Van Houten's
N
Cacao
S
Biimenlandsch Nieuws.
Buitenlandsch Overzicht.
13 ecla jool e B ericlit e jol.
Korte Berichten.
Het wetsontwerp
nomen.
wordt z. li. s.
aange
b e-
De behandeling van de Indische
g r o o t i n g voor 19 13 wordt hervat.
De heer Sclieurer (A.-R.) bespreekt art
123 van het R. R., dat een bewijs van bij
zondere toelating eischt van den gouverneur-
generaal voor priesters en zendelingen, waar
tegen hij opkomt. De regeering heeft echter
een wijziging toegezegd spr. zou gaarne zien
dat het artikel geheel geschrapt werd.
De heer Roessingh (U.-L.) bestrijdt den
vorigen spreker. Tot het weren van poli
tieke zendelingen is z.i. het artikel noodig
De heer Bogaardt (R.-K.) ondersteunt
het betoog van den heer Scheurer. Er is z.i
geen zending met politieke strekking.
De minister beantwoordt allen.
Bij het verder debat protesteert de heer
Hugenholtz (S. D. A. P.) tegen het achter
houden van het verslag der arbeidersinspectie.
De minister antwoordt onder beweging,
dat de Indische landsdrukkerij verzuimd heeft
exemplaren aan het departement te zenden.
Op verzoek van den voorzitter stelt de
heer Scheurer zijn principieele bespreking
van de opium-kwestie uit tot de behandeling
van de motie.
De heer Bogaardt doet evenzoo.
Gisteren werd de behandeling van de Indi
sche begrooting voortgezet.
Goedgekeurd werd de suppletoire geldaan-
vrage voor het uitzenden van een regeerings-
commissaris ter voorbereiding van de reorga
nisatie van het bestuurswezen in Indië.
Over het plan van de verdeeling van Indië
in gouvernementen liepen bij het debat de
meeningen uiteen.
Goedgekeurd werd de begrootingspost voor
afschaffing van de heerendiensten op Java.
Bij de onderwijsafdeeling drong de heer
Verlieij aan op krachtiger bevordering van het
Europeesche-inlandsche onderwijs en bepleitte
de heer Scheurer de vervorming van de dokter
diawa-school in een medische hoogeschool in
plaats van de oprichting van een tweede
Inlandsche artsenschool.
In de Dinsdag gehouden stemming voor de
2e Kamer in het district Ommen, in de va
cature Dr. A. Kuyper, werd gekozen de heer
Mr. C. J. A. Bichon van IJselmonde met 4181
stemmen tegen 3541 op den heer Mr. H. v.
d. Vegte (Antirev.j, met eene meerderheid dus
van 610 stemmen. De heer v. d. Vegte kreeg
thans 10 stemmen minder dan op 27 Oct. 11.
en de heer Bichon 124 stemmen minder dan
Mr. Mackay op dien datum.
Ds. H. Snel, Herv. predikant te Urk
hoopt op a.s. Zondag afscheid te preeken.
Men weet de voortdurende strubbelingen,
welke aldaar plaats hadden. Z.Eerw. is voor
nemens te Amsterdam te gaan wonen. Er
loopen geruchten dat hij zich aan de gemeente
te Gameren verbinden zal.
DE CHOLERA.
De correspondent van de Kölnische Zeitung
in Konstantinopel schrijft
Steeds heviger breidt de cholera zich uit in
het oostelijke leger van de Turken. Dagelijks
stijgt het aantal zieken, en het is onmogelijk
de besmetting te beperken. Toch is de ver
zorging van de troepen in de Tsjataldzjadinie
nu zeer goed zij hebben proviand in over
vloed. Haast ieder regiment heeft zijn eigen
kudde vee en schapen, die de soldaten weiden
achter het front. Dagelijks krijgen de men-
schen vleesch, zoodat zij het niet meer met
blikken behoeven te stellen. De Levantspoor
laat aanhoudend treinen naar Hademkeui rijden
met nieuwe massa's brood en beschuit. Boven
dien zijn de menschen nu rijkelijk voorzien
van tenten en dekensen zij hebben dikke
uniformen aan, zoodat ze uitstekend bestand
zijn tegen de kou. Trouwens, die kou is niets
erger dan zoo gemiddeld bij ons gedurende
de najaarsmanoeuvres.
