Korte Berichten.
Uit Stad en Provincie.
tische volgorde onderteekend en de hoofden
der afvaardigingen hebben onder het verdrag
bovendien nog hun zegel afgedrukt. Om elf
uur donderden de kanonnen van de forten ,te
Boekarest, aldus aan de menschen verkondi
gend, dat de vrede op den Balkan geteekend
was.
Uit naam der conferentie heeft Wenizelos
Zondagochtend na de onderteekening van het
verdrag de erkentelijkheid van alle afgevaar
digden jegens Majorescu uitgesproken voor
zijn onpartijdigheid, zijn tact en de heldere
adviezen, die hij in bijzondere bijeenkomsten
aan de afgevaardigden der Balkan-staten ge
geven heeft. Wenizelos zeide, dat de naam
van Majorescu voortaan met diepe dankbaar
heid en volkomen eerbied uitgesproken zal
worden door alle volken, aan welke het ver
drag van Boekarest eindelijk vrede gegeven
heeft.
De leden der conferentie zijn hierop opge
staan om Majorescu toe te juichen.
De voorzitter der conferentie heeft ontroerd
bedankt en de verdienste voor het tot stand-
komen van het verdrag overgedragen op alle
afvaardigingen, wier verzoeningsgezindheid
hen den dank van hun landen heeft doen
verdienen. Majorescu wees er op, dat de
conferentie van Boekarest, die op 31 Juli be
gonnen is, den lOden Augustus haar arbeid
heeft kunnen eindigen, en een werk volbracht
heeft, dat stellig de beschaving tot eer zal
strekken.
Koning Karei van Roemenië heeft aan de
hoofden van de afvaardigingen der verschil
lende Balkan-staten hooge onderscheidingen
verleend. De Bulgaarche missie heeft het
verlangen te kennen gegeven, dat de haar
toegedachte onderscheidingen eerst uitgereikt
zullen worden na het hervatten der diploma
tieke betrekkingen en ter bevestiging van een
tijdperk van hartelijke verhoudingen tusschen
Roemenië en Bulgarije.
De Duitsche keizer heeft aan Majorescu het
grootkruis van den rooden adelaar verleend.
Rusland en Kawala.
De correspondent ie St. Petersburg van de
Temps heeft daar een gesprek gehad met een
tot oordeelen bevoegd persoon, die hem gezegd
heeftDe kwestie van Kawala houdt ons
niet slechts bezigzij houdt ons hartstochte
lijk bezig. Wij spreken ons vierkant uit vóór
het toekennen van Kawala aan de Bulgaren.
Dat land heeft een goede haven aan de Ege-
ische zee noodig en noch Dedeagatsj, noch
Enos kunnen die rol spelen. Dedeagatsj is
als haven onvoldoende en Enos is te ver weg
gelegen aan de grens.
Niemand is hier vijandig jegens Griekenland
gezind en zoo wij van meet af aan, toen Bul
garije zijn volle macht bezat, Saloniki voor
de Grieken gevraagd hebben, zoo wij zelfs op
de conferentie van St. Petersburg geweigerd
hebben datzelfde Saloniki aan de Bulgaren te
geven, zoo zijn wij thans bij een nieuwen
staat van zaken, van meening, dat er in de
Egeische zee en op den Balkan evenwicht
moet zijn en dat een vergroot Griekenland
naast zich een Bulgarije moet weten, dat een
vrijen en breeden toegang heeft tot de Cycla-
denzee.
Hoe meer Griekenland zich ontwikkelen zal,
hoe meer het zijn kusten naar de Dardanellen
zal uitbreiden, hoe meer het er op aankomt
dat zijn vlag niet de eenige is, die zich in de
Egeische zee vertoont. Met Kreta in het
Zuiden en de eilanden ter zijde zouden we
een Grieksch meer krijgen.
