Binnenlandse!! Nieuws.
Buitenlandsch Overzicht.
Uit Stad en Provincie.
Kerk en School.
Landboiiwberichten.
Die bepaling zal wel voor liet onderhavige
geval gelden. Zooals men ziet spreekt dit
artikel alleen van kennisgeving, en niet van
een goedkeuring der andere partij. Maar geeft
die voorgeschreven kennisgeving ook niet een
recht tot 't opperen van bezwaren
Wij mcenen dat 'door de nieuwe regeling
de „concurrence loyale" waarvan baron de
Guillaume spreekt, geheel zoek zou raken.
Reeds zijn de Nederlandsche loodsen in een
nadeelige positie gekomen doordat bij Belgisch
Kon. Besluit van 28 Febr. 1871 aan de Bel
gische loodsen het uitsluitend recht is gegeven
de schepen van de reede te Antwerpen naar
de kaaien en dokken te brengen. Voor de
Nederlandsche loodsen eindigt hun taak,
wanneer ze het schip op die reede van Ant
werpen hebben gebracht.
Nu zou er nog een ander nadeel bijkomen,
doordat de Belgische loodsen in Zeebrugge
in veel gunstiger omstandigheden zouden
komen, vooral wanneer ze de buitenbeloodste
schepen zouden kunnen doorvoeren, voorbij
Vlissingen naar Neuzen.
Het is dus te hopen dat de daartoe be
voegde Nederlandsche autoriteiten deze zaak
ernstig ter harte zullen nemen en daarbij
vooral ook op de belangen van de Nederlandsche
loodsen zullen letten.
Maar niet minder is het belang voor Vlis^
singen zelf. De uitbreiding der stad en de
?;eheele daarop gerichte gemeente-politiek der
aatste jaren, zou tot een bedenkelijken toe
stand leiden, wanneer die uittocht van die
honderden, vlot levende loodsengezinnen, vol
gende op den uittocht der bookmakers, een
leegte in de stad zou laten, die we niet zoo
spoedig zien aangevuld.
We behoeven de Vlissingers wel niet aan
te sporen alles in 't werk te stellen om die
gebeurtenis te voorkomen.
't Is nu vooral aan de deskundigen om aan
te toonen, dat de loodsdienst te Vlissingen
wel degelijk voordeelen heeft boven die te
Zeebrugge. (M. C.)
D r i o n-a vond, of hoe Links zich
vermaakt.
Wij lezen in het „Vad. Óhetrouwe" het
volgende
In Ridderskerks sociëteit viert een deel der
vrijzinnigen feest. Tot de middelen van vermaak
behoort ook een karakteristieke plaat, die aan
den wand prijkt, dr. Kuyper, sloopende de
Openbare School wordt voorgesteld.
Een uit het officierscorps ontbloot het wapen
(zakmes}, treedt toe en snijdt de bijl uit, die
dr. Kuyper in de hand houdt.
Er wordt gelachen en gejoeld.
De aanslag van Kuyper is daardoor afge
wend. Maar de vijand moet zelf ook on
schadelijk gemaakt. En daarom valt de
officier den onverlaat andermaal aan, trekt zijn
degen (pennemes) en steekt dr. Kuyper de
oogen uit. De vrijzinnige toeschouwers gieren
het uit van pret. Dr. Kuyper is gevallen.
De Openbare School gered.
De kabinet-erisis.
Men meldt uit Amsterdam, dat in een bij
eenkomst van de sociaal-democratische Kamer-
groep, met het bestuur van de S. D. A. P.
en de redactie van Het Volk, definitief is be
sloten de door dr. Bos aangeboden drie porte
feuilles niet te aanvaarden. Een minderheid
in de vergadering, die vóór aanvaarding was,
legde zich tenslotte bij de meerderheid neer.
Hierdoor is dus het buitengewone congres
van de S. D. A. P., dat tegen het einde van
deze week was uitgeschreven, overbodig ge
worden.