Maar niettegenstaande dit alles stierven
verleden Zondag in Hademkeui alleen duizend
soldaten aan de cholera. De Turksche doc
toren staan tegen zulke aantallen machteloos
hoe zij ook hun best doen, zij kunnen de
besmetting niet localiseeren. Het hoofd-lazaret
bevindt zich in deze plaats. Het geheele
noordwestelijke deel van dit zeer aanzienlijke
dorp, de kazerne van een Grieksch infanterie-
regiment inbegrepen, is er voor ingericht. Maar
het aantal nieuwe zieken, dat alle dagen wordt
aangevoerd, neemt zóó toe, dat er een heele
rij houten barakken bij gebouwd moest worden.
Doch ook die bieden nu geen ruimte genoeg
meer. En thans moeten er weer eén menigte
zieken in tenten worden neergelegd.
Het heele cholera-kamp wordt afgezet door
een dicht cordon van schildwachten. De doc
toren wonen er binnen. Het gansche dorp
weergalmt van het ontzettende gejammer en
gegil der zieken, aan wie geen hulp verleend
kan worden. Om de barakken en tenten ziet
het er verschrikkelijk uit. Overal liggen daar
de dooden met verwrongen gezichten, gekromde
lichamen, de handen tot vuisten gebald, de
verstijfde armen ten hemel gericht. Zoo liggen
er twee, soms drie over elkander. Men ziet
de lijken van hen, die tot aan het middel uit
de vensters snakten naar lucht en zoo zijn
gestorven, waar anderen zich in hun laatsten
doodstrijd tusschenin dringen, terwijl zij het
lichaam van de eene zij op de andere gooien.
Heel 't dorp is in één groote wolk van
Eiken dag wordt RONA meer gewaardeerd.
Het aantal geregelde gebruikers neemt voortdurend sterk toe.
Hun goede voorbeeld kan met gerustheid door iedereen worden
gevolgd.
Daar men voor een heerlijken kop chocolade van RONA
minder noodig heeft dan van andere soorten, is zij zoo bizonder
voordeelig in 't gebruik. Velen hebben dit reeds door ervaring
geleerd.
zwaveldamp gehuld. Op het station lagen
de dooden vaak bij honderden neer. Nu worden
de zieken, zoodra zij maar even vervoerd
kunnen worden, uit een hulpstationnetje in
den trein geladen, die hen naar Konstantinopel
brengt.
Gedurende die reis spelen zich de afgrijse
lijkste tooneelen af. De nog wat mansche
zieken gooien telkens de stervenden uit de
portieren, zoodat de bermen van den spoorweg
links en rechts bezaaid zijn met in ontbinding
verkeerende lijken. Toch wordt bij aankomst
in Konstantinopel altijd nog minstens een
vierde deel van het aantal dood uit de wagens
gedragen.
Achter het front van de vechtende troepen
bevinden zich voorloopige cholera-lazarets,
volkomen geïsoleerd van liet troepenverband.
Al maar door rijden de wagens daar heen,
met steeds nieuwe slachtoffers van de epidemie.
In ieder zoo'n cholerastation zijn vier of vijf
doctoren bezig. Achter deze lazarets rijen
de heuvels vóórt, waarin de dooden worden
begraveu, overdekt met 'n handvol aarde.
Maar nu overweegt men om de lijken te gaan
verbranden, omdat het aantal zóó groot is,
dat zij niet meer begraven kunnen worden.
Men vreest echter voor godsdienstige bezwaren.
Want de onwankelbare trouw aan hun geloof
is bewonderenswaardig in de Mohammedanen.
De correspondent zag op een van deze voor
loopige cholera-stations verschillende gemeen-
soldaten met van pijn verwrongen gezichten
knielden zij neder en baden, totdat verschei-
denen hunner onder het gebed dood neervielen.
