Antirevolutionair voor nieuws* en Advertentieblad Zeeland. i. Petras Dieleman. FEUILLETON. Langs eigen Spoor. No. 1021. Zaterdag 31 Mei 1913. 10e Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen. Ter Neuzen Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen» bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentlBn vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIËN: Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIES TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. Ambtenaren rechten. en inkomende De onderwijzers aan de openbare scholen klagen, dat hun salaris te gering is. Er zijn meer ambtenaren die daarover klagen. We zullen niet beweren, dat die klacbt geheel ongegrond is. Om aan te toouen, dat ons land in dit opzicht achteraan komt bij andere landen, wordt dan een salaris-regeling gegeven uit den vreemde. Bij voorkeur wijst men op Duitscbland, waar de ambtenaren in 't algemeen en speciaal de onderwijzers heel wat beter bezoldigd worden dan in ons land. Met recht wijst men op dit verschil. Een onderwijzer verdient in Duitscldand heel wat meer dan hier. En gelijk 't met de onderwijzers staat, is het eveneens met tal van andere groepen rijksambtenaren. Wat nn evenwel het wonderlijkste is? Dat de openbare onderwijzers in ons land liet verband niet inzien, dat er is tusschen die betere salaris-regeling en de inkomende rechten. Want '1 is evenzeer bekend, dat Duitscbland voor een 40-tal jaren zijn ambtenaren juist karig beloonde. Dat is eerst veranderd, sinds het door zijn protectie de algemeene welvaart deed toe nemen. Sinds dien kan bet allen, die in 's Lands dienst zijn, beter beloonen. In ons land is men hot er over eens velen hebben werkelijk een te laag salaris. Doch de financiëele toestand laat niet toe, er verbetering in te brengen. De lasten zijn reeds zóó hoog opgevoerd, dat er werkelijk niet meer bij kan. Doch verhoog de algemeene welvaart door inkomende rechten, die de vaderlaudsclie industrie bevorderen en ook in dit opzicht komt er beterschap. De onderwijzers, die zich zoo inspannen, om de vrijzinnige candidaten te helpen en daardoor de herziening der Tariefwet trachten tegen te houden, slaan hun eigen glazen in. Datzelfde doen alle ambtenaren, die de vrijzinnigen steunen. Wanneer zullen ze eens wijzer worden! V Waarheen gaat ons geld Tal van nijverheidstakken kunnen hier tot grooten bloei komen. Ons volk is voor nij- 19) Spoedig was het bereikt. Wat Frans had vermoed, was niet het geval. Hij had altoos gedacht, dat Kaatje een betrekking als dienst bode in een deftige huurt zou hebben gezocht. Maar de straat, waar hij zich te vervoegen had, was niet zulk eene, als waar zich deftige familiën hadden gevestigd. Wel was het een fatsoenlijke nette omgeving waarin hij zich nu bevond, maar toch niet meer dan eenvoudig burgerlijk. Hij schelde aan. Een vrouw opende de deur en vroeg wat meneer beliefde. „Zou ik u een oogenblik mogen spreken Onderzoekend, nieuwsgierig keek de vrouw hem aan. Frans' uitzicht en voorkomen schenen haar geen wantrouwen in te boezemen. „Kom dan even binnen," zei ze. En ze ging hem voor naar een achterkamer, waar eenige kinderen aan 't spelen waren, terwijl de vader hij de tafel gezeten was. Frans groette. „Ik wou u alleen maar vragen, of hier tot voor eenigen tijd niet een meisje is geweest, verheidsarbeid uitnemend geschikt. De ligging van ons land is gunstig. Grondstoffen kunnen op goedkoope wijze worden aangevoerd. Wij hebben een hoog staande» handelsstand, een uitgebreid koloniaal bezit. En toch èn onze koloniën èn ons eigen land worden overstroomd met allerlei buiten- landsche producten, die minstens evengoed door onze nijverheid vervaardigd konden wor den. Volgens de belasting-statistiek komen hier jaarlijks meer dan 4000 personen uit het bui tenland, die in onze bedrijfsbelasting worden aangeslagen. Dat zijn dus buitenlandsche handelsreizigers, agenten, enz. die hier voor hun waren afzet vinden. Natuurlijk is dit cijfer veel te laag. Hon derden komen met groote koffers cn weten veelal de wet te ontduiken. Al die personen verkoopen hier voor milli- oenen guldens. In het geheel worden hier te lande voor ongeveer 250 millioen gulden bewerkte artike len uit liet buitenland ingevoerd. Dit geld gaat het land uit. Ons land verarmt er door. Al bleef hiervan maar honderd millioen in liet