Uit de Tweede Kamer.
Biimeiilandsch Nieuws.
Biiitenlaiidsch Overzicht.
Korte Berichten.
V Art. 171 der Grondwet.
1
7
zoo treffend en onweerlegbaar in de KameT
is betoogd en bewezen.
En gelijk ook door de zendingsvrienden zelf
niet anders wordt verlangd en gewenscht.
Men leze slechts de brochure „Regeering
en Zending" door den lieer J. W. Gunning,
den bekenden zendingsdirector.
Zoo mist dus al het linksche tumult alle
effect.
Alleen in zooverre niet, dat daardoor de
oogen van ons volk meer en meer geopend
kunnen worden voor de ware bedoelingen der
vrijzinnigheid.
Z.
Op verzoek van vele christelijk-historischen
in Friesland is Dinsdag te Leeuwarden een
vergadering gehouden van leden van christe-
lijk-historische kiesvereenigingen, om de ge
legenheid te hejbben zich uit te spreken over
de wijziging van art. 171 der Grondwet.
Als inleider trad op ds. H. van Eyck van
Heslinga, die, resumeerende, tot de volgende
conclusie kwam
1. de voorgestelde wijziging is onaanneme
lijk wegens practische en juridische bezwaren
2. de Herv. kerk heeft recht op uitkee-
ringen yan rechtswege, op vermeerdering of
verhooging daarvan op historische, civiel-juri-
dische gronden dateerende van den tijd der
Hervorming tot heden en op principieele
gronden
3. omzetting van die uitkeeringen op grond
van dat recht aan die kerk verzekerd, in sub
sidie van datzelfde bedrag staat gelijk met
loochening daarvan
4. behalve de blijvende erkenning daarvan
is de vermeerdering en verhooging der uit-
keering overeenkomstig de behoeften ge
wenscht
5. de sedert 1815 gesubsidieerde kerken
hebben historische en principieele rechten
op uitkeering van rijkswege, wat eerstge
noemde rechten betreft vanaf genoemd jaar
6. verhooging of verlaging dient plaats te
hebben niet naar stijging of daling van 't zie
lental, maar naar gebleken behoeften
7. de Geref. kerken hebben recht op uit
keering van rijkswege op principieele en bil-
lijkheidsgronden
8. kerken die niet bestaan, hebben geen
rechten op uitkeering.
Zitting van Maandag 2 December.
De Tweede Kamer zet de artikelsgewijze
bespreking van de Indische begrooting
voort.
De heer Hubïecht (U. L.) vervolgt zijne
j.I. Vrijdag afgebroken rede over den medi-
schen dienst. Hij zet uiteen, dat het uitoefenen
van praktijk als geneesheer onvereenigbaar
is met de functie van medisch adviseur.
De dokter-djawa's moeten vooral bedreven
zijn in de practische hygiene. Er behoort
meer contact te zijn tusschen de civiele ge
neeskundigen en de dokter-djawa's. De toe
loop voor den civiel-geneeskundigen dienst is
te gering. Zijn de salarissen niet te laag?
Spr. behandelt vervolgens de voorgenomen
inrichting van een corps Europeesche ver
plegers. Hij begrijpt dit plan niet.
Spr. is tegen de inrichting van dit nieuwe
corps.
De heer Scheurer (A.-R.) verdedigt het
standpunt der regeering betreffende de recru-
teering van civiele geneeskundigen. Zij kan
onmogelijk door hooger salarieering deze cate
gorie van ambtenaren boven de andere ambte
naren bevoordeelen.
Ook deze spr. voelt niet voor de inrichting
van een corps Europeesche verplegers.
De heer Bogaerdt (R. K.) sluit zich aan
bij den heer Scheurer.
De minister van koloniën zegt, dat
het niet de bedoeling is, een blijvend korps
ziekenverplegers te scheppen. Men heeft hier
te doen met een noodmaatregel. Het aantal
ziekenverplegers zal worden ingekrompen, naar
mate het aantal geneeskundigen toeneemt.
Uitvoerig verdedigt de minister de voorge
stelde salarisregeling voor de medische ambte
naren van den burgerlijken geneeskundigen
dienst.