Londen, 27 November. De Konstantinopo-
litaansche correspondent van de Daily Tele
graph heeft den indruk gekregen, en die indruk
is bevestigd door gesprekken met invloedrijke
personen, dat de vredesonderhandelingen te
Tsjataldzja weldra op niets zullen uitloopen.
Turkije zal vervolgeus aansluiting zoeken en
verkrijgen bij het Drievoudige Verbond, het
welk, zoo het heet, besloten is, het program
van de vier Balkanstaten te verijdelen.
De gezant van een groote mogendheid zei
aan den correspondent, dat hij er geen hoop
op had, dat de onderhandelingen tot een wa
penstilstand en den vrede zullen leiden. Reeds
de kwestie van Adrianopel is daartoe een
beletsel.
Een hooggeplaatst Turksch ambtenaar zei
den correspondent, dat de onderhandelingen
stellig zullen mislukken, als Bulgarije, welks
leger uitgeput is en niet aangevuld kan worden,
aan zulke onmogelijke voorwaarden vasthoudt,
als afstand van Macedonië en overgave van
Adrianopel.
De correspondent van de Daily Mail schrijft
in gelijken geest. Hij meldt ook nog, dat de
cholera te Konstantinopel snel afneemt.
De correspondent van de Daily News te
Konstantinopel seint, dat, volgens gerucht,
Turkije en Griekenland onderhandelen over
een vrede 'tusschen hun beiden, waarbij Turkije
Saloniki aan Griekenland zou afstaan.
De correspondent van de Daily Chronicle
vernam zelfs, dat de vrede tusschen Grieken
land en Turkije feitelijk al beklonken is.
„De Politiek der Vrijheid" door Ds. R. v. d. Kamp.
Op Dinsdag 26 Nov. j.l. werd door den
WelEerw. Heer Ds. R. v. d. Kamp van Breu-
kelen voor de Antirev. Kiesvereen. te Axel
een rede gehouden over „De Politiek der
vrijheid."
Nadat de vergadering met gebed geopend
was verleende de Voorzitter het woord aan
Ds. R. v. d. Kamp.
Deze begon met een blik te werpen op het
oorlogsterrein van den komenden strijd.
De drie verbonden linksche partijen willen
den komenden stembusstrijd doen staan in
het teeken der vrijheid. Zij meenen dat die
vrijheid thans bedreigd wordt en willen alle
krachten inspannen om de vrijheid te be
houden.
Dit is een leuze die elk Nederlandsch hart
doet trillen. Iedereen al weet hij overigens
ook niets, weet toch mee te praten van den
80-jarigen strijd om de vrijheid en van de
gebeurtenissen van het jaar'1813.
De spr. meende dat het wenschelijk was,
met het oog op de stembus van 1913, thans
eens stil te staan bij „de politiek der vrijheid."
W e mogen echter niet verbloemen dat wij
onder de politiek der vrijheid heel iets anders
verstaan dan de linkerpartijen zullen we dan
ook het volgend jaar strijden voor de politiek
der vrijheid, dan moeten we weten waarom
we ons niet vereenigeri met die der Linker
zijde.
De Liberale concentratie heeft reeds de
vrijheid in haar vaandel staan.
Hoe zij zich ook noemen oud- of unie-libe
ralen of vrijzinnigdemocraten, altijd blijven zij
de vertegenwoordigers van de groote Liberale
Partij, en blijven zij zich beschouwen als
Liberalen.
Doch zij hebben altijd een valschen naam
gedragen. De naam van liberaalvoor de
vrijzinnigheid is een historische leugen. Dien
naam mag zij niet dragen.
In Psalm 47 10 lezen we„De edelen der
volkeren zijn verzameld tot het volk van den
God Abrahamswant de schilden der aarde
zijn GodesHij is zeer verheven."
De kantteekenaren van den Staten Bijbel
teekenden hierbij aan dat edelen wil zeggen
vrijwilligers, voluntarissen, liberalen.
