Antirevolutionair
voor
nieuws* en Advertentieblad
Zeeland.
Bimieitlaiidsch Nieuws.
Buitenlandse!! Overzicht.
FEUILLETON.
In den Levensstrijd.
Uit (le Pers.
Voorzorgen tegen brand of brandgevaar.
No. 957.
Zaterdag 12 October 1912.
10e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen. Ter Neuzen ƒ1,—. Franc®
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op i eestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITT00IJ Az. te TER NEUZEN.
Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIËN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
1 j
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENT!fej TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
aür
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ter kennis van de ingezetenen, dat door
het Bestuur der Brandweer het jaarlijksch onder
zoek zal plaats hebben naar het schoonhouden der
schoorsteeneti en andere rookgeleidingen en stook
plaatsen in de week aanvangende met 21 October
1912.
Ter Neuzen, den 8 October 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
V Naar vast systeem.
De lieer Spiekman is een van de leiders der
socialisten. Iemand, die zich heeft opgewerkt
tot de hoogte van toonaangever, vooral in
Rotterdam.
Er kan bijna geen Raadsverkiezing gehouden
worden, of hij laat van zich hooren.
Dat is natuurlijk zijn recht.
En ook zoo'n beetje noodzakelijk, met het
oog op zijn positie.
Verbeeld-je, dat een sociaal-democratisch
leider in den Raad zich zoover zou vergeten,
te zwijgen, als er ook maar even een woordje
te wisselen valt.
Zoo'n raadszetel is een soort van vrije tribune.
Je praat maar, raak of mis. Je rede komt
straks toch in de krant, en wordt gelezen.
Je hebt het weer eens voor de zooveelste
maal voor de „arbeiders" opgenomen. Liefst
moet dat geschieden in ietwat gepeperde be
woordingen, dat slaat in bij het „volk."
Worden er maatregelen voorgesteld, die
werkelijk den arbeider ten goede zullen komen,
dan is het plicht van ieder goed sociaal-demo
craat, ze ten scherpste te becritiseerenals
't kan ze gansch verwerpelijk voor te stellen
en, gaat dat niet, omdat 't spel wat te door
zichtig zou worden, dan ten minste de men-
schen wijs gemaakt, dat de „lieeren" alleen
met die voorstellen zijn gekomen, óf, om de
ware volksvrienden vóór te zijn, óf uit socia
listen vrees.
Zoo heeft men altijd succes.
Bij voorstellen van loonsverhooging is de
tactiek deze, dat men steeds een aanmerkelijk
liooger bod doet, dan de „bourgeoisie".
De bedoeling van dit alles is zoo klaar als
de dag.
Men moet de menschen, 't koste wat kost,
ontevreden houden.
met twee tegen één streng-straf-stroef, en mag
men de lieeren aan den tand voelen.
En doet men dit, hoe ter wereld is hun
jongste houding dan te verklaren Men zou
zeggen Ze hebben altoos er op getamboereerd,
dat Talma feil ging met de Ziektewet voorop
te schuiven. Nu Talma hiervan afzag, moesten
ze dus van politieke pret in de handen hebben
geklapt, en gejubeld hebben, dat nu hun zin
doorging
Toen het Reglement van Orde recht werd
gezet, om te maken, dat de Invaliditeit thans
af kon gedaan, woelde heel de Triplice er
tegen in, alsof het land een ongeluk overkwam,
en toen thans verluidde, dat de nieuwgekozen
Voorzitter door wilde tasten, en reeds vóór
15 October de Invaliditeitswet aan de orde
wilde doen stellen, pruttelden ze in al hun
organen tegen, alsof de Arbeiders o, zoo dol
op de Ziektewet waren, want die, riepen ze,
moest nu dan toch voorop.
Hoe rijmt ge dit nu
Talma verketteren omdat hij riep„De
Ziektewet voorop. En nu, nu Talma't ontwerp
verschieten liet, uit drie kelen tegelijk roepen
Weg met de Invaliditeitswet, nu willen wij
de Ziektewet voorop
Zelfs is er gerept van obstructie. Niet in
de Triplice zelve, maar onder haar roode pa
ladijnen. Nu, bij zulk een obstructie zou alleen
Rechts profiteeren. Dan toch zou heel 't land
voelen, wat komedie er gespeeld werd.
Maar ook zonder die obstructie is het voor
de kenners toch nu reeds klaar als de dag,
dat de Triplice den ouder Arbeider aan haar
stembus-succes bedoelde op te offeren.
En dit nu verstaan we althans van Drucker
en van Tydcman niet
(De Standaard).
