HEERLIJK
OPWEKKEND
Secla jool e Bericlite jol.
IS STEEDS EEN KOP
Uit de Pers.
Biimenlaiidsch Nieuws.
Buitenlandsch Overzicht.
Korte Berichten.
Uit Stad en Provincie.
bestuur aangewezen, heeft de zaken krachtig
aangepakt.
Zoo de Ileere het wil zal het Bondsfeest
in 1913 veel goeds brengen.
Natuurlijk wordt er op gerekend, dat men
de zaak niet aan het Bondsbestuur alleen zal
overlaten.
Er moet medewerking zijn.
Krachtige medewerking zelfs.
De sympathie voor het 25-jarig jubilee moet
zich, wat de leden der aangesloten Vereeni-
gingen betreft, krachtig uiten door het saam-
brengen van het bekende jubileumfonds.
Van zelf spat de geestdrift dan over naar
de oud-leden.
Enthousiasme werkt aanstekelijk.
Uit hun bondsdiensttijd weten de oud-leden
zoo goed, hoe sterk het Bondsidealisme kan
opvlammen.
Oe uitslaande vlam moge zich bij het oud lid
niet zoo zichtbaar meer vertoonen als vroeger,
maar 't vuur ging niet uit.
't Kan niet uit.
Het is alleen bij het oud-lid meer intens
minder voor het oog maar van binnen blijft
het gloeien.
Wat de oud leden zich voorstellen te doen,
weten onze lezers.
Het is den oud-leden bekend, dat in den
Bond al jaren lang de stille wensch heeft
geleefd den Bondsarbeid een huis te stichten.
Een Bondswerkplaats
Waar het bureau-personeel zijn dagtaak
verricht.
En waar bondsarchief en de administratie
van het Orgaan hun onderdak vinden
Een gebouw, dat de bondsuitgaven herbergt
en vergaderplaats voor Bondsbestuur en Bonds-
Commissiën kan worden.
Voor zulk een huis is meubilair noodig.
Het kapitaal om dat meubilair aan te
schaffen willen de oud-leden verstrekken.
Natuurlijk onder dit verband, dat, als de
aankoop niet dadelijk kan plaats hebben, het
kapitaal door het Bondsbestuur voor geen
ander doel zal worden aangewend, dan waar
voor de gevers het hebben bestemd.
Hulde voor het plan der oud-leden
En straks een driewerf hoezee als het is
uitgevoerd.
Aan dev-rtikelen toe
Vrijdag is men er dan eindelijk in geslaagd
met de behandeling der artikelen van de In
validiteitswet een aanvang te maken.
Vier lange weken heeft men aan de alge-
meene beschouwingen zoek gemaakt en wie
kennis neemt van de gevoerde debatten zal
moeten erkennen dat zeker twee derden van
dezen tijd is verbeuzeld.
De volle verantwoordelijkheid voor dit on
waardig bedrijf rust op de linkerzijde, die in
talmen en tegenhouden haar hoogste heil zocht
en het daarbij nog durfde bestaan om over
„afjakkering" te lamenteeren.
Ten slotte werd de obstructie zoo duidelijk
zichtbaar dat meer dan één stem uit het
linker-kamp op verandering aandrong.
Politicus in de Oprechte Haarlemmer Cou
rant deed al vroeg zijn protest hooren. De
Middelbu^gsche Courant hief waarschuwend
den vinger op, terwijl de Tribune de sociaal
democraten over deze verlaging van het par
lementaire stelsel duchtig de les las.
Dat we niettegenstaande de weerzin
wekkende houding der oppositie nog zijn,
waar we thans zijn, is uitsluitend aan onze
mannen te danken.
Met groote zelfbeheersching en scherp door
gevoerde arbeidsverdeeling is door de leden
der rechterzijde opgetrokken.
In eersten termijn werd Moor meer dan één
grondslagen van ons volksleven", om te weren
„de goden van den tijd".
In Tubbergen geboren, gaf zijn grootvader
peter hem over de vont de namen Herman
Johan Aloysius Maria.
Herman Schaepman hieldt van z'n grootva.
