Antirevolutionair
voor
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
Voorstel tot herziening der
Grondwet.
FEUILLETON.
Een harde strijd.
Binnenlaiidsch Nieuws.
No. 993.
Zaterdag 15 Februari 1913.
10* Jaargang.
Franco
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen. Ter Neuzen ƒ1,
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN.
Inzending van advertentlEn vóór uren op den dag der uitgave.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTlfói
ADVERTENTIËN:
Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Men hoort in den laatsten tijd weinig meer
van de klacht, die de linkerzijde in den eersten
tijd na het optreden van het ministerie-Heems
kerk zoo gaarne |aanhiefheet dat nu een
Christelijk ministerie Er is niets Christelijks
aan het onderscheidt zich in niets van een
dood-gewoon liberaal zaken-kabinet.
De antithese, zoo heette het, was een booze
uitvinding van dr. Kuyper, den aarts-twist
zoeker, den verdeeler van de natie, die het
zonder hem zoo roerend ééns zou wezen.
Heemskerk was zoo niet, die hield meer van
het joligesprak hij zich op 't gebied der
beginselen een enkelen keer wat beslister uit,
dan was hij zich zelf niet, maar handelde
onder de pressie van „den man uit de Kanaal
straat."
Men zou kunnen vragenals Heemskerk
dan in uwe oogen zulk een best, braaf man
is, waarom beeft uwe partij zijn ministerie
dan reeds van den beginne zoo hard tegen
gewerkt en doet ze het nog tot den huidigen
dag toe
Doch 'tis genoeg bekend, dat heel die lof
voor Heemskerk tegenover al den smaad,
waarmede men dr. Kuyper vervolgt, niets dan
apekool isals 't er op aankomt staat de
tegenwoordige minister principiëel even goed
tegenover hen als zijn voorganger.
Trouwens de lofstemmen zwijgen dan ook
reeds sinds geruimen tijd er wordt in den
laatsten tijd uit een heel ander vaatje getapt.
Niet het minst is dit uitgekomen, sedert
het ministerie zijn voorstel indiende tot her
ziening van de Grondwet.
Dat dit voorstel thans is ingediend is zeker
een zeer verstandige daad van het zittend
kabinet.
Natuurlijk begrijpt ieder, dat het niet werd
gedaan in de verwachting, dat het voorstel
nog vóór de a.s. verkiezingen zou worden be
handeld. Daarvan kan natuurlijk geen sprake
zijn.
Doch als straks bij die verkiezingen beslist
moet worden over de vraag, of het ministerie-
Heemskerk nog langer de zaken des lands
zal leiden, dan wel naar huis gezonden moet
worden, is het van 't hoogste belang, dat de
kiezers weten, waarover de strijd loopen zal.
Dat we bekwame mannen aan 't roer van
Staat hebben, geeft ieder, zelfs de felste tegen
stander, volmondig toe. Als het gaat over
2) (SLOT).
Eens gebeurde het, dat in een dorp alle
gezinnen op zes na verklaard hadden, dat zij
dooponderwijs wilden ontvangen. In dien tijd
stierf er iemand uit een van die zes huisge
zinnen, welke Mohammedaansch wilden blijven.
En weet ge, wat nu de modin (Mohamme-
daansche geestelijke) deed, om degenen, die
Christenen wilden worden, van hun voornemen
af te brengen Hij weigerde de voorgeschre
ven plechtigheden uit te voeren.
Ge moet n.l. weten, dat, zoodra iemand ge
storven is, van alle zijden, hadji's, geestelijken
en andere leegloopers toesnellen, om aan den
begrafenismaaltijd deel te nemen.
De begrafenis, onder leiding van dén modin,
is spoedig afgeloopen. Een paar stukken pi-
sangstam worden op den grond geplaatst, de
doode wordt in een lap wit katoen gewikkeld,
op de baar gelegd en met snelle schreden
naar het graf gevoerd. Boven het lijk houdt
men een pajoeng, er wordt wierook gebrand
en onder het zingen van een godsdienstig lied
bekwaamheid en geschiktheid allen zijn het
hierover eens, met uitzondering misschien van
een enkel verstokt liberaal, die nog niet snapt,
dat een niet-liberaal verstand van regeeren
kan hebben als het gaat over bekwaamheid,
kan men 't ministerie gerust laten zitten.
