Kerk en School. Gemengd Nieuws. Arrestatie met lievig verzet en vernieling van li e t huis van bewaring te Ter Neuzen. Zondagmiddag omtrent 5 uur liepen een tweetal bootslieden in beschonken toestand door de Noordstraat alhier. Het waren jonge kerels. Een hunner had een harmonica, de andere een hoorn bij zich. De heer Van E. liep met een familielid en een zijner kinderen te wandelen, toen hij, dat tweetal passeerende, opeens een hevigen vuist slag in het gezicht kreeg, zoodat eenige tanden los werden. Een agent van politie was juist ter plaatse aangekomen en wilde deze heeren in de Vlooswijkstraat arresteeren. Doch toen begon een hevig verzet. Een andere agent die vrij was en als burger liep te wandelen, schoot spoedig ter hulpe. Een hunner wilde blijkbaar niet op behoorlijke wijze medegaan, waarop de agenten hem de handboeien aan deden. Dit scheen nog niet te helpen, want hij wierp zich voortdurend op den grond. Zijn makker ging ook al even erg te keer. Spoedig zag men 's mans bloote armen en borst, want het boezeroen was geheel aan flarden gescheurd. Ter hoogte van het stadhuis werd door de politie om hulp verzocht. Een tweetal burgers sprongen bij en het tweetal was daarna spoedig op het politie-bureau. Natuurlijk was er een groote menigte getuige van. Voor dit tweetal moest een Duitscher plaats maken die des morgens door de politie van boord van een Belgisch stoomschip gehaald was, omdat hij den kapitein en andere schepe lingen gedreigd had met een mes te zullen aanranden. Dit heer was in het huis van be waring aan de markt opgesloten en had daar zooveel hij maar kon, alles vernield. Daarop was hij naar het cachot op het bureau over gebracht. Toen dit tweetal aankwam om in het cachot geborgen te worden, werd de Duitscher stevig geboeid tusschen de politie weer naar de markt teruggebracht. Zaterdagsavonds laat hadden ook reeds eenige arrestatiën plaats gehad. Hedenmorgen zijn van hier vertrokken de Commissaris der Koningin, de heer Dijck- meester, de Directeur-Generaal der Posterijen en Telegrafie, de Inspecteur van de Posterijen on de Directeur der Prov. Stoombootdienst, de heer Vau Renterghem. Deze heeren waren hier per extra boot aangekomen in verband met de eerlang te openen dienst Neuzen— Hoedekenskerke Hansweert. Vermoedelijk zal er dan ook post mede vervoerd worden. Men schrijft ons uit Ter Neuzen Verleden week schreef ik een enkel woordje naar aanleiding der niet-herkiezing van den heer Drost bij de jongste gemeenteraadstem mingen. Behalve de toen gemaakte conclusie, leverde deze stembus een andere gevolgtrek king op. Men weet dat de katholieken, ook met een candidaat op het biljet voorkwamen. Dit op zich zelf verdient geen bijzondere op merkzaamheid wel daarentegen het hooge stemmencijfer, door onzen candidaat verkregen 895, dus nagenoeg 400. Dit cijfer stemt tot nadenken, en werpt ongetwijfeld een aardig licht op de verandering in onze gemeentelijke politieke verhoudingen. We gaan hier den goeden .weg op. De katholieken zijn vroeger altijd zoo dom geweest in de liberale Neuze naren hun aangewezen bondgenooten te zien, Inderdaad, de ïiberalen deden immer heel lief tegen ons; gij, katholieken, zeiden ze, zijt fidele menschen, we waren rechtschapen, eer lijk, oprecht, openhartig, maar, hoewel wij de liberalen altijd aan 't laadje brachten, ons zelfs voor hen nog wel warm maakten, als ook wij eens één enkel zeteltje vroegen, hola, dan waaide de wind gauw uit den anderen hoek en kregen we niets. Dat we alleen door