nieuws- en Advertentieblad Zeeland. m fintlrmlutiotiait coor mr. Pelrns Dieleman. FEUILLETON. Langs eigen Spoor. f No. 1014. Zaterdag 3 Mei 1913. 10e Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen. Ter Neuzen 1 per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, teuren en Brievengaarders. Franco Postdirec- Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond» uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. L1TUI0IJ Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentlên vóór uren op den dag der uitgave. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERT ENT IF.jJ TE ADVERTENTIËN: Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. V Waarom 'tgaan zal. Als straks in Juni de stembus weer opengaat waarom zal 't dan gaan Wat zal de inzet van den strijd zijn? Zal liet gaan over de vraag, of alle man aan den rechterkant wel net eender denkt over het afleggen van den eed, of over de weerinvoering van de doodstraf en meer dergelijke vraagpunten? Met andere woorden: zal de strijd loopen over zaken, waarover men aan de rechterzijde zoo goed als aan den linkerkant verschil van meening heeft Neen, daarover gaat thans de strijd niet. Ditmaal zal liet gaan in hoofdzaak over de vraag, in welken zin onze Grondwet zal ge wijzigd worden. De Grondwetsherziening zal de inzet wezen. Komt bij die herziening ook ter sprake, of aan»de Nederl. Herv. kerk haar bevoorrechte positie zal ontnomen worden Absoluut niet. Het ministerie-Heemskerk heeft uitdrukkelijk verklaard, dat art. 171 ongewijzigd zal blijven. Nu kan men natuurlijk een heelen boom opzetten over hetgeen 'misschien een klein deel der rechterzijde zou willen doen, als zij alleen baas waren. Om eenige kiezers te vangen kan men daar over zelfs een groot misbaar maken, ook al geeft men persoonlijk misschien om heel die kerk niet. Doch dit is vechten tegen- windmolens. Bij de komende herziening der Grondwet komt de Nederl. Herv. kerk in 't geheel niet ter sprake. Die dit beweert, jokt tegen beter weten in. Neen, de kiezers zullen zich hebben uit te spreken over deze vraagwilt ge dat bij de komende herziening der Grondwet de moge lijkheid wordt geopend, om volledige vrijheid van onderwijs te krijgen en dat aan elk hoofd van een gezin en aan hen, die hiermede gelijk gesteld worden, het kiesrecht gegeven wordt Over die vraag zal 't gaan. De vrijheid vcm onderwijs en liet kiesrecht aan ieder huisvaderOp 't stuk van onder wijs geen dwang meer en ieder, die een huis gezin in stand houdt moet meestemmen dat is de leus der rechterzijde. Die dit wil stemt in Juni rechts. Dat beteekent in het district Oostburg die 15) door ZELANDIA. Hij zou af en toe, was liet dan ook steels wijs, zijn moeder wel eens komen bezoeken hij zou zijn onderzoek naar de verloren dochter niet opgeven en wie weet, kwamen dan einde lijk niet de vriendelijke sterren door de som bere wolken heenschitteren. Dat ook bij hem-zelf schuld lag, evengoed als hij zijn zuster, liet kwam niet bij hem op er zelfs maar aan te denken en het ontbrak zijn moeder aan kracht hem er op te wijzen. Zoo vertrok dan Frans, om op eigen wieken te gaan drijven. Hij voelde zich moedig en sterk genoeg daartoe hij was jong en gezond had een goede positie en een helder hoofd. Hij voelde zich vrijer nuvan onder liet dwang juk bevrijd, dat liem zoo lang had gekneld. En toch, de gedachte aan zijn moeder, aan haar treurig lot, aan haar zware leed, liet hem niet met rust. Hij kende zeze zou niet klagen, niets verwijten nergens over spreken zelfs; maar liet verdriet zou haar verteren; de smart zou haar doen wegkwijnen. En hoe zou hij verandering in dit alles kun nen brengen Waar was medicijn voor déze volledige vrijheid van onderwijs verlangt en aan elk huisvader een stembiljet wil geven, kiest op 17 Juni V Vrijheid van onderwijs. Wat beteekent het, als straks de herziening der Grondwet gelegenheid geeft tot volledige vrijheid van onderwijs? Wil dat zeggen, dat dan de neutrale school moet verdwijnen Of dat de'openbare school moet veranderen in een Christelijke school Geen van beide. Het wil dit zeggen als de Grondwet her zien wordt naar den zin der rechterzijde, krijgt elk ouder liet recht en de gelegenheid, om zijn kind te zenden naar de school, die hij verkiest. En dat, zonder daarvoor in zijn beurs ge straft te worden, zooals thans het geval is. W7ie de tegenwoordige Openbare school ver kiest, mag haar houden. Geen menscli ter rechterzijde die er een vinger voor uitsteken zal, om liem hierin te belemmeren. Alleen maar voor zijn beurs zal 't net eender zijn, of hij deze school verkiest dan wel eene andere. De rechterzijde wil, dat elk huisvader vol komen vrij zij, naar welke school hij zijn kind wil zenden. De mannen van rechts vragen voor zich geen gunst of bevoorrechting boven de andere landgeuooten. Zij durven op het gebied van onderwijs de vrijheid aan. Alles goed en wel, zeggen onze tegenstan ders, maar wij hebben er alleen maar op tegen, dat er zooveel kleine scholen zullen komen. 