Maar daarover zal de strijd niet loopen.
Het zal ook nu gaan over de vraag,
welk beginsel in de volgende periode bij de
behandeling van 's Lands zaken leiding zal
geven.
Want, of men 't wil erkennen of niet, er
gaapt toch een klove tusschen rechts en links,
die niet overbrugd kan worden.
Dat komt telkens weer aan 't licht.
Als Roodhuijzen tegenover Troelstra de
concentratie der 3 linkerpartijen gaat verdedi
gen, gelijk deze week in Amsterdam geschiedde,
dan valt hij niet 't socialisme aan, maar vleit
mr. Troelstra en de zijnen en hoopt, dat ze
toch altijd zullen bedenken, hoe lief de liberalen
voor den werkman zijn geweest en hoeveel
goeds ze nog voor hen kunnen doen.
Maar de concentratie verdedigende tegen
over den leider der socialisten vindt de heer
Roodhuijzen alléén argumenten ontleend aan
't principiëel verschil tusschen hem en de
rechtsche partijen. Er is wel geen antithese,
maar dat moet in den mond van mannen als
Roodhuyzen verstaan worden in den zin, waarin
Lodewijk XIV, toen hij 't Edict van Nantes
in 1685 ophief, zei er zijn geen protestanten
meer in FrankrijkDat wil zeggener is
geen antithese, want voor 't gemak rekenen
we lien, die 't met ons niet eens zijn, maar niet
tot de Nederlanders.
Naar 't heet, is men o, zoo vurig voorstander
van het Christendom en draagt men der zen
ding een heel goed hart toe doch als de
tegenwoordige minister toont, dat hij vóór de
Zending is, door eenvoudig die Zending vrij
te laten en niet langer te belemmeren, gelijk
men vroeger deed, heet 't, dat er in Indië
met vuur gespeeld wordt.
Hetzelfde zien we op 't gebied van't onder
wijs ginds en hier te lande nog altijd is 't
het pleit tusschen de vrijheid en staatsdwang,
dat ons scheidt van onze tegenstanders.
En zoo is het op bijna elk terrein van Staats
bemoeiing er is een verschillend uitgangs
punt, omdat er is een verschil in levensbe
schouwing. Altijd weer is het de vraag zal
er op politiek terrein al dan niet gerekend
worden met Gods Woord'?
Nergens komt dit duidelijker aan het licht,
dan bij een herziening der Grondwet, omdat
juist in die wet de grondslagen vastliggen van
heel onze wetgeving en staatsbestuur.
En nu vinden wij het gelukkig, dat het
ministerie—Heemskerk nog voor de komende
verkiezing aan het kiezersvolk zegtzie, in
nadert men de begraafplaats. Daarna legt
men den doode op de rechterzijde met het
gezicht naar Mekka.
Al deze plechtigheden wilde de modin niet
verrichten, zoodat de gestorvene niet begraven
kon worden. Met groote moeite en voor veel
geld liet zich een andere modin uit een ver
afgelegen dessa eindelijk overhalen, om de
formaliteiten te verrichten. Daardoor ontstond
groote verbittering tegen het groepje Christe
nen, die eindelijk, door zooveel tegenstand
overwonnen, van hun plan afzagen.
Gelukkig gaat het niet altijd zoo. Er zijn
ook voorbeelden bekend, dat iemand, die
Christen wilde worden, zich niet van zijn voor
nemen liet afbrengen, hoe men hem er ook
toe preste.
Een zendeling verhaalt daarvan het vol
gende geval
Kjaï Rahidin te Gloendong was de eenige
in zijn dessa, die Christen wilde worden.
Zoodra het dessa-hoofd dit besluit vernam,
liet hij den man geboeid naar het onder
districtshoofd brengen, wat natuurlijk voor een
Javaan, zoo goed als voor een Hollander, een
vernedering is. Het onderdistrictshoofd wilde
met de zaak niets te maken hebben en zond
hem door naar het districtshoofd, die er zich
ook aan onttrok. Maar hij zei tot het dessa-
deze richting willen wij de herziening tot
stand brengen, indien gij ons langer aan de
groene tafel laat.
