „Ja", klonk het kortaf. „Hoe kom je hier?" „Zooals jij, met den trein. Maar dat z\jn mijn zaken. „Was je ook in den trein?" „Ja, zeg ik immers. Kom, Iaat me door", vervolgde Frans, toen Emile zich op het smalle pad hem in den weg stelde. „Ik heb haast." Of hij wilde of niet, en hoe weinig deernis in zijn hart woonde tegenover hem, wien hij pitein, maar erkend door een fuselier. Dat gebeurt wel meer. De kapitein was gehuwd en kon dus het kind niet erkennen. Een sol daat van zijne compagnie deed het. De kapi tein beloonde hem daarvoor. Dat was het bewijs, dat die kapitein er wel wat voor over had. Misschien nog vrucht van opvoeding. Dit kind had nu twee vaders. Ik zal ze noemen een bloedsvader en een papieren vader, de man, welke haar hielp aan een ge boorte-acte. De papieren vader, er geen voordeel meer inziende haar te verzorgen, liet haar aan willekeur prijs. De bloedsvader kwam haar weer eens op het spoor. Deze ging naar Nederland met pensioen en kwam wonen in een klein plaatsje in Noord-Holland. Het kind, zijn kind, met een anderen naam, was door hem medegenomen naar Holland. Dat was dus een financieel offer. Des vaders vrouw werd in den waan ge bracht, dat het een kind was van een fuselier, die gesneuveld was. Het was een kerel van zijne compagnie, maar hij wilde het kind niet aan haar lot overlaten. Spoedig bleek het kind treurige eigenschap pen te hebben en werd in huis een twistappel. Het ging naar een gesticht in Nederland. De kapitein betaalde verpleeggeld daar. De kapi tein stierf. Het verpleeggeld hield op. Hot kind kon niet leerener was niets van te maken en het kwam weer in Indië. Groot, dom, ongelukkig met een valschen naam. Hier werd alles nog geprobeerd om er nog iets van te maken, maar vergeefs. Ze was dom, ze bleef dom. Een betrekking werd ge probeerd. Zij werd weggezonden als onbruik baar. Ze kwam weer hier. Ze bleef weer een poosje, ze kreeg weer kleeren en andermaal werd geprobeerd. Resultaat andermaal nihil. Ze kwam weer thuis. Ik kan de malen niet tellen, dat het zoo ging. Ze was geen kind van het gesticht, maar men kon haar toch niet aan haar lot overlaten. Ze kwam op een land. Misschien zou een kleine, rustige omgeving haar goed doen. Op dat land was ook werkzaam een kapiteinszoon (een zeekapitein), ook met een valschen naam. De kapiteinszoon was hier in het gesticht geweest. Toen ik in 1903 met ziekte-verlof in Nederland was, was die jonge knaap 14 jaar. De echte vader, de kapitein, welke in Batavia woonde, geheel aan lager wal geraakt en gedegenereerd, kreeg een be vlieging van liefde cn haalde zijn zoon bij zich. De vader, volbloed Europeaan, van goeden stand, gaf den zoon op 15-jarigen leeftijd een hut en een meid aan het zeestrand. De vader stierf; de zoon werd ziek, ellendig en arm al zijn leed en ongeluk meende te moeten wijten, toch werd Frans getroffen door de wanhopige uitdrukking op Emiles gelaat. „Eén vraag." „En die is „Heb je gezien, wat er straks is gebeurd?" „Alles." „En gehoord „Alles." „Ook, dat mijn vader en een oogenblik bedekte hij zijn gelaat niet de handen. „Ook dat," zei Frans", maar zijn toon was minder bits en er trilde medelijden in. Gewillig trad Emile ter zijde. Hij bleef staan en Frans stapte door. De weg begon reeds te vergrauwen in den avondnevel. Hij keek nog even om. Nog stond Emile op dezelfde plaats. „Waar moet je heen?" kon hij niet nalaten den ongelukkige toe te roepen. ,,'k Weet het niet", klonk het wanhopig. Maar op eens veranderde de toon en ruw klonk het,,'t kan me niets schelen ook." Frans haalde de schouders op en stapte door. HOOFDSTUK XIII. Ommekeer. Vrouw Gravels zat op haar oude plaats in den hoek bij