Bij den post voor uil gaven voor stadsver
banden vraagt de heer Helsdingen (S, D.
A. P.) een gemeentelijk ziekenhuis te Semarang.
Mr. C. J. A. Bichon van IJselmonde.
Het nieuwgekozen Kamerlid voor Ommen
heeft reeds Vrijdag zitting genomen. Nadat
de geloofsbrieven waren goedgekeurd en tot
toelating werd bestoten, werd de heer Mr. C.
J. A. Bichon van IJselmonde door den griffier
binnengeleid en legde hij de vereischte eeden
af waarna hij door den Voorzitter der Kamer
met zijn benoeming werd gelukgewenscht.
Wijl ter rechterzijde in de vergaderzaal niet
voldoende banken zijn voor 59 man, nam de
heer Bychon plaats aan de linkerzijde, naast
den heer D. de Klerk en vóór den heer Mr.
V. II. Rutgers.
De heer Bichon werd bij zijn zittingnemen
door eenige leden van links, het eerst door
den lieer Rink en eenige leden der sociaal
democratische fractie gelukgewenscht en van
rechts alleen door de heeren De Geer en Van
Wasseneer van Catwijck.
Later werd het nieuwe Kamerlid begroet
door de Christelijk-historischen De Savornin
Lohman en De Visser en ook door de anti-
I revolutionairen Van Asch Van Wijck en Van „De Politiek der Vrijheid" door Ds. R. v. d Kamp
Lynden van Sandenburg.
De politie te Zaandam heeft ambtshalve
procesverbaal opgemaakt tegen den heer J. E.
W. Duys, lid van de Tweede Kamer, naar aan
leiding van eenige beleedigende uitlatingen van
dezen, omtrent mr. C. A. Elias, burgemeester
van Zaandam, in een Vrijdag aldaar gehouden
openbare vergadering.
Kiesrechtvrouwen.
De N. R. R. schrijft
Het wordt nu duidelijk, wat de nieuwe tak-
tiek is geweest, die de Pankhursten, moeder
en dochter, voor de leden van de Sociale en
Politieke Vrouwenuni hadden bedacht en waar
mede de Lawrences, man en vrouw, liet niet
konden vinden, reden waarom rij uit de ver-
eeniging traden. Het plan om bij de gemeen
telijke verkiezingen in de stembussen een
bijtend vocht te werpen, zoodat de biljetten
geschonden zouden worden en de verkiezing
daardoor nietig werd, is niet uitgevoerd, toen
het was uitgelekt en men er zijn maatregelen
tegen nam. Beter is het gegaan met den aan
sldg op brievenbussen.
Geheel nieuw waren wel geen van beide
taktische bewegingen. Beide zijn al vroeger
toegepast, alleen op zeer bescheiden schaal.
Het nieuwe is alleen, dat men nu op groote
schaal te werk zou gaan. Maar geheel nieuw
is de bommenaanslag, die, volgens een tele
gram in het Ochtendblad, te Aberdeen verijdeld
is. Een kiesrechtvrouw is gepakt, terwijl zij
in het bezit was van een bom, die blijkbaar
bestemd was voor een vergadering, waarin
minister Churchill zou spreken. Na de poging
tot brandstichting in den schouwburg te Dublin"
kan men er zich echter nauwelijks meer over
verbazen. Waar zal het nog toe komen? Dat
de vrouwen er het kiesrecht voor het Parle
ment eerder door zullen krijgen, gelooft in
Eugeland geen verstandig mensch meer.
Van de vernieling van brieven in de brieven
bussen hebben wij in de Engelsche bladen
eenige bizonderheden gelezen. Er werd overal
een zwart vocht gebruikt, vervat in een fleschje
zonder stop. In enkele gevallen ontvlamde
het goedje met een blauwe vlam, zoodra de
brievengaarder de bus opende, zoodat er ook
brieven verbrand zijn. Hier en daar is ook
brand in een bus gestieht, doordat men er in
petroleum gedrenkte lappen in stopte en er
daarna een brandende lucifer in wierp.
Het rantsoen van den Turkschen soldaat.