Niet zuinig. Hoor, wat Dr. Persyn van die
twee zegt
„Grootvader was anders juist geen figuur
om aan den hals te vliegen. „Mottige Manes"
was erg pokdalig. Maar men zag dat niet als
men hem hoorde. Want hij kon vertellen,
Herman den vaak uit zijn oogen. Al de ge
dachten van den ouden man waren op zijn
blonden kleinzoon gericht. Op hem wilde hij
alles overdragen wat het beste van zijn leven
was
„Maar vooral als 't over Napeleon ging werd
Mottige Manes een prachtvent in 't oog van
zijn petekind. Dat was grootvaders „helden
tijd", de tijd van zijn dienst bi] het Fransche
leger toen de Bonaparte van Marengo in den
opgang van zijn luister stond".
Van grootvaders erfenis viel Herman een
Vie de Napoléon ten deel. Schaepman zei er
later van „Het is mijn heldenboek".
„En telkens als de doctor later 't boekje
weer opsloeg", aldus vertelt Dr. Persyn
„droomde hij zich tussclien de knieën van
grootvader, opziend naar dat gehavend gezicht
met die flikkeroogen, en luisterend naar die
Stentor-stem, waarop de tafereelen van 't heele
vasteland in rep en roer Hermans ontwakende
verbeelding binnenvoeren, en hem in 't eerste
zonnelicht van 't leven een wereld voortoover-
den, gevuld met groote krijgsgestalten, en over
straald met gloriën opdoemend uit den vuur-
smook der slagvelden, uit razende gevechten
tot-terdood".
(Slot volgt.)
talentvol betoog het ingediende ontwerp ver
dedigd.
Toen allengs de bedoeling van de oppositie
meer onomwonden naar voren trad gelijk zij
zich ten slotte in het voorstel-Troelstra tot
verdaging der beraadslagingen duidelijk af-
teekende, zweeg zij.
Met waardigheid en ernst heeft zij hare
houding afgebakend.
Het moet eene beproeving wezen om na
hetgeen zich reeds afspeelde nu nog met een
dergelijke voor niets terugdeinzende oppositie
de artikelsgewijze behandeling aan te vangen.
De oprechte begeerte om 's lands waarachtig
belang te dienen zal ongetwijfeld ook hier tot
vroed beleid* prikkelen.
(De Rotterdammer)
In 1892 werd in de 2e Kamer bij de
algemeene beschouwingen, door 34 sprekers
de wet op de Vermogensbelasting besproken,
dit duurde 6 dagen. In 1905 werd 10 dagen
lang gesproken over de Ilooger-Onderwijswet.
Doch voor de algemeene beschouwingen over
de Invaliditeits- en Ouderdomsverzekeringswet
had men 15 dagen noodig en voerden 39
sprekers het woord. Dit spande dus de kroon.
Prof. Dr. S. D. van Veen te Utrecht,
heeft volgens het Utr. Dagbl. zijn lidmaatschap
van de Chr.-Historische Unie en van het
nationaal comité dezer opgezegd.
Dr. W. J. M. Engelberts heeft volgens
het Handelsbl. de candidatuur voor Ommen
afgewezen.
Dr. E heeft bezwaar om het predikambt op
te geven voor een kamerzetel, en volgens de
Algem. Synode is dit niet vereenigbaar.
Het gevecht om Tsjataldzja.
Gesteund door de stellingen, die zij reeds
genomen hebben, zoo seint luitenant Wag
ner, de correspondent van de Weensche Reichs-
post in het Bulgaarsche hoofdkwartier ge
bruiken de Bulgaren hun geheele strijdmacht
in een aanval op de overblijvende liniën van
de stelling der Turken te Tsjataldzja. Het
derde leger is reeds vooruitgedrongen door
het boschgebied ten Zuiden van het meer
Derkos, terwijl het eerste leger aan het vechten
is om de hoofdstelling van de Turken ten O.
van Tsjataldzja.
Ofschoon de Bulgaren er nog niet in ge
slaagd zijn, om door de stelling der Turken,
welke uit verschillende liniën achter elkaar
bestaat, geheel heen te breken, is de val van
de verdedigingswerken slechts een kwestie
van zeer korten tijd.
De Turksche troepen vechten zeer ongelijk
en sommige afdeelingen, die blijkbaar daar
voor nog niet in gevecht zijn geweest, bieden
hardnekkig verzet. Het overschot van Naziin
pasja's leger toont nu echter teekenen van
liet algemeen verzwakte weerstandsvermogen,
dat verslagen troepen gewoonlijk aan den dag
leggen.
