Antirevolutionair
nieuws* en Advertentieblad
ooor
wmm.
Gemeenteraad.
FEUILLETON.
Langs eigen Spoor.
Uit de Pers.
Woensdag 9 April 1913.
10e Jaargang.
Woensdag 16 April 1913,
No. 1007.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen. Ter Neuzen ƒ1,—. Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt. Dinsdi^- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen»
bij den Uitgever D. H. LITT00IJ Az. te TER NEUZEN.
ADVERTENTIËN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0.10,
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
maakt bekend, dat eene Openbare Verga
dering van den Gemeenteraad zal worden ge-
honden op Donderdag den 10 April 1913, des voor
middags te 10 ure.
Ter Neuzen, den 8 April 1913.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
De Vergadering van Aan
deelhouders der Naamlooze Ven
nootschap „LI) CTOR ET E M ER G O" te
Ter Neuzen, zal gehouden worden D.V. op
des namiddags ten 2 ure, in de Christelijke
Bewaarschool te Ter Neuzen.
De w/n Voorzitter
J. A. KLAASSEN.
V De Chr.-Historischen in Oost-1
burg.
Het district Oostburg trok in den laatsten
tijd van den vrijzinnigen kant bijzonder de
aandacht.
Men had er bepaald pijn in zijn buik over.
En dat wel om tweeërlei oorzaak.
Vooreerst was uitgelekt, dat mr. Dieleman
eeuige bezwaren had, om de candidatuur te
aanvaarden.
En dan was er ergens een correspondent
van de groote N. R. Courant, die de Chr.
Historischen, ofschoon ze naar zijn eigen
zeggen niet georganiseerd waren, toch bijeen
had weten te krijgen, om hen te raadplegen
over de candidatuur-Dieleman.
Zijn belangstellend onderzoek was niet erg
bemoedigend uitgevallen.
De Chr.-His,t. wilden van die candidatuur
niets weten. Ze zouden met een eigen can-
didaat uitkomen.
Een vreeselijke teleurstelling natuurlijk voor
de anti-revolutionaire leiders in het district.
Men droeg aan vrijzinnigen kant er bepaald
leed over.
Een zeer scherpzinnig redacteur, leerling
der openbare school en dus een zeer ver
draagzaam man vol naastenliefde en deswege
altijd geneigd van zijn tegenstanders zoo lang
10)
„En weet-je volstrekt niet waar ze is, Frans
„Nee moeder, in 't geheel niet. ,k Heb al
zoo dikwijls rondgekeken; een heele poos ge
leden, toen meende ik ze eens gezien te heb
ben, maar ik kon ze onmogelijk meer bereiken,
'k Weet zeker, dat ze me met opzet uit den
weg zal blijvenze zal niet willen beklaagd
worden ze zal 't niet willen o, ik ken ze wel."
Moeder Gravels heeft zich opgericht.
„We moeten ze uitvinden Frans we moeten.
Ik moet mijn kind weerom hebben. Zóó kan
ik ze niet laten. Ze moet weer thuis komen.
Ze moet."
„En vader dan brengt Frans in.
En vader dan Als een snerpende pijn voelt
ze de beteekenis van die vraaghet kinderlijk
verwijt aan het vaderlijkgezag En 't is
immers zoowat vermag zehaar woord,
mocht ze het al durven laten gelden, zal breken
op zijn stuggen trots. En dat gevoel van haar
machteloosheid perst haar de tranen in de
oogen en vervult haar ziel met bitterheid. En
toch mag ze er niet aan toegeven niet te zeer
mogelijk het goede te denken, dacht over een
en ander na.
Resultaat van zijn nadenken was er moest
wel verband zijn tusschen de bezwaren van
mr. Dieleman en den onwil der Chr.-Histori
schen om hem als candidaat over te nemen.
Die bezwaren waren maar een truc, een slim
migheidje. Zoo althans hadden de tantes
gezegd, die bedoelde redacteur op de koffie
had genoodigd, om hem van advies te dienen,
want zelf wist hij met 't moeilijke geval on
danks al zijn nadenken geen weg.
We achten ons gelukkig, dat we in staat
zijn, al die bekommernissen aan den linker
kant over de moeilijkheden der anti-revoluti
onairen in Oostburg weg te nemen. En
haasten ons dus, dit te doen.
Zooals we reeds vroeger schreven, is er
gegronde hoop, dat de bezwaren van mr.
Dieleman waarvan ieder kon begrijpen,
dat ze bestaan moesten uit den weg ge
ruimd worden. Dat komt wel in orde.
En wat de Chr.-Historischen betreft, zij
hebben vergaderd, ditmaal zonder den corres
pondent der N. R. Courant.
Natuurlijk onder voorbehoud, dat de alge-
meene vergadering der Chr.-Historische Unie
op 24 dezer de ontwerp-overeenkomst dei-
drie rechtsche partijen bekrachtigt en op de
voorwaarden, bij die overeenkomst gestipuleerd.
Doch ook dit komt wel in orde, naar we
vertrouwen.