Over de verzorging van het Turksche leger
te Tsjataldzja meldt de correspondent van de
Vossische Ztg. het volgende
Terwijl men vroeger over de slechte ver
zorging en gebrek aan water te klagen had,
wordt daar thans op afdoende wijze in vóór
zien. Achter elke groep toch zijn bakkerijen
ingericht, bijv. te Aksje Boergas', waar ik mij
op het oogenblik bevind en ik kan goed waar
nemen hoe de brood-voorziening in zijn werk
gaat. lederen dag wordt er gebakken, den
heelen dag door kunnen commando's van de
onderscheidene troepen-afdeelingen brood in
ontvangst nemen, voor iederen man 1 K.G.
Een officier van de intendance, die de leiding
heeft, heeft mij verzekerd, dat het hem tot
dusver niet aan meel ontbroken heeft. Bij
Wiza daarentegen was de toestand door de
slechte verbindingen in den rug allertreurigst
geweest.
Des middags krijgen de soldaten ook nog
soep met gedroogd schapenvleesch of rijst met
versch ossen- of schapenvleesch. Het water
wordt in tonnen op pakpaarden aangevoerd.
Londen, 30 November. Stemrechtfeeksen
hebben gisteren blijkbaar te Londen en elders
hare vroegere praktijken, om deu inhoud van
brievenbussen te vernielen, door er chemische
stoffen in te gieten, herhaald. Zij deden zelfs
een aanval op de bussen van de postkantoren
en van het hoofdpostkantoor.
Het bestuur van de posterijen doet een be
roep op het publiek, om de op heeterdaad
betrapte daderessen en hare handlangers te
Helpen vatten en heeft daar een belooning"
voor uitgeloofd.
De wervelstorm in de Filippijnen.
Berlijn, 30 November. Aan de Berliner
Zeitung aan Mittdag wordt uit New York ge
seind Op de middelste en zuidelijke Filippij
nen heeft een taifun gewoed. De goeverneur
Fores meldt, dat verscheidene groote steden
op de eilanden in de laatste dagen door den
vreeselijken storm verwoest zijn. Alleen op
de eilanden in de nabijheid van Manilla von
den 17,000 menschen den dood.
De hoofdstad Takoblou is geheel vernield en
de hoofdstad van het eiland Panay, Kapit is
geheel verwoest. Hierbij zijn ongeveer 5000
menschen omgekomen. De telegrafische verbin
ding tusschen Manilla en de zuidelijke provin
ciën is geheel afgebroken.
Konstanfinopel, 1 December. Het protokol
betreffende den wapenstilstand bepaalt, dat
deze voor vijftien dagen gesloten wordt.
De legers zullen hunne tegenwoordige stel
lingen behouden.
Men zal geen verdedigingswerken oprichten
noch troepen afzenden. Adrianopel en Skoe-
tari zullen zoo lang de wapenstilstand duurt
van nieuwen leeftocht voorzien worden.
(SLOT).
Om nu het Liberalisme in de Kerk te steunen
zou bevorderd moeten worden, dat:
1. wezentlijke godsdienst wordt aangekweekt
2. de ware verlichting en opklaring bevorderd
3. alle scholastieke haarkloverijen en d'orrigheden
(d. w. z. de geloofsbelijdenis der Kerk) zou men
doen vergeten
en 4. de menschen zooveel mogelijk van meto-
phostische en bovennatuurlijke doolhoven en spits
vondigheden worden afgehouden.
En juist op die spitsvoudigheden rust ons gansche
geloof; zonder dat hebben we geen Christus meer.
Daarom moeten de koning en de Raad van State
1. de academiën verbeteren door alleen doel
matige professoren te benoemen. [Dit hebben de
liberalen steeds de geheele eeuw door gedaan
altijd hebben ze knappe en doelmatige professoren
benoemd en dat konden vanzelf alleen liberalen
wezen]
2. studenten in de theologie die principen te
leeren die tot dit doel zullen leiden
3. niemand meer tot het predikambt toelaten
die daartoe niet geschikt zijn (d. w. z. die niet ge
schikt zijn om het Liberalisme te bevorderen].
Er is niet één liberaal die tegen dit stuk één
letter in kan brengen.
De liberalen hebben nooit anders gedaan dan de
ondergang van de Kerk des Heeren te zoeken.