De rivier de Tsjorloe is nog op vele plaatsen
door lijken en oorlogsmaterieel afgedamd, ter
wijl het water rood ziet van het bloed van
dooden en gewonden.
In het bosch naar het Noorden toe is op
korten afstand verbitterd gevochten en de
vinnigheid was aan weerskanten zoo groot,
dat de mannen hun wapens wegwierpen en
elkander naar de keel vlogen.
Vreeselijke tafereelen speelden zich af bij de
overmeestering van Istrandzja en bij den ge
slaagden opmarsch ten N.W. van Kafakli Boe-
nar. De Turksche soldaten, die van vijf kanten
door een overmacht werden aangevallen, ren
den hals over kop naar Kafakli Boenar terug,
maar voor zij dit konden bereiken, werden zij
gedecimeerd door het artillerie en infanterie-
vuur van de Bulgaren. Zij waren fok uitge
put door lange dagen van strijd en geforceerde
marschen. De Bulgaarsche troepen dreven
door hun meedoogenlooze vervolging alle een
heden van Nazim pasja's leger uiteen.
Iedereen zoo seint luitenant Wagner in
een ander telegram die den toestand heeft
aanschouwd, waarin de Turken bij hun aftocht
op 5 en 6 dezer verkeerden, moet overtuigd
zijn van het hopelooze van allen verderen
tegenstand van de zijde der Turken tegen de
aanvallen van de Bulgaren.
Op eiken weg, die in Oostelijke richting
naar Tsjataldzja leidde, kon men de overtui
gende bewijzen aanschouwen van hun paniek
achtige vlucht verlaten kanonnen, omge
vallen munitie-wagens, ineengezakte ossen en
doodgejaagde paarden.
Een heele afdeeling apathische Turksche
soldaten zat uitgeput en uitgehongerd bij den
kant van den weg neergehurkt, zonder wa
pens en in gescheurde uniformen. De soldaten
haakten er naar om gevangen genomen te
worden, omdat zij dan ten minste konden
hopen, iets te eten te krijgen.
liet is geen leger meer, maar eenvoudig
een horde ongelukkige menschelijke wezens,
die zelfs niet bij machte zijn om hun eigen
huid te verdedigen en dat zijn nu de troepen,
die de verouderde aarden verdedigingswerken
van Tsjataldzja tegen den onweerstaanbaren
aanval van de Bulgaarsche troepen moeten
verdedigen.
Ik heb met een Turksch officier gesproken,
die gevangen genomen was op den tweeden
dag van den slag bij Loele Boergas. Hij be
schreef het vuur van de Bulgaren als ver
schrikkelijk. Er was geen mogelijkheid, zeide
hij, om dit voor eenigen tijd uit te houden,
en toen de aanvallende kolonnes van de Bul
gaarsche infanterie voor den laatsten aanval
oprukten, ging er een wilde paniek door de
gelederen van de Turken en trachtte iedereen
te vluchten.
De officieren waren machteloos. Hun be
velen werden niet gehoorzaamd. Het neer
schieten van enkele vluchtelingen maakte
geen indruk op de rest, en iedereen die de
wilde vlucht trachtte te stuiten, door zich
voor de door paniek bevangen massa te
plaatsen, werd eenvoudig neergeslagen en
onder den voet geloopen of neergeschoten.
T u r k ij e.
Berlijn, 9 Nov. Ibt Konstantinopel wordt
aan de Lokal Anzeiger geseind Het ministerie
van oorlog betaalt alles contant, ofschoon nie
mand weet waar het de millioenen vandaan
haalt. Ook menschenmateriaal om de Tsja-
taldzja-linie te vérdedigen, is er ruimschoots.
Nog zou alles dus nog niet verloren zijn, als
niet de verschrikkelijke zorgeloosheid van de
Turken een streep door de rekening haalde.
Reeds veertien dagen geleden lag voor Tsja
taldzja een groote hoeveelheid prikkeldraad.