Woensdag zijn te Ommen voor de Kamer
verkiezing (vac. Kuyper) candidaat gesteld de
lieeren Mr. D. Fock (lib.), baron Mackay (c.h.),
A. B. Kleerekooper (s. d.), H. v. d. Vegte te
Zwolle (ant. en r. k.)
De verlichting der stad Amsterdam bij
het bezoek van President Fallières heeft in
ronde som f 60.000 gekost.
De Nederlandsche spoorwegmaatschap
pijen nemen niet meer goederen voor Servië
en Bulgarije ten vervoer aan, behalve goede
ren bestemd voor het Roode Kruis in beide
landen, voor de Bulgaarsche militaire autori
teiten en voor de directies van de Servische
en Bulgaarsche staatsspoorwegen.
Voor 1913 is in Rotterdam III door de S. D.
A. P. candidaat gesteld de heer Jos. Loopuit.
Het Stbl. no. 312 bevat een kon. besluit
van den 27eu September waarbij de lichting
der militie van het jaar 1913 wordt bepaald
op 23.000 man, waarvan 400 voor den dienst
ter zee.
Het aantal door Zeeland te dragen is 887.
De oorlogsverklaring.
Dinsdagmorgen deelde de Montenegrijnscho
zaakgelastigde te Konstantinopel aan de Porte
mede, dat Montenegro aan Turkije den oorlog
verklaart. In de oorlogsverklaring betreurt
Montenegro het, dat het te vergeefs alle vriend
schappelijke middelen om de talrijke misver
standen langs minnelijken weg te regelen heeft
uitgeput. En daar de conflicten met het Otto-
maansche Rijk steeds voortduren, vertrouwt
Montenegro zijn lot aan de wapenen toe, om
langs dezen weg erkenning van zijn rechten
en die van zijn Turksche broeders, die sinds
eeuwen zijn miskend, te verkrijgen. Zoodra
deze nota aan de Porte ter hand was ge
steld, gaf deze den Ottomaanschen gezant te
Cettinje last, het grondgebied van Montegro
te verlaten.
Te Cettinje hebben groote manifestaties
voor den oorlog plaats gehad. Onder het ge
bulder van kanonnen en bij klokgelui is Prins
Miko, in gezelschap van de Koningin, de Prin
sessen en de vertegenwoordigers der Balkan-
Staten naar het leger te velde vertrokken
een groote menigte bracht hem geestdriftig
hulde. In de hoofdstad komen voortdurend
vrijwilligers aan, en een brigade, die Dinsdag
naar de grens vertrok, defileerde voor den
Koning.
Inmiddels is de strijd reeds begonnen Mon
tenegro, dat met zijn militie-leger al weken
lang aan de grenzen gereed stond, heeft den
strijd het eerst aangebonden. Woensdagmor
gen hebben de Montenegrijnen Berana aange
vallen en omsingeld, doch zij schijnen weer
van daar vertrokken te zijn. Ook bij Tou/.i
is Woensdag den geheelen dag gestreden
negen bataljons Turken zijn daarop uit Scutari
naar Touzi vertrokken, doch toen zij daar
kwamen vielen de Malissoren (Katholieke Al-
baneezen) hen aan. Dat op het oogenblik,
dat de oorlog uitbreekt, de Malissoren tegen
de Turken vechten, is een factor van betee-
kenis -voor de vier Balkan-Staten hun houding
leek tot hiertoe onzeker.
Het laat zich verstaan, dat de oorlogsver
klaring van Montenegro ook in de andere
Balkan-Staten het oorlogseuthousiasme zeer
aanwakkert en 't zal moeilijk zijn dit in toom
te houden, wat men reeds voor Montenegro's
20) door ZELANDIA.
De oude kijkt haar aan.
„Ja," zegt hij, juist. We zullen het terug
zenden.
„En jij zult wel gauw genoeg bij anderen
terecht kunnei* Greet, voegt hij er aan toe.
„We hebben dat volk niet noodig Gree.
Och," valt hij dan weer in eens uit, „dat ik
jonger was en krachter had 't zou anders
gaan. Maar nu komt het alles neer op jou."
Buiten lacht de voorjaarszon en kleine Ems
stemmetje zingt, terwijl ze met haar oude
pop zich in het zonnetje achter het huis heeft
neergezet moeders lievelingslied, dat Greet
haar reeds zoo vroeg heeft geleerd.
„Maar de Heer zal uitkomst geven
Grootvader zwijgt en luistert.
Dat lied is zijn bestraffing.
Greet hoort het ook en haar blik ontmoet
dien van grootvader, waarin zij beschaming
leest.
