Antirevolutionair voor nieuws- en Advertentieblad Zeeland. Tegen eigen volk. FEUILLETON. In den Levensstrijd. No. 988. Woensdag 29 Januari 1913. 10 Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Tet Neuzen ƒ1,Franc© per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Eeescuagen, bij den Uitgever D. H. LITT001J Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentlSn vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIËN: Van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTlfe TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. Van Dalsum gratie werd verleend in zake het bekende lasterproces. Ziehier 's mans eigen woorden „Onze innige overtuiging is, dat de ge heimzinnige ziekte, die den dood van Mi nister Regout tengevolge had, niet zou zijn overkomen, als hij in die zaken anders had gehandeld, vermits wij openlijk beroep hadden gedaan, waar was gebleken dat bij den aardschen rechter geen recht te krijgen is, op den eeuwigen Rechter, en dergelijk beroep altijd wordt verhoord, hetzij in dit hetzij in het andere leven, en dit in het belang van de harmonie, in de maatschappij geschapen." Als straks de heer Van Dalsum den weg van alle vleesch gaat, waarvoor zal dan zijn sterven een straf zijn Laat hij toch voorzichtig zijn, met aldus Gods oordeelen en straffen toe te meten aan hen, die 't niet met hem eens zijn. Daar moet de heer Van Dalsum afblijven De vrome dichter Milton heeft indertijd veel gesproken en geschreven tegen den Engelschen koning Karei I en niet zonder reden 1 Milton werd later blind en toen kwam een zoon van Karei I, de latere Jacobus II, den dichter bezoeken. „Gelooft ge niet" zoo vroeg hem Jacobus „dat het verlies van uw gezicht eene straf Gods is over u voor netgeen gij tegen mijn vader hebt geschreven „Uw vader heeft zijn hoofd verloren", ant woordde de dichter, „zeg me eerst eens, hoe ge daarover denkt". i. Indien we ooit een tegenzin in ons werk als journalist mochten krijgen, het zou in deze dagen zijn, nu we ons telkens geplaatst zien voor de noodzakelijkheid, om öf onzen plicht te verzuimen, öf een man van eigen richting te bestrijden. Strijden tegen den tegenstander is ons nooit te veel geweestvan de jeugd af in dien strijd opgegroeid, hebben we altijd tegen den stroom in moeten worstelen en zijn al worste lende boven gebleven. Maar in te moeten gaan tegen iemand, dien we zoo gaarne zouden willen prijzen en steunen in zijn arbeid te moeten getuigen tegen een partijgenoot, die zichzelven verlaagde tot den rang van "felippedrager van een kliekje liberale heeren die blijkbaar nergens meer pleizier in heeft dan zijn eigen vrienden te grieven en tegen te werken dat stuit ons tegen de borst. Toch zal die tegenzin ons niet weerhouden te doen, wat naar onze overtuiging onze roeping is als redactie van een anti-revolutionnair blad. We willen daarbij niet uit het oog verliezen, dat een anti-revolutionair burgemeester de ingezetenen zijner gemeente niet mag dwingen, te leven naar zijne levensopvatting en dat hij soms moet toelaten, wat hij persoonlijk voor zich ongeoorloofd acht. Doch tusschen dit standpunt en hetgeen wij hier in de laatste maanden gezien hebben, is een hemelsbreed verschil. We zullen ter wille van het restje eerbied voor zijn ambt, dat zijn wijze van optreden ons gelaten heeft, hem sparen en zooveel mogelijk ontzien, zoolang het maar eenigszins kan. Doch waar hij in de laatste vergadering van Neuzen's Raad zich blijkbaar uitgesloofd heeft, om het billijke en rechtvaardige voorstel van onze mannen op alle mogelijke en onmogelijke wijzen af te breken, mag een woord van protest onzerzijds niet achterwege blijven. Als merkwaardig voorbeeld van eene rede neering a la Jan Kalebas lez9 men in het laatste raadsverslag de vijf gronden, waarop HOOFDSTUK XXV. Besluit. (SLOT.) Het afscheid van Harmsma en Steven bij den vriendelijken Verwaal en diens beminne lijke vrouw was recht hartelijk geweest. In de weinige dagen, die Harmsma daar zijn be zoeken had gebracht, was zooveel besproken, had hij de onbaatzuchtige liefde der echtge- nooten voor zijn kind zoo leeren kennen en waardeeren. Niet dan na de herhaalde be lofte, dat dit afscheid geen scheiden voor goed zou zijn, hadden de vader en zoon zich op reis mogen begeven. Harmsma kon spreken van Gods ontferming. Ja, het wrakhout had gelogen, Godlof Wel was het scheepje vergaan in een