Dit is niet het werk der Gereformeerden.
Wie als Christ.-Hist, kiezer de Kerk liefheeft
stemme nooit meer links, want dan is de onder
gang der Kerk nabij.
En de liberalen zijn sinds dien tijd nog geen
haar verbeterd.
Dit is gebleken in 1876 bij de Wet op het Hooger
onderwijs vau minister Heemskerck, toen de be
noeming der professoren niet aan de Kerk kwam
maar aan de Regeering bleei.
Ook bleek het in 1904. Welk een kabaal is er
toen niet gemaakt bij de stemming over de Hooger-
Onderwijswet van Dr. Kuyper.
Juist van den rechtschen minister kwam toen
de belofte dat binnen 3 jaren de theologische facul
teit der rijks-universiteit zou gereorganiseerd wor
den, om de belangen der Herv. Kerk tot hun recht
te doen komen.
We weten hoe het Ministerie-Kuyper gevallen
is bij de Juniverkiezingen. En het Liberale Minis-
terie-de Meester heeit zich niet bekommerd om het
lot der theologische faculteit.
Het is nuttig dat we deze dingen eens goed
durven uiteenzetten.
Niemand kan ontkennen dat de bestaande coalitie
haar einde nadert. De Antirevolutionnairen en de
Roomsch-Katholieken konden het best met elkander
vinden. Maar de Christelijk-Historischen zijn, zooal
niet in hun leiders, dan toch in hun groote massa,
ontrouw geweest.
Ieder weet de ellende die we gehad hebben in
Sneek [1907], in Hilversum, in Schiedam, in Ede
en nu weer in Ommen.
De gansche Anti-Rev., R.-Kath. en Liberale pers
spreekt schande over de houding van een groot
deel der Christelijk-Historischen in Ommen.
Als het zoo gaat, dat wij moeten geven ons werk
onze organenonze kiezers en ons geld, en dat alle
baantjes en betrekkingen voor de Christelijk-Histo
rischen zijn, dan bedanken wij er voor. Dan liever
geen coalitie met de Christelijk-Historischen.
dit 00£enblik moet de scheiding van Kerk en
Staat één der voornaamste punten van ons program
wezen, en dan moeten we de Christelijk-Historischen
er goed op wijzen waar toch voor hen het gevaar
zit. Wij spreken openlijk uit dat we volledige vrij
heid willen voor elke Kerk.
Over de school behoeven we niet veel te zeggen.
Daar weten onze menschen genoeg van mee te
spreken.
Reeds veel hebben we op dit punt verkregen,
doch nog altijd is er geen volledig rechtsherstel.
De Liberalen roepen reeds dat het verschrikkelijk
is, nu in de grondwet de leuze zal komen de vrije
school regel, de openbare aanvulling.
De openbare school is niet in gevaarwant zij
behoort niet anders te zijn dan aanvulling. Slechts
door Liberalen dwang zijn nog steeds Christelijke
kinderen op de Openbare school. Aan die dingen
moet een einde komen. Wat heeft de openbare
school gedaan om de bevoorrechte plaats in te nemen,
die zij thans heeft
't Grootste gevaar der Openbare school zijn de
openbare onderwijzers zelf. Zij kweeken een ge
slacht, dat met allen godsdienst breekt. Daarom
keeren zelfs vele Liberale ouders zich af van de
openbare school. In Amsterdam hielpen zelfs vele
liberalen mee om een Anti-revolutionnair als wet
houder van onderwijs te krijgen, teneinde zoo nog
wat te redden van de Openbare school.
Nog eens, de openbare school behoort hare be
voorrechte plaats niet te hebben. Het kenmerk
van den echten Liberaal is dat hij graag naar de
bedeeling gaat. [Zie b. v. het openbaar onderwijs,
staatspensioen enz.]
Daartegenover zeggen wij help u zelf, en we
hebben dit getoond met al onzen Chr. arbeid.
We moeten de Liberalen tegenstaan, omdat de
liberale vrijheid van den godsdienst afvoert, terwijl
jWSt de Chr. vrijheid naar den godsdienst voert.