En bovendien, wat zouden de Grieken aan
Kawala hebben. Zij hebben te veel havens
en kunnen werkelijk niet van Saloniki, Orfano
en Kawala drie belangrijke havens maken.
Kawala is even onmisbaar voor de Bulgaren
als onnoodig voor de Grieken. Men weet,
dat het achterland van de haven aan koning
Ferdinand blijft. Door de haven ju andere
handen te laten zal men een onvermijdelijk
conflict uitlokken. Wij wenschen dat te ver
mijden, want wat wij op den Balkan zoeken,
dat is niet een vrede maar d e vrede en wij
willen dien vrede oprecht en duurzaam.
Ik weet zeker, -dat Frankrijk onze redenen
zal begrijpen en dat het, trouw aan het grond
beginsel van het verbond, dat in Oostersche
kwesties steeds aan Rusland wanneer de
belangen van Frankrijk er niet bij betrokken
waren het recht gegeven heeft zijn voor
keur aan te geven, zich met onze opvatting
zal vereenigen.
Men moet in Parijs wel begrijpen, dat wij
niet minder bulgarofiel kunnen zijn dan Wee-
nen. Gij zult opmerken dat Bulgarije bezig
is van taktiek te veranderen. Dat gelooven
wij nog niet zoo ten volle maar zoo het waar
is dat de Bulgaren op het oogenblik lust ge
voelen de richting van hun politiek te wijzigen,
dan is dat een reden te jneér om alles te
vermijden, wat die koersverandering verhaasten
kan.
Laat ons dus niet de bescherming van Bul
garije aan Oostenrijk-Hongarije overlaten en
laat een genegenheid voor Griekenland, be
rustende op herinneringen aan de klassieken
en de schoolbanken, die niets te maken heeft
met een juist besef van de Grieksche belan
gen, nu niet Europa meesleepen om een fout
te laten begaan, die even schadelijk zou zijn
voor de Bulgaren als voor het evenwicht van
den Balkan en voor de Grieken zelf.
Zooals men ziet, merkt de correspondent
bij deze verklaringen op, beschouwt men te
Petersburg Bulgarije niet als volkomen afhan
kelijk van Oostenrijk. Men koestert zelfs den
droom van een Roemeensche-Bulgaarsche en
tente, die zich tot Rusland zou keeren en die
een huwelijk tusschen den neef van koning
Karei en groot-hertogin Olga, de oudste doch
ter van den Tsaar van Rusland, waarover te
St. Petersbupg veel gesproken wordt, zou
voorbereiden.
BERLIJN. Het Keizerlijk besluit van 1(3
Juli tot verzachting of kwijtschelding van
straf (in verband met het regeeringsjubileum
van den Keizer) is nagenoeg geheel ten uit
voer gelegd. Het aantal begenadigden is zeer
groot, ongeveer 24,000.
De Zeit geeft enkele cijfers over de kosten
van de uitbreiding die de Oostenrijksch-Hon-
gaarsche regeeiing aan het leger wil geven.
De buitengewone uitgaven voor eenmaal be-
loopen 755 millioen gulden.
De gewone- uitgaven voor hot leger, thans
bedragend 201,600,000 gulden, zullen tot 276
millioen klimmen.
De uitgaven voor de vloot zullen van 36 tot
85 millioen stijgen.
De kosten der mobilisatie in verband met
den Balkanoorlog beloopen ruim 300 millioen
gulden.
Drie kiesrechtvrouwen hebben Zondag
den geneesheer van de Holloway-gevangenis
op straat aangevallen en hem gestompt en
geslagen, totdat hij door agenten werd ontzet.
De daderessen zijn ontsnapt.
TER NEUZEN 12 Aug. 1913.
We hadden van het Comité een uitnoodiging
ontvangen tot bijwoning van de opening der
Tentoonstelling op Maandagmiddag. Met een
gerust geweten konden we dus er heen gaan
en behoefden niet te vreezen, dat een zenuw
achtig inspecteur van politie ons ruw bij den
arm zou grijpen en terugjagen, gelijk ons
onlangs gebeurde bij den brand aan 't spoor,
terwijl andere couranten-mannen vrij mochten
rondwandelen op het terrein.