Uit de briefwisseling tusschen dr. Bos
en den voorzitter van de Sociaal-democratische
Kamerfractie blijkt, volgens het Volk, dat de
weigering van de S. ID. A. P. om de drie
ministerportefeuilles te aanvaarden, tengevolge
zal hebben, dat dr. Bos voor de hem gegeven
opdracht als Kabinetsformeerder zal moeten
bedanken.
(Men zal zich herinneren, dat de, aan dr.
Bos gegeven opdracht sprak van het samen
stellen van een ministerie uit de geheele
linkerzijde).
Uit het Volk blijkt, dat de verwerping
van het voorstel om drie ministersportefeuilles
te aanvaarden, in de bijeenkomst van de
Sociaal-democratische Kamerfractie, het bestuur
van de S. D. A. P. en de redactie van Het
Volk, is geschied met 13 tegen 8 stemmen.
Van het oorlogsterrein.
De cholera.
In 't Servische leger. Op ernstige wijze
moet de cholera in het Servische leger lieer-
schen over de geheele linie Kriwolak-Kuprulu.
Dagelijks komen in de laatste plaats bijv. 160
gevallen voor. Het aantal sterfgevallen be
draagt per dag minstens 150, maar er waren
ook dagen van 300. De soldaten sterven langs
den weg. Toch wil het opperbevel de tocht
tot voor Sofia voortzetten. Ilij is van meening
vrceselijke cynische gedachte het met
60.000 man verlies tot voor Sofia te kunnen
brengen.
Gruwelen.
Te Saloniki is een koerier aangekomen met
de tijding, dat het Griekscbe leger de ver
woesting en uitmoording van Xanthi (ten
oosten van Drama) niet heeft kunnen verhin
deren. Alle inwoners zijn naar zijn zeggen
geslacht.
Het terugtrekkende Bulgaarsche leger om
singelde het stadje, terwijl de komitadzji's
het binnendrongen en zonder pardon alle be
woners neersabelden, ook de buitenlanders.
Stratos, de Grieksche minister van marine,
ïeeft medegedeeld dat de verliezen aan dooden
en gewonden aan Grieksche zijde 23,000 man
bedrogen, onder wie zeer veel officieren.
De krijgsbedrijven.
Plewna, de stad die in den oorlog van 1877
een zoo groote rol heeft gespeeld, i§ door
Roemeensche infanterie bezet. De Daily Tele-
rap, die dit mededeelt, meldt tevens, dat de
Serviërs en Grieken belangrijke voordeelen bij
Kustendil hebben behaald.
De Sofiatische correspondent van de Times
maakt gewag van een belangrijke overwinning
der Bulgaren bij Stroemitsa. De Grieken
moeten daar enorme verliezen hebben geleden
en 4000 Grieksche krijgsgevangenen zijn te
Wladaja, een halve dagreis van Sofia, aange
komen. Om politieke redenen is deze zege
een paar dagen geheim gehouden.
R o e m e n ië en B u 1 g a r ij e.
Na een kort gevecht te Ferdinandowo tus
schen een Roemeensche kolonne en een Bul
gaarsche brigade van de 9e divisie, heeft deze
laatste zich overgegeven. Twaalf kanonnen
zijn in handen der Roemeniërs gevallen.
Volgens de Evening Standard heeft het
Roemeensche leger Iswor (45 K.M. van Sofia)
bezet.
Tuchteloosheid bij d« Bulgaren
De Frankf. Ztg. heeft een lang verhaal over
de tuchteloosheid in het Bulgaarsche leger.
Soldaten schieten hun officieren neer, die hun
bevelen geven. Dergelijke voorvallen geschie
den „zoo maar" op de boulevards van Sofia.
Een soldaat, met verlof terugkomend, vindt
op zijn meel beslag gelegd. Hij loopt naai
den burgemeester van zijn plaats en schiet
hem dood
De ontevredenheid der soldaten moet steeds
toenemen en de officieren hebben moeite ze
in bedwang te houden.