Als we ons dus niet totaal vergissen, kunnen
de vrijzinnigen hun bekommering over de
samenwerking der rechtsche partijen in het
district Oostburg gerust laten varen.
„En desespereert niet," vrienden, men
moet zich niet zoo spoedig ongerust maken
V Gelijkheid!
Het valt niet te ontkennen, dat het onder-
wijs-vraagstuk bij den komenden strijd weder
op den voorgrond zal komen.
Dat kan ook niet anders.
De strijd is op dit terrein nog niet uitge
streden.
Nog al te zeer drukt hier de ongelijkheid.
Nog immer wordt het openbaar onderwijs
buiten alle proportie bevoorrecht boven het
bijzonder.
En we mogen niet rusten, eer volkomen
gelijkstelling is verkregen.
Misgunnen we hem,' die met ons van opinie
verschilt, zijn school
Is het er om te doen, den burger, die voor
zijn kind openbaar onderwijs begeert, zulks
onmogelijk te maken
het laten merken moet ze haar zoon nog meer
vervreemden van den vader, dan diens dwaas
despotisme het reeds deed Moet ze haar
eigpn bitterheid overgieten in de ziel van haar
zoon, opdat straks beiden voor haar verloren
zijn
Maar toch klemt Frans tegenwerping. „En
vader dan Maar zij kan de moederlijke liefde
het zwijgen niet opleggen.
Ze tracht zich te herstellen.
„Daar praten we later over, Frans," her
neemt ze met meer bedaardheid en met een
groote poging tot zelfbedwang. „Maar we
moeten ze uitvindenik moet weten waar ze
is, ik wil ze spreken voor 't minst."
„Ik heb er ook zoo over gedacht moeder.
En ik zal 't probeeren. Kan ik Ka niet te
zien krijgen, misschien lukt het me Bekkers
nog eens te ontmoeten. En dan volg ik hem.
Ik zal met hem spreken. Ik moet ze vinden.
En dan zullen we nader zien."
Hij staat op.
't Wordt tijd voor hem, dat hij zich naar
zijn kantoor begeeft.
„Ja," zegt moeder Gravels, „doe dat. Maar
wees voorzichtig en kalm. En laat vader niets
merken," voegt ze als met schaamte erbij.
„o Nee."
De toon waarop 't wordt gezegd, is een
nieuwe pijn voor het moederhart.
In geenen deele
Integendeelwe zijn er juist voor, dat ieder
ouder in de gelegenheid zal wezen, zijn kinderen
naar die school te zenden, welke hij verkiest.
En we nomen het heusch niemand kwalijk,
die propaganda maakt voor de openbare school.
Mits we dan den strijd maar mogen voeren
met gelijke wapens.
Niet, door den voorstander van het bijzonder
onderwijs, dubbel te laten betaleneerst voor
het openbaar ouderwijs, waarvan hij geen
gebruik kan maken, en dan nog eehs voor het
bijzonder.
Dat is een laffe strijd op ongelijke wapens.
Het laatste nommer van „De Sell, m/d B."
herinnerde er nog eens uitdrukkelijk aan.
Zoo denken de openbare onderwijzers er
immers zelf óók over
Welnee, zegt ge.
Wel ja.
Einde 1908 bracht het hoofdbestuur van den
Bond van Nederl. Onderwijzers, dat zijn de
ecjite frontmakers, een rapport uit.
Over deze vragen
1°. Verplichte neutrale Staatsschool
2°. Toelating van bijzonder onderwijs
3°. Subsidiëering bijzonder onderwijs?
1° Eischen aan 't bijz. onderwijs en zijn
onderwijzers te stellen bij eventueele
subsidieering
Er waren 80 afdeelingen van den Bond,
die hierover rapport uitbrachten.
Ge zijt benieuwd naar den uitslag
Welnu, van die 80 afdeelingen verklaarden
zich 53 tegen de verplichte neutrale staats
school.
Vindt ge dit vreemd
Dan zeker nog vreemder, als ge eens leest,
(we halen letterlijk aan), wat bijv. door een
der afdeelingen bij de beahtwoording dezer
vragen werd geschreven.
Dit namelijk
„Geen laffe strijd op ongelijke wapens".
De Staat is neutraal, als hij de geestelijke
stroomingen in zijn leden eerbiedigt, als hij
de beide onderwijsinstellingen gelijkelijk be
handelt, dus het Bijzonder onderwijs niet
alleen toelaat, maar naar denzelfden maatstaf
steunt of bekostigt als het openbare."
Me dunkt, daar kan ieder man van rechts
zich mee vereenigen.
En zoo zijn we het althans op dit punt
roerend eens.
Daarom hoeven we immers ook niet te gaan
debatteeren, als nu op meetings en vergade
ringen zich een gansch andere toon laat
hooren
Dat komt alleen van de verkiezingskoorts.
Dan denkt men niet zoo goed na, als men
oreert.
Frans kleedt zich en na een hartelijken groet
vertrekt hij.
Vrouw Gravels is alleen.
Ja, in dubbelen zin. Alleen, ook met dit
nieuwe leed. Alleenwant haar man durft
ze er geen deelgenoot van te maken en geen
God klaagt ze haar nood.
