II Antirevolutionair ©oor nieuws- en Advertentieblad Zeeland. Gemeenteraad. v Staten-verkiezing op a.s. Vrijdag. v Waar moet het heen v Halve waarheden zijn ook leugens. v Volksblad-praatjes, No. 1024. Woensdag 11 Juni 1913. lle Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, hij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentlSn vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIËN: Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTBN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIES! TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN maakt bekend, dat eene Openbare Verga dering van den Gemeenteraad zal worden ge houden op Donderdag den iJuni 1913» des voor middags te 10 ure. Ter Neuzen, den 10 Juni 1913. r De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. Nog een kort woord over de verkiezing voor de Staten op aanstaanden Vrijdag. Het zou ons niet verwonderen, indien som mige lezers de verkiezingslectuur reeds beu werden en zeiden we hebbener al genoeg van. Doch kunnen we er over zwijgen, zoolang niet de zaak beslist is Ook wij zien met verlangen uit naar het einde, want om de waarheid te zeggen, 't is te veel gevergd, altijd zoo ingespannen te zijn. Slechts een kort woord dus. Doch in dat korte woord wenschen wij met allen ernst te wijzen op het gewicht dezer stemming en op den eisen, om eensgezind met onze coalitievrienden op te trekken. Er wordt getracht, een bres te schieten in de meerderheid onzer Staten aan rechtschen kant. Geen middel wordt onbeproefd gelaten, om toch maar een paar zetels te winnen. Zelfs vuile middelen worden niet ontzien. Nu kunnen onze vrienden aan de vrijzinnigen geen grooter dienst bewijzen, dan door van het viertal onzer candid aten, al was 'tmaar een enkele, af te laten. Niet één hunner mag weggelaten worden. Laat elk bedenken, wat op het spel staat. Men wil de meerderheid naar links ver plaatsen. En dan onze mannen wippen uit Gedepu teerde Staten. Straks onze leden der Eerste Kamer ver vangen door vrijzinnigen. Voor dat alles wordt gaarne de hulp aan vaard van een man als Van Dalsum, voor vvien men zich overigens schamen zou. Niet genoeg kan elk zijn buren en kennissen op 't hart drukken stemt op D i 0 1 e m a n, F r u y t i 0 r, H o m b a e h en Ysebaerte alle vier laat niet een enkele weg en maakt het 2e, 8e, 4e en laatste blokje op de stem- kaart zwart. Ja dat mag het Ter Neuzenseh Volksblad wel vragen. Ofschoon de redactie van dit blad Zelandia leest en dus beter weet, gaat 't voort, de leugen te vertellen, waarvan in een ingezonden stuk elders in ons blad sprake is. En als eenige leden der R. K. kiesvereeni- ging, die Pater Ermann hoorden spreken, ver klaren, dat hetgeen de heer Van Dalsum van hem had gezegd, beslist onwaar is heet 'tzacht: „De Volkswil schijnt minder goed ingelicht." Inderdaad waar moet 't heen Als de coalitie maar zwart gemaakt kan worden, schijnt bij't Volksblad elk vuil praatje goed te wezen, ook al meet de redactie, dat ze de grootste leugens laat drukken. Enfin, ze kan nu duizend gulden verdienen, als ze haar praatjes waar maakt. Het Volksblad weet soms ook zijn voordeel te doen met halve maarheden. Zoo herinnert het in't nummer van Zaterdag 1.1. er aan, dat wij in April 1910 hebben ge zegd Protestantsche kiezers in 't land van Axel stemt den protestant Dieleman en niet den roomschen Kramer. Een halve waarheid. De andere helft is deze Vóór wij die woorden schreven, stond in De