We hadden echter andere plichten, die ons
beletten, de opening bij te wonen. We moeten
daarom volstaan met het mededeelen der
toespraken. Te half drie nam de presidente
van het Comité, mevrouw Spruitenburg het
woord en hield de volgende rede
Dames en Heeren 1
Allen, die genoodigd en hier aanwezig zijt,
U allen roep ik een hartelijk welkom toe op
deze plaats.
Als presidente der tentoonstellngscommissie
is mij de wel vereerende, maar tevens de
zware taak opgelegd hier tot U allen het
woord te voeren. Waar ik misschien te kort
mocht schieten, roep ik Uw aller toegevend
heid in.
In de eerste plaats moet ik hier namens de
commissie den hartelijken dank betuigen aan
den EdelAchtbaren heer Van Rompu, be
schermheer van ons comité, die de moeite
heeft gedaan en ons de eer bewijst hier tegen
woordig te zijn.
Verder aan de heeren leden van Gedepu
teerde Staten, den heer burgemeester en de
leden van den gemeenteraad, in één woord
aan allen, die wij hier mogen ontvangen, onzen
hartelijken dank.
Waar allerwege in ons land in den loop
van dit jaar feestelijkheden en tentoonstellingen
georganiseerd worden of werden, naar aan
leiding van het heuglijke feit dat we de
honderdjarige bevrijding van ons land van de
Fransche overheersching herdenken, heeft men
ook hier in het Zuiden van ons land, in onze
veste Ter Neuzen, pogingen aangewend, om
door vereende krachten iets tot stand te
brengen. Door hulp en medewerking van zoo
velen, hopen wij hier iets te laten zien, waarop
wij trotsch mogen zijn. Wij hebben gemeend
de wapenspreuk van ons land „Eendracht
maakt macht", „l'Union fait la force", waar
door ons land voor 100 jaar van de ketenen
en het dwangjuk der Fransche overheerschers
werd bevrijd, niet beter te kunnen huldigen,
dan hier op gebied van kunst enz. een en
ander bezienswaardigs te kunnen vertoonen.
Waar allen ten goede samenwerken, en van
die samenwerking is deze tentoonstelling het
resultaat, kan het niet anders, of er moet
iets goeds tot stand komen.
We weten allen, wat een dichter omtrent
het jaar 1813 schreef
Hoezee Een juichtoon aangeheven
Ons dierbaar Neerland zal herleven,
Weer pralen in der volkenrij
In Ruslands barre sneeuwwoestijnen
Zag Euroop' de vrijheidszon weer schijnen
Ten einde Frankrijks dwingelandij
O, ziet, daar komt van vreemde stranden
Oranje aan Hollands kusten landen I
De trotsche adelaar ligt verslagen,
Die lang de vrijheid dorst belagen,
Haar vastgreep in zijn forsche klauw,
En Neerland van dien dwang ontslagen,
Zocht steun en redding bij Nassau
Laat ik kort zijn en den hartgrondigen
wensch uiten, dat het ons dierbaar Nederland
gegeven moge zijn onder de zegenrijke grond
wettelijke regeering van ons geliefd Vorstenhuis
Oranje, waaraan wij reeds meer dan 350 jaar
verknocht zijn, voort te gaan als een vrij,
onafhankelijk land, om te trachten handel,
nijverheid, kunst en wetenschappen en daar
door het gansche maatschappelijk welzijn te
bevorderen
Voor ik eindig, Dames en Heeren, rust op
mij de aangename taak om namens de commis
sie ook den hartelijken dank te betuigen aan
de inzenders, aan de belangstellenden, in één
woord aan allen, die medegewerkt hebben
tot het bereiken van het grootsche doel, dat
we ons voor oogen gesteld hebben. De aan
gename verhouding en de prettige samen
werking van allen, in en buiten het bestuur
zullen we niet spoedig vergeten. Met het
beleefd verzoek aan den EdelAchtb. Heer
J. A. van Rompu om deze tentoonstelling te
willen openen, eindig ik.
