Antirevolutionair voor nieuws- en Advertentieblad Zeeland. FEUILLETON. In den Levensstrijd. Uit de Pers. Uit de Tweede Kamer. No. 983. 10e Jaargang. Franco ABONNEMENT: Per drie maanden binnen. Ter Neuzen ƒ1,—. per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag en Vrijdagavond, ui' 'ezonderd oo p tc ^o, bij den Uitgevif 1>. H. jTOOÜ 't m TER NEUZEN. Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACIIE; ADVERTENTIËN: Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaat van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIE: TE BEZORC1EN BIJ DEN UITGEVER. V Geld. Geld is de ziel van de negotie. Daar is waarheid in dit spreekwoord. Maar geld is ook de zenuw van den oorlog. Denk maar aan den eisch van P/s miljard, dien de Balkanstaten stellen aan Turkije. Zonder geld kan geen oorlog gevoerd. Ook niet de strijd, waarin het allereerst en allermeest gaat om de belangen van ons volk. Ook daarvoor is geld dringend noodig. En niet weinig. Wilt ge het meest doorslaand bewijs Zie dan op onze tegenpartij. T Zelfs van de Chineezen in Oost-Indiè stroomen de geldsommen toe, om het leger te versterken, dat het Regeerkasteel zal be stormen. Zeker, we weten wel, dat onze eerste en scherpste wapenen dienen te zijn ons gebed, de ijver en energie van ieder, die rechts de gelederen vult. Maar wat baat alle ijver, wanneer men niet toegerust is tot den strijd. Om het zonder beeldspraak te zeggen wat baat het, of onze mannen met ijver en moed bezield zijn tegen de a.s. stembusworsteling, indien door geldgebrek bun de handen zijn gebonden. Ieder die meeleeft kan begrijpen, wat de bearbeiding van een district met duizenden kiezers moet kosten. Ook al legt men het zoo zuinig mogelijk aan. Als dan straks bij ons wordt aangeklopt om een strijdpenning, dan drage ieder bij naar vermogen. Niemand onttrekke zich. 'tls beter, nu vrijwillig te geven, dan later gedwongen. Wie al te zeer de koorden der beurs lioudt vastgeknoopt, bedenke, dat bij ze licht spoedig zal moeten losmaken. Als, en dan ook door zijn schuld een soci- alistisch-liberalistisch regiem zijn zegeningen over het land zal uitgieten. Die heeren weten den weg wel naar de portemonnaie. Ze hebben 't ons immers al beloofd Geef hun de gelegenheid niet, hun beloften te vervullen. En stijf onze strijdkasZ. V Aangifte ter Inschrijving voor de Militie. Wij herinneren de in 1894 geboren manne- 't Was voor de arme weduwe, die toch al zeer weinig genoegen van haar eenig kind had beleefd, een zware slag geweest, toen haar de tijding gewerd, dat baar zoon bij het terug- keeren aan boord, bezijden de plank was ge stapt en jammerlijk was verdronken. En ze vond in haar verdriet niet veel oprechte deel neming. „Zeker," zeiden de buren, .bezijden de plank 1" En ze spraken het maar onom wonden uit, wat de arme moeder reeds lang tusschen de regels had doorgelezen, ofschoon ze het zich niet wilde bekennen. Emmy Barends heeft zich zwijgend door liaar vader laten meevoeren, maar haar groote oogen staarden telkens met schuwen angst naar hem op. Ze begreep niets van deze handelwijze. Hoe wreed was toch haar ont goocheling geweest. Ze zag er heel en al ont daan uit. En haar vader, in zijn grenzelooze trots en ergernis, merkte liet niet op, had er niet het minste vermoeden van, wat wonde lijke personen er aan, dat zij zich tusschen* l' en 31 Januari a.s. hebben aan te geven ter Secretarie hunner gemeente ter inschrijving voor de Militie. Voor Ter Neuzen kan men dit doen op eiker, werkdag van 9 tot 4 uur. Des Zaterdags tot 2 uur. De bijzondere aandacht wordt er op geves tigd, dat bij de aangifte ter inschrijving ge legenheid bestaat om op te geven de reden van vrijstelling, die de in te schrijven persoon vermoedelijk zal kunnen doen gelden. Voorts is het noodig, dat door of voor hen, die elders geboren zijn, bij liet doen van de aangifte ter inschrijving wordt overgelegd een uittreksel uit het geboorteregister, welk uit- treksel op aanvrage kosteloos wordt verstrekt. Men wordt dringend verzocht, zich zoo mogelijk op een der aangegeven uren voor het doen der aangifte ter Gemeente-Secretarie te vervoegen. Het mooie er af. Het vrij-liberalisme of liever de vrij-liberale groep had altoos iets, waardoor ze aantrok. 