Volkswil„Katholieken! is het niet verschrik kelijk dat de heeren in Hulst een protestant aanbevelen In een andere advertentie stond„waar moet 't heen dat de Centrale R. K. kiesver- eeniging een besluit neemt om een protestant te candideeren En in een strooibiljet, door de partij van den heer Kramer verspreid las men letterlijk „Dixhoorn en' Dees kunnen het niet zijn om bepaalde redenen, het zijn onpartijdige en goed ontwikkelde menschen, doch enkel omdat ze niet katholiek zijn." Toen maar eerst toen hebben wij ge- schreven stemt niet den Roomschen Kramer, doch den protestant Dieleman. Dat is de andere helft der waarheid, doch die laat liet Volksblad opzettelijk weg. En een halve waarheid is óók een leugen Want ze geeft een geheel valsclie voor stelling van de zaken. Dat de lieer Kramer nu de protestanten V. Dixhoorn en Kaan mei kan gebruiken voor zijn zegekar, moet hij natuurlijk met deze heeren maar uitvechten. Wij doen niet mee aai. zulk boerenbedrog, doch stemmen trouw de mannen uit Hulst, die ook ons een zetel gunnen. Dieleman, f r u y t i e r, H o m b a e h en Ysebaert. Het gaat hier niet om de personen, maar om de richting waarin gestuurd wordt. Wij wenschen rechts te gaan. En wie rechts wil stemmen, neme boven staande candidatenden een zoowel als den ander. Alle vier, niet een méér niet één minder. Alle leugens uit het Volksblad te weerleggen, zou te veel van onze plaatsruimte vergen. Daarom gaan we het praatje, alsof wij den lieer Van Dixhoorn zouden geprest hebben om eene verklaring ten gunste van mr. Diele man, maar stilzwijgend voorbij. Onze lezers hebben de vorige week nog gezien, waarom het tusschen ons en De Volkswil ging en in welk verband de naam van den lieer Van Dixhoorn daarbij genoemd werd. Een enkel woordje echter nog over hetgeen Het Volksblad vertelt over Lichtschuwheid aan onze zijde. We durven geen debat geven, zoo 't heet. Dat heeft naar we meenen de heer Van der Peijl Vrijdagavond te Axel anders onder vonden. Hij kreeg gelegenheid tot debat en na het wederwoord van den heer Snoek Henkemans werd hem gevraagd, of hij nogmaals 't woord wilde hebben, waarvoor echter de heer v. d. Peijl bedankte. Hij scheen er genoeg van te hebben. Mr. Dieleman heeft de vorige week gespro ken te Cadsand, Groede, Retrancliement, Hoofdplaat, Eede en IJzendijke en overal is gelegenheid gegeven, om met den spreker van gedachten te wisselen. Te Retranchement kreeg een der debaters zelfs driemaal het woord van den voorzitter. Heel 't praatje over lichtschuwheid is een praatje voor de vaak. Is men trouwens lichtschuw, als men eiken avond in 't openbaar spreekt Doch dat de sprekers en leiders van ver gaderingen 't heft in handen willen houden, om niet avond aan avond genoodzaakt te zijn, tot elf uur of later in een drukkende atmos feer aan 't woord te wezen, kan niemand hun kwalijk nemen. 't Is bovendien zeer de vraag, of er éénig nut steekt in 't geven van debat. Beide par tijen hebben hun sprekers en de kiezers wor den voldoende voorgelicht. We geven in eenige punten een kort over zicht van de rede die de heer Snoeck Henke mans (christelijk-historisch), jongstleden Vrij dag te Zaamslag, heeft gehouden. Z. Y TWEE RICHTINGEN. Bij de komende verkiezingen zijn hoofd zakelijk twee richtingen te onderscheiden. De ééne heeft tot leuze aangenomen weg met het tegenwoordige ministerie de andere de tegenwoordige regeering blijve. Natuurlijk heeft elke partij daarvoor haar eigen reden, of