Antirevolutionair voor nieuws- en Advertentieblad Zeeland. mr. Petras Dieleman. Zonderlinge toestanden. FEUILLETON. Langs eigen Spoor. Uit de Pers. No. 1020. Woensdag 28 Mei 1913 I0e Jaargang. abonnement Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1, Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, I ostdirec- teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. L1TT00U Az. ie TER NEUZEN. Inzending van advertentiSn vóór uren op den dag der uitgave. I—N STUKKEN TB RICHTEN ADVERTENTIËN: Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. We zien maar de dagen der verkiezingen ziin nabijin onzen tijd zonderlinge dingen gebeuren modernen gaan de Ned. Herv. kerk verdedigen en vrijzinnigen beklagen zich, dat de voorstanders der Chr. school den Bijbel zoo 't heet van de Openbare school gebannen hebben. Men moet toch maar durven. Om voor ditmaal eens alleen over t laatste punt te spreken. We vertellen eenvoudig een paar feiten. In de Wekker van 4 Jan. 1861 schreef de heer Van Beymathoe Kingma, een Friesch schoolopziener Ach, velen schrijven over de school zonder die' te kennen of te begrijpen, dat de Open bare school eene volksschool is, dat is ten behoeve van alle burgers van den Staat, opdat hunne kinderen aldaar onderwijs gemeten in de leervakken door de wet als noodzakelijk voor de maatschappij aangenomen. De tijden zijn voorbijdo leerlingen voor ivaar te verkondigen, dat hemel en aarde in zes dagen zijn geschapen, het water der Roode Zee op een wenk verdween, de kracht van Simson in de haren zat en Jona een zeetocht in den buik van een visch deed de vooruitgang der natuurwetenschappen bewijst ons, dat milli- oenen jaren voor de vorming van dien aardbol benoodigd zijn geweest. Geen désorde (der gelijke wonderen) maar de groote orde m alles, en welke voor ons openligt, is bewonderens waardig, onder het bereik van den onderwijzer der jeugd, den kinderen te verklaren. Op dezelfde wijze schreef destijds mr. A. 1' Sifflé, lid der plaatselijke schoolcommissie te Middelburg in het tijdschrift De Dageraad. Nu schreef art. 23 der Onderwijswet van 1857 den onderwijzers voor, dat ze hunne leer lingen hadden op te leiden tot alle maat schappelijke en Christelijke deugden. liet was dus te verwachten, dat schoolopzie ners, die aldus den onderwijzers voorgingen in 't afbreken van deu Bijbel, waaruit toch alleen de Christelijke deugden kunnen gekend worden, afgezet werden. Niets er vanzij bleven geliandnaatd. Thans een ander feit. Op 13 Oct. I860 werd een nieuwe Openbare school te Winsum (in Groningen) in gebruik genomen. Do Groninger schoolopziener, prof. ilofsteüc de Groot, een vurig voorstander der Openbare school en verdediger van art. 23 sprak bij die gelegenheid een rede uit. In die rede luidde het: „Onderwijzers: Onthoudt u van godgeleerden twist, maar neemt, wat voor kinderen op de Openbare school dienstig is, uit liet Christendom over. Stelt Jezus voor als den volmaakt heiligen menscli, door wien de geheele maatschappelijke en burgerlijke, zedelijke en godsdienstige toe stand in de beschaafde landen der aarde ver anderd en hervormd is. Zoo gij dit niet mocht doen, zou zelfs geene geschiedenis onderwezeu kunnen worden. Ontziet uwe Joodsche kinde ren maar niet zoozeer, dat gij zoudt vergeten, uwe Christelijke leerlingen te voorzien van- het allernood'igste. Geeft onderricht tn de Bijbelsche geschiedenisverhaalt bij dehooge feesten Jezusgeboorte, opstanding, hemel vaart, kerkstichtinglaat hen opstellen daar over maken, liederen daarover zingen. Behan delt de Israëlieten met eerbied, zonder hun iets van dit alles op te leggen maar toch ook als een overkleine minderheid, die zich naai de overgroote meerderheid moet schikken. Doet gij dat niet, dan zal de bijzondere school al spoedig op menige en weldra op elke plaats de openbare overvleugelen, en zal deze ver dienen overvleugeld te worden. Want hoe men de wet ook uitlegge, de ouders zullen ontevreden zijn, zoodra zij bespeuren, dat onder het schild der wet aan hunne kinderen wordt onthouden, wat in hun oog het beste, ja liet eenige noodige is, en alleen op de school, met in huis, niet in de kerk kan gegeven worden. Zij zullen eischen, dat de school werkelijk goed zij, doordat zij de hoogste wijding bezit, en zich, ontbreekt deze, vereenigen om bijzondere scholen op te richten, welke de openbare zullen ontvolken. En gij hebt recht, ouders I in deze uwe zienswijze. Gij moogt, gij moet er op toezien, dat de hoofdzaak der school hoofdzaak blijve." Men ziet het; hier is iemand aan t woord, die niet gaarne bijzondere scholen