't Is waar, de kenmerken van afgeleefdheid lieten zich hoe langer hoe meer zien. Men merkte bij zijn optreden, dat het niet meer van dezen tijd was. Er stond geen volksgroep achter. En, wat bij gebreke van dien ook nog gekund had, geen groote, bezielende toekomst gedachte. Men voelde, dat de groet zijner aanhangers er eene was van „morituri, qui salutant." Maar dat gaf er dan ook iets hoogs aan. De aureool van een invloedrijk verleden straal de om hun hoofd. Hun mannen muntten vaak uit door karakter, door rijke zaakkennis, door versmading van het kleine. Het ging naar het einde van den oud-liberalen dag, maar dat einde beloofde een mooien zonsondergang. De kleine, de leelijke, de hatelijke traditie's had men overgedaan aan de Unie-liberalen, het mooie had men voor zich behouden. Straks zou nog eenmaal het individualistisch vaandel wapperen lioogop in de zachte tinten der avond zon, om dan statig ter aarde te zinken. Van Karnebeek, Van der Vlugt, Van Hou ten zij bleven die traditie getrouw metter daad. Maar de groep als zoodanig blijkt thans, nu het oogenblik van scheiden genaakt, den hoogen stervensmoed te missen. Tydeman en De Beaufort, ze versagen en grijpen naar de Bor- gesiaansche kunstmiddelen, om de uitdoovende levensgeesten op te wekken. Plemp heeft te veel blauw bloed om van harte mee te doen, in deze kinderziel was geslagen. Em had zulk een teer hart, en ze had zich met al haar kracht vastgeklemd aan Greet. Ze genoot in de liefde, die deze haar altijd had bewezenGreet had den weg gevonden naar dit hart, den sleutel om het te openen. Wat had Em genoten van haar gezelschap, van haar vertellen; daar was iets als een ge heimzinnige band tusschen die twee in dit kinderhart was een leegte geweest, die haar moeder niet had weten te vervullen, omdat ze er zich niet in het minst van bewust was en bij al haar trouwe, ja angstvallige zorg voor het welzijn van haar kind, had zij toch verwaarloosd, wat in de eerste plaats ver zorging en bevrediging behoefde. Mevrouw Barends had gezien, hoezeer haar lieveling zich hechtte aan Greet even was er zelfs een zweem van jaloerschheid in haar ziel gekomen maar toen ze had bemerkt, hoe haar kind lééfde in den omgang met haar arme nicht, toen had ze, zonder het geheim er van te raden, die wederzijdsche liefde begunstigd. Hoe was Em dan ook teleurgesteld geweest, toen plotseling Greet niet meer op Duinoord verscheen. Het had haar moeder wat moeite gekost haar tot bedaren te brengen. Och, had meneer. Barends beweerd, dat zou gauw ge noeg slijten. Maar hij bewees door zoo te spreken,' alleen, dat hij het hart van zijn eigen en het is niet dan mokkend en tegenstribbe lend, 'dat hij het Borgesiaanscli ileschje met het leelijke roode drankje aan de lippen brengt. En nu de zon van het beginsel ondergaat, ontsteekt Manasse zijn Fakkel in de hoofdstad, om bij dat rossig jicht een levensweg nog strompelend wat voort te zetten, en te zoeken naar nieuwe stokken, om de wankelende schreden te stutten. Maar och, wat zijn het armelijke stokskens Wilt- ge een voorbeeld, zie dan eens tot wat middelen men de toevlucht neemt. De reeds vermelde beslissingen van de bur gemeesters van Apeldoorn en Bergen-op-Zoom geven den Fakkel aanleiding tot de volgende tirade Wij hebben op dit alles nog eens met nadruk willen wijzen om tweeërlei reden. In de eerste plaats, omdat ook uit deze gebeurtenissen het ongezonde blijkt van de politieke atmospheer, waarin wij leven. En voorts, omdat daarnaast het groote belang op den voorgrond treedt, dat kunsten en wetenschappen bij liberale opvattingen hebben. Het is daarom, dat ook haar dienaren meer dan tot nu toe geschiedde de politiek beschouwen moeten als hun zaak, ons steunen moeten en schragen bij de groote worsteling, die het volgend jaar brengen zal. Immers naast alle quaesties van actueele staatkunde geld het straks toch niet minder dan een worsteling tusschen tweeërlei levensbe schouwing. Het gaat om de richting, waarin onze staat voor wie weet hoe langen tijd een kwarteeuw misschien zal worden bestuurd, om de cultuur van ons volk in vrijen, liberalen zin, of naar reactionairen trant. Kunsten 'en Weten schappen hebben voor zichzelf en voor de beschaving van ons land groot belang bij de omverwerping van dit clericaal bewind, dat op de opvattingen van autoriteiten een steeds bedenkelijker invloed blijkt te oefenen. Het heeft ons zelfs verbaasd, dat met name uit de kunstwereld nog niets van georganiseerd verzet tegen de thans boven drijvende richting gebleken is. Welnu, de in den laatsten tijd aan de Kunst gepleegde vergrijpen men denke hierbij ook aan het disqualificeeren van het naakt in de kunst doen het getij verloopen. Dat de kunstwereld straks met ons zich dan opmake om de politieke bakens te ver zetten. Een noodpoging alzoo om kunsten en weten schappen te organiseeren tot een politieke