openlijke en volle samenwerking met de andere christelijke fracties ons recht krijgen kunnen, heeft de stembus van 15 dezer glashelder aan getoond. Blijkens opgaven in 't antirevolutio nair orgaan brachten totaal 189 kiezers hun stem uit op alle vier de candidaten van rechts n.l. de Bakker, (kath.) Bedet en D. Schcele (anti-rev.) en R. Scheele (chr. hist.). Welis waar stemden ook nog 107 kiezers alleen op de 3 laatsgenoemden, maar dit is duidelijk, als men weet dat de samenwerking officieel nog buiten de organisaties omging. Kunnen een volgende maal de rechtsche organisaties tot eenparig advies geraken, dan lijdt het geen twijfel of op een rechtsche meerderheid in onzen raad een meerderheid waarin ook de katholieken deel zullen hebben zal mettertijd kunnen verkregen worden. (Zeeuwsche Koerier. Hoek. Toen Zondagmorgen zekere G. D. alhier bij zijn kippenhok kwam, zag hij dat een, groote 'hond daarin was weten door te dringen en kwam hij tot de onaangename ont dekking dat 26 zijner dieren waren doodge beten, nl. 7 oude' en 7 jonge kippen en 12 jor.ge hanen. Door zijn komst bij het hok ble ven nog 5 kippen gespaard. D. die den hond herkende vervoegde zich bij diens eigenaar onder mededeeling van het gebeurde. Deze stelde zich terstond aansprakelijk voor de door zijn dier toegebrachte schade, door deze volgens onderling accoord te vergoeden. (Tern. C.) Axel. Door mej. F. Butler is tegen 15 Au gustus, wegens huwelijk, ontslag gevraagd als onderwijzeres aan de bijzondere school te Spui. Bij de gisteren gehouden examens voor Engelscii L. O. slaagde o. a. de heer L. A. Kos ter te Hilversum, vroeger onderwijzer te Axel. Axel. Naar we vernamen is er een aan zienlijk bedrag bijeen om de onafhankelijk heidsfeesten te vieren. In die som is dan de gemeente-subsidie begrepen. Axel. De vorige week vergaderde de feest commissie wederom op het raadhuis alhier. O.m. werd volgens de Axelsche Crt. overge gaan tot de benoeming van de commissiën, welke belast zijn met de verschillende onder- deelen van het feestprogramma a. Kanonnade en vuurwerkC. Th. van de Bilt, F. Dekker Pz. en H. van Luijk. b. Bedeeling der armenJ. A. Dregmans, A. de Ruijter en J. K. Vink. c. Kleppermarsch, muziek- en zanguitvoe ringen P. Buijze, A. van 't Hoff en J. de Feijter Lz. d. Gecostumeerde optocht D. van Houte, P. Lefeber en A. J. van de Vijver. e. Cantate en tractatie van de schoolkin deren D. van Cadzand, P. H. Essclbrugge en M. Wolfert. Reclame en openluchtvoorstelling door de bioscope: Ph. J. van Dixhoorn, A. E. C. Kruysse, J. J. de Feijter Kz. en P. Augusteijn (resp. voorz., vicevoorz., seer, en penningm. der feestcom.) en g. Versiering: C. van den Broeke, II. de Jong en F. C. Zonnevijlle. De heeren Mensonides en Elffers hebben wegens vertrek bedankt. Ook dhr. L. P. Bak ker heeft bedankt. De heer De Koning, hoofd der bijz. school te Spui, is ambtshalve benoemd, evenals de heer D. van Houte, wiens plaats tijdelijk was ingenomen door den heer C. Dijkwel als waar nemend hoofd der openbare school. Hulst. In de alhier gehouden vergadering van de leden der Eerste Nederlandsche Coö peratieve Beetwortelsuikerfabriek te Sas van Gent werden herbenoemd tot leden van het bestuur de heeren K. J. A. G. Baron Collot d'Escury, E. J. de Klerk en P. Vereecken. In plaats van de heeren Lev. de Feijter en H. W. Vollenhoven van Daalen, die beiden niet meer in aanmerking wenschten te konron werden benoemd tot bestuurslid de heeren Jac. Dekker Fz. te Boschkapelle en J. J. Huijssen te Zaamslag (Othene). Tot voorzitter werd herbenoemd de heer Baron Collot d'Escury, en in plaats van den heer Lev. de Feijter tot lid van het dagelijksch bestuur de heer P. Lindenbergh te Wemel- dinge. Vlissinyen. Door burgemeester en wethou ders van Vlissingen is een adres aan den Minister van Binnenlandsche Zaken verzonden, waarin diens hulp wordt ingeroepen voor de pogingen om de verplaatsing van het Belgisch loodswezen te voorkomen. - De Gemeenteraad van Vlissingen heeft besloten te aanvaarden een geschenk van mevr. Van den Broek—Van der Os, bestaande in een mooi heerenhuis, staande aan het Bella- mypark. De schenkster had als voorwaarden gesteld, dat het gebouw voor oudheidskamer zal worden bestemd, en dat daarin o.a. de door wijlen haar broer aan de gemeente na gelaten voorwerpen zullen worden onderge bracht, en dat, mocht het gebouw ooit verkocht worden, de opbrengst bestemd is voor de Diaconie der Ned. Herv. Kerk. Vlissingen. Dezelfde personen, die een ver zoek aan den gemeenteraad hebben gericht om den heer P. Merckens, het in district II herkozen anti revolutionair lid niet toe te laten, omdat zij meenen, dat bij de verkiezing infor maliteiten hebben plaats gehad, die invloed op den uitslag kunnen gehad hebben, hebben thans wederom een verzoek gezonden om ook het herkozen katholieke lid den heer J. J. Klijberg niet toe te laten. Deze heer is bij herstemming gekozen, doch natuurlijk zou indien de uitslag van de eerste stemming anders was geweest, ook veel kans op een anderen einduitslag hebben bestaan. Gereformeerde Kerken. Beroepen te Bunschoten (A.) G. D. Doekes te Nieuwdorpte Geesteren-Gelselaar, J. J. Wielenga te Waddinxveen te Avereest, Dr. C. N. Impeta, prop. te Katwijk aan Zee; te Bozum, S. Sleewijk Visser te Rijsoord. Aangenomen naar Dirkshorn J. G. Feen stra. cand. te Koudum. Bedanktvoor Ambt-Vollenhove (A) door C. J. Wielenga te Ruhrort (Duitschland)voor Zuidwolde (Gr.) door D. Steenhuis te IJsel- monde; voor Hardinxveld, Schoonebeek, Zeg waart c. a. en Medemblik J. G. Feenstra, cand. te Koudum. Chr. Geref. Kerken. Tweetalte ZaandamL. de Bruijne te Bunschoten en Joh. van der Vegt te Steenwijk. Ned. Herv. Kerk. Beroepente DeventerP. J. Bakker te Siddeburen (Gr.)te Oosterhesselen H. Co lenbrander, cand. te Abbekerke. Aangenomennaar AlmenT. J. Jansen Schoonhoven te Giethoorn. De Geref. Jongelingsvereeniging „Onze hulpe zij in den naam des Heeren" vergadert a. s. Woensdagavond om 8'/4 uur in de consistorie kamer der Geref. Kerk in de Nicuwstraat al hier. Gemeenteraad van Ter Neuzen. Een koopman in granen en kunstmest stoffen uit Zeeuwsch-Vlaanderen, westelijk deel, was dezer dagen in Amsterdam en zou ook eens een kijkje op de effectenbeurs gaan nemen, niet wetende dat dit heiligdom door oningewijden niet mag worden betreden. In- stede van door de wachters den toegang te worden belet, of op andere wijze op het on geoorloofde opmerkzaam te worden gemaakt, scharen zich een 50 a 60 joden rondom hem die al schoppende en slaande hem onder een groot lawaai uit de beurs verwijderen en als of zij een heldenstuk hadden verricht, triom- phantelijk naar hun hoek terugkeerden. Moord. In een woning aan de Gaslaan no. 63 in Den Haag is Zondagnamiddag een drama af gespeeld. Aldaar woonde de 52-jarige D. Hiddes, stoker van de gasfabriek in Den Haag, met zijn tweede vrouw, een voorzoon van de vrouw en een ongeveer 5-jarig dochtertje uit het huwelijk van Hiddes met zijn tweede vrouw. De zoon, oud 17 jaar en Chr. d. J. geheeten, was eerst sedert