Antirevolutionair voor nieuws* en Advertentieblad Zeeland. FEUILLETON. DOCTOR SCHAEPMAN. No. 966. Woensdag 13 November 1912. 10e Jaargang. tl t ABONNEMENT: Per drie maanden binnen. Ter Neuzen ƒ1,Franc® per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITT001J Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentlSn vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIEN: Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berjekend. Grootere letters worden naar plaatsruirrite berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTlfei TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. V Met vereende kracht. Zooals we onlangs naar aanleiding van een ingezonden stuk schreven, we durven nauwe lijks gelooven, dat de Provincie er toe over zou gaan, een geregelden stoombootdienst op Ilansweert, met tusschenstation Hoede- kenskerke, te beginnen. Het geldt hier niet het beginnen van een nieuwen dienst met nieuwe inkomstenwat de lijn Ter Neuzen—Hoedekenskerke—Hans- weert zou opbrengen, zou in hoofdzaak ont trokken worden aan de lijn Ter Neuzen BorsselenVlissingen. En daarom vreezen wij, dat Gedeputeerde Staten het niet zullen aandurven, die uitgaven voor de begeerde lijn voor te stellen. Bovendien zijn wij van oordeel, dat de kortste verbinding met den overkant dat wil dus zeggen te Eilewoutsdijk of aan den bestaanden steiger te Borsselen en eene tramverbinding met Goes voor Ter Neuzen de meest aanbevelenswaardige is. Vooral bij mist heeft die korte verbinding veel voor. Doch vooreerst ligt de tram nog niet in Zuid-Beveland, zoodat deze wenscli van ons voorloopig niet vervuld kan worden. En zoo lang dit niet liet geval is, zou de lijn Ter NeuzenHoedekenskerke—Ilansweert voor Ter Neuzen heel veel waard zijn. Al wat naar Holland moet of van daar komt, zou er zeer door gebaat worden en ook de reis naar Goes zou er heel wat korter door zijn. Zooals we onlangs in ons antwoord aan „Handelsbelangen" schreven voer er dan een boot van Ilansweert na aankomst van den trein, die te 8,23 's av. te Vlake arriveert, dan zouden we hier weinig meer gevoelen van ons isolement. Het zou dan mogelijk zijn 's morgens van hier te vertrekken, te Amsterdam een uur of vier hebben om zaken te doen en toch des avonds nog thuis te komen. Bovendien zouden de groote Hollandsche bladen hier des avonds nog bezorgd kunnen worden. Met het oog op deze groote verbeteringen en de groote belangen, die er door gediend zouden worden, zou het mogelijk zijn, dat Gedeputeerde Staten vrijheid vonden aan Provinciale Staten het voorstel te doen tot deze nieuwe onderneming. Maar dan spreekt het van zelf, dat het circuleerend adres van een zoo groot mogelijk door Dr. Jul. Persyn. N. V. Dagblad Het CentrumUtrecht. 1) De denker, de dichter, de redenaar, de staatsman, Docter Schaepman, vergeten is hij nog niet; licht zal dat nog lange duren; ófz'n nagedachtenis blijftVergeten Daar voor kent men hem te goed. Maar, nu is kennen en kennen twee. Zoo wij Dr. Kuyper kennen, zoo kennen de roomschen hun Schaep man. Deze is echter ook den onzen geen vreemdeling. Ganschelijk niet. En wie onder „onze menschen" komt, hoort dikwerf nog van Schaepman spreken. En die vurige, krachtige poëzie believen, lezen hem. Over hem gespro ken of van hem gelezen, 't oordeel is immer, van vriend en vijand, vol waardeering. Toen 'n tiental jaren geleden bij Scliaepman's ver- scheidën Dr. Kuyper zijn „Wie zou nu niet weenen seinde, waren voorzeker niet alle Protestansche