Hntireoolutionair
.ooor
nieuws* en Jfdcertentleblad
Zeeland.
Bij de intrede van 1913.
No. 980.
Woensdag 1 Januari 1913.
10e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Tet Neuzen
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars,
leuren en Brievengaarders.
Franco
Postdirec-
INOEZONOEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE
ADVERTENTIËN:
Van 1—"gels ƒ0,40 Voor eiken regel meer ƒ0,10
Bij dlreete opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Groot ere letters worden naar plaatsruimte berekend.
PHD ACTIE: ABONNEMENT BN EN ADVERTENTIE TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Dit blad verschijnt Dinsëag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op t mestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN
Inzending van advertentie® vóór «ren op den dag der uitgave.
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
Weder staan wij aan het begin van een
nieuwen jaarkring.
Het jaar 1912 snelde heen gelijk de voor
gaande jaren met zijn lief en leed. Er werden
menschen geboren, er stierven er velen. Ook
in dit opzicht was er, volgens het woord van
den wijzen koning, niets nieuws onder de zon.
Al was het pas geeindigde jaar in enkele
opzichten niet zoo voordeelig als het vooraf
gaande, toch hadden wij, Nederlanders, stof
tot groote dankbaarheid aan God den Heere.
Geen groote rampen troffen ons landin
tegendeel over het algemeen was er welvaart
en voorspoed.
Woedde elders in Enropa een vreeselijke
oorlog, wij hadden onder de vreedzame regee
ring van koningin Wilhelmina een rustig leven.
Onze handel en scheepvaart bloeiden, land
bouw en veeteelt gaven bevredigende uit
komsten.
De inkomsten des lands stegen voortdurend
en legden getuigenis af van steeds toenemende
welvaart.
Ook in onze naaste omgeving was de toe
stand op maatschappelijk gebied dit jaar beter
dan sinds een paar jaren het geval was.
Toch was het niet alles blijdschap wat 1912
ons bracht.
In menig huisgezin kwam een ledige plaats
vrienden, met wie we jaren lang samenwerkten
op velerlei terrein, gingen heen.
Allerlei teleurstellingen en tegenspoeden, die
ook in 1912 elk onzer ten deel vielen, ondanks
velerlei zegeningen, hebben ons bij vernieuwing
moeten leeren, dat deze aarde geen volkomen
geluk geeft.
Dat zal trouwens hier altijd zoo blijven.
Gelukkig hij, die door het geloof in Christus
als onzen Zaligmaker heeft geleerd, zijn heil
niet te wachten van deze wereld, die het toch
nimmer geven kan.
Waar dit leven zoo ras voorbij vliegt, is
het een onuitsprekelijk voorrecht, te mogen
bouwen op den Rots der eeuwen die gisteren
en heden dezelfde is tot in eeuwigheid.
En wat zal het nu zijn
Wat zal 1913 ons brengen?
Geen mensch, die het ons zeggen kan.
Waarschijnlijk zal het geen rustig jaar zijn.
Nederland maakt zich op, het eeuwfeest
van zijne herkregen onafhankelijkheid te vieren. f
Een herdenking van de weldaden Gods na
geleden verdrukking onder den Franscken
tyran. Eene herdenking van het honderdjarig
bestaan onzer nationale eenheid ondanks
velerlei verschil van gevoelen omtrent staat
kundige beginselen.
Dat verschil zal zich ook openbaren bij de
algemeene verkiezingen, die ons dit jaar
wachten.
Een felle strijd staat voor de deur laat
ons hopen, dat het een on-bloedige strijd
wezen zal.
Yan den uitslag van dien strijd hangt zoo
veel af voor de toekomst van ons land. We
behoeven er niet bij te voegen, hoe wij dien
uitslag het liefst wenschen.
In elk geval wat ons ook moge wachten
in 1913 indien God met ons gaat, zal 't wel
zijn.
Als Gods zegen ons werk bekroot, als Zijne
hand ons leidt, kunnen we de toekomst on
bezorgd tegen gaan.
Dien zegen heeft God beloofd, indien wij
in Zijne wegen wandelen. Hij is een veilige
gids voor allen, die zich aan Hem toevertrouwen
en zich door Hem laten leiden.
