Antirevolutionair
voor
nieuws* en Advertentieblad
Zeeland.
FEUILLETON.
In den Levensstrijd.
Uit de Pers.
Uit de Eerste Kamer.
No. 963.
Zaterdag 2 November 1912.
10e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen. Ter Neuzen Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN.
Inzending van advertentlën vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIËN:
Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
53»
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIES TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
V Vastheid van karakter.
Dr. Kuypar zag zich door steeds toenemende
doofheid genoopt, zijn ontslag te nemen als
lid der Tweede Kamer.
Daardoor was een tusschentijdsche verkie
zing in Ommen noodig. Sinds jaren is dit een
anti-revolutionair district geweest, in de Kamer
lang vertegenwoordigd door den heer Van
Alphen.
Onze kiesvereeniging aldaar stelde als can-
didaat mr. Van der Vegte, een alleszins be
kwaam en geschikt candidaat.
Een paar Chr.-Historische kiesvereenigingen
boden evenwel de candidatuur aan tegen
het advies hunner provinciale organisatie
van mr. M. Baron Mackay.
Deze bedankte, doch kwam in herstemming,
doordat ook de liberalen en socialisten een
candidaat hadden gesteld.
Blijkbaar werd er van alle zijden pressie
op Baron Mackay uitgeoefend om thans toch
de candidatuur te aanvaarden.
Hij bedankte echter op nieuw en adver
teerde, dat ieder weldenkende wel zou begrij
pen, waarom hij in de eerstvolgende dagen
op brieven of tejegrammen geen antwoord zou
geven.
En zie, twee dagen na deze advertentie
kwam het bericht, dat hij, indien hij gekozen
werd, het mandaat zou aanvaarden.
Groote vreugde bij de liberalen en socia
listen ergernis bij de anti-revolutionairen.
Zooals onze lezers in ons vorig nummer
gezien hebben, werd de heer Mackay bij de
herstemming op Maandag 1.1. gekozen met
eene meerderheid van 750 stemmen.
Men mag het de vrijzinnigen niet al te euvel
duiden, dat ze van vreugde niet goed wisten,
wat ze zeiden. Bij zulke gelegenheden is bij
het denkend deel der natie wel meer liet
fatsoen zoek.
Maar dat er in de coalitie groote ontstem
ming heerscht over zulk een draaierij en on
vastheid van karakter, valt te begrijpen.
We nemen in onze rubriek Uit de Pers een
niet malsche bestraffing op uit De Standaard
en tevens een oordeel van De Nederlander,
van welk blad de heer Mackay nog wel pre
sident-commissaris is.
Het is te vreezen, dat deze treurige zaak
niet minder treurige gevolgen zal hebben.
Merkwaardig was op nieuw hoe onwaar
toch vele linksche bladen zijn.
Ze geven voor, dat de kerk en de godsdienst
buiten de politiek moeten blijven.
Ze schenen hun tactiek gewijzigd te hebben
padden ze hem eerst links laten liggen, nu
wilden ze hem telkens weer in hun drinkge
lagen betrekken. Geld was geen bezwaar
neen, Steven hoefde daar niet bang voor te
zijn zij zouden betalen.
Och, dien eersten keer was het immers
maar een grap geweest, maar nu kon hij er
vast op rekenen, dat het hem geen cent zou
kosten. Maar Steven had ternauwernood naar
hun praat geluisterd, en was stil zijns weegs
gegaan. Dit scheen den beiden bondgenooten
tegen te vallen, maar geen nood, stelde Bran
ders Bram gerust, „hij loopt toch in de val."
Steven bemerkte wel, dat die twee iets bij
zonders in hun schild voerden fegen hem,
maar hij kon niet doorgronden, wat liet mocht
zijn. 't Beste leek hem maar, zijn eigen gang
te gaan en zich van beiden niets aan te trekken.
Met aanmerkelijk lichter hart spoedde hij
zich dus des Zaterdags naar huis niet alleen
was zijn weekgeld nog heel, bovendien bracht
hij de welkome boodschap mee, dat zijn loon
Doch zoodra zien ze niet de kans schoon,
om door het aanblazen van kerkelijke harts
tochten een voordeeltje te behalen, of ze
spreken over de kerk, dat 't een menscli zoet
op de tong wordt.