Grieken en Bulgaren.
Er heeft een gevecht plaats gehad bij Fio
rina, tusschen Grieksche troepen en aanhan
gers van Tsachalarof, die bij Panitsa gedood
is. De Grieken zouden zich van 9 kanonnen
meester gemaakt hebben en de Bulgaren zou
den na de nederlaag 15 kanonnen in de rivier
geworpen hebben. De Grieken bevinden zich
op 30 K.M. afstands van de Bulgaarsche grens.
Adrianopel door do Turken bezet.
Het Bulgaarsche gezantschap deelt het vol-
geude telegram uit Sofia mede, dat om 1 uur
Maandagochtend daarvandaan is verzonden
Gisteren is er in den omtrek van Adrianopel
een zwakke botsing voorgevallen tusscben
zwakke afdeelingen van de Bulgaren en de
Turksche legers uit Tsjataldzja en Boelair.
De Turken werden voorafgegaan, vergezeld
en gevolgd door een talrijke macht basji bo-
zoeks (ongeregelde soldaten), onder wie velen
waren, die kortgeleden door de Grieken en
Montengrijnen in vrijheid gesteld waren. De
Turksche legers en de basji bozoeks bedreven
onnoemelijke wreedheden. De verschrikte en
weerlooze bevolking heeft naar Oud-Bulgarije
de wijk genomen.
De vreemdelingen te Adrianopel zijn volko
men onbeschermd en van gemeenschap met
de buitenwereld verstoken. Men is algemeen
ongerust en verwacht, dat de basji bozoeks
de stad zullen verwoesten.
De gemeenschap met Adrianopel is ver
broken.
De Times verneemt uit Sofia, dat de Turken
na een kort gevecht met de zwakke verdedi
gingstroepen der Bulgaren in Adrianopel zijn
binnengetrokken.
De Basjibosoeks plunderen en branden en
begaan ontzettende gruwelen.
TER NEUZEN 22 Juli 1913.
Men schrijft ons uit Ter Neuzen
De niet-herkiezing van het liberale gemeente
raadslid Drost alhier bewijst wel hoe weinig
sympathie hier gevoeld wordt voor de spoedig
te openen gemeentelijke hoogere burgerschool.
De heer Drost toch was in den raad de vurige
verdediger van de stichting dier onderwijsin
richting, welke de gemeente op groote kosten
jagen zal, en waarvan het welslagen alles
behalve verzekerd is. Niet alleen dat de om
gevende plaatsen bij gebrek aan meer uitge
breid lager onderwijs vrij algemeen niet van
de inrichting zullen kunnen profiteeren, maar
ook is 't bekend dat tal van ouders hun
kinderen niet aan een dergelijke neutrale
stichting zullen wenschen toe te vertrouwen,
't Ligt voor de hand dat de katholieken, die
hun kinderen middelbaar onderwijs verlangen
te geven verre de voorkeur aan Rolduc, Nij
megen, Katwijk, enz. zullen schenken, terwijl
ook tal van geloovige protestanten met een
neutrale H. B. S. weinig ingenomen zijn.
Dit alles wordt te Ter Neuzen zeer wel ge
voeld, zoodat de overgroote meerderheid der
iugezetenen van |de school verwachtweinig
succes maar niettemin eenbeduidende
opvoering der toch al zware gemeentelasten.
(Zeeuwsche Koerier.)
Axel. In den nacht van Zaterdag op Zondag
is alhier inbraak gepleegd in het confectie
magazijn van den heer J. de F. Door het
roepen om hulp der bovenbewoonster zijn de
dieven op de vlucht gegaan, zonder iets mede
te nemen. Eveneens vond men bij den heer
J. van H. het raam van de kamer opgeschoven,
zoodat waarschijnlijk ook daar ongewenschte
bezoekers waren geweest. Aangifte is gedaan
bij de politie.