Edelen zijn dus menschen die zich gewillig
en vrijwillig aanbieden om de belangen des
volks te behartigen en wel om hen te leiden
tot den God Abrahams, en dat zijn de mare
liberalen.
De opvatting der liberalen van de vrijheid
is vierkant in strijd met de taal en met de
historie. Het is een vierkante leugen.
Uit de kantteekening op Psalm 47 10
blijkt dat liberalen de edelen, de voornaamsten
des volks zijn om het volk op te leiden tot
den God Abrahams.
Daartegenover is de leuze der hedendaag-
sche liberalen: Geen godsdienst in de politiek
maar die moet er buiten blijven.
Wij integendeel zeggen dat zonder gods
dienst geen rechte staat kan bestaan. Jezus
Christus bezit ook op politiek gebied de
hoogste macht.
En als de liberalen den godsdienst buiten de
politiek willen houden, moeten wij hen wijzen
op onze historie en op de taal en laten zien
wat onze vaderen onder „liberaal" verstonden.
Als straks die lfberale politiek weer herleeft,
moeten wij daartegen protest aanteekenen en
zeggen dat die politiek in strijd is met historie
en taal, want die leeren ons dat liberaal wil
zeggen opleiding tot den God Abrahams.
De leuze „godsdienst buiten de politiek" is
bedriegelijk, want dat is vernietiging van den
godsdienst.
Met al hun groote woorden zijn de liberalen
steeds in de minderheid geweest in ons land.
Wel hebben ze lang geregeerd, doch alleen
door de districtenschaar en door allerlei poli
tieke kunstgrepen, doch in werkelijkheid onder
't volk zijn ze nooit anders geweest dan de
minderheid.
Toen de liberalen in de meerderheid waren,
hebben ze gehandeld onder de vlag van den
godsdienst, doch hun doel is om aan allen
godsdienst een eind te maken.
Als zij zich voorstanders der vrijheid noemen,
bedoelen zij de zegeningen der Fransche Revo
lutie. Deze heeft, zoo zeggen zij, wel veel
kwaads, doch ook veel goeds gebracht en dat
goede willen zij behouden en tot ontwikkeling
brengen. En één der voornaamste geschenken
van de Fransche Revolutie is de politieke
vrijheid. Zij als liberalen zijn nu de voort
zetting dier Revolutiemannen on zij willen
den staat bevrijden van het juk der priesters.
Dat die beginselen der liberalen uitloopen
op vernietiging van den godsdienst, blijkt uit
een officiéél stuk van het jaar 1792, door de
Patriotten uit Nederland gezonden aan de
Fransche Nationale vergadering. De Bataaf-
sche Patriotten wilden ook onzen tiran (Willem
V)> wegjagen en zeiden in hun verzoek tot de
Franschen: „Wij verzoeken U om Holland te
bevrijden^ van de onduldbare tyrannie van
Willem V. Wij zeggen evenals gijde vrijheid
is onze God de broedertrouw is onze gods
dienst dood aan de tyrannen."
Voor hen is dus de vrijheid een God. Wij
noemen dit in goed Hollandsch „afgoderij."
Zulk een godsdienst is niet een der zege
ningen, maar één der rampen van de Fransche
Revolutie.
Doch, zoo zegt men, mogen we dit nu ook
zeggen van onze liberalen
Er zijn onder die liberalen zulke godsdienstige
menschen, er is er zelfs één geweest, die eens
ƒ5000 heeft gegeven voor een orgel.
Doch ook voor onze liberalen houden wij
onverzwakt vast dat hun streven van de gods
dienst in de binnenkamer leidt tot vernietiging
van den godsdienst.
In de Fransche Revolutie is dit openlijk
gebleken, nu geschied het bedekt.
De liberalen zeggen dat zij wel godsdienst
willen, mits in de binnenkamer. Nu mogen
we zeker wel eens vragen of de liberalen dan
zulk een groote belangstelling in den godsdienst
hebben getoond.