Verbeeldt u, de liberalen, de voorvechters
van de vaderlandsche kerk
Intusschen meldt de Telegraaf, dat de han
delwijze van Baron Mackay in Den Haag
algemeen wordt afgekeurd.
Ommen.
Over hetgeen in Ommen gebeurd is, schrijft
„De Nederlander"
Baron Mackay is tot Kamerlid gekozen.
Tot ons leedwezen kunnen we dit niet
boeken als eene aanwinst voor de Christelijk-
Historische Unie. Het is integendeel eene
verliespost, in zoover het district op dit oogen-
blik Bronsveldiaansch is geworden. De Brons-
veldianen hebben, gelijk men weet, het anti
revolutionaire vaandel verlaten, om, als wel
kome hulptroepen, zich te laten inlijven bij
de liberalen. Zij zijn niet liberaal, maar hun
anti-papisme en hun Kuyperhaat leidt hen er
toe een verwoeden, meestal hoogst onbillijken
strijd te voeren tegen de drie groepen, welke
op dit oogenblik elkander in den strijd tegen
de liberale overheersching steunen. Daar zij
geregeld de kerkelijke quaesties, die de drie
groepen zorgvuldig buiten het politiek terrein
houden, op den voorgrond plaatsen, en, om
de Hervormde Kerk te beschermen tegen de
Gereformeerden, door hen liever op andere
wijze betiteld, steun zoeken in bestrijding
van iets dat met dien strijd niets te maken
heeft, staan zij noodzakelijk tegenoverons.
Zoodra Baron Mackay de candidatuur aan
vaardde van groepen, die gedurende de ver
kiezing blijkens de verkiezingsbiljetten zich
op dat standpunt plaatsen, terwijl zij alle
contact met de leidende organen der partij
verbraken, zoodra voorts hij prijs bleek te
stellen op de hulp van liberalen, ondanks dat
hun taktiek op dit oogenblik allereerst op
verbreking der coalitie is gemunt, trad het
district feitelijk uit het verband der Christelijk-
Historische Unie, en viel het in handen der
Bronsveldiaansche politiek.
Wij betwisten aan het district evenmin als
aan Baron Mackay de volkomen vrijheid
en volkomen bevoegdheid om te
handelen gelijk zij deden. Het feit is mis
schien ook zeer leerzaam in zoover dat de
roomsch-katholieken er uit leeren kunnen, dat
het zich blindelings aansluiten bij de anti
revolutionairen, met volkomen voorbijgang van
de veel versmade christelijk-historischen, zijn
met een gulden was verhoogdhij voelde het
als een geringe vergoeding voor het verlies in
de inkomsten, dat hij door zijn dwaasheid
tegen den heer Barends, had veroorzaakt.
Deze kleine voorspoed had hein eenigszins
opgemonterd, hij voelde zich minder onnut,
meer een steun in den rampspoed, dien zij
leden. Het sterkte hem in zijn voornemen
zijn eigen weg te gaan, het beschaamde,
naar zijn inbeelding, grootvaders vermaningen.
Dubbel zou hij zich inspannen, zich bekwamen
in zijn vak en dan, och, zouden ze dan zelfs
de hulp van oom Barends nog wel behoeven
Mocht hij er niet trotsch.op gaan, dat hulp
van die rijken door hem gansch overbodig werd
gemaakt Zou, hij er nog langer spijt over be
hoeven te gevoelen, dat hij dien bewusteu
avond de hand tegen zijn oom had opgeheven
begon hij er zich juist niet te meer onafhan
kelijk door te gevoelenen had Barends het
niet dubbel en dwars aan hen verdiend
Zoo bouwde Steven zich luchtkasteelen zoo
misleidde lnj zich meer en meer. En hoe verder
hij zijn gedachten in deze richting den vrijen
loop liet, hoe minder behoefte hij gevoelde
aan Gods ontferming; hoe zwakker het besef
van schuld bij hem wetd hoe vormeiijker zijn
bidden.
De Maandag was weer aangebroken.