Door het Bestuur der Vereeniging tot het
instandhouden de fröbelschool te IJzendijke werd
tot onderwijzeres benoemd mej. M. J. II. Steijn
te Dedemsvaart (Overijsel).
Groede. Alhier heeft Zaterdag een verkooping
plaats gehad van een hofstede met bouw- en
weiland, met recht van samenvoeging, gelegen
in deze gemeente, groot 96.50.93 H.A. in 22
perceelen verkocht, waarvoor is geboden de
som van f 144100. De toeslag, de tweede
veiling van bedoelde hofstede met land moet
plaats hebben dato 2 Augustus a.s. weder in
de herberg van Anthonie Bosschaart te Groede.
Vlissingen. Voor het maken der fundeering
voor het kustfort alhier was de laagste in
schrijver de firma Gebr. Dessing van Gouda
voor f 186900. De raming was f 142000. Een
verschil dus van f 44900.
Vlissingen. Men schrijft van hier omtrent
het verplaatsen van de Belgische loodsen naar
Zeebrugge aan de Midd. Crt. o.m. het volgende
Duizenden schepen van en naar Antwerpen
en Gent bedienen zich van het Oostgat, zoowel
bij het uitvaren als bij het binnenkomen. Het
Oostgat nu loopt langs de kust van Walcheren.
Moeten die vaartuigen verplicht zijn Zee
brugge aan te doen, om van loods te verwis
selen, zij zouden daardoor vertraging onder
vinden, iets waartegen de „Handel" zich zou
verzetten.
Maar, zal men mij misschien tegenwerpen,
die vaartuigen zouden een Belgischen zee- of
rivierloods te Neuzen kunnen krijgen.
Goed, maar de schepen, die met een Neder-
landschen loods uit zee komen en gewoon zijn
een Belgischen rivierloods te nemen, waar
zullen die hun loods bekomen
De Nederlandsche zeeloods is niet bevoegd
een schip tot Neuzen op te loodsen. Hij is
dus verplicht, zich te Vlissingen door een
rivierloods te doen vervangen. Eenmaal nu
de rivierloods aan boord aangenomen, brengt
deze het schip naar zijn bestemming. Indien
de kapitein het in zijn hoofd kreeg dien rivier
loods te Neuzen te debarkeeren, om hem door
een Belg te vervangen, zou hij gehouden
wezen tweemaal het volle riviergeld te be
talen, en daarvoor zal wel iedere kapitein
bedanken. Die schepen zouden dus verloren
zijn voor het Belgisch loodspersoneel.
Middelburg. Alhier is bericht ontvangen dat
H. M. de Koningin in de tweede helft van
Augustus de Zeeuwsche tentoonstelling zal
bezoeken.
Gereformeerde Kerken.
Tweetal te Geesteren G. II. de Jonge to
Scharnegoutum en J. J. Wielenga te Wad-
dinxveen.
Beroepen: te 'sGravendeel dr. C. N. Im-
peta, cand. te Katwijk aan Zee te Appelscha
F. W. Geerdts te Oldekerk te Donkerbroek
H. Fokkens te Dwingelo.
Bedankt: voor Kiel-Windeweer door A.
Steijling te Naardenvoor Kampen door W.
II. Gispen Jr. te Zwolle.
Ned. Ilerv. Kerk.
Beroepen: te HellouwII. A. do Geus te
Wilnis.
Aangenomennaar Feijenoord (3e pr. pl.)
door dr. J. D. 'de Lind van Wijngaarden te
Puttennaar Bellingwoude door J. L. van
Apeldoorn te Noordbroek.
Bedanktvoor Brielle door II. G. W. Briedé
te Franekervoor Den Ham door J. H. van
Paddenburgh te Aalst.
De Geref. Jongelingsvereeniging „Onze lnilpe
zij in den naam des Heeren" vergadert a. s.
Donderdagavond om 8 uur in de consistorie
kamer der Geref. Kerk in de Nieuwstraat
alhier.