En dit te meer omdat wij een groote fout
begaan hebben. Wij hebben altijd gezegd dat
wij wenschen volkomen scheiding van kerk
en Staat. Niet van godsdienst en Staat, maar
van kerk en Staat. In dien zin dat de Staat
aan de kerk zou moeten uitbetalen, wat zij
aan haar schuldig is, zoodat de financiëelè
band verbroken wordt. De Staat moet in
geen enkel opzicht op eenige kerk invloed
hebben. De kerk moet zich zelf ontwikkelen
naar eigen inzichten.
Daarom moet aan elk kerkgenootschap
teruggegeven worden wat het in de vorige
eeuw onrechtmatig ontroofd is. Want onder
de Fransche overheersching is aan de Her
vormde- en Roomsch Katholieke kerk groot
onrecht en diefstal gepleegd. Napoleon ontnam
toen aan de kerken al hun goederen.
Daarom wordt nu aan sommige kerken een
gratificatie verleend.
Wij zeggen echtermaak de kerk vrij van
Staatsdwang en Staatsoverheersching.
Wanneer dit geschiedde zou er een finaal
einde gekomen zijn aan de liberale partij.
Daarom hebben de laatsten niets gedaan dan
het onrecht der kerken te bestendigen, en
heeft de Kerk gezucht onder den dwang der
Liberale beginselen.
Vele kiezers zijn eigenlijk in hun hart niet
liberaal. Maar ze durven niet rechts stemmen,
want dat is gevaarlijk, dan komen ze onder
de pantoffel van Kuyper en Rome, en die
Kuyper, dat is de groote boeman van Neder
land als die de macht had, dan valt de Her
vormde kerk in duigenen de Roomschen
krijgen zooveel kerken en scholendat zou
het ongeluk wezen van Nederland.
Nu is het waar dat Rome bloeit, doch dit
is niet ergintegendeel is dat hun eere en
wij behoeven voor Rome werkelijk niet bang
te zijn.
Als ge uit uw Gereformeerd beginsel geen
kracht kunt putten om u tegen Rome te hand
haven, zijt ge niet waard om op uw eigen
beenen te staan.
Bovendien leert de historie ons dat in de
oogen der liberalen de Roomschen steeds
veroordeeld zijn als zij samen werken met de
Anti-revolutionnairen dan spreekt men van
een Monsterverbond. Doch als de Roomschen
op de Liberalen stemmen, dan is het uitste
kend, dan zijn hét flinke burgers.
Ook in onze goede stad Axel geldt nog de
leuze „houdt de Roomschen uit den Raad."
Het gaf niet of er onbekwame mannen in den
Raad kwamen, als er maar geen Roomsch-
Katholieken inkwamen.
Wij moeten den moed hebben om te breken
met deze wijze van doen. Het behoort tot
uwe Antirevolutionnaire gemeentepolitiek om
het onrecht ten opzichte van de Roomsch-
Katholieken uit te wisschen. En als we de
R.-Kath. ook hielpen bij de Raadsverkiezing,
zou het spoedig gedaan wezen met de Liberale
overheersching.
De Liberalen hebben steeds met de Roomsch-
Katholieken geleurd evenals ook met de Her
vormde Kerk.
Er is nooit grooter vijand der Hervormde
Kerk geweest dan juist de Liberalen zijn.
Als de Hervórmde Kerk ooit tot bloei zal
komen, moet zij breken met de Liberalen.
De Historie bewijst dit.
Toen in 1813 ons land bevrijd was van de
Fransche overheersching en Willem I op den
troon zat, besloot men om ook de zaken der
Hervormde Kerk weer in orde te brengen,
die geheel ontredderd waren.
Doch waarom moest nu juist de overheid
dit doen.
Er bestaat nog altijd een officieel stuk uit
die dagen dat een schandstuk is voor de Li
berale Partij. Dit stuk is nog altijd te vinden
in het Rijksarchief, terwijl o.a. een afdruk te
vinden is in het boek van De Bosch Kemper,
Staatkundige gedachten, Letterkundige bijlage,
blz. 524.
Dit stuk is door een zekere W. Keijser in
gediend bij den Raad van State en heeft tot
titelAdvies over de ontworpen wet op de
RONA