Van Bram en Bronders was geen spoor te
gevaren heeft. Voorts zal men er uit kunnen
leeren, dat een Christelijk-Historisch voor
zitter van het district niet eigenmachtig moet
gaan onderhandelen met anti-revolutionairen
en roomsch-katholieken, zonder behoorlijk
voeling te houden met de kiezers uit het di
strict. Maar dat op dit oogenblik het district
niet voor de Christelijk-IIistorische Unie ge
wonnen is, al zal waarschijnlijk de heer Mackay
toch in den regel met rechts meegaan, schijnt
ons niet twijfelachtig.
Of Baron Mackay, en of de mannen die,
nadat er scheuring ontstaan was, de verkiezing
geleid hebben, dit alzoo hebben bedoeld,
is een andere vraag. Wij zouden die voorals
nog niet bevestigend durven beantwoorden.
Maar in de politiek spreken allereerst de
feiten, en het nuchtere feit is, dat in Ommen
de Bronsveldiaansche politiek heeft gezege
vierd.
Casus foederis.
De Standaard schrijft
Uit hetgeen in Ommen gegriefd heeft, moet
met gebiedende noodzakelijkheid meer dan
ééne conclusie worden getrokken.
De meesten hiervan dulden uitstel. Alleen
niet de eerste dezer conclusies, die publiek
dient gemaakt, alvorens de uitslag der her
stemming bekend wordt, wijl het zelfs den
schijn niet mag hebben, als werd ze door dien
uitslag beheerselit.
Deze conclusie nu luidt, dat door geen Anti
revolutionair, nu of later, op den heer Mr.
JE. Baron Mackay T. Pzn. ooit meer, hetzij
voor den Gemeenteraad, hetzij voor de Pro
vinciale Staten, hetzij voor de Tweede, hetzij
voor de Eerste Kamer, een stem kan of zal
worden uitgebracht.
Zegt men, dat dan de Liberalen hem dit
gemis wel vergoeden zullen, dan gaat dat om
buiten onze verantwoordelijkheid. En be
weert men, dat dit eventueel de kans voor
een liberaal candidaat zou kunnen verhoogen,
dan luidt ons antwoord Liever nog desnoods
een radicaal van de echte soort, dan een ver
kapt mqfêlooper.
Wie ons in Coalitie een candidaat presen
teert, is verplicht ons een candidaat te noemen,
die de gelijkenis oproept van een man uit één
stuk en niet van een stuk op het draaibord.
Inschikkelijk willen we in Coalitie tot het
uiterste zijn, maar al sprong heel de Coalitie
er door, en al doemde 't het Kabinet ten val,
ja, al bracht het de Socialisten zelfs in 't be
wind, de Anti revolutionaire partij leent er
zich niet toe, om voortaan een candidatuur
als van dezen Baron Mackay te steunen.
Een overtuiging we zijn er zeker van
waarin door alle Anti-revolutionairen van het
zien gewis bracht de laatste den dag door
bij de flesch\%aar Bram bleef liet zich niet
gissen.
Voor Steven was het afwezig zijn dier twee
een ware opluchtingmet een opgeruimd ge
moed verrichtte hij zijn werkzaamheden, door
geen sarrenden blik verbitterd of verleidende
lokstem ontrust.
Het werd dien avond wat later dan gewoonlijk
er moest een karweitje af en de duisternis
begon reeds te vallen, toen Steven zich met
het overige werkvolk huiswaarts begaf.
Al spoedig had hij den weg naar huis in
geslagen reeds had hij de eenzame buiten
wijken der stad bereikt. In zijn zak had hij
een beitel gestoken om dien thuis wat te scher
pen. Haastig stapte hij voort.
Daar ziet hij in de vergrauwende straat een
tweetal, dat klaarblijkelijk te veel gedronken
heeft. Steven krijgt een onaangenaam gevoel
over zich hij herkent Hein en Bram Sanderse.
Deze hebben hem eveneens bemerkt; ze hou
den op hem aan. Hij tracht hen te ontwijken
maar ze versperren hem den doortocht.
„Hé Steefie en Hein grijpt hem bij den
arm. „Zoo'n haast toch niet
„Laat me door," zegt Steven. „Ik moet
naar huis'k heb geen tijd."