We ontvingen van het ministerie van land
bouw, nijverheid en handel de stand der land
bouwgewassen op 12 Juli 1913.
Het hieronder volgende overzicht van den
stand der landbouwgewassen is, onder mede
werking van de Rijkslandbouwleeraren, sa
mengesteld naar- gegevens verstrekt door de
correspondenten van de Directie van den
Landbouw.
Evenals in het vorige jaar werden ook nu
weder in de maand Juni door de burgemeesters
de gegevens verstrekt omtrent de in 1913
met verschillende gewassen bezette opper
vlakte, voor zoover het voor den handel van
belang is deze uitgestrektheid te kennen.
Hoewel deze opgaven niet geheel met de latei-
definitief vast te stellen cijfers overeen zullen
komen, mag wel worden aangenomen, dat de
afwijkingen van geringe beteekenis zijn. Ter
vergelijking zijn de definitieve cijfers over de
voorgaande jaren mede aangegeven.
Gewassen. Beteelde oppervlakte in H.A
1913.
1912.
1911.
Wintertarwe
52 605
54
128
53 447
Zomertarwe
3 995
3
726
4 065
Winterrogge
225 373
226
002
223 291
Zomerrogge
2 189
2
042
2 073
Wintergerst
20 874
21
654
22 306
Zomergerst
5 990
5
027
5711
Haver en evene
138 530
137
863
138 186
Boekweit
10 580
11
901
12 953
Boonen (paarden-, enz
16 732
16
789
18 815
26 929
25
710
22 362
Stamboonen.
7 521
6
927
6 808
Bruin mosterdzaad
779
790
855
Geel
796
967
748
Karwijzaad
5 310
2
991
8 230
Blauwmaanzaad
623
657
240
Vlas
14 883
14
727
15 711
398
414
401
Gewassen.
Beteelde oppervlakte
1913. 1912.
Kanariezaad 1687 326
Consumtie-aardappel. 136 743 142 240
Fabrieksaarnappelen 31 273 30 104
Suikerbieten 60 555 64 824
Cichorei769 1 182
Uien of ajuin 2 648 2 951
Suikerbietenzaad244 195
Uienzaad 104 110
Spinaziezaad 769 1502
Radijszaad 269 333
Roode klaver 28 602 21 183
in H.A.
1913.
471
136 235
30150
55 600
951
2 513
106
100
798
217
31 749
Hieruit blijkt, dat van beteekenis is toege
nomen de verbouw van zomergerst, erwten,
stamboonen, karwijzaad, kanariezaad, fabrieks
aardappelen en roode klaver. Daarentegen is
meer of minder ingekrompen de verbouw van
wintertarwe, boekweit, consumtieaardappelen,
cichorei, uien en spinaziezaad.
Het warme en vooral droge weer, waar
naar reeds bij het verschijnen van het oogst-
bericht van midden Juni algemeen verlangend
werd uitgezien, is, afgezien van eenige weinige
dagen, uitgebleven. Volgens eene mededeeling
van het Koninklijk Meteorologisch Instituut
te De Bildt, is Juni over het geheel een vrij
sombere, koele en daarbij zeer regenachtige
maand geweest. Gemiddeld over het geheele
land bedroeg de maandsom van den neerslag
ruim de helft meer dan de normale, in Over
ijssel, Friesland en Noordholland ongeveer het
dubbele. De gemiddelde maandtemperatuur
was 1° te laagvooral de laatste 10 dagen
waren vrij koud. De bewolking was vrij
zwaar. Van 1 tot 14 Juni bleef de tempera
tuur bijna 3° beneden de normale en was de
hoeveelheid neerslag ongeveer 6/10 van het
normale bedrag.
Dit ongunstige weer kwam in de eerste
plaats ongelegen voor den hooioogst, die, reeds
voor half Juni begonnen, thans voor een deel
nog niet geborgen is. Gelukkig was het weer
behalve regenachtig ook koel, zoodat het hooi
minder geleden heeft dan men zou verwachten.