Die voorraad ligt .daar op het oogenblik nog
en zal waarschijnlijk weggebracht worden als
de Bulgaren zich verzamelen en de Tsjarald-
zja-lijn bestormd hebben. Overal hoort men
dat deze onneembaar is, maar er wordt niets
edaan om haar onneembaar te maken. Onder
e troepen, die uit Aleppo, Damaskus en Ada-
basar hierheen komen is cholera uitgebroken.
Zij werden daarom te Konia acht dagen in
quarantaine gehouden en eerst gisteren verder
gezonden. Men werkt verder, maar langzaam
en het komt slechts daarop aan of de Bul
garen niet sneller te werk gaan en alles ver
nietigen zullen. Niemand twijfelt er hier meer
aan, dat de gevluchte troepen niet meqr te
gebruiken zijn, maar de positie van de Turken
bij |Tsjataldzja is, doordat zij'zoo gemakkelijk
te bereiken is, zeer gunstig. De diplomaten
nemen een afwachtende houding aan. Wel
is waar vinden voortdurend besprekingen
plaats, maar ze leveren niets merkwaardigs op.
Berlijn, 9 Nov. Uit Kontstantsa wordt aan
het Berliner Tageblatt geseindVolgens be
richten van reizigers heerscht te Konstanti
nopel volkomen rust en is er tot nu geen
christen aangerand. Alle berichten over chris-
tenmoorden te Stamboel zijn leugens. De
paniek onder de vreemdelingen is bijna geheel
verdwenen. De Oostenrijksche school is weer
geopend, maar alle kolonies hebben maatrege
len getroffen voor het geval, dat het verslagen
leger vluchtend te Konstantinopel aankomt.
Bepaalde gebouwen zijn als verzamelplaatsen
aangewezen. Voor de Duitsche kolonie is het
gezantschap, het consulaat-generaal en het
gehouw van de Duitsche club aangewezen.
Vrouwen en kinderen zullen onmiddellijk, nadat
men het eerste bericht van den terugtocht
der Turken naar Konstantinopel gekregen
heeft, op de schepen gebracht worden. Voor
de Duitschers ligt een schip van de levantlijn
gereed. Ook de oorlogsschepen zullen natuurlijk
vluchtelingen opnemen. Vooral in Duitsche
kringen gelooven echter maar weinigen aan
een ernstig gevaar. Men vreest eigenlijk geen
moordpartijen van het vluchtende leger, maar
plunderingen van levensmiddelen en de uit
gehongerde soldaten zullen geen verschil maken
tusschen Mohammedaansche en christelijke
bakkerswinkels. In den tuin van het Engelsche
gezantschap zijn sedert gisteren twee machine
geweren opgesteld.
Parijs, 11 November. Uit Sofia aan de Ma-
tin volgens de N. R. Crt. Geen enkel parti
culier bericht is heden aangekomen betreffende
den toestand voor Adrianopel. De Bulgaarsche
vliegtuigen gaan voort met hun bewegingen
boven de stad en de Turksche posities, terwijl
zij voor de burger-bevolking proclamaties laten
neervallen, waarin de huidige toestand van
Turkije in Europa wordt uiteengezet. Deze
proclamaties willen de bevolking doen begrijpen,
dat langere tegenstand geheel nutteloos zou zijn.
Parijs, 10 November. De Intransigeant deelt
onder voorbehoudt mede, dat volgens een
officieel bericht te Sofia, Adrianopel gevallen is
en het garnizoen van 50,000 man troepen ge
vangen is gemaakt.
TER NEUZEN 12 November 1912.
Zondagmorgen had bij de Geref. gemeente
alhier de bevestiging plaats van Ds. J. Fraanje.
Als bevestiger trad op Ds. J. R. van Oordt
van Middelburg en sprak naar aanleiding van
Marcus 16206. Des namiddags deed Ds.
Fraanje zijn intrede en predikte over 2 Co-
rinthe 4 6. Beide malen was het vergroote
kerkgebouw vol, vooral des middags.
De heer Ch. J. van Rompu, geboren
alhier, slaagde dezer dagen te Amsterdam
voor het arts-examen.
De paarden- en veemarkt zal alhier
gehouden worden op Woensdag 20 Nov. a.s.
De herstemming voor de» Kamer van
Koophandel alhier is bepaald op Vrijdag 22
Nov. a.s.
,':j' V'"' 3| v."'"-"-'fi iwf