Nadat het muziek-korps „de Vereenigde
Werklieden" zich^>p nieuw had laten hooren,
sprak de heer J. A. van Rompu, beschermheer
der tentoonstelling, de volgende rede uit
Mevrouw de Voorzitster en Leden van het
Uitvoerend Comité
Dames en Heeren
Naar aanleiding van uw verzoek, Mevrouw
de Voorzitster en verdere leden van het Uit
voerend Comité, om deze tentoonstelling van
huisvlijt, floralia, curiosa en ik durf er zelfs
bijvoegen van aesthetica te openen, ver
klaar ik mij gaarne daartoe bereid. Ik ben
zelfs getroffen door de eer, die mij daardoor
heden te beurt valt, en ik doe het met des
te meer genoegen en waardeering, waar deze
tentoonstelling wordt gehouden in de plaats
mijner geboorte, de plaats die ik liefheb en
hoog houd.
Vooraf een enkel-woord,
Immers, het is 5 jaren geleden, het was op
10 Augustus 1908, dat op deze plaats eene
soortgelijke tentoonstelling werd gehouden.
Deze werd geopend door het hoofd dezer pro
vincie, den HoogEdel Geboren heer Mr. Dijck-
meester, Commissaris der Koningin in Zeeland.
Evenals toen zou Z.Exc. welwillend hebben
voldaan aan de ook nu tot hem gerichte uit-
voodiging om deze tentoonstelling te openen,
ware het niet dat ambtsbezigheden hem be
letten dit te doen. Z.Exc. verzocht daarom
mij, als lid van het Gedeputeerd college, hem
te willen vervangen en de tentoonstelling te
openen.
Als ik een terugblik sla op het toen en
thans, dan ligt daar tusschen een afgesloten
tijdperk, een ruimte die niet meer is aan te
vullen. Immers, er zijn er van dat toenmalige
comité uit ons midden heengegaan, om niet
meer terug te komen. En toch, welke ver
wachtingen koesterden zij, in verband met
het verkregen succes, voor de volgende ten
toonstellingen. Aan die leden van het vroegere
comité onze stille hulde, onzen diepen eerbied,
want we mogen niet vergeten dat zij de
fundamentleggers zijn geweest van datgene
waarop men thans heeft voortgebouwd.
En thans5 jaren zijn heengegaan. Op
dezelfde plaats van toen, houden we eene
tentoonstelling en ook deze tentoonstelling
belooft niet minder te zijn dan de vorige.
Veel schoons treft men hier aan. Ik mag
daarom niet nalaten een woord van liarteli]ke
gelukwensch uit te spreken aan u, dames en
heeren van het uitvoerend comité, voor alles
wat ge gedaan hebt om deze tentoonstelling
te doen slagen. Het is mij bekend, dat ge
vele uren, dagen, ja zelfs weken hebt opge
offerd om alles daar te stellen.
Maar ook in het bijzonder een woord van
hartelijken dank aan de inzendsters en inzen
ders voor al het schoone dat hier door hen
is bijeen gebracht. Ik hoop dat de tentoon
stelling u alles zal schenken wat ge er van
verwacht. Mogen velen uw arbeid komen
waardeeren. De belangstellenden zullen zich
voorzeker hun gang niet beklagen. Uw arbeid
verdient waardeering en belangstelling. Be
langstelling verdient de tentoonstelling op
Zeeuwsch-Vlaamschen bodem, niet het minst
omdat zij in beeld te zien geeft een der jongste
maar niet de minst beteekende ondernemingen
op dien bodem, de geheele onderneming der
Zecuwsch-Vlaamsche tramwegmaatschappij,
die van zoo ver strekkenden invloed kan zijn
op de toekomst van Zeeuwsch-Vlaanderen, die
eeu verbinding zal geven tusschen de beide
deelen van Zeeuwsch-Vlaanderen, te land,
zonder dat men over vreemden bodem behoeft
te reizen.