meent die te hebben. Enkele grieven, door de eerste richting tegen ons chr. ministerie opgeworpen, volgen hier. V HET ministerie heeft niets AFGEWERKT. Men vergeet dan, dat niet minder dan 125 kleinere en grootere wetsontwerpen onder deze regeering zijn tot stand gekomen, behalve al wat nog op afdoening wacht. Nu ja, zegt men, maar de sociale wetgeving toch Wat blieft u Nooit gehoord van de ontwerpen van min. Talma? „Ja wel, maar u vergeet do Bakkerswet. Waar is die gebleven Dat is dan juist de ééne wet, die beloofd, maar niet gekomen is. Wat is hiervan echter de reden? Spr. houdt zich overtuigd, dat het ontwerp onnoodig inbreuk maakte op de vrij heid der industrie, en dat daaraan de ver werping moet worden toegeschreven. In elk geval ligt een nieuw ontwerp gereed. V HET MINISTERIE HEEFT GEEN ALGEMEEN KIESRECHT GEGEVEN. En Kuyper heeft toch immers in 1895 zoo aangedrongen op uitbreiding kiesrecht. Zeker, en daar was reden voor. Toen waren op de 1000 mannelijke Nederlanders boven de 25 jaar er slechts 300 kiezer. En nu ongeveer 700. Men ziet dus, dat met de huidige kies wet het kiezerstal geleidelijk klimtzoodat we werkelijk niet zoover van het algemeene af zijn. Waar zooveel andere zaken op af doening wachten, was het kiesrechtvraagstuk niet urgent te noemen. Bovendien vergete men weer niet, dat thans voorgesteld wordt het z.g. gezinshoofden kiesrecht. Y DE TARIEFWET. Nu ja, die is er nog wel niet, maar die komt er toch. Zeker, want geld moet er zijn, welke regee ring ook aan liet bewind zij. Men is echter niet eerlijk in zijn bestrijding. Ten eerste moet men niet spreken van een nieuwe tarief-wet en het voorstellen, alsof de voorgestelde tarieven een geheele omkeering in de invoerrechten zouden teweeg brengen. Er is al een tarief, dat eenvoudig wat wordt verhoogd. Ten tweede is die verhooging uiterst matig. Vergelijk de cijfers voor de tarieven in üuitschlaud en (de nu sterk ver laagde) van Amerika, dan blijkt, dat in de voor den werkman zoo welvarende landen, die cijfers zeer veel hooger zijn dan de voor gestelde ten onzent. Ten derde blijven de eerste levensbehoeften vrij. Ten vierde zal juist de heffing van invoer rechten op halffabrikaten en afgewerkte fa brikaten, waarvan de vervaardiging even goed in- ons land kan plaats hebben, juist vermeer dering van arbeid, opheffing der industrie en vermeerdering van de algemeene welvaart ten gevolge hebben. Ten vijfde. Haalt men het geld niet uit de tarieven, dan moet het (want het moet er komen) gehaald uit de directe belastingen. E11 nu is het voor de meeste menschen toch aangenamer en gemakkelijker, telkens een kleinigheid meer te betalen op enkele artikelen, wat jaarlijks nog een zeer kleine som uit maakt en bovendien aan de andere zijde de inkomsten doet stijgen, dan de belastingaan slagen maar rechtstreeks omhoog te drijve.n. Ten zesde zal voorzeker de invoerende buitenlander een belangrijk deel der invoer rechten zelf voor zijn rekening nemen, en zoo door do concurrentie de prijs der artt. niet noemenswaard omhoog gaan. Y SA AM WERKING MET DE ROOMSCHEN. Wat een gevaar! zegt men. Spr. zegt: moeten de Roomschen als onze meaeburgers niet op voet van gelijkheid behandeld worden En waar dat zoo is, wat is er dan tegen in te brengen Ja maar, zoo maakt men den menschen wijs, als de Roomschen weer maar eens de overhand konden krijgen, dan Spr. verklaart, dat met geen enkelen rede lijken grond kan worden beweerd, dat de Roomschen tot