Christenen even sympathiek ge stemd voor deze condoleantie, maar, gelet op aantal handteekeningen dient voorzien te wezen. Alleen wanneer blijkt, dat algemeen in deze streek bedoelde lijn verlangd wordt, is er kans, dat het verzoek wordt ingewilligd. Daarom wekken wij ieder dien we door ons blad bereiken kunnen op, het adres te teeke nen in de eerste plaats natuurlijk alle zakenmenschen. We zouden het aanbevelenswaardig vinden, dat gepubliceerd werd op welke plaatsen zij het adres kunnen teekenen, die bij ongeluk vergeten mochten zijn. Wil men in dezen eenige kans hebben, het beoogde doel te bereiken, dan zal het brood- noodig zijn, de aloude spreuk te betrachten „eendracht maakt macht Al zijn we om genoemde redenen eenigszins pessimistisch gestemd omtrent den uitslag, we erkennen, dat het voor deze streek een zaak van 't hoogste belang is en steunen daar om van heeler harte de aangewende poging. We dringen ten zeerste aan op algemeene medewerking. V Het Plankje. Een Remonstrantsch predikant verklaarde eenigen tijd geleden in de Nieuwe Rotter- damsche Courant, dat vaak op den preekstoel, „over den opengeslagen bijbel een houten toestelletje is aangebracht, onverschuifbaar, waarop de preek kan liggen." Dus een plankje er over. Waarom en met welk doel deelde die do- miné dat mee Och, hij was zoo bang, dat de menschen zouden gaan denken, dat in de kringen van den Protestanten(!)bond en van de Remon stranten de bijbel weer in eere kwam. En daar is dominé zeer sterk tegen. Over den bijbel moet een plankje Neen, 'tmoet er niet meer op; 'tligt er al over En op dat plankje de moderne preek van dominé. De menschelijke wijsheid boven de dwaas heid Gods. Zoo is 't niet alleen bij dien remonstrantschen predikant. Zoo wil men het ook op politiek, op maat schappelijk gebied. Overal moet het plankje op den bijbel. Dat is de geest van 't liberalisme. De natie moet meer en meer ontkerstend. Ook op de school werd het plankje over den Bijbel getimmerd. Ook beslist onverschuifbaar! Maar dat plankje moet er af. Geheel. De worsteling voor de volkomen vrijheid het leven en streven van den gestorvene voor reine kunst en Christelijk regeeren, wordt door duizenden niet-roomsclien zijn gedachtenis in eere gehouden en hebben immer met name de antirevolutionairen Schaepman een warm hart toegedragen. Thans, nu het lijk van den geëerde reeds jaren rust in den bodem van „de eeuwige stad", waar hij aan 't begin van zijn loopbaan zijn studiën bekroond zag en aan het einde daarvan er den laatsten adem uitblies, worden het leven en werken van Schaepman weer „opgehaald". Niet ruw, onverschillig, om er deze of gene politieke historie of beschouwing aan vast te knoopen, maar vol eerbied en liefde voor den diepen denker, den vurigen dichter, den talentvollen redenaar, den gehar- nasten strijder in het staatkundige kamp. Een geestverwant, Dr. Jules Persyn, deed bij de N.V. Dagblad en Drukkerij Het Centrum het licht zien het Eerste Deel eener zeer j uit voerige hiographie Dr. Schaepman. Het is een werk in groot octavo formaat, niet minder dan 544 pagina's beslaande. Nog twee boek- deelen van gelijke grootte volgen. Ziedaar 'n onderneming waarvoor we gaarne den hoed lichten. De arbeid van den schrijver en de verkregen resultaten verdienen en wet tigen dat ten volle. Niet slechts het object van beschrijving maar ook de wijze waarop van ons christelijk onderwijs, voor onze scholen met den Bijbel, zal pas glorieus zijn uitge streden, als