macht tegen het clericalismeEn dan die kind niet kende. Neen, het sleet niet. Wel sprak het kind er weinig over, i ar ze ver gat niet. Men kan zich nu eenigszins blijdschap van Em voorstellen, toen ze, als met een toover- slag haar oude vriendin weer ontmoette, maar ook, welk een grievend leed het voor het kind was' geweest, zoo spoedig weer te moeten scheiden. En bij het wreede van de scheiding kwam het onverklaarbare, raadselachtige en geheimzinnige ervan. Waarom zoo? Hoe moest ze haar vader beschouwen? Neen, de kleine deed zich zelve niet met bewustheid deze vr ;en, maar ze warrelden toch als in een ehaös door haar hoofd, ze had er een on bestemd "aag gevoel van. Blij, dat Em terecht was, maar verschikt door haar voorkomen, had mevr iw Barends iiaar kind naar zich toe getrok n, wel ver wachtende, dat het in schreien zou losbarsten. Maar dat gebeurde niet. Angstig bleef ze vader en moeder aankijken en uit haar groote oogpn sprak schuwheid en verschrikking. Meneer Barends had spoedig de toedracht verhaald en zijn vrouw vermoedde wel, wat hij er niet bij vertelde. Ze kende zijn trots. Em bleef stil. Aan den maaltijd gebruikte ze bijna niets. En tegen den avond begaf ze zich stil naar huiten in den tuin. speculatie op de liefhebbers van „het aaakt in de kunst!" Zou de walm en de harslucht van dezen Fakkel voor vele fijne liberale reukorganen toch ook niet wat al te scherp worden zóó? (De Rotterdammer.) Zitting van Woensdag 8 Januari. Aan de orde is het wetsontwerp tot wijzi ging en aanvulling van hoofdstuk VIII der staatsbegrooting voor 1912. De heer Ter Laan (S. D. A. P.) heeft bezwaren en stelt vragen naar aanleiding van de inrichting van de gymnastiekschool te Utrecht en in verhand daarmede van de re organisatie van de Normaal-Schietschool. Ook mist z.i. de Kamer de noodige gegevens ten aanzien van de verplaatsing van een bataljon van Utrecht naar Harderwijk. De minister van oorlog, de heer C o- 1 ij n, verdedigt de maatregelen met te wijzen op de wenschelijkheid van een algemeene centrale opleiding van krachten in de gym nastiek, terwijl tot de verplaatsing van het bataljon uit Utrecht is besloten, omdat het de minst kostbare oplossing is. De heer Ter Laan repliceert. Ook de heer Van Hoogstraten(A.-R.) acht beide maatregelen niet gelukkig en ont wikkelt in het bijzonder bezwaren, strate gische bezwaren, tegen de verplaatsing van het Utrechtschc bataljon. De heer Verhey (U.-L.) juicht de beslis singen van den minister toe. Hij heeft alleen bezwaar tegen het in het leven roepen van nieuwe diploma's naast de bestaande diploma's L. O. en M. O. De heer Duymaer van Twist (A.-R.) sluit zich in hoofdzaak daarbij aan. De minister verdedigt de nieuwe diplo ma's en bestrijdt de strategische bezwaren van den heer Van Hoogstraten. De heer Ter Laan voert nog voor de derde maal het woord en de minister be sluit de algemeene beschouwingen. Bij art. 105 heeft een discussie tusschen de heeren Helsdingen (S. D. A. P.) en Ter Laan, en den minister plaats over ar- beidersloonen en lotsverbetering van bureel ambtenaren. Ook bij art. 116 is het een loonregeling die van de arbeiders der artillerie-inrichtingen welke door den heer H e l s d i n g e n zeer onvoldoende genoemd wordt, terwijl hij ook de voorgestelde regeling gebrekkig vindt. De heer Passtoors (R.-K.) acht de nieuwe loonregeling van die arbeiders eveneens on voldoende. De zon ging al dalen en de zeewind blies zijn koelen adem over de duinen. Onbeweeglijk stond Em. Ze hield zich met beide handen vast aan de spijlen van het ijzeren hek, dat den tuin aan alie kanten omgaf. Ze drukte het hoofd er tusschen en staarde met starren blik naar de duinen in de richting van Harmsma's huisje. Zóó vond haar moeder ze. Mevrouw Barends meende, dat Em over haar verdriet heen was en druk aan het spelen. Ze schrok toen ze liaar ontdekte met liaar inbleek gezichtje, en peinzende oogen. Ze nam Em bij de hand. Wat was die hand koud. „Kom," zei ze, „ga mee Em. Wat ben-je koudje zou ziek worden." Gewillig liet Em zich meenemen. Haar moeder kon haar niet aan 't praten krijgen. Even, toen ze te bed werd gelsgd, vroeg ze, haar gebed te mogen bidden. Mevrouw beschouwde zoo iets totaal over bodig. Maar om Em plezier te doen, had ze het altijd toegestaan. En nu was ze blij, dat Em er naar vroeg. Alles was haar liever dan het zwijgen. Weldra lag Em te bed. De slaap zou goed doen. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. 39) door ZELAND1A.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1913 | | pagina 1