Alom in den lande wordt nu feest gevierd
ter herdenking van de lOOjarige Onafhanke
lijkheid van Nederland. Een feit niet zonder
b'eteekenis voor onze natie. Wij werden toen
weder een vrij volk. Het was het tijdstip
dat het Oranjehuis, zoo nauw met ons volk
verbonden, weer in ons land terugkeerde en
de teugels van het bewind in handen nam,
waarvoor wij, Nederlanders, het Stamhuis van
Oranje dankbaar zijn.
Het tentoonstellingscomité heeft op gepaste
wijze gezorgd, dat dit feit ook in Ter Neuzen
op gepaste wijze kan worden herdacht. Naast
deze tentoonstelling zijn een reeks van feeste
lijkheden georganiseerd. Leest men het pro
gramma dan belooft dit zeer veel en daarom
meen ik zeker de tolk te zijn van het geheele
comité, als ik de hoop uitspreek dat het waar
deering voor haren arbeid moge genieten van
het publiek, door in grooten getale deze feeste
lijkheden te komen bijwonen.
Maar behalve dit alles, dames en heeren,
heeft men ook gemeend te moeten zorgen voor
den inwendigen mensch, door het inrichten
van gezellige tentjes z. g. „Bars", waar een
keur van jonge dames u wacht, tot het leveren
van de gewenschte ververschingen.
Ik verklaar de tentoonstelling voor geopend.
De heer Van Hasselt noodigde daarna de
aanwezigen uit, de Tentoonstelling te bezich
tigen.
Deze tentoonstelling omvat 528 ingezonden
voorwerpen.
Driewegen. Van de bloemen, door de school
jeugd verzorgd voor de Floralia-tentoonstel-
ling, zijn bijna geen exemplaren ingezonden.
De stekjes werden indertijd te laat ontvangen,
zoodat de periode van ontwikkeling voor een
paar soorten te kort was. Eerst eind Au
gustus zullen geranium en fuchsia in bloei
staan. Van de overige soort is de bloeitijd
reeds lang voorbij.
Axel. In het land van Axel, waar zeer veel
vlas wordt verbouwd, is het trekken van het
gewas zoo goed als geëindigd.
De telers hebben er een „strop" aan, want
over 't algemeen valt het zeer tegen 't is veel
te licht van gewicht, en is als hooi, als het
een paar dagen gebonden staat.
Voor velden, welke dit jaar tamelijk goed
kunnen genoemd worden, en die zijn er niet
te veel, wordt hoogstens f70 per gemet ge
boden.
Als men nu weet, dat de verbouwers tot
f 120 per gemet huur hebben gegeven, en dan
nog het zaad, wieden, trekken en hun kunst
mest te betalen hadden, wat samen zeker op
f50 per gemet mag gerekend worden, dan
behoeft men niet te vragen, of er geld is bij
gelegd.
Iemand, die al jaren druk in het vlas werkt,
schat de schade, die in 1912 en 1913 (want
1912 is ook een slecht jaar geweest) in het
land van Axel is geleden, op minstens f 300.000.
Is in deze streek dit jaar al veel minder
vlas gezaaid dan het vorige, ongetwijfeld zal
de vermindering in 1914 nog heel wat grooter
zijn.