land, hoe zou daardoor reeds de arbeids gelegenheid vermeerderen en de koopkracht van velen versterkt worden. Hoe zon daar door de middenstand gebaat worden. Door het heffen van hoogere invoerrechten op bewerkte artikelen wordt onze eigen pro ductieve kracht vermeerderd. Nieuwe takken van nijverheid kunnen zich hier vestigen, mits men de gelegenheid geve tot meer loonende productie. Het voorbeeld van de omliggende landen bewijst het. Is de industrie, dank zij den steun van de eigen markt, krachtig geworden, dan is export mogelijk. Zie het aan Twente. Zie het aan onze sigaren-fabrieken. Onze bierbrouwerijen. Onze fabrieken van verduurzaamde levens middelen. Zij worden in ons land sterk beschermd. Zij bloeien dientengevolge en voeren jaarlijks voor millioenen uit. V Onze welvaart. Het gaat ons land zoo goed, zegt men. Nu dat is tot op zekere hoogte waar. Er komt heel wat meer in den zak van den Kaatje heette ze." De vrouw keek Frans opnieuw onderzoekend aan. „Waarom wou u dat weten vroeg ze. ,,'t Is voor mij van 't hoogste belang. Ik zoek ze al maanden." „Nu, in elk geval, u mag het weten. Ja, ze is hier geweest tot vooi een paar maanden, maar nu is ze niet meer hier. Ze is ver trokken." „Was ze hier inbetrekking?" .vroeg Frans aarzelend. Hij kon toch maar moeilijk aannemen, dat deze lieden er een dienstbode op na zouden kunnen houden. „In betrekking? Gunst nee, meneer, kunt u denken. Ze had het zijkamertje aan den voorkant in gebruik en trachtte als strijkster haar kost te verdienen. Maar," viel ze zich zelf plotseling in de rede, „als u ze zoo goed kent, zal u dat toch ook wel weten, denk ik," en opnieuw lichtte er wantrouwen uit haar oogen. „Dat komt me ook zoo voor," stemde de vader toe, die tot dusver had gezwegen. Hij leek niet veel van zeggen te zijn de vrouw voerde doorgaans het woord alleen. „Ja," bekende Frans, „dat lijkt wel vreemd en toch....", maar ik kan u dat allemaal niet uitleggen. Dus ze is niet meer hier. Kunt u me haar tegenwoordig adres soms ook op geven boer dan een 30, 40 jaar geleden, toen 't al heel treurig was. Onze scheepvaart en handel staan er beter voor dan voor eenige jaren, toen menig schipper geen geld meer krijgen kon op zijn schuit, omdat ze reeds te veel verhypothekeerd was. Inderdaad, het valt niet te ontkennener is thans meer welvaart dan een jaar of tien geleden. We willen echter vooreerst opmerken, dat de welvaart van den boer in onmiddellijk ver band staat met onze nijverheidzijn aard appelen moeten naar de fabrieksdistricten van België en Duitscbland, of hij kan ze niet kwijt worden. En wat hem 't meeste geld opbrengt de suikerbieten, ook hierin is hij geheel afhankelijk van de nijverheidzoolang de fabrieken met winst suiker kunnen afleveren, zoolang kan ook de boer zijn bieten verbouwen. 't Is met de schipperij al net eenderze verdienen geld als er wat te varen valt naar de Duitsche ol Belgische nijverheids-districten. En aangezien die districten in de laatste jaren meer vragen dan vroeger, gaat het onzen boeren en schippers tijdelijk wel. Maar o wee, als 't weer omkeert Doch al is 't waar, dat er meer inkomt dan eenige jaren geleden, is er werkelijk zoo alge meene welvaart? Daarover valt te oordeelen, als men een aantal kinderen heeft. Begin maar met hier of daar iets voor hen te zoeken, om 't brood te verdienen. Waar er één moet zijn, bieden zich 20, 50, ja 100 sollicitanten aan. Zeker, de boerenzoon, die een hofstede kan te pakken krijgen is gewoonlijk geborgen, doch hoe velen moeten niet jaren wachten, vóór ze zoover zijn Enkele jaren geleden was 't onderwijzersvak voor velen een uitkomst, doch kom nu eens Bij tientallen staan ze nog ledig aan de markt. En overal is 't hetzelide verschijnsel. Tel eens in stad of dorp, hoeveel bakkers en winkeliers er zijn, waarvan velen dikwijls met moeite 't hoofd boven water houden, 't Publiek zou evengoed bediend kunnen wor den, al was 't aantal bakkerijen en winkeltjes ook de helft minder. En voor de overblijvenden zou er een goed stuk brood te verdienen zijn. Omdat er met werken toch zoo weinig te verdienen valt, wordt er maar een winkeltje opgezet, of gaat man of vrouw leuren met petroleum, enz. Men struikelt tegenwoordig over al die kleine neringdoenden. En om wat klanten te vinden, neemt de een den ander het brood uit den mond. Vanwaar komt dit verschijnsel De man en de