ieder Christenouder geheel onbe lemmerd voor zijn kinderen daar plaatsing kan erlangen. Daar is het nog ver van af. Er heerscht ten deze nog schreeuwend on recht. Dr. Kuyper wees er onlangs zeer terecht op, toen hij den eersten steen legde voor een nieuwe Christelijke school te Rotterdam. Hij zei onder meer „Ziehier het onrecht, dat nog steeds den voorstanders der bijzondere school wordt aan gedaan. Er zijn hier in Rotterdam 45000 kinderen, die de openbare school bezoeken en 21000, die de bijzondere school bezoeken. Nu zegt de wethouder van finantiën tot deze 45000 kinderen hier heb jelui elk een bankje van f 25.Maar tot de 21000 leer lingen der bijzondere school zegt hijjelui krijgt niets. Betaalde hij nu dat geld uit de zakken van de liberale heeren, die deze wijze van wetgeving toejuichen, dan zouden we natuurlijk zwijgenmaar hij neemt het geld uit de zakken van alle ouders, ook van de ouders der 21000. Dat is het onrecht. Zoo lang dat onrecht blijft, zoolang duurt onze schoolstrijd, die van onzen politieken strijd niet is los te maken." En zoo is het niet alleen in Rotterdam. Dat geldt overal. Dat noopt ons tot rusteloos voortgaan. Ook dat plankje moet er af. Z. V 1888-1913. Jubileum van den Nederl. Bond van Jongelings- vereenigingen op Gereformeerden grondslag. Aan alle Oud-Leden van Jongelings- vereenigingen op Geref. Grondslag in Nederland. Het zilveren jaar van den Bond 1913 Wat betaamt het ook ons, oud-leden van de Jongelingsvereeniging, met dank aan den Heere vervuld te zijn voor al den arbeid, welken de Bond heeft verricht in die 25 jaren en waarvan ook wij hebben mogen genieten Hoe verrassend was de uitbreiding van den Bond, hoe kennelijk in alles de Zegen des Heeren. Die feestdag zal niet onopgemerkt voorbij gaan. Vele feestplannen zijn reeds gevormd in de kringen van den Bond. Maar ook in die van de oud-leden der Jon gelingsvereeniging heerscht blijdschap en wil men toonen, dat men nog altijd den arbeid van den Bond dankbaar waardeert en erkent. Als we in de gelegenheid zijn, zullen wij de Dr. Persyn zijn taak heeft opgevat, vragen kennisname. Teer en innig beschrijvend, verhaalt hij vol kleur en gloed, betoogt hij kloek en krachtig. De auteur voert een meesterlijken stijl, die meesleept. Zijn „held" heeft hem bezield, 't Is of diens gevoel en verbeelding deel zijn geworden van den levensbeschrijver, wiens kijk op de dingen zóó innig en het weergeven ervan zóó teer is, dat de beschrijving een schilderij wordt, aantrekkelijk van raeliteit en leven. De fijnste tinten die het palet bood, werden niet ongebruikt gelaten. Het penseel werd door een kunstenaar gehanteerd. De glans ligt niet op 't stuk, maar zit er in en komt naar voren, 't Boeit, houdt de oogen vast. Dit werk van een zesdehalf-honderd blad zijden hebben we in een paar avonden nog niet kunnen doorlezen. Een beperkt aantal pagina's slechts konden we pas lezen. Maar die, en wat we bij vluchtige iuzage van het geheel verder aantroffen, wettigen dat we hier van den inhoud van het allereerste gedeelte van het werk nu reeds iets melden, aldus de Rotterdammer. Dr. Persyn teekent al dadelijk een reeks van bijfiguren, „ter zalige gedachtenis van Die titulatie bevalt ons echter niet zoo bij zonder. Vooreerst wijl die telkens herhaalde mededeeling boven zoo vele hoofdstukken ons feestvergaderiug van den Bond D. V. bijwonen. Maar dan mogen wij bij een feestvierende niet met ledige handen komen. Neen, wij willen den Bond een geschenk