't Is wel eenigszins wonderlijk, dat men nu pas met dit bezwaar komt aandragen. Wat zou daar achter zitten? Want de statistiek wijst uit, dat er thans naar evenredigheid veel meer kleine Openbare scholen zijn dan Bijzondere. Dat schijnt dus niet te hinderen. Trouwens mannen van naam op liet gebied van onderwijs en we voegeiier uitdrukkelijk bijook onder de voorstanders der Openbare school vinden kleine scholen volstrekt niet slecht. Er zijn tal van kleine scholen, die heel wat beter zijn, en veel beter resultaten leveren dan menige groote school. Het hangt er maar van af, wie er in werken. Doch bovendien, we herhalen wat zou er toch achter zitten, dat men nu zoo jammert over die kleine scholen Vroeger was dat geen bezwaar. In Zierikzee, om slechts één voorbeeld te noemen, heeft men jaren lang een schooltje gehad voor nog geen '20 meisjes, die per hoofd aan do gemeente ruim f 200 per jaar kostten. Daarover viel men toen niet. We moeten er bijvoegen 't waren meisjes uit den gegoeden stand. Het schoolgeld werd juist hoog genoeg gehouden, om er den min deren man uit te houden. En toch kostte ieder leerling dezer school aan de gemeente tienmaal zooveel als het kind van een arbeider. Kijk destijds ging men niet liet land rond, om te weeklagen over kleine schooltjes. Waarom nu dan wel, nu het gaat om vrijheid voor rijk en ar m Een gepaste herinnering. stad en land rond, maken voor de lier- Jhr. De Muralt reist om do kiezers bang te ziening onzer Tariefwet. Een zijner argumenten isdie herziening zal 30 niillioen brengen in de zakken der fa brikanten: Precies geteld natuurlijk, en van die 30 millioen krijgen de arbeiders door t meerdere werk dat er moet komen, om die 30 millioen te verdienen, zeker geen cent. Zeer gepast is wat Zelandia dienaangaande schrijft in haar laatste nummer en terecht herinnert het blad daarbij aan een uitspraak van den liberalen staatsman Pierson, die er meer van wist dan de heer De Muralt. „Blijkbaar heeft de heer De Muralt een beschuldiging tegen de voorstanders van de Tariefwet willen uitspreken door zijne bewering, dat de Tariefwet 30 millioen zal brengen in de zakken der particuliere fabrikanten. Die beschuldiging is valsch en toen de heer De Muralt die uitsprak, was hij onoprecht, want wij mogen onder stellen, dat hij alvorens zijne rede uit te spreken, wel studie van zijn onderwerp zal hebben gemaakt en dan ook wel ge lezen zal hebben wat de Vrijzinnige oud minister van financien, de lieer Pierson, een volbloed vrijliandelaar, heeft gezegd, over de bewering, dat de voorstanders van de Tariefwet liet er op toeleggen om de zakken der fabrikanten te spekken. Mr. Pierson getuigde„Men jzou zich schuldig maken aan groote mis ellende? Hij zou zich dubbel inspannen zijn zuster terug te vinden. Mocht hem dat gelukken, zeker, het zou wel nieuwe moeilijkheden schep pen, maar, hij was er even zeker van, liet zou afenis wezen voor liet moederhart. En daarom ging hij eenige avonden later er op uit. Het adres, door hem genoteerd, wilde lig opzoeken en Bekkers spreken. Dat was thans de eenige weg, welke hem openstond. De woning was spoedig gevonden en stout moedig stapte Frans de trappen op, welke naar de tweede verdieping leidden. Zijn kloppen op de deur had het gewensclite gevolg. Een vrouw van een goede veertig deed open, en vroeg wat van zijn dienst was. Hij wou mijnheer Bekkers even spreken. Die was niét thuis, was liet wantrouwende ant woord maar wie was meneer? Gravels? Nooit van gehoord. Was liet een dringende boodschap. Kon ze ze niet aannemen; of kon meneer niet op een anderen keer terugkomen Niet Even wachten dan Eindelijk was Frans binnen. Hem werd een stoel aangeboden en hij zette zich. Het vertrek was karig, maar niettemin met smaak gemeubeld. Alles duidde op een