het raam. en twee jaar na mijn ziekteverlof kwam dat jongmensch, toen 16 jaar oud zijnde, andermaal als berooide zwerver, hier. Hij werd opge kweekt met melk, eieren, kinawijn en alles, wat hem weer op dc been kon helpen. Na een jaar was hij in zooverre gerestaureerd, dat hij weer werken kon en ging naar een onderneming in het Semarangsche. Op een avond was Magdalena verdwenen en den volgenden morgen bleek, dat ook de kapiteinszoon weg was. Ze waren er samen vandoor gegaan. Een poosje later beviel ze hier in het hospitaal van een zoontje. In het hospitaal is ze ge trouwd met hem. Terwijl ze in het hospitaal lag, ging hij er met een ander vandoor Ze zocht hem weer op. Ze werd mishan deld. Toch werd er nog een kind geboren van hem. Hij had nu twee vrouwenleidde een soort vagebondenleven en had op ver schillende plaatsen zijn echtgenooten. Ein delijk zwervensmoede, met twee kinderen, vergiftigd door de zonde en zelf meer dood dan levend, kwam ze hier. Wij namen haar kinderen op en brachten haar naar het hos pitaal. Daar heeft ze geleden, ontzettend ge leden. Gode zij dank, zij is gestorven. Meer malen heb ik aan haar bed gebeden om haar dood. De laatste dag was aangrijpend. Ik werd geroepen in het hospitaal. De arme lijderes had twee uren bewusteloos gelegen. Toen opende ze de oogen en sprak met gebroken stem „Pa van der Steur, Richard en Jotje," hare kleintjes. Toen viel ze weer in zwijm. De zusters begrepen, dat ze mij wilde hebben. Ik kwam. Ik noemde haar bij haar doopnaam, plaatste mij naast haar bed met op elke knie een kind. Haar oogen waren gesloten. De kinderen, klein, niet kunnende beseffen wat er geschiedde, begonnen te huilen. Ze zag er afzichtelijk uit. Toen ze het geluid hoorde der kinderen, zei ze in eens met heldere stem „Richard, Jotje, mama is heel slecht geweest. Ze heeft nooit willen liooren naar Pa van der Steur. Mama is heel ongelukkig en gaat nu dood. Luister jelui naar Pa van der Steur en doe, wat hij zegt. Pa, ik heb U schandelijk veel verdriet gedaan, en ook Uwe zuster Moe Graafstal, die altijd zoo goed voor mij wasvergeef U het mij en wilt U nog bidden voor mij tot de Heere Jezus, misschien wil Jezus me ook nog ver geven." Ik bad. Men hoorde niets dan het snikken van de zusters. Na mijn gebed richtte zij zich op, gaf de kinderen een kus en zakte ineen. Ze was niet meer. De arme kinderen moest ik wasschen met sublimaat, opdat de moederkus ze niet zou infecteeren. Dat was De kanarie in de kooi schijnt allen levens last te hebben verloren. En zou hij ook niet, sinds geen enkele maal een gulle lach of blijmoedig woord de zware stilte verbrak, die benauwend hing in de kleine ruimte. Sinds de twee zwijgende figuren van man en vrouw alles waren, wat hem nog aan het leven had kunnen herinneren en zijn zanglust zou moeten prikkelen. Zwijgende figuren Maar toch niet geheel en al. Zie haar daar zitten, de zwaarbeproefde. De anders altijd bezige handen reppen zich thans nietledig rusten ze in den schoot. De geheele gestalte teekent lijden, 't Lichaam buigt onder het wicht van het wee. En de kracht is verdwenen uit de staalgrijze oogen, die zoo kordaat de wereld, héar wereld, inkeken, 't Schijnt, alsof er niets meer is, dat haar belangstelling wakker kan roepenalsof ze dood is, voor al, wat haar omringt. Ze staat op. Wat moeizame, trage stap Alle veerkracht schijnt gebroken. Nog duidt alles in het vertrek op haar zin voor reinheid en orde, maar toch, de lust is er uit. Laat de klok haar seconden aftikken, kalm als de bloedlooze dood laat het gerucht van spelende of schreeuwende kinderen dringen door raam of deurhet dringt nauwelijks het einde. De vader dier kinderen