Wat de akkerbouwgewassen betreft, de
schade toegebracht loopt zeer uiteen. Op de
zware ondoorlatende kleigronden is deze uit
den aard der zaak het grootst, te meer daar
ook de vorige winter zeer nat was, zoodat de
grond veelal in ongezonden toestand verkeert.
Vooral in het zuidwesten des lands wordt er
over geklaagd, dat de gewassen op de zware
gronden veelal mager zijn, daarbij zeer on
regelmatig. Op de lichtere gronden staat de
oogst er over het geheel goed voor, hoewel
natuurlijk de meeste gewassen meer of minder
geleden hebben. Nu echter de oogst voor de
deur staat, wordt bij eiken volgenden regendag
de schade grooter, zoodat aan droog en zonnig
weer thans nog veel meer behoefte bestaat
dan een maand geleden. In vele streken
wordt bericht dat de bestrijding van het on
kruid dit jaar buitengewone moeite heeft ge
geven, zoodat vele velden daarmede sterk
bezet zijn. Bij het koele weer hebben planten
ziekten geen bijzonderen voortgang gemaakt.
Zoo heeft de gewone aardappelziekte nog
nergens schade van beteekenis aangericht.
Tarwe. In Zeeland en Zuid-Holland is de
tarwe op vele plaatsen te dun gebleven om
een groote opbrengst te kunnen geven. De
stand is daar slechts vrij goed. Elders is de
stand goed, in Limburg zelfs zeer goed.
Rogge. De rogge heeft zich dit jaar over
het geheel niet tot een zwaar gewas ontwik
keld. De stand is in de meeste streken vrij
goed tot goed. In Drenthe heeft men opge
merkt, dat de rogge, bemest met kunstmest,
over het geheel beter staat, dan die waarop
stalmest is aangewend, hetgeen in verband
wordt gebracht met den zachten winter 1912/13,
waardoor de stalmest meer aan uitspoeling
onderhevig zal zijn geweest. In Gelderland
zijn vele perceelen rogge sterk bezet met
wikken.
Wintergerst. In Noord-Holland en in Zee
land (en vooral in Zeeuwsch-Vlaanderen, waar
dit gewas het meest verbouwd wordt) laat
de wintergerst veel te wenschen over. De
stand is daar slechts matig, elders is hij overal
goed.
Haver. In tegenstelling met het vorige jaar,
toen de haver sterk door de fritvlieglarve was
aangetast, heeft dit gewas zich dit jaar zeer
welig ontwikkeld. Zelfs op arme zandgrond
vindt men prachtige velden haver. Door de
zware regenbuien zijn echter vele van de
welige perceelen te vroeg gaan legeren en als
het weer niet spoedig opklaart zal men zeer
zeker veel lichte haver oogsten. Zeer veel
hangt dus af van het weer in de eerstvolgende
weken. Voorshands is de stand nog overal
goed en op vele plaatsen zeer goed. Alleen
in Zuidholland is de stand sterk uiteenloopend,
doch dooreengenomen slechs matig.
Zomergerst. De stand is in Zuidholland en
in westelijk Noordbrabant vrij goed, elders goed.
Boekweit. De stand van dit gewas is zeer
verschillend. In Overijssel, waar de boekweit
van nachtvorsten geleden heeft, is de stand
slechts matig tot vrij goed. Ook in Groningen
en de Graafschap Zutphen is de stand slechts
vrij goed daarentegen is hij goed op de Veluwe,
in Drenthe, Utrecht, en Noordbrabant, en
zelfs zeer goed in het Gooi en Limburg.
(Slot volgt).
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
Zitting van Donderdag 19 Juli 1913.
Voorzitter de heer J. Huizinga, burgemeester.
Behalve de heeren Wieland en De Bruijne, alle
leden aanwezig.
De Voorzitter stelt aan de orde Ingekomen
Stukken
a. Schrijven van D. Scheele Az., dat hij de be-