Zijt gij het met ons beginsel en de wijze,
waarop wij dat in toepassing willen brengen,
niet eens, dan moet ge ons verdrijven.
Doch in het tegenovergestelde gevalindien
onze voorstellen overeenkomen met het be
ginsel, dat ook gij belijdt, dan mogen wij ver
wachten, dat ge in Juni ons met alle macht
en tot den laatsten man toe steunen zult.
't Zal niet gaan om kleinighedenneen 't zal
gaan over de vraagwie is souverein, God
de Schepper van alles, of het volk?
Aan wien ontleent/ onze Koningin haar
macht en gezag: aan hare onderdanen,of aan
den Koning der Koningen
Daarover zal in Juni de strijd loopen.
Als we enkele punten van 't voorstel tot
herziening der Grondwet wat nader bezien,,
zal blijken, dat we hier niets te veel gezegd
hebben.
En dat 't ministerie-Heemskerk wil, dat
daarover juist de strijd zal gestreden worden,
verblijdt ons in hooge mate, want dan wordt
onze stembusstrijd, wat hij steeds behoort te
zijn een strijd over beginselen.
V Vergadering der Centrale.
Mogen we de Bestuursleden onzer kiesver-
eenigingen herinneren aan de vergadering der
Centrale op Zaterdag 15 dezer, 'snam. 2 ure
in „Bethel" te Ter Neuzen en hen dringend
verzoeken, deze vergadering bi] te wonen
Het is zeer wenschelijk, dat de vergadering
zoo voltallig mogelijk is, daar er belangrijke
zaken te behandelen zijn.
Wie eenigszins kan, zorge tegenwoordig te
zijn.
V Geen tegenspraak.
Twee nummers van ons blad zijn verschenen,
sinds we het laatste van de drie artikelen
Tegen eigen volkhet licht deden. zien.
Aan het slot van dit laatste stuk legden
wij er den nadruk op, dat we geschreven
hadden op verzoek en in naam van onze partij-
genooten.
Wij noodigden ieder hunner, die 't met ons
niet eens mocht zijn, uit, er tegen op te komen
en stelden daarvoor gaarne onze plaatsruimte
beschikbaar.
Thans constateeren wij, dat noch mondeling
noch schriftelijk bezwaren bij ons inkwamen
en dat niemand indien er misschien al
bezwaren mochten zijn het der moeite
waard achtte, deze op schrift te stellen en ze
ons ter plaatsing aan te bieden.
Wij laten het aan onze lezers over, daaruit
hoofd„Ge zult wel niet zoo dom zijn, om
dien man Christen te laten worden." Daar
mee was genoeg gezegd en het dessa-hoofd
durfde nu [zijn gang gaan. Hij liet den man
eerst dubbele dessadiensten verrichten en als
hij dan op slapen betrapt werd, ontving hij
veel strenger straf, dan anders in den regel
het geval is. Toen werd hem zijn aandeel in
het gemeenschappelijk rijstveld ontnomen. Ein
delijk werd hem verboden, zijn buffels te laten
grazen op het gemeenschappelijk grasveld en
te laten drinken op de gewone plaats. Dit
laatste was het ergste, want Gloendoeng is
arm aan water en Kjaï Rahidin moest het nu
ver in blikken halen. Toch hield hij vol, zelfs
toen een van zijn buffels stierf. Eindelijk kwam
de zaak den heer J. Kruyt ter oore, die er
kennis van gaf aan een Europeesch ambtenaar.
De betrokken Javaansche ambtenaren ont
vingen een berisping en het dessahoofd kwam
Kjaï Rahidin om vergeving vragen.
Zoo werd zijn standvastigheid beloond.
Ge kunt u uit deze geschiedenissen wel
eenigszins ecu voorstelling maken van de groote
moeilijkheden, waarmee Javanen te worstelen
hebben, die tot liet Christendom willen overgaan.