heb ik nimmer meer ontmoet. Ik begeer het ook niet. V De oogsten in de Vereenigde Staten. De Continental Commercial National Bank te Chicago, een der grootste binnenlandsche bankinstellingen in de Unie, geeft telken jare een overzicht in het licht omtrent den stand der oogsten, een overzicht dat wegens zijn nauwkeurige analyse steeds als leiddraad voor de financieele wereld heeft gegolden. Aan de met de jongste mail ontvangen beschouwing is het volgende ontleend Ofschoon minder ontzaglijk dan verleden jaar, zullen de voornaamste oogsten des lands toch boven het gemiddelde zijn. Zij voorzien ruimschoots in onze eigen behoeften en voor granen is er een overvloedige hoeveelheid voor uitvoer beschikbaar. De reusachtige opbreng sten van het vorig jaar hebben een ongewoon groot overschot op de hoeven achtergelaten, zoodat, tengevolge van de geringere opbreng sten van mais en haver, de hoeveelheid, waar op beslag zal worden gelegd, ongeveer aan die van het vorige jaar gelijk zaj zijn. De geleidelijke en bijna gestadige stijging van de opbrengst per acre wijst op betere verbou wingsmethoden. Tien of twaalf jaren geleden zou een weersgesteldheid, zooals mend ie thans gehad heeft, op een volkomen mislukking van d en oogst neergekomen zijn. Dit jaar levert met de opbrengst van den maisoogst en den have roogst, een prachtig voorbeeld vanhetgeen op de hoeven door betere verbouwingsmetho den is tot stand gebracht. Het gewas waaraan de wereld, en het grootste deel van de bevolking der Unie het meeste behoefte heeft, tarwe, belooft niet al leen een goede, doch zelfs een buitengewone ogbrengst. De totale opbrengst van 739,000,000 bushels (volgens latere opgaven 744,000,000 bushels) overschrijdt het record van een jaar te voren in de graansilo's, pakhuizen en op de hoeven, is er een grootere hoeveelheid graan per hoofd in het land aanwezig dan in de laatste jaren ooit liet geval is geweest. De beschikbare hoeveelheid zal dit jaar de bin, nenlandsche behoeften met 170,000,000 bushels te boven gaan, zoodat ook thans de Vereenigde Staten weder op groote schaal tarwe zullen uitvoeren. De tweede voor de binnenlandsche behoeften der Unie zoo belangrijke oogst, een der drie voornaamste bodemgewassen, is haven. Ten vorige jare bereikte de opbrengst een nimmer te voren waargenomen totaal van 1,415,000,000 bushels, daarmede het voorgaand record met 225,000,000 bushels overtreffende. Dit jaar meer tot haar besef door. 't Laat haar alles koud. Eén ding staat met schrikkelijke zekerheid voor haar vastzij is haar kinderen kwijt haar kinderen én haar man. Kón ze nog liefde, (ach, had die ooit be staan nog achting gevoelen voor den man, die haar wreed van haar kinderen beroofde en die haar huis vol kinderzegen had veranderd in een kloostercel. Ze móest hem achten, eerenen 't kostte haar moeite genoeg van de lippen te weerhouden, wat bitters er ziedde in haar hart 1 Zóo was het leven haar een last geworden, zwaar om te dragen. Alleen de gedachte, dat ze rouwde om de levenden, hield haar staande. Zoo was het geweest, maanden lang. Tot de schellen haar wan de oogen vielen en Gods Woord de Lamp werd, die haar pad verlichten ging. Tot ze, door haar leed ge dreven, troost ging zoeken in het oude Boek, zoo lang als meubel beschouwd en behandeld tot Gods Geest haar drééf naar de Bron, die zij in jeugdige onbezonnenheid den rug had gekeerd voor de fonteinen der aardsche ge nietingen, die bovendien zoo spoedig voor haar waren verdroogd. (Wordt vervolgd.) Inzending van advertentl6n vóór uren op den dag der uitgave. CM AnvCDTCVTlI DOOR ZELANDIA.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1913 | | pagina 1