In de Wetenschappelijke bijdragen van de maand
1908 komt een stuk voor getiteld: „De opvoeding
van de kinderen der ongeloovigen", vertaald uit het
Engelsch, waarin de schrijver tot deze conclusiën
komt
1. Het ongeloof is een noodzakelijke voorwaarde
van den vooruitgang
2. Een dwaling kan niet anders worden uitge
voerd dan door ongeloof
3. Het Christendom is ontstaan evenals alle
andere godsdiensten ontstaan zijn ]staat dus m. a.
w. op één lijn met Boedhisme enz
4. Het is onmogelijk het Christendom te be
schouwen als een openbaring van God aan den
mensch
6. Het is niet noodzakelijk een godsdienst te hebben.
Dit is de modernste wijsheid die er is.
Wij moeten dus waakzaam zijn om de vrijheid
onzer school in 1913 te verdedigen tegenover de
linksche concentratie.
De twee leuzen der vrijzinnigheid om in 1913
de overwinning te behalen zijn Algemeen Kiesrecht
en Staatspensioen.
Algemeen Kiesrecht is de consequente volkssou-
vereiniteit.
Deze beide leuzen kunnen ze allen aanheffen
door te breken met hun verleden, want velen
hunner hebben die leuzen vroeger veroordeeld als
bedriegelijk.
De leuzen onzer tegenstanders vormen geen stelsel
van vrijheid maar van staatsdwang.
Bovendien, wie werkelijk de politiek der vrijheid
1 voor wil staan, moet voorstander wezen van de
tariefsherziening. Wie voor vrijhandel is, legt onze
eigen industrie aan banden door begunstiging der
buitenlandsche concurrentie.
Het nieuwste voorbeeld hiervoor is wel, dat in
Antwerpen de Kamer van Koophandel aan de Bel
gische regeering verzocht heeft om door middel
van den gezant in den Haag invloed uit te oefenen
op de Holl. regeering om de tariefwet te doen
wegblijven, omdat de Belgische steenfabrikanten
de concurrentie tegen de Nederlandsche niet zouden
kunnen volhouden als de wet werd aangenomen.
Dit bewijst dat de tariefsherziening de Nederl.
industrie zal bevorderen.
Het zwakke punt van de Linksche concentratie
is het staatspensioen daar er nog geen deugdelijk
middel is aangewezen om de onkosten te betalen.
Wel heeft Goeman Borgesius gezegd dat hij hier
raad op wist, doch hij heeft zijn geheim zorgvuldig
bewaard.
Daarom zeggen wij de leuze om staatspensioen
is volksmisleiding.
Op dit oogenblik brengen de 3 hoofdmiddelen
van de belasting op
de personeele belasting 12 millioen.
de bedrijfsbelasting 11
de vermogensbelasting 10
samen 33
Wanneer nu de liberale plannen ten opzichte van
het Lager onderwijs en het staatspensioen in ver
vulling zouden gaan, moesten we minstens tweemaal
zooveel belasting betalen als tegenwoordig en dat
terwijl alle Hollanders inwendig het land hebben
aan belasting betalen.
Als allen de waarheid wisten, zou zeven achtste
der kiezers zeggen dank u vriendelijk.
Het linksche program is dan ook wel goed als
stormblok tegen het Christ. Ministerie, maar deugt
niet voor een nieuwe partijformatie of voor een
Kamer-meerderheid of kabinet. We staan voor
een zelfde leugen- en laster-campagne als in 1905.
En als de Christel.-Historischen niet veranderen,
krijgen we werkelijk een herhaling van 1905. Dan'
gaat de Chr. meerderheid onder den voet.
We moeten het openlijk uitspreken, dat zoowel
Algemeen Kiesrecht als Staatspensioen van het
socialisme afkomstig zijn.
Van beide kan en zal echter de eerste jaren niets
komen. En wel omdat, al is de 2e Kamer links
en al neemt deze die beide stelsels aan, we, Gode
zij dank, daarnaast een le Kamer hebben, die een
bolwerk is tegen de Linksche politiek en ons volk
bij de ware vrijheid zal bewaren.
Het is onmogelijk om in de eerste jaren de le
Kamer om te krijgen. Dus al het geroep der libe
ralen is toekomstmuziek.