vrouw wisselden een blik. „Nee," zei de vrouw kortaf. „En heeft ze u in't geheel niets meegedeeld daarvan Totaal niets Bedenk toch, dat er mij alles aan gelegen is, ze te vinden." „En waarom viel opeens de vrouw uit. „Waarom? maar wat gaat het u aan, als ge toch niet genegen bent, mij te helpen. Ik kan dan de reden wel verzwijgen." Hij keerde zich om naar de deur. ,,'t Spijt me, dat ik u lastig ben gevallen," zei hij en een trek van groote teleurstelling lag op zijn gelaat. „U is toch geen familie van Kaatje vroeg opeens de vrouw. Haar trof zeker de groote gelijkenis van dezen bezoeker met haar vroe gere kostgangster. „Nu ja," was 't antwoord, „u mag het ge rust weten ookze is mijn zuster. Goeden avond." Hij opende de kamerdeur en stapte de gang door. „Meneer, wacht u even. Ziet u, als u haar broer is, dan verandert de zaak. Zeker, kom u nog even binnen," vervolgde ze, toen Frans besluiteloos zich omkeerde. „Zet u even neer," en ze wees Frans een stoel. Frans keek haar verwonderd aan. „Ja, ziet u, meneer," legde ze uit, „toen Kaatje van ons wegging, „tante" Kaatje zeiden de kiuders altijd, heeft ze me laten beloven Het zou anders wezen, als cr meer loonende arbeid in 't land was. De arbeider verdient te weinig en daarom wordt er gezocht naar een middel om de inkomsten te vermeerderen. Van daar 't groot aantal baasjes, die een kommervol bestaan leiden en het onnoemelijk aantal winkeltjes en leurders. 'tWerk ontbreekt, om allen een plaats te geven, waar brood verdiend kan worden. Dat zou anders worden, als er meer werk was. Dat werk komt, waar nijverheid is. En die nijverheid wordt aangemoedigd door een beschermend tarief van invoerrechten. Men kan er zich van overtuigen in den achterhoek van Overijsel, in Twente. Daar is door bescherming in de 19e eeuw een industrie ontstaan, die aan duizenden brood geeft en de ondernemers heeft rijk gemaakt. Als men de statistiek der bevolking raad pleegt, blijkt het, dat in steden als Den Haag, Zutphen, Zwolle enz. waar weinig nijverheid wordt gevonden, I man op do 20 a 24 inwo ners zich bezighoudt met de eene of andere negotie. Hoe is dit in Twente In Hengelo 1 op 54in Enschede 1 op 42. Juit omdat er in deze steden met den arbeid brood te verdienen valt, vindt men er zoo weinig winkeltjes. 't Is eenvoudig onzin, te ontkennen, dat nij verheid in een land welvaart brengt en dat er in ons land voor duizenden gebrek is aan een geschikte gelegenheid om brood te ver dienen. Die gelegenheid zal verhoogde bescherming onzer nijverheid verschaffen, daaraan is niet te twijfelen. Wie dit verlangt, steune het tegenwoordig ministerie. Wij in Oostburg doen dit, als we onze stem op 17 Juni uitbrengen op V „Een baasje." Ook weer een nieuw soort aanduiding in de politiek. Men bedoelt or iemand mee, die heel weinig te beteekenen heeft als politicus, die zoo wat groot doet en het air aanneemt, of hij zoo ongeveer van alles afweet. Zoo'n vijfde of zesde rangs politiek propa gandiste. Zooals er tegenwoordig massa's zijn. Gaat het lijstje nog maar eens na van de aan niemand te vertellen, waar ze heen ging. U moet weten, ze had nog al last van een zekeren meneer, waar ze vroeger verkeering mee had gehad en die haar telkens weer probeerde op te zoeken. En ze wou er ab soluut niet meer mee te doen hebben en daar om is ze óók veel weggegaan. Bovendien ging het niet goed met de verdiensten. Het strijk stersvak is ook niet zoo'n vetpost; er zijn er ook al zoo veel en ik geloof, dat ze 't vroeger ook niet bij de hand heeft gehad. Toen werd er in een dorpje in de buurt van Rotterdam in de krant een dienstbode gevraagd en daar heeft ze (op geschreven en ze is er heengegaan." „Waar „In B., bij een smid meen ik." „En hebt u er niets meer over gehoord „Niets. Ze was anders een aardig meisje en liet spijt ipe, dat ze weggegaan is, schoon we ze alevcl niet voor memendal konden houden, 't geen ze trouwens ook niet zou ge wild hebben," rammelde de spraakzame juf frouw voort. Frans luisterde amper meer. Hij wist nu genoeg voorhands. Vriendelijk dankte hij voor de bekomen in lichtingen en vertrok. Het spoor was gevonden. Hij moest het nu verder volgen. (Wordt vervolgd.) Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. DOOK ZELANDIA. Maar ook zij geven aan duizenden arbei ders brood.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1913 | | pagina 1