aanbieden, een hulde blijk, gedragen door de sympathie van de oud leden der Jongelingsvereeniging. Wij stellen ons voor den Bond aan te bieden het meubilair voor een Bondswerkplaats Waar het Bureau personeel zijn dagtaak verrichtEn waar Bondsarchief en de administratie van het or gaan hun onderdak vinden Een gebouw dat de Bondsuitgaven herbergt en vergaderplaats voor Bondsbestuur en Bondscommissiën kan worden. Een Album met de namen der gevers zal dit geschenk vergezellen. Bovendien is de bedoeling zoo mogelijk een fonds te stichten tot instandhouding van dit meubilair. Het feest in 1913 moet schitterend zijn, Gode tot eere Daaraan wilt ge toch meedoen We twijfe len er niet aan. Indien gij nog geen circu laire van ons ontvangen hebt afie adressen van oud-leden zijn ons natuurlijk niet bekend wilt dan deze uitnoodiging in dit blad beschou wen als een aan U persoonlijk gericht verzoek tot het zenden van een bijdrage voor dit doel aan het adres van den Penningmeester van het uitvoerend Comité, den Heer R. Coulander, Noordsingel 124a, Rotterdam. Vergeet liet niet Groote en kleine bijdragen zijn welkom Eendracht maakt machtLater, wanneer alle bijdragen ingekomen zijn, hoopt de Commissie van Oud-Leden der Jongelingsvereeniging, welke zich voor dit plan gevormd heeft, nadere mededeeiingen te doen omtrent de verdere uitwerking Komt broeders, de handen ineengeslagen. Werkt nu in uw omgeving ook voor ons plan Indien ge nog vrienden, oud-leden van een Jongelingsvereeniging weet, geeft ons dan s. v. p. hun adres op. En blijft zelf niet achter. Bij voorbaat onzen hartelijken dank. Met vele groeten, Het Nationaal Comité, Mr. P. Dieleman, Mid delburg. F. S. Eringa, Amsterdam. A. van Haeringen, Coevorden. J. W. Mekking, Gorinchem. Ds. G. J. Pontier, Waard huizen. Q. A. de Ridder, Zwolle. Ds. J. L. Schouten, Arnhem. O. L. Veerman. Leeu warden. Mr. J. J. de Waal Malefijt, Utrecht. J. C. Wirtz Cz., Groningen. Het uitvoerend Comité te Rotterdam, Johs van den Berg. L. A van Gunsteren Ir. R. Cou lander. B. A. Knoppers. M. J. C. Besse- laar Jr. Johs Ederseel. N. Koops. Ds. F. C. Meyster. V Bondsjubilee. Het Comité van uitvoering, door het Bonds op den duur wel wat monotoon klinkt in „roomsche" ooren moge dit wellicht niet zoo zijn en voorst omdat het goed is den schijn te vermijden, alsof hier de hoofdpersoon, al is hij nog in zijn kinderjaren op den achter grond geraakt. En toch is dit niet zoo. Al spoedig maakt de lezer kennis met het zoontje van Tubbergens burgervader, geboren kort na de verhuizing der boerensjees van Hellendoorn. Dat was, die geboorte namelijk, in het jaar 1844, toen hij, die „geen zoon der lauwe westerstranden" was, alevel zong „Zij zullen het niet hebben „Ons onde Nederland „Het bleef bij alle ellenden „Gods en der Vaadren pand Merkwaardig, dat het Scliaepman's geboorte- ëar was waarin Da Costa dezen zang aanhief, oe zouden later, vooral onder aanvoering van Schaapman, die in 's Lands Raadzaal de souve- reiniteit bij de gratie Gods verdedigde, in zware galmen daverend tegen den Volksver tegenwoordiger die de Kroon enkel een Staats- ornament achtte, en die zoo dikwijls zijn bruisend-welsprekende redevoeringen besloot met een doodsprofetie aan de liberale partij, hoe zouden later zij, die eens door Groen „roomsche antirevolutionairen" geheeten wer den, vooral op politiek erf vaak naast ons strijden voor het behoud van „de Christelijke

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1912 | | pagina 1