zag ver rijzen, die, ook om dit te voorkomen, den Bijbel op de openbare school wilde laten en die terecht ooordeelde, dat de opvoeding der kinderen in Christelijken zin de hoofdzaak voor de school moet blijven. En wat geschiedde met dezen schoolopziener De opperrabijnen van Drente, Den Haag en Nijmegen beklaagden zich bij de regeermg over iiut gesprokene bij de inwijding der nieuwe school te Winsum en prof. Hofstede de Groot, die 28 jaar lang schoolopziener was geweest en ar t 23 der wet met hand en tand had verdedigd, werd afgezet. Maar, zal men zeggen, dit is dan zeker geschied in een tijd, toen de anti-revolutionairen in 't land heer en meester waren en dus de 18) Emile was nog jong, slechts drie jaar, en zorgvuldig verheelde zij voor hem het droevig einde van zijn vader. Wat al luchtkasteelen bouwde zij zich, arme bedrogene. Ging haar gebed niet dagelijks voor dit kind op; hoe zou het, groot geworden, haar hulp, haar steun, haar troost zijn Zou zij in staat zijn, zij, de zwakke, beslui- telooze, den gewichtigen arbeid der opvoeding te verrichten? Ach, spoedig genoeg werd het openbaar, dat ze falen moest. Haar helde zag geen kwaad in haar kind was blind voor zijn gebreken. De jonge Emile kreeg steeds zijn zin, werd schier nimmer bestraft en bij net opgroeien bleek zijn zelfzuchtige natuur, zijn koude liefdeloosheid, zijn kille eigenbaat. En hoe meer zijn gebreken aan het licht kwamen, hoe meer zij die met haar liefde trachtte te bedekken; zij sloot de oogeu er voorzij milde ze' niet zien. Ze was te zwak, veel te zwak. Ze gaf toe; in alles. En zijn sluwe natuur merkte het. Hij maakte er gebruik van. Zijn dreigingen deden de moeder zwijgen en ten slotte was het geworden, gelijk het nu waszij vreesde haar zoon en tegelijk was hij haar afgod. Ze wist er verkeerd mee te doen, en tóch, ze deed het. 't Was immers haar eenigste, haar al Emile voelde zich ganscli niet aangetrokken, tot geregelden arbeid de zucht, die zijn vader had beheerscht, bezielde ook lièm wagen, om te winnenMaar de middelen om te wagen ontbraken; de verschillende betrekkingen, die hij reeds bij de hand had gehad, bevredigden hém evenmin, als zijn opvattingen van plicht het zijn superieuren deden, 't Werd een dwalen van den een naar den ander; nergens lneld hij het langer dan een paar maanden uit; 't viel hoe langer hoe moeilijker iets vast te krijgende ger nge verdiensten werden be steed op plaatsen, waar de moeder vaak voor waarschuwde of verkwist aan loteiij. N\ ant het kansspel trok hem onweerstaanbaar aan. Nieten waren voor hem slechts een bewijs, dat er ook prijzen waren te halen en na elk mislukt spelen groeide de hartstocht om een I volgende maal meer en grooter kansen te hebben. Het moederlijk vermaan, zoo dringend door de zoo smartelijk verkregen ervaringen in !dit opzicht, vermocht zoo goed als niets. Die haar steun moest wezen werd haar kruis. En toch wilde ze zich, die harde waarheid openbare school zoo slecht mogelijk wilden maken, om hunne bijzondere school er bovenop te helpen. Toch niet. Net omgekeerd. Het gebeurde in een tijd, toen de liberale Arnhemsche Courant (Januari 1861) sclneef. De anti-revolutionaire partij kunnen wij, nadat zij haar hoofd in de Kamer verloren heeft eii haar orgaan te niet is gegaan, met anders dan voor memorie vermelden. Deze partij bestaat meer in herinnering dan in werkelijkheid. Hare vertegenwoordigers in de Kamers zitten daar, als de laatsten van een uitstervend geslacht. Zij schijnen alleen te spreken en te stemmen om de familie- overleveringen in eere te houden. Zeg zelf, hoe kan men, indien men de ge schiedenis niet in het aangezicht wil slaan, beweren dat het aan de anti-revolutionairen zou te wijten zijn, dat de Bijbel van de Open bare school is verdreven. Iritusschen verblijdt het ons, dat er aan de linkerzijde hoe langer hoe meer mannen komen, die ontevreden zijn, dat de Bijbel van de school verdwenen is. Zij mogen dan de oorzaak van die verdwij ning zoeken bij mensclien, die er part noch loei aan hebben, hun ontevredenheid bewijst in elk geval, dat zij met ons erkennen, dat we het bij de opvoeding onzer jeugd niet buiten den' Bijbel kunnen stellen. Nu zijn intusschen de toestanden zoo ver anderd, dat het moeilijk zal gaan, den Bijbel ooit weer terug te brengen op die school. De zoogenaamde christianiseering der Open bare school moge in enkele groote steden voor een deel door splitsing mogelijk zijn, iedereen gevoelt, dat het slechts op zeer enkele plaatsen gaan zou. De eenige manier, waarop de Bijbel weer de plaats kan innemen bij de opvoeding der jeu»d, die