Straks knielt ze neer bij de onderste lade
der oude kast. En zenuwachtig graaien haar
handen in den hoek, waar de beeltenis ligt
der betreurde. En als ze het portret heeft
gevonden, kijkt ze het lang, lang aan en hoe
langer ze het beschouwt, hoe bitterder haar
gemoed wordt, tot eindelijk een brandende
traan neerdrupt op het geliefde gelaat. Ze
veegt dien er af en met een ruwe beweging
bergt ze het portret haastig weer weg. De
lade wordt gesloten.
Vrouw Gravels gaat aan haar huiselijken
arbeid.
HOOFDSTUK V.
Frans zal zoeken.
Maar waar? Waar te beginnen? 't Lijkt
een hopeloos pogen. De stad is zoo groot, zoo
wijd. Waar schuilt onder de tienduizenden,
die hij zoekt? En toch, hij wil vinden. En hij
maakt zichzelf diets, dat hij ook zal vinden.
Hij houdt zielsveel van zijn zuster. Was
Wat trouwens in den koortstoestand niets
ongewoons is.
Als straks de crisis voorbij is* gaat men
wel weer gezonde taal hooren.
't Ging immers in 1904 óók zoo
Toen Kuyper met zijn schoolwet kwam,
stelde het Hoofdbestuur van het Nederlandsche
Onderwijzersgenootschap aan de leden voor
deze conclusie:
„Met groote ingenomendheid begroet het
Nederl. Ond. Genootsch. de verbeteringen, die
deze voorstellen (n.l. der Regeering) willen
brengen in de salarieering der bijzondere
onderwijzers".
Let wel, zulks werd voorgesteld door vol
bloed voorstanders van de openbare school.
Maar, daar kwam Ketelaar en herinnerde
aan de toen komende verkiezingen, en de
bezinning verdween, en er deugde ineens
absoluut niets meer van de Regeeringsvoor-
stellen.
Is dat niet merkwaardig?
Dat was in 1904.
En in 1908 verklaren de Bondsmannen
weer „geen laffe strijd op ongelijke wapens
En als nu iemand in vervoering na een rede
van mijnheer De Vries uitroept, dat het on
mogelijk zou geweest zijn voor de voorstanders
van het bijzonder onderwijs er iets tegen in
te brengen of, iets dergelijks, dan constateeren
we met diep leedwezen weer zoo'n symptoompje
van „verkiezingskoorts."
En bevelen in alle onderdanigheid boven
staande aan als „heilzame remedie."
Z.
Opnieuw in coalitie.
Onder dit hoofd schrijft de A.-R. Rotter
dammer
Woensdagavond kwam dan eindelijk het
bericht, dat door velen in den lande mét
spanning was verbeidde bestuurderen dei-
drie Christelijke partijeh zijn tot overeenstem
ming gekomen om bij den komenden stembus
strijd wederom vereend op te trekken. Wel
is hiermee nog geen definitief besluit genomen
en hebben de afgevaardigden der kiesvereeni-
gingen er nog hun goedkeuring aan te hechten,
maar er bestaat goede reden te verwachten
dat in de gedragingen der leiders genoegzaam
vertrouwen zal worden gesteld en mitsdien
Donderdag 24 April de zaak haar volle beslag
zal krijgen.
De saamwerking heeft thans zelfs officieeier
vorm gekregen dan voorheen. Toen trad men
zonder vooraf gestipuleerde voorwaarden ten
-
het te verwonderen, waar ze samen waren
opgegroeid, slechts weinig in leeftijd verschil
den en altijd goed met elkander overweg
hadden gekund Gewis, zij was veel levens
lustiger van aard dan hijmaar ze was har
telijk ze kon hem opbeuren, als hij met 't een
of ander zat; ze vertrouwden elkaar steeds
de wederzijdsche geheimpjes toeze hielden
beiden veel van moederze voelden beiden
instinctmatig den afstand, op welken hun
vader zich steeds van hen verwijderd hield
ze begrepen elkaar.
Hoe was het mogelijk geweest, dat Kaatje
zich tot heden zoo ver van hem verwijderd
had gehouden? Want, dat hier opzet school,
kon Frans zich niet verhelen. Was dan haar
zusterlijke liefde zoo spoedig verkoelden
dan, Frans vroeg het zichzelf met wrevel af,
voor iemand als BekkersOf was het haar
ontembare hooghartigheid, die haar, om welke
reden dan ook, voor hem verborgen deed
blijven. Vreesde ze contact te krijgen met
het ouderlijk huis? En voelde ze den band
dan gansch niet meer trekken, die haar aan
moeder bond
Al deze gedachten en overleggingen kwamen
telkens weer in Frans op. Maar ze vormden
een cirkeL, een lijn zonder eind, die weer in
zich zelf terugkeerde.
(Wordt vervolgd.)
Inzending van advertentlBn vóór uren op den dag der uitgave.
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
DOOR ZELANDIA.
Op die vergadering werd besloten de can
didatuur van mr. Dieleman met kracht te steunen.
Op zoek.