Het valt vaak o, zoo moeilijk aan de zende
lingen, om met de menschen een gesprek over
het heil hunner onsterfelijke zielen aan te
de conclusie te trekken, di*5 zij oorhaar achten.
Slechts vermelden wij eerlijkheidshalve, dat
één onzer lezers ons door een derde liet vragen,
wat we bedoelden met het woord afkomst,
toen wij in ons eerste artikel schreven
„En voelt hij dan zijn bloed niet bruisen
van verontwaardiging bij de herinnering aan
de kringen, waaruit hij is voortgekomen en
het onrecht, waartegen men in die kringen
zoo lang heeft geprotesteerd Is hij zijn af
komst geheel en al vergeten
Natuurlijk ditde spreker komt uit een
Christelijk gezinis groot gebracht in den
kring, die meer dan 50 jaren streed voor de
vrijheid van onderwijshij heeft elders zelf
meegedaan aan dien strijd -- is hij dat alles
nu vergeten
Ontvingen we dus van de zijde onzer lezers
geen aanmerkingen, zelf hebben we bij nadere
overweging toch wel een opmerking te maken.
In aanmerking nemende, dat de man, wien
onze critiek gold ons zoo na staat en ter wille
van den eerbied, dien ook wij verschuldigd
zijn aan den ambtsdrager, had onze toon minder
scherp moeten wezen.
Het doet ons leed, dat de verontwaardiging
over de verdediging van liet schandelijke on
recht, dat hij trachtte goed te praten en de
zonderlinge wijze waarop hij 't voorstel van
onze mannen bestreed, ons verleidde in vorm
en toon verder te gaan, dan onze bedoeling
was.
We voegen er echter onmiddellijk aan toe:
wat inhoud en strekking betreft, handhaven
wij onze artikelen ten volle.
We zullen dan ook, mocht zijne houding
tegenover ons volk niet veranderen, blijven
voortgaan daartegen te protesteeren zij
't dan ook in, zoo mogelijk, zachter vorm en
op een toon in overeenstemming met den eer
bied, verschuldigd aan den vertegenwoordiger
der Koningin in onze gemeente.
In de gemeenteraadszitting te Almelo
ontstond dezer dagen een schooldebat over
het vloeken. Er was voorgesteld in de Instruc
tie van de onderwijzers op te nemen, dat nóch
bij het personeel, nóch bij de schoolkinderen
het vloeken mocht toegelaten worden. Meer
dan een uur discussieerde de voorzitter hier
over met het lid Schotveld. De heer Schotveld
vindt het vloeken niet erg. De voorzitter
sprak op zeer flinke en absolute wijze uit,
dat het wel erg en een groote zonde is.
De voorzitter verklaarde nog, dat helaas in
den Raad de Raadsleden vaak vloeken. Hij
sprak onomwonden zijn afkeuring daarover
knoopen. En is dit eenmaal gelukt, en toont
iemand neiging tot het Christelijk geloof, dan
spant dikwijls alles samen, om hem er van
af te houden.
Ook Ziekenhuizen worden door de zende
lingen opgericht. Deze ziekenhuizen vooral
zijn een voortreffelijk middel, om ingang te
vinden bij het Javaansche volk. Door de goede
behandeling der kranken en de vele genezin
gen, die de Heere aan dezen arbeid wilde ver
binden, beginnen de inlanders, ondanks alle
inblazingen der Hadji's, toch vertrouwen te
krijgen in de Zendelingen, waardoor een soort
-toenadering ontstaat. Bovendien wordt ia het
ziekenhuis zélf Gods Woord geregeld verkon
digd en reeds is de verpleging in een of ander
Zendingshospitaal voor vele lijders ten eeuwigen
zegen geweest. Sommigen, die in het zieken
huis den Heiland leerden kennen, gingen na
hun herstel, als getuigen van de macht en
liefde des Heeren, tot hun volk en verbreid
den daar de boodschap des heils. Gesmaad
en bespot door de vijanden, konden zij niet
nalaten, hun landgenooten te vermanen tot
bekeering.
Ruste des Heeren zegen ook op dit werk
der liefde, in Zijn Naam verricht
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.