Dan is nog niet eens gesproken over de liberale
dwang in de koloniënin leger en in vloot.
Eén lichtpunt is er voor de liberalen. Van de
Chineezen is reeds geld ingekomen voor de ver
kiezingen. Misschien dat die Chineezen ook wel
geld geven om het Staatspensioen te bekostigen.
Doch niemand weet waar zij dit dan van daan
halen.
Elk weet welke houding de Liberalen aannemen
tegenover de Zending in Indië. In hun oogen is
de zending oorzaak van onrast onder de Mohamme
danen. Daarom wordt er stelselmatig geageerd
tegen mannen als Idenburg en de Waal Malefijt.
We hebben Chr. politiek voor de kolonie noodig.
Door de Liberalen is heel ons militaire stelsel in
de war geraakt. Eerst onze Chr. Minister Colijn
kou eenige orde brengen in het leger en op de
vloot.
Ook hier dienen we de politiek der vrijheid te
volgen door ons Chr. Ministerie te steunen.
Toch moeten we uitspreken, dat we ons niet als
slippendragers der partij moeten laten gebruiken.
Geen coalitie met partijen die wel baantjes willen
hebben, doch niet willen helpen. Kan dit niet
anders, dan weg met de coalitie en in ons isolement
onze kracht gezocht.
De spreker eindigde met op te merken, dat
Z.Eerw. geen philosophische stelselen had behan
deld, doch alleen een woord ter opwekking had
willen spreken. Vooral ook om door een historisch
overzicht onzen blik te verfrisschen. Vooral moeten
we God trachten te dienen door onze beginselen
toe te lichten uit de historie.
Nu werd nog gelegenheid gegeven voor het
stellen van vragen.
Voor de bespreking gaven ziqji een tweetal der
aanwezigen op.
Dhr. H. Zegers vroeg ef er bij de kwestie vrij
handel-bescherming ook een beginsel betrokken was
en of er ook principiëele aan wel alleen.financiëele
bezwaren tegen staatspensioen waren.
Dhr. G. den Deurwaarder of Liberaal en Liber
tijn één was en of de tegenwoordige politiek der
Refchterzijde inzake de verzekeringskwestie b.v.
geen staatsdwang was.
Op deze vragen antwoordde spreker als volgt
1. De kwestie vrijhandel-bescherming is geen
principiëele kwestie doch hangt alleen af van de
welvaart van een bepaald volk. En nu vraagt de
toestand van ons land om een tarief, dat trouwens
thans reeds bestond.
2. Wij zijn tegen Staatspensioen, omdat dit
Staatsbedeeling is. Alleen als er geen ander middel
meer is om te helpen, dan pas mag de Staat te
hulp komen, doch dan nog niet door middel van
Staatspensioen, maar door verplichte verzekering.
Doch de Staat moet altijd de allerlaatste zijn.
3. De liberalen zijn niet geheel te vergelijken
met de Geneefsche Libertijnen. Slechts heel in de
verte lijken ze er op. De Libertijnen waren vrij
denkers en leefden in losbandigheid. Alleen hierin
zijn ze te vergelijken, dat ze beiden leefden niet uit
God maar uit den mensch.
4. In zekeren zin zouden we thans wel van
Staatsdwang kunnen spreken, doch alleen dwang
om de menschen tot handelen te brengen. De Over
heid is volgens art. 36 der Geloofsbel. geroepen om
de ongebondenheid der menschen te keeren. En,
nu is langen tijd het terrein der maatschappij ver
waarloosd, zoodat er een noodstand heerscht. Daar
om is de Chr. overheid geroepen om ook op het
Maatschappelijk gebied de ongebondenheid te be
teugelen door de zwakken te beschermen.
Daarna dankte de Voorz. den spreker voor wat
Z.Eerw. ten beste gegeven had en sloot deze laatste
de vergadering met dankzegging.
De opkomst was, het weder in aanmerking ge
nomen, vrij goed. Een 100-tal personen waren aan
wezig.
Herdenking der Doleantie te Axel 1887—1912.
Op 27 November 1.1. van dit jaar her
dacht de Geref. Kerk B te Axel den dag