zulke gedachten ooit of immer aanleiding hebben gegeven (zie ook volgend puntZe „overvragen" nietMaken vol strekt geen aanspraak op meerdere begunsti ging bij benoemingen e. d., dan hun rechtens, met het oog op hun getalsterkte toekomt. En mochten ook ooit de Roomschen zulke booze gedachten koesteren, (maar zij geven er geen aanleiding toe dit te onderstellen 1) dan houdt spr. zich verzekerd, dat minstens 7/8 der Nederlanders daartegen zouden op komen. Ten eerste alle protestanten, van welke staatk. partij ook. En ten tweede een zeer groot deel der Roomschen zelf. Y de ned. herv. kerk. Het is opmerkelijk, dat menschen, die men gewoonlijk heel weinig in de kerk ziet, thans zich opwerpen als groot-verdedigers der Ne- derl. Herv- Kerk. Hoort men ze, dan zou men haast gaan denken, dat de Ned. Herv. Kerk in groot gevaar verkeert. Er is, zegt spr., echter volstrekt geen reden tot vrees en ook niet, om maatregelen te treffen tot bescherming. Men voert aan de.' benoeming van Prof. Noordtzij te Utrecht. Hij is echter gekozen als de knapste en was bovendien door het curatorium aanbevolen, niet door den minister zelf uitgezocht. Bovendien, mocht ook maar eenigermate naar sommiger meening het belang der Herv. Kerk zijn geschaad, dan staat daar tegenover, dat liet aantal proff. juist onder deze regeering is uitgebreid met één, en dat de nieuw benoemde (Prof. Obbink) is Ned. Herv. In elk geval weegt deze benoeming dan toch ruimschoots op tegen het vermeende on recht. Art. 171. Niet waar, dat was nu eens een aanslag op de Herv. Kerk. Let nu op tegen dit art. was juist Dr. KuyperDe herkomst van dit voorgestelde artikel is, zegt spr., te vinden in het werk van den liberalen prof. Buys: de Nederl. Grondwet. Zoowel Regeering als Kamer waren beide tegen dit voorgestelde art. De heer Snoeck Henkemans, die verklaart eveneens te bchooren tot de meelevende leden der Herv. kerk, vestigt nog de aandacht op het feit, dat nog nimmer door één ministerie van links, zoo veel is gedaan tot bevestiging der Ned. Herv. Kerk. O. a. kwamen op de laatste begrooting (en dat nog wel onder een Roomschen minister van Financiën) niet min der dan 4 (een ongehoord getal op één be grooting, zegt spr.) subsidies voor, ten behoeve van nieuw te vestigen predikantsplaatsen. Y DE REGEERING BLIJVE. Dat wenschen ook de Chr.-Historischen. Met een waarlijk verpletterende meerderheid van 180 tegen 18 stemmen besloot jde laatste land dag der Chr. Hist. Unie tot het doen voort bestaan der coalitie. Y LANDSVERDEDIGING. I>at deze noodzakelijk is, leert ons de ge schiedenis niet het minst die van den laatsten tijd. Geld er voor is niet nutteloos besteed. Thans hebben we een minister: COLIJN.die er wezen mag. Die hemelhoog is geprezen door de liberale pers. Dat was nu nog eens een man. En het loon Heel links op 3 na, stemde tegen zijn militie-wet. Eu dat tegen een minister, die den dienst tijd verkortte van 8 tot 6 jaar der oefeningstijd voor vóór-geoefenden van 8 op 67a maand die de derde herhalingsoefening afschafte. Ook ons landsbelang en onze landsverdedi ging eisclit het blijven van ons ministerie. Y ZENDING. Van de zegenrijke werking der Zending is ieder overtuigd. Dat een Chr. natie, de. roeping heeft, zeker in haar koloniën de banier des 3 Daarom, mannen, laat liet u gezegd zijn alle vier onze candidaten DIELEMAN, FRUY- TIER, HOMBACH en YSEBAERT. Wij stemmen

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1913 | | pagina 1