eenige maanden ten huize van zijn moeder en haar man woonachtig, tlii was van zijn jeugd af in Groningen of Friesland verpleegd, en Hiddes wist vermoe delijk bij zijn huwelijk met zijn tweede vrouw van het bestaan van haar zoon niet af. De jongen heeft, naar men vertelt, blijkbaar er naar verlangd in Den Haag bij zijn moeder te komen wonen, of wel de moeder verlangde naar haar zoon. Hoe dit zij, de jongen kwam eenige maanden geleden bij zijn moeder in wonen en werkte nu als smidsknecht op de Becklaan. De verstandhouding tusschen Hid des en stiefzoon schijnt al van den aanvang af niet gunstig te zijn geweest. Hiddes maakte vaak misbruik van sterke drank en moet den jongen meermalen tevergeefs tot bezoek aan koffiehuizen hebben uitgenoodigd. Het feit, dat de jongen niets weten wilde van het be zoek aan drankhuizen, en misschien ook nog andere omstandigheden, schijnen er toe geleid te hebben, dat Hiddes hem niet goed ver dragen kon 'hij deed hem gedurig verwijtin gen en scheldwoorden hooren. Ook Zondag namiddag schijnt er tusschen hen beiden on- Zitting van Maandag 28 Juli 1913. Voorzitter dhr. J. Huizinga, burgemeester. Voorts aanwezig alle leden behalve de heeren Wieland en De Jager. Na opening der vergadering deelt de Voorzitter mede, dat de notulen der vergadering nog niet gereed zijn en worden deze mitsdien ter goedkeu ring aangehouden. Tot onderzoek der geloofsbrieven der herkozen en nieuw gekozen raadsleden benoemt de Voorzitter als commissie de heeren Moggré, De Bruijne en Eijke, gedurende welks onderzoek de vergadering wordt geschorst. Bij monde van den heer Moggré, rapporteert de commissie dat de stukken in orde bevonden zijn en tot toelating adviseert. Met algemeene stemmen wordt aldus besloten. Voor kennisgeving worden aangenomen a. een bericht van de heeren R. Scheele, A. C. Lensen, A. H. Donze en D. Scheele Az., dat zij de benoe ming als lid van den Raad aannemenb. eene mededeeling van den Voorzitter namens den secre taris, dat deze den heeren raadsleden zijnen dank betuigt" voor het aan hem toegestane verlof tot het aannemen van een bijbetrekking. De Voorzitter deelt mede dat behalve de te be noemen leeraren van de H. B. S. nog dient aan gesteld te worden een amanuensis en een congierge. B. en W. zonden gaarne zien dat voorloopig één persoon benoemd werd voor beide betrekkingen, d.v. iemand op te roepen die de kennis voor ama nuensis bezit en tevens concierge moet zijn, waaraan verbonden is het schoonhouden van het gebouw. Zoo noodig kunnen dan later die betrekkingen gesplitst worden. De Voorzitter stelt voor, B. en W. te machtigen tót het oproepen van sollicitanten op een jaarwedde van f800. Mocht evenwel de concierge later vrije woning genieten, dan zou het salaris ingekort worden tot f 650. De mogelijkheid is namelijk niet uitgesloten, dat de Commissie van Toezicht het wenschelijk acht bij de H. B. 8. een woning voor den concierge te bouwen en B. en W. zijn van oordeel, dat dan f 3 in rekening gebracht mag worden. De heer Waalkes vraagt of er ook eischen gesteld worden voor een amanuensis. De Voorzitter zegt dat gelet zal worden op enkele bekwaamheden, b. v. um de gereedschappen, dienstig bij de scheikunde enz. te kennen en zoo noodig te repareeren. Het voorstel van B. en W. wordt met algemeene stemmen aangenomen. Aangeboden wordt de gemeenterekening over 1912. Deze bedraagt in ontvangst f 167,064,40 en in uitgaaf f 121,970,09s, alzoo een batig slot van f 45,094,305. Op een desbetreffende vraag van den heer Drost