Dien zegen wenschen wij al onzen lezers toe
bij de intrede van het nieuwe jaar.
Het moge Nederland wel gaan in elk opzicht.
Moge het steeds meer verstaan worden, dat
de vreeze des Heeren het beginsel van alle
wijsheid is en dat de zegen Gods alleen rijk
maakt.
Bij vernieuwing bevelen wij ook ons blad
in 1913 in de gunst en medewerking van al
onze lezers.
Van „bevoegde" zijde.
Onze lezers herinneren zich, dat wij onlangs
op tamelijk krasse wijze iedereen uitgedaagd
hebben, om onze ietwat pessimistische voor
spellingen omtrent de Ter Neuzensche H. B.
S. te weerspreken.
Tot heden toe heeft nog niemand de toe
geworpen handschoen opgenomen.
Wel schreef de heer Van der Moer in de
T. N. C. een stuk, waarin hij tot dezelfde
uitkomst kwam als wij.
In het Volksblad echter van 28 Dec. zegt
de redactie van „bevriende" en „bevoegde"
zijde een stuk ontvangen te hebben tot be
strijding van ons artikel van 5 Dec. 1.1.
Üe „bevoegde" schrijver heeft dus drie
weken noodig gehad, om wat bij elkaar te
garen, ten einde ons te bestrijden. En dan
nog hoe
Zoolang echter deze „bevoegde" schrijver
zoo angstvallig zich schuil hondt, gaan wij op
zijn praatjes niet in.
Laat luj ridderlijk voor den dag komen
voor een „bevoegde" steekt daar immers
heelemaal geen gevaar in. En we geven hem
de verzekering, dat we hem dan wel te woord
zullen staan.
Het masker dus af, goede vriend
Wat ge thans deedt is geen mannenwerk.
V Kerstfeest op „Vrederust,"
Evenals in vorige jaren had ook dit jaar
op Vrijdag 27 December de viering van liet
Kerstfeest plaats op de "stichting „Vrederust",
in de Stichtingskerk, die door de goede zorgen
van de directie keurig versierd wav.
Een groot getal der verpleegden was tegen
woordig. Ruim 4 uur werd het feestelijk
samenzijn geopend met gebed door Ds. Aalders,
nadat gezongen was Ps. 105 1, die een woord
ter inleiding sprak, waarin hij duideljjk deed
uitkomen dat niet de Kerstboom, maar Christus
het middelpunt van het Kerstfeest is en dat
ons oog immer op Hem gevestigd moet zijn.
Nadat eenige liederen gezongen waren, hield
de Voorzitter der Vereeniging, Ds. Donner,
een toespraak en bepaalde de aanwezigen bij
het licht en de blijdschap, die van het Kerst
feest straalden en die ook ons liart moeten
vervullen.
Nadat weder eenige liederen, hetzij gemeen
schappelijk, hetzij door de Zangvereeniging,
hetzij door enkele zusters afzonderlijk waren
ten gehoore gebracht en er eenige malen ge
pauzeerd was, deed Ds. Aalders een treffend
verhaal, dat allen boeide.
Ten slotte werd omstreeks 7 uur het zoo
gezellig bijeenzijn door Ds. Donner met dank
zegging en gebed gesloten.
Tijdens het samenzijn werden de aanwezigen
onthaald en aan het einde werden aan alle
verpleegden geschenken ter hand gesteld, dank
zij de vele giften die tot dit doej uit geheel
Zeeland waren toegevloeid. Een woord van
dank past ook den II.H. Doktoren en allen,
die tot de opluistering van dit feest hebben
medegewerkt.
V Aangifte ter Inschrijving voor
de Militie.
Wij herinneren de in 1894 geboren manne
lijke personen er aan, dat zij zich tusschen
1 en 31 Januari a. s. hebben aan te geven
ter Secretarie hunner gemeente ter inschrijving
voor de Militie.
Voor Ter Neuzen kan men dit doen op
eiken werkdag van 9 tot 4 uur. Des Zaterdags
tot 2 uur.