woe denden storm, maar hij, (ach hij alleen,) had zich in dien hangen nacht op een plank drij vende kunnen houden. Hij had geworsteld met de elementen om zijn leven, tot hij den dood voor oogen zag, want zijn kracht was geheel uitgeput en zijn handen konden niet meer vasthouden. Reeds had hij zijn ziel in Gods ontferming bevolen met den laatsten glimp van zijn bewustzijn, toen, bij het aan- het voorstel-De Jager c. s. werd bestreden, eens kalm na. Hoe moet men het noemenwerkelijke of voorgewende onwetendheid, als tegen het voorstel wordt aangevoerd, dat men voor het openbaar onderwijs met verschillende wetten en bepalingen rekening moet houden en op grond daarvan het voorstel-De Jager c. s. moest worden afgekeurd? We tarten den spreker, ook maar eene wet of bepaling te noemen, waarmede dit voorstel in strijd was. Integendeel, het hield zich juist aan de wetniemand meer te laten betalen, dan zijn kind aan de gemeente kost. „Daarbij moet niet uit het oog worden ver loren, dat men voor het openbaar onderwijs met verschillende wetten en bepalingen reke ning moet houdenIets anders is het hij het hijzonder onderwijs, dit is geheel vrij, dat hoeft met die bepalingen geen rekening te houden. De wet wijst voor het openbaar onderwijs de schoolgeldregeling aan en daar boven mag men niet gaan, daar men dan vermoedelijk de daarvoor te ontvangen rijks subsidie zou verbeuren". Wat bewijst de spreker hier met zijn zwaar wichtige redeneering om de raadsleden bang te maken waarvoor trouwens heelemaal geen reden is, omdat de heeren De Jager c. s. juist die wettelijke grens tot maximum namen Alleen maar dat hij spreekt over dingen, waarvan hij absoluut niet op de hoogte is. 't Is juist andersom dan hij beweertbij de openbare school mag men gaan zoover men wil, mits niet boven den kostenden prijsen bij 't bijzonder onderwijs is men in dit opzicht juist niet vrij. Wie een schoolgeld heft van 80 gulden per jaar of daarboven, verbeurt de rijkssubsidie al is de kostenden prijs ook nog zoo hoog. Het is zoo moeilijk om den kostenden prijs te berekenen, heet 't verder. Ja, t is zoo 't zaakje wordt wel zoo slim in elkaar gezet, dat het straks eenige moeite zal kosten voor den buitenstaander, om op een tien gulden na precies te zeggen, hoeveel een kind aan deze of aan gene zijde van de inrichting zal kosten. Doch gelooft de spreker nu inderdaad, dat straks aan de heeren, wier zoontje of doch- terje de inrichting zal bezoeken, niet publiek zal worden voorgerekend, met welke som zij uit de gemeentekas ten koste van debe lastingbetalende burgerij worden bedeeld En voelt hij dan zijn bloed niet bruisen van verontwaardiging bij de herinnering aan de kringen, waaruit hij is voortgekomen en het breken van den morgen, de bemanning van een schi£ hem opmerkte, op het oogenblik, dat het bewustzijn hem verliet. Toen hij weder bijkwam lag hij te kooi en toen hij genoeg zaam hersteld was, kwam hij te weten, dat hij zich aan boord bevond van een vracht zoeker, welks eerste bestemming Zuid-Amerika wasDe reis was zeer onfortuinlijk verloopen. In de nabijheid der kust leed Harmsma nog maals schipbreuk en behoorde hij tot de wei nigen, die door een reddingsboot werden op gepikt. Zóó was de terugkeer tot de zijnen lang verschoven moeten worden, tot hij einde lijk gelegenheid had gevonden zich te doen aanmonsteren op een schip, dat naar Hamburg voer En daar had hij zijn kind ontmoet. Wat was daar wederzijds stof geweest om te vertellen. Voor Steven onder diepe schaamte en heete tranen van oprecht berouw. De ver loren vader vond den verloren zoon 1 En nu waren ze op de terugreis. Straks was de tocht volbracht. Beiden voelden zich zonderling beklemd. Beider harte verlangde met groot en innig verlangen naar huis Hoe zouden ze 't vinden. In armoe In verdriet En vader keerde niet rijk weer. Ternauwernood had hij genoeg voor de reis. Maar hij zou thuis zijn, bij de zijnen 1 En dat vooruitzicht vergoedde alles onrecht, waartegen men in die kringen zoo lang heeft geprotesteerd? Is hij zijn af komst geheel en al vergeten Die berekening, welke ongetwijfeld in 't open baar zal volgen, moge dan enkele guldens be neden den werkelijken kostenden prijs blijven, ze zal duidelijk genoeg spreken van het schan delijk misbruik dat hier gemaakt wordt van de stemmenmeerderheid, om eigen zak en dien van de vriendjes te bevoordeelen. En nu weten