„Kom," valt Bram in, „en waarom wou-je
zoo'n haast hebben. Als je naar huis gaat
echte stempel onvoorwaardelijk wordt gedeeld.
De gronden, waarop dit oordeel rust, volgen
later.
Zitting van Woensdag.
De Kamer zet de discussie voort over het
ontwerp, waarbij de artillerie-inrich
tingen worden aangewezen als „staatsbe
drijf." De minister van financiën
beantwoordt den heer Van Nierop, die gisteren
bedenking heeft gemaakt, deze inrichtingen
tot een „bedrijf" te stempelen. De minister
zegt, in aansluiting op hetgeen gisteren ook
reeds de minister van oorlog had in het
midden gebracht, dat door de aanwijzing als
staatsbedrijf de controle van de Rekenkamer
zal worden vergemakkelijkt.
Het ontwerp en enkele andere ontwerpen
worden aangenomen. V
Aan de orde komt de wijziging van de
militaire pensioenen, annex wijziging
bevorderingswet-landmacht.
De heer Van Voorst tot Voorst
(R.-K.) vindt het verkeerd als de leeftijdsgrens
voor de pensionneering van kapiteins zou
worden verlaagd tot 50 jaar. Hij brengt hulde
aan den minister over de wijze waarop een
onderzoek is ingesteld naar aanleiding van de
onthullingen van generaal Snijders over slechte
toestanden bij de landweer. Spr. prijst ook
generaal Snijders om diens onthullingen. Nu
kan men de hand aan den ploeg slaan en tot
verbetering komen.
Het spijt spr., dat de nieuwe pensioenregeling
geen verdere terugwerkende kracht heeft.
De heer Van der F e 11 z (U. L.) daaren
tegen protesteert ertegen, dat aan de regeling
terugwerkende kracht (tot 1 April 1911) is
gegeven.
De heer Staal (U.-L.) maakt enkele op
merkingen over de ontwerpen. Ook hij heeft
bezwaar tegen de terugwerkende kracht.
De heer Van Löben Seis (A.-R.) brengt
den Minister hulde, omdat deze royaalweg
teruggekomen is van zijn standpunt, aanvan
kelijk tegenover generaal Snijders ingenomen.
Aan de pensioenwetten had spr. liever
verdere terugwerkende kracht gegeven gezien.
Spr. meent dat de pensionneeringsleeftijd
niet moet worden verlaagd.
De minister van oorlog verdedigt
de beperkte terugwerkende kracht van de
pensioenregeling. Zij was billijk. Ook zet hij
uiteen, hoe hij tot intrekking van de aanvan-
lijk voorgestelde bepaling, om den pension-
neerings leeftijd op 50 jaar te bepalen, is
gekomen.
Spr. erkent, dat generaal Snijders bij zijne
loop-je in de val
Steven zet verbaasde oogen op. Hij voelt
een groote onrust bij zich opkomen.
„In de val?" stottert hij. „Waarom?"
„Och, wat een heilig boontje ben jij."
„Nou, wat is er danen er klinkt angst in
Stevens stem.
„Zeg," komt Bram met valsch-loerende oogen,
„zeg, weet-je, dat je mooie oom vandaag weer
thuis gekomen is?" En een zeer onaangename
lach vergezelt de woorden.
„En wat zou dat Wat kan mij dat schelen
„Zeg," vervolgt Bram, „en weet-je, dat-ie
dadelijk na zijn thuiskomst om de politie is
geweest
„Om de politie
Steven weet zelf niet, hoe het komt, maar
de spottende blikken van Bram en Hein spellen
hem iets vreeselijks.
„Ja, om de politie. Er was ingebroken op
Duinlust"
„Laat me door," zegt Steven, „wat kan 't
mij schelen wat heb ik er mee te maken
„Hoort 'm eens," en Bram duwt Hein met
den elleboog aan, dat deze nog sterker begint
te waggelen.
Beiden barsten in een weerzinwekkend ge
lach uit.
„Nou, wat is er?"
(Wordt vervolgd.)
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
23) door ZELANDIA.
=3Öf