De bijzondere aandacht wordt er op geves
tigd, dat bij de aangifte ter inschrijving ge
legenheid bestaat om op te geven de reden
van vrijstelling, die de in te schrijven persoon
vermoedelijk zal kunnen doen gelden.
Voorts is het noodig, dat door of voor hen,
die elders geboren zijn, bij het doen van de
aangifte ter inschrijving wordt overgelegd een
uittreksel uit het geboorteregister, welk uit
treksel op aanvrage kosteloos wordt verstrekt.
Men wordt dringend verzocht, zich zoo
mogelijk op een der aangegeven uren voor
het doen der aangifte ter Gemeente-Secretarie
te vervoegen.
Ringvergadering op het Spui.
Op den tweeden Kerstdag werd op het Spui
(nabij Axel) eene vergadering gehouden van
den Ring „Zeeuwsch-Vlaanderen" van den
Geref. Jongel. Bond.
De vergadering werd omstreeks 4 uur door
den Voorzitter, vr. C. van Alten van Hoek,
met gebed geopend, npdat vooraf gezongen
was de Lofzang van Zacharias 1.
Daarna las de voorzitter voor 1 Timoth. 6.
Allereerst was aan de orde een voorstel
van het Bestuur om half Februari weder eene
Ringvergadering te houden, zoodat het aantal
vergaderingen klimt tot vijf in het jaar. Dit
voorstel werd, na dat van verschillende kanten
het vóór en tegen bepleit was, in stemming
gebracht. Er werden 3 stemmen vóór en 3
tegen uitgebracht, zoodat de stemmen staakten
en het voorstel verworpen was.
Daarna nam de Voorzitter, vr. C. van Alten,
zelf het woord voor zijn opstel, getiteld Ter
herdenking van Nederlands onafhankelijk
heid", een hoogst actueel onderwerp dus.
De inleider herinnerde er aan hoe er voor
vallen zijn, die een diepen indruk op ons maken
en daaronder behoort ook het feit, dat we in
het volgend jaar hopen te herdenken. De
inleider gaf daarna een overzicht der geschie
denis van de Fransche overheersching 1795
1813).
Er bestonden in 1795 vele misstanden, 't Was
inderdaad wenschelijk om het vermolmde ge
bouw der Unie door een andere staatsregeling
te vervangen. Maar de hoofdzaak der onder
gang van ons land was toch, het verlaten van
God. Men wilde een valsche vrijheid ver
werven. Tengevolge daarvan hebben we ons
vele bange da»eu op den hals gebracht. Veel
heeft ons volk ondex het juk der Fransehen
geleden.
Naast al de nadeelen, heeft de Fransche
overheersching ook wel voordeelen voor ons
volk gehad, maar het volk zag dat op dat
oogenblik niet in.
Het verlangde naar bevrijding en in 1813
kwam deze. Enkelen, als Bilderdijk, hadden
het reeds vroeger voorzien en voorspeld.
De tocht naar Rusland was voor Napoleon
het begin van het einde. De held van Europa
keerde in Frankrijk terug als een vluchteling.
En in den volkerenslag bij Leipzig kwam
ongeveer een eind aan zijn macht.
Nog zuchtte Nederland echter onder het
juk. Maar door het kloeke optreden van
enkele leiders werd Nederland voor veel ram
pen behoed. En geheel het volk werkte met
hen mee. Het geroep „Oranje boven" was
geen partijkreet maar was de kreet van een
herboren natie.
Bij het vertrek van generaal Molitor gaf
Amsterdam het voorbeeld door de Oranjevlag
uit te steken en op 17 Nov. 1813 volgde de
openlijke afzwering van den keizer. Zeo was
Nederland geen overwonnen maar een zelf
standig volk dat zich zelf had vrijgemaakt.
30 Nov, daarna landde Willem I te Sche-
veningen en met behulp van de bondgenooten
werd langzamerhand geheel Nederland ont
ruimd.
Hiermede eindigde de inleider zijn historisch
betoog, terwijl in een volgende inleiding meer
het principiëele gedeelte zal behandeld worden.
In de hierop volgende bespreking kwam
nog de vraag ter sprake of Napoleon van God
over Nederland was gesteld en of onze vaderen
het recht hadden om hem af te zweren. In
leider meende dat van Goddelijke zijde gezien.