velen in den lande hem wenschcn te zien innemen ook onder de voorstanders van de tegenwoordige Openbare school - is, dat de mogelijkheid worde geopend, dat al'lerwege de school kome onder invloed der ouders, zoodat ze haar kunnen inrichten naar eigen beginsel. Die dan een school begeert zonder Bijbel, kan haar krijgen. Doch ook zij die meenen dat een school met deni Bijbel beter is en dezulken zijn er nog altijd velen onder hen, die thans hun kinderen zenden naar de Openbare school kunnen hun vvensch verwezenlijkt zien. En dat zonder dat de een financieel boven den ander wordt gesteld, wat betreft de ondersteuning uit de openbare kas. Dan eerst wordt het een volkomen vrije niet bekennen nog immer hoopte zij, dat zijn zin zich eens voor goed zou zetten dat met de jaren de wijsheid mocht komen, 't as een ijdel hopen, t En toch kon ze haar kind niet loslaten. Ze bleef hem liefhebben: 't eeuwig raadsel van het moederharteEn ze vleide zich, dat allengs een keer zou komen. Den laatsten tijd was hij wat minder uithuizig geweest had zich met schrijfwerk aan huis bezig ge houden. Maar het onderhoud van haar zoon met den jongen Gravels had wreed haar ontnuchterd en nieuwe bekommernissen bij haar gewekt, welker oorzaken zij tot dusverre niet had vermoed. Er ging als een rilling door haar ziel. „Je bent een lage kerel," had Gravels verweten. En al haar liefde had ze te hulp moeten, roepen, om de stem in haar harte het zwijgen op te leggen, die er mee in wilde stemmen. Ze waagde er, na Frans' vertrek op te zinspelen. Een lichtzinnig schouderophalen was zijn antwoord, 't W as de moeite uiet waard, er over te praten. Ze zuchtte. En ze kon zich niet ontveinzen, dat werke lijk haar zoon al dieper en dieper zonk in het moeras. concurrentie en kan men pas beginnen aan het volmaken van ons onderwijs, wat nu in velerlei opzicht wordt belemmerd door den partijstrijd. Juist om dit doel te bereiken en liet voor iedereen mogelijk te maken voor zijn kinderen een onderwijs té verkrijgen naar eigen beginsel, zonder financiëele achteruitstelling bij anderen, heeft het ministerie-Heemskerk zijn voorstel tot Grondwets-herziening ingediend. Die het waarlijk goed meent met ons land en verlangt, dat eindelijk de schoolstrijd voor goed uit zij, en er op dit gebied vrede kome, stelle hetministerie in staat, die herziening tot stand te brengen. Daaraan helpen wij in Juni mede door in het district Oostburg onze stem uit te brengen op De Nederlander het blad der Chr.-IIisto- rischep heeft het volgend ingezonden stuk, dat ook in ons district wel eens mag gelezen en overwogen worden. Honderd jaren te laat. (Ingezonden). Mijnheer de Redacteur. Een vriend, die mij mijn feilen toont, Heeft op mijn hart een groot vermogen, zong Van Alphen, maar als nu iemand, die u niet vriendschappelijk gezind is, u uw feilen aanwijst, hoe staat het er dan bij 't Zal toch wel goed zijn, dunkt mij, er naar te luisteren, en wat zeker het beste is, als hij waarheid spreekt, er wel terdege rekening mee te houden. Do bekende Jo. de Vries, tot voorkorten tijd modern predikant te Haarlem, heeft eens gezegdHet Christendom van den tegenwoordigen tijd leeft in het verledene. Dat is nog wel anders dan een waarheid 't is een aanklacht. Immers, zooals de kerk van den ouden dag leefde in de hoop op de komst van den Zaligmaker, zoo moest de kerk van den nieuwen dag leven in de hoop op de weder komst van den Heiland. Hemelvaartsdag en Pinksteren beide hebben ons die weder gepredikt, en toch, en toch.... Als wij mannen als ds. Van Hoogenhuize, mr. Van'der Laer, prof. Muller, dr. Brons veld, enz. hooren of lezen, wie wordt dan weer niet aan dat woord van ds. De Vries Ze begon zich zelf te beschuldigenze had sterker moeten zijn met vaster hand de teu gels moeten houden, die haar nu, helaas ge heel ontglipt waren. Ze voelde haar leed drukken met dubbele zwaarte. En in den eenzamen, stillen nacht, wendde zij zich rusteloos om en om. Haar gebed, schuchter vol schaamte, ging op tot den ge- nadetroon, om vergeving, om verlossing, om redding. Voor zichzelf, maar met minder voor haar zoon. Zou ze nog langer twee lieeren dienen God en haarja was het niet haar eigenliefde HOOFDSTUK IX. Een Stapje verder. Frans Gravels was met zijn bezoek aan Bekkers ten minste zooveel gevorderd, dat hij zijn nasporingen in een bepaalde richting kon voortzetten. Het verwondert ons dan ook niet, dat we hem den volgenden dag op weg vinden naar het hem door Emile genoemde adres. (Wordt vervolgd.) DOOR ZELANDIA.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1913 | | pagina 1