deelt de Voorzitter mede, dat het goed slot uit de gewone huishouding verkregen f 7000 bedraagt. De rekening wordt gesteld in handen van eene commissie, waartoe de Voorzitter benoemd de heeren De Bruijne, Donze en Eijke. De Voorzitter stelt aan de orde de benoeming van leeraren voor de H. B. S. De heer Lensen vraagt hoe het benoemings besluit luiden zal. De Voorzitter antwoordt dat zij benoemd zullen worden op een nader vast te stellen instructie, met dien verstande, dat men er op wijzen zal, dat zij ook verplicht zijn onderwijs te geven voor het meer uitgebreid lager onderwijs. Voorts zou de heer Lensen het wenschelijk achten dat bij de benoeming bepaald werd, dat zij in de gemeente moeten woonachtig zijn, zulks om te voorkomen dat zij b.v. te Vlissingen of Goes gingen wonen. De Voorzitter vraagt of de heer Lensen dit denk beeld zoover wil uitstrekken, dat hij het ook niet raadzaam zou achten, dat een benoemde leeraar zich b. v. eens te Axel, Hoek of Zaamslag moest vestigen, schoon dit wel niet gebeuren zal. De heer Drost merkt op dat men het verplichtend kon stellen „behoudens toestemming van den Raad." De heer Lensen acht het wenschelijk, dat de Raad zich hier beslist uitspreekt, waarna zijn voor stel, om in het benoemingsbesluit te bepalen, dat zij zich hier vestigen zullen, met algemeene stemmen wordt aangenomen. Thans gaat men over tot de benoeming der leeraren, aanbevolen door B. en W. Voor wis-, natuur- en werktuigkunde wordt be noemd de heer W. Estor te Hoogezand. Voor Scheikunde, plant- en dierkunde de heer Dr. W. Middelberg te Apeldoorn. Voor Fransche taal de heer W. Temperman te Middelburg. De heer D. de Klerk te's Gravenhage, die op de lijst van aanbeveling stond, had zich teruggetrokken. Voor Hoogduitsclie taal en letterkunde de heer W. J. Noordhoek te Groningen. Voor Engelsche taal en letterkunde de heer F. D. de Soet te "s Gravenhage. Voor Gymnastiek de heer K. Duizendstra te Amersfoort. Voor Hand-en rechtlijnig teekenen de lieer L. G. van der Eijk te Balkbrug (Avereest). Bij de rondvraag zou de heer Moggré enkele in lichtingen willen hebben omtrent de herbestrating van de Noordstraathet is hem n.l. opgevallen dat deze van af den Schotschen hoek zooveel hooger is gelegd, dat de aangrenzende straten ook hooger moeten gebracht worden. Vooral aan de Vlooswijk straat is de straat zoo hoog gelegd dat de opril mede omhoog gebracht dient te worden en dat deze inplaats van vlak, rond is gemaakt wat z.i. niet aan te bevelen is. De Voorzitter zegt, dat het ook zijn aandacht heeft getrokken en heeft er met den bouwmeester over gesproken, die beweerde, dat de straat van af den heer De Jonge aan den buitenkant wat afliep, waardoor rijtuigen en vooral auto's het gevaar be liepen af te slippen en de kans hadden tegen de aldaar staande lichtpaal te rijden. Spr. wil de op merking overbrengen aan den bouwmeester die er dan wel rekening mee houden zal, dat de opril er niet door verslechterd. De heer Scheele zegt dat de straat vroeger lager js gelegd om juist de opril gemakkelijker te maken en nu gaat men deze weer slechter maken. De Voorzitter veronderstelt dat de straat herlegd is onder technisch toezicht van den bouwmeester en toen deze op technische gronden beweerde dat het zoo in orde komen zou, had spr. niets meer te zeggen. De heer Lensen vraagt wat de Commissie van Bijstand er over denkt, want er zijn heel wat per sonen die er over klagen. De Voorzitter zegt dat de Commissie daarvoor nog niet bij elkaar is geweest. Hij wil