Napoleon met de roeping een taak had. Doch
van menschelijke zijde bezien valt het te be
twijfelen of Napoleon wel het recht had om
over ons te heerschen. Hij had zich zelf als
heerscher opgeworpen.
Bovendien een vorst heeft niet alleen rechten
aar ook plichten tegenver het volk. En
evenals Filips II zocht Napoleon niet het heil
maar den ondergang van ons volk. Daarom
meende de inleider dat onze voorvadergn dan
ook geen fout begingen met Napoleon af tc
zweren.
Nadat enkele coupletten van het Bondslied
gezongen waren, verkreeg nu vr. J. Haak van
Zaamslag het woord voor zijn inleiding over
,De Tucht op de Jongelings-vereeniging."
Allereerst besprak de inleider de vraag
wat is tucht In het algemeen wil tucht
zeggen leiding gevenopvoeden. In de H. Schrift
heeft tucht de beteekenis vanhet verkeerde
te ontwijken of zoo het ingeslopee is, tot het
goede terug te brengen.
Hiervan kan pas sprake zijn na den Val.
Voor den val was alles harmonisch. Met den
val kwam echter de zonde, die als een kanker
aan het' gansche leven kleeft, en deze maakt
de tucht noodig.
Die tucht vinden we in verschillende soorten.
Zoo is er nu ook tucht op de Jongelings-
vereenigingen noodig en ook aanwezig.
Nu doet zich de vraag voorhoe moeten
we de tucht op de Jongelings-vereenigingen
aanvaarden
De tucht draagt volgens de beteekenis, die
er in de H. Schrift aan toegekend wordt,
tweeërlei karakter in hare uitwerking, een
negatief en een positief karakter.
Negatief vraagt zij regel, orde en positief
vraagt zij ons kastijding.
De grondwet van de tucht op de J. V. vinden
we in 1 Cor. 14 Alle dingen moeten met orde
geschieden.
Achtereenvolgens noemde de'inleider nude
verschillende oorzaken op, die de orde op de
vergadering kunnen bevorderen.
1. De leiding van het Bestuur moet er toe
leiden dat alle wanorde gemeden wordt.
2. De leiding van den Voorzitter inzonder
heid beslist over orde of wanorde op onze
vergaderingen.
8. Ook liet geregeld en ordelijk werk van
Secretaris, Penningmeester en Bibliothecaris
is van invloed op de orde in de vergaderingen.
4. Dan is ook de invloed van het werken
naar vaste roosters zeer groot.
5. Eindelijk werkt hier toe weder het op-
tijd aanwezig zijn der leden en het op tijd
beginnen.
Tot zoover de negatieve zijde der lucht.
Helaas is ook de positieve zijde op de J. V.
noodig.
1. Zij die zich aan de werkzaamheden ont
trekken verdienen een niet te scherpe af
keuring.
2e. Zij die wel eens verzuimen zonder gel
dige redenen moeten op hun plicht gewezen
worden.
3. Zij die in of buiten de vereeniging een
laakbare daad verrichten, moeten vermaand
worden.
Desnoods moet worden overgegaan tot
schrapping van zulk een lid.
De handhaving der tucht is nuttig voor de
leden en voor de vereeniging. Doch dit is
niet de voornaamste reden voor handhaving.
De voornaamste reden der vereeniging voor
de handhaving is dat zij liet gebod heeft in
Hem die alles geschapen heeft tot eere zijns
naams
Bij de besprekingen verklaarde de inleider
zich nog tegen de schorsing en keurde hij
het boetestelsel geheel af, terwijl hij uiteen
zette dat er wel een zedelijke maar geen
wettelijke verplichting bestaat om lid te worden
der J.-V., zoodat het niet goed is als jonge
lingen alleen op de vergaderingen komen om
dat ze door hun ouders gedwongen worden.
Nadat nog eens gezongen was werd de ver
gadering gesloten, waarop de voorzitter ein
digde met dankzegging.
Er waren Hr 40 leden van aangesloten ver-
eenigingen benevens enkele bezoekers aan
wezig.
ft ft
ft