an deren stand, dan men hier geneigd zou zijn te onderstellen. Het voorkomen der bewoonster was hier mede niet in strijd. Eenvoudig, op liet sobere af, was haar kleeding, maar hare bewegingen en manier van spreken maakten den indruk van een ongekunstelde elegantie en voornaam heid, die niet te miskennen was. Haar gelaat vertoonde regelmatige trekken, maar een waas van weemoed lag er over verspreid. Wie was deze vrouw? Weduwe Bekkers, zeker maar wat was haar geschiedenis. Hoe kwam ze in deze omgeving? Frans kon niet nalaten zichzelf deze vragen te doen, terwijl hij tersluiks het vertrek nader opnam. Aan den wand hing een groot mansportret en hij werd getroffen door de treffende ge lijkenis met den hem bekenden Bekkerson getwijfeld moest dit diens vader zijn. In den hoek bij het eenige raam, dat uit zicht gaf op de achtergevels van andere huizen, alle even hoog en onvriendelijk, stond een tafel aangeschoven, waarop een inktkoker en eenige-boeken. Hij had al den tijd een en ander op to merken, want de verwachte toefde lang. Ilad de zucht om iets van zijn zuster te weten te komen liem niet gedreven te blijven, zeker zoy, hij niet langer gebleven zijn op een plaats, waar men liem blijkbaar noode binnen had kenning van de drijfveeren der protec- tionisten van onzen tijd, zoo men hen verdacht op tê komen voor de h e- langen van het kapitaal. De meesten onder hen en dat strekt hun tot lof, hebben in de eerste plaats de belangen der arbeiders op liet oog. Dit getuigenis bend liberaal als van een zoo gezagheb- de heer Pierson doet te niet den dooddoener van den heer De Muralt, dat het de Christelijke partijen te doen is de zakken der fabrikanten te spekken. Mr. Pierson erkende blijkens de boven aangehaalde woorden, dat de strijd voor de verhooging van invoerrechten in de allereerste plaats de belangen dei- werklieden op het oog heeft. Ter bevordering van hun eigen belang moeten de werklieden derhalve hun stem niet uitbrengen op een liberaal, maar uitsluitend en alleen op de Christelijke candidaten, omdat dezen zijn voorstanders der Tariefwet van minister Kolkman, welke geheel en al is in het belang van den werkman." Partij-politiek. De politiek der liberalen is nog steeds ge weest partij-politiek. Ook in de laatste periode kwam dat telkens meermalen uit. Het was den liberalen er niet in de eerste plaats om te doen een loijale oppositie te voeren, dat wil zeggen, in het belang van liet land liet ministerie te steunen, waar ze dit zonder verzaking van beginsel konden. De belangen van de partij stonden op den voorgrond. Het ministerie-Heemskerk moest tegenge werkt, want straks moest aan de kiezers immers worden medegedeeld liet ministerie deed niets. Zeer sterk kwam het uit bij de Militiewet van minister Colijn. Alle liberalen vonden het een mooi ding. De minister verdedigde liet meesterlijk. En wat was het einde Minister Colijn kon praten wat hij wou, de liberalen mochten innerlijk overtuigd zijn van de noodzakelijkheid der wet in het belang van de verdediging des lauds (geen kleine zaak voorwaar!) toch, toen de eindstemming kwam, stemden alle Unie-liberalen tegen. Zoo is de liberale practijk bijna zonder uit zondering geweest tegen ons kabinet. gelaten. De prachtige pendule op den verveloozen schoorsteenmnatel, ook een van de vele con trasten in deze armoedige woning, sloeg reeds negen en Frans begon, na nu reeds een half uur zwijgzaam gewacht te hebben, toch wat verlegen te worden met de zaak. Hij maakte aanstalten om te vertrekken. „Misschien wilt u wel aan uw zoon zeggen, dat ik morgenavond even aan zal komen, juffrouw „O, als u nog even geduld hebt," zei ze voorkomend, „liij zal denk ik, wel spoedig liior zijn." Frans voelde wel, dat liet meer een beleefd heidsfrase was, dan een welgemeende uitnoo- diging om langer te vertoeven. Hij wilde dan ook zijn plan om heen te gaan, maai- doorzetten, toen hij eensklaps een stap vernam. Licht was liet de gebeide. Onwille keurig stroomde zijn bloed sneller bij de ge dachte, dat hij liem ontmoeten zou, die in zoo groote mate invloed had uitgeoefend op den gang van zaken in de ouderlijke woning; die hij, om ons bekende redenen wrok toe droeg, wien hij ontrouw aan zijn zuster verweet, op wien hij, in zijn bittere stemming geneigd was de schuld te werpen van al de wisse lingen in zijn lot. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1913 | | pagina 1