Axel. Door de politie te Ter Neuzen werd
in het laatst der vorige week bericht ont
vangen dat te Zwijndrecht bij Antwerpen in
het water was gevonden het lijk van een per
soon, blijkens een op hem bevonden kaartje
afkomstig uit Ter Neuzen. Uit het opgegeven
signalement kwam men op het vermoeden dat
dit zou zijn D. C., een 54-jarig beestenkoopman,
afkomstig uit Axel, doch den laatsten tijd
hier in een logement verblijvende. Er werd
van dat vermoeden aan de familie te Axel
kennis gegeven. Deze begaf zich naar Zwijn
drecht en heeft daar den verdronkene als
D. C. herkend.
Axel. Zaterdagavond hield de vereeniging
tot aankoop van voedingsmiddelen„Zoekt
uw voordeel" haar eerste jaarvergadering.
Uit het verslag van den secr.-penningmeester
bleek, dat de inkomsten zouden bedragen
f6271,40 en de uitgaven 16290,77 zoodat er
behoudens onvoorziene uitgaven een tekort
zou zijn van f 19,37. Het aantal leden was
van 43 bij 't begin gestegen tot 66. In 't ge
heele jaar was omgezet ongeveer 53000 K.G.
onderscheidene soorten voedingsmiddelen.
Tot bestuursleden werden herkozen de
heeren M. W. Koster en P. Dieleman en tot
secr.-penningmeester de heer J. R. de Jonge.
Hulst. Tengevolge van het overlijden van
den heer Heijse is thans de heer P. F. Fruijtier,
afgevaardigde voor het district Hulst, het
oudste lid der Staten in zittingsjaren. Het
was Vrijdag 25 jaar geleden, dat de heer
Fruijtier voor het eerst tot lid dier Staten
werd gekozen.
Hontenisse. Legt een kip wel eens meer
dan éen ei per dag Oyer deze vraag zijn
de meeningen zeer verdeeld. De heeren Moens
te Ter Neuzen en Den Hartog te Krimpen
a/d Lek beweren, dat kippen soms wel 3
eieren per dag leggen, maar meestal wordt
zoo'n bewering opgevat als April-grap of kom
kommer-ui.
Nog ongelooviger is, wat hier zou gebeurd
zijn bij den smid Th. W. te Kloosterzande.
Daar was een kip gewoon om eiken dag haar
ei te leggen onder den blaasbalg bij een z. g. n.
nestei. Toen nu in den vacantietijd een logé
het nestei wegnam weigerde de kip haar ei
te leggen in het ledige nest. Kakelend liep
de kip den ganschen dag in en uit de smidse,
maar tot leggen kwam het niet. Den vol
genden dag hetzelfde spel en den derden dag
alweer. De smid lei toen het nestei terug
op de oude plaats en tot groote verwondering
van allen lagen er toen 's avonds vier eieren
in het nest. De kip, die alle eieren had op
gehouden, had er op dien dag drie bijgelegd.
Vlissingen. Op het terrein, waar Zaterdag
middag alhier het Concours-Hippique plaats
had, werden in korten tijd een drietal horloges,
waaronder één met een waarde van f 300
gerold. Vooraf had de politie in de plaatse
lijke bladen voor dit gevaarlijk soort men
schen gewaarschuwd, maar toch hebben zij
een goeden slag geslagen.
Onder de gemeente Souburg (Walcheren)
streken Zaterdagmorgen een 30tal ooievaars
neder. Dit voor deze streek zeer zeldzame feit
trok zeer de aandacht der omwonenden.
Middelburg. De Zeeuw meldt dat a.s. Za
terdag H. M. de Koningin de tentoonstelling
van kleederdrachten alhier komt bezoeken.
De ontslagen gemeente-secretaris van
Oud Vossemeer, die naar Antwerpen was ver
trokken, maar Zaterdag in zijn oude woon
plaats is teruggekeerd, is in arrest genomen
en naar Zierikzee overgebracht, waar hij on
middellijk iu verhoor werd genomen.
(N. R. C.)
Goes. Alhier zullen geen onafhankelijk-
hcidsfeesten gehouden worden. B. en W.
hadden geen medewerking toegezegd.