we wel, dat men dit aan libe ralen nog zoo kwalijk niet nemen mag. Hun opvoeding is in dit opzicht met opzet ver waarloosd en slechts zeer langzaam dringt tot het besef van het vrijzinnig intellect door, wat in dezen recht en onrecht is. Ook weten we, dat er desondanks reeds enkele liberalen zijn, die niet willen, dat hun kind op kosten der gemeente wordt opgevoed. Mannen, wier rechtmatig eergevoel er tegen opkomt, zich ten koste van anderen te be voordeelen. Doch hoe is het mogelijk, dat een man, die stad en land afreist, als spreker over anti revolutionaire beginselen, zoozeer eigen af komst vergeet, dat hij dit onrecht met allerlei onzinnige redeneeringen tracht goed te praten alleen maar om zijn liberale bescherm- heeren te believen (Wordt vervolgd.) V Dit gaat toch te ver. Wij zullen ons niet mengen in den twist tusschen den redacteur van De Volkswil en zijn kerkelijke overheid. Voor ons als protestant gaat dit natuurlijk niet. We kunnen echter niet nalaten een woord van protest te doen hooren tegen de wijze, waarop de heer Van Dalsum over de Goddelijke gerechtigheid beschikt, om zijne tegenstanders te straffen. Toen onlangs een pastoor naar een krank zinnigengesticht werd gebracht, heette dit een straf voor de wijze, waarop deze den heer v. Dalsum had tegengestaan. Op gelijke wijze werd aangewezen, hoe God om dezelfde reden een broeder van dien pastoor had gestraft. Enkele dagen geleden stierf mr. Regout, de minister van justitie, wiens overlijden door elk rechtschapen man diep wordt betreurd. En weer ontziet de heer Van Dalsum zich niet als zijn overtuiging uit te spreken en het zwart op wit te laten drukken, dat dit alweder een Goddelijke straf is, omdat minister Regout indertijd niet heeft bewerkt, dat aan den heer De zomer scheen dit jaar niet te kunnen scheiden. Reeds was het begin October en nog scheen de zon zoo helder en was de lucht zoo zacht En de ruiten van de woning aan het smalle duinpad blonken, helder als ze waren, in haar stralen. Binnen zaten grootvader, Greet en Em. En wonderGreets handen waren ledig Maar haar hart was vol. Zou vandaag Steven komen Ze voelde zich zoo onrustig, zoo vreemd. Em speelde met haar oude pop. En grootvader liep het kleine vertrek op en neer, en telkens doofde het vuur in zijn pijp.' Opeens Hooren ze daar geen naderende schreden De klink wordt opgelicht. 't Is Greet of haar het hart bersten zal. De deur gaat open. „Greet 1" Steven valt in haar armen, die beven van sterke ontroering. Een tijdlang klinkt slechts snikken. Grootvader komt er bij. En Em. „Grootvader, Em 1" „Steven, Stevenjuicht opeens de kleine. Ze laat de pop in den steek en vliegt op haar broer af. Buiten siddert, als een eik die door den wind wordt geschud, een stoere visscher. Een sterke begeerte om binnen te treden Mogen we vragen, hoe over deze uitlatingen van De Volkswil, de Chr. Historische man uit Ter Neuzen denkt, die onlangs dit blad gebruikte om zijn hart te luchten over de antirevolutionairen terwijl hij vergat, dat zijn eigen houding het den leiders onmogelijk maakte, velen hunner partijgenooten te be wegen, op hem te stemmen V Aangifte ter Inschrijving voor de Militie. Wij herinneren de in 1894 geboren manne lijke personen er aan, dat zij zich tusschen 1 en 31 Januari a. s. hebben aan te geven ter Secretarie hunner gemeente ter inschrijving voor de Militie. Voor Ter Neuzen kan men dit doen op eiken werkdag van 9 tot 4 uur. Des Zaterdags tot 2 uur. vecht hem aan. Neen, nog even geduld. „En," zegt plotseling Greet, met vreemden glans in de zachte oogen, „Steven,die an dere Haar stem hokt. „Raad eens Gree Raad eens Leest ze werkelijk in zijn oogen de oplos sing van het raadsel Maar welke gestalte staat daar,in de deuropening Ze slaakt een gil. Alles wankelt en wijkt voor haar oogen, 't is als voelt ze zich in eep diepen afgrond zinken, alstwee sterke armen haar op vangen en ze haar vaders kussen op haar voorhoofd voelt branden. „De wonders zijn de wereld niet uit," zeggen de menschen in het dorp. „Wie had zoo iets kunnen denken." „Weet je, wat me 't vreemdste lijkt?" „Nu „Dat die meneer Barends zoo veranderd is." „Zeg dat wel, omgekeerd als een blad van een boom." Ja, zoo sprak men in het dorp. Maar wist men van 't gebed der stervende Ida EINDE. den dag der uitgave. 44) DOOR ZELANDIA.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1913 | | pagina 1