evenwel deze Commissie uitnoodigen nog heden bij elkaar te komen en gaat zij accoord met de gemaakte bezwaren dan moet het werk maar veranderd worden. De heer Lensen vindt het dan alleen maar jam mer dat het werk dat misschien een f 1000 kost reeds is uitgevoerd. De heer Lensen heeft ook nog dit bezwaar hooren verluiden dat, waar nu de opril steiler is gemaakt, alle zwaar geladen voertuigen door de Noordstraat zullen komen wat voor een nauwe straat niet aan te bevelen is. Spr. zou wenschen dat dergelijke dingen konden voorkomen worden, want hij vindt dit het paard achter den wagen spanneneerst geld uitgeven voor een uit te voeren werk en dan weer veranderen. Z. i. dient een technisch man als de bouwmeester de gevolgen te weten van een dergelijk werk. De heer Waalkes vraagt of het werk technisch juist is of technisch te verdedigen is. De voorzitter kan hierop niets anders zeggen dan dat hij er met den bouwmeester over gesproken heeft en dat hij er, na diens argumenten, in berust heeft. De heer Moggré constateert dat de voorzitter dan toch ook van oordeel was, dat het werk niet goed was. De Voorzitter stemt dit toe en vraagt of de Raad het goedvindt dat hij er met de commissie over spreekt en indien noodig dan laat veranderen. De heer Lensen vindt het jammer dat dan weer een paar honderd gulden wordt weggegooid. De heer Dees zegt dat er bij B. en W. over ge sproken is. En wanneer dan de bouwmeester be weerd dat het werk in orde komen zal dan dient men dat ook veilig over te laten aan zoo'n tech nisch ambtenaar. De heer Scheele gelooft dat wanneer men de straat aan den binnenkant had verlaagd, men ver standiger had gedaan. De heer Waalkes zou in verband met de afhel ling der straat voor auto's, er de aandacht op willen vestigen dat deze meestal te groote snelheid hebben ze rijden er maar op los z. i. is het wenschelijk een maximum snelheid te bepalen. De heer De Bruijne merkt op, dat men die last ook gevoelt bij den omdraai te Driewegen en wijst op het pas voorgevallen ongeluk, De Voorzitter zegt dat te Driewegen waarschu wingsborden zullen geplaatst worden. Spr. zegt dat B. en W. zullen bespreken in hoeverre de politieverordening reikt. Is deze niet voldoende dan kan men een afzonderlijke verordening in 't leven roepen. De heer Visser wil ook de schuld van zich af werpen, dat hij de wijze van herbestrating goed vindt. Spreker heeft den bouwmeester er op ge wezen en deze stelde hem toen gerust. Spr. kan toch ook niet een heelen dag bij 't werk vertoeven. De heer Scheele stelt voor, nu het blijkt dat niemand het werk verdedigen kan, den opril en de straat in den vroegeren toestand terug te brengen. De Voorzitter zou de machtiging daartoe aan B. en W. willen overlaten. De heer Lensen acht het wenschelijk, dat der gelijke domme dingen en geldvermorsen voortaan voorkomen werd. De Voorzitter kan moeilijk de verzekering geven dat zoo iets nooit meer gebeuren zal en is van oordeel dat het meer een verschil van inzicht is dan wel een af te keuren handeling. De heer Lensen krijgt zoo den indruk, dat de bouwmeester eenigszins buiten de orders is gegaan. De Voorzitter ontkent dit en is van meening, dat het voortkomt uit een ander inzicht en ook wel uit onbekendheid met de vroegere geschiedenis. Ten slotte legt de vergadering zich neer bij het voorstelB. en W. zullen, in overleg met de Commissie van bijstand, deze zaak verder regelen. Hierna wordt de vergadering gesloten.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1913 | | pagina 2