Hij voelt het, hoe hij zich weer door zijn
drift heeft laten vervoeren, inplaats van zijn
kleindochter te steunen en te bemoedigen
met den troost van 's Heeren woord. In dit
oogenblik is het, ajsof al de overleggingen
Dat bleek ook zoo overduidelijk uit een
debat in den Rotterdamschen Gemeenteraad.
Vanwege Burgemeester en Wethouders wer
den nieuwe loonlijsten voor den gemeente
werkman ingediend. Er bleek uit, dat de
gemeente in de meeste gevallen nog boven
de gunstigste loonregeling van particuliere
werkgevers uitging.
Wethouder mr. De Jong toonde dat met de
stukken aan.
En wat beweerde nu de lieer Spiekman?
Er waren nog te veel lage loonen een loon
van f 14 noemde hij een hongerloon
Terecht wees de wethouder deze kwalilica-
tie af.
Hij merkte op, dat er honderden zijn, die
naar zulk een hongerloon zullen reikhalzen.
Toch moet men zich over zulke socialistische
praat niet te zeer verbazen.
De heeren werken naar vast systeem.
Bebel, de groote leider der socialisten in
Duitschland, zeide immers op het Congres te
Brussel in 1891
men moet de maatschappelijke wonde
zooveel mogelijk openhouden om het socialisme
vooruit te helpen 1"
De leer der sociaal-democratie is de leer
van de eeuwige ontevredenheid.
Tot de toekomstige heilstaat is bereikt,
waarmee men den onnooze'e paait.
Tot zoolang moet het „volk" ontevreden
gehouden worden.
Die theorie schijnen de socialisten zelfs in
practijk te brengen, waar ze zelf als werk
gevers optreden, want daar klagen de werk
lieden het hardst
Leerzaam voor wie leeren wil.
Z.
In de kijk.
Zoo zoetjes aan loopt de liberale Triplice
met haar liefde voor den Arbeider toch in de
kijk.
Op zich zelf is ze onder haar driegesternte
Borgesius, Drucker, Tydeman in haar meerder
heid serieus. Niet, alsof Borgesius 't ook niet
serieus meende, maar de schalksheid is dezen
leider keer op keer te machtig, en dan spran
kelt er bij hem iets van datzelfde speelsche
jolijt, dat van Roodhuijzen's lippen vonken
tot op 't kleed spat. Let maai eens op Bor
gesius' om een haverklap verschrikten blik,
en zie maar eens, hoe hij onder het debat
meest loensch naar zijn buurman loert, instee
van recht voor zich uit te spreken.
Maar in elk geval staat het in deze Triplice
zijner ziel als een opengeslagen boek vóór
hem worden gelegd.
Waar is zijn geloof, zijn vertrouwen, waar
van hij anders zoo blijmoedig kon gewagen
Recht bezien, liad hij Greets strijd niet ver
zwaard, Stevens verkeerdheid niet aange
moedigd Had God hem geen gewichtige post
toevertrouwd in dit ouderloos geZin en hoe
had hij zich van zijn plicht gekweten
Ook Greet voelt zich beschaamd. Had ze
niet den laatsteu tijd te veel alles alleen willen
doen? Had ze niet eenigzins in eigen kracht
gestaan En had de tegenspoed dei laatste
dagen haar vertrouwen doen verminderen en
het gebed doen verflauwen
Grootvader voelde behoefte alleen te zijn
hij zette de muts op en zocht de eenzaam
heid der duinen om zijn hart uit te storten
voor zijn God, om zijn zonden te belijden, om
troost en sterkte te vragen van Hem, „die
uitkomst zal geven."
Em had het druk met haar pop.
Greet bleef alleen achter.
En ze zei bij zich zelf de woorden na, die
haar zusje pas zong; en die woorden riepen
haar het beeld der lieve moeder weer voor
den geest en het was haar, alsof ze aan haar
boezem kon uitschreien al haar verdriet, alsof
de weg naar den genadetroon vlak en effen
vóór haar lag.
Toen ze opstond was er kalmte op haar
gelaat te lezen.
Ze had opnieuw kracht ontvangen.
En ze wist niet, hoe ze die spoedig zoozeer
van noode zou hebben.
HOOFDSTUK XIII.
In eigen kracht.
Toen Steven 's avonds thuis kwam kon hem
het voorgevallene van dien dag kwalijk onbe
kend blijven. ^A1 kreeg hij ook den brief zelf
niet te zien, grootvader deelde hem den in
houd op de minst kwetsende wijze mee en
noodigde hem uit, eerlijk te bekennen, wat er
op den bewusten Zaterdagavond was gepas
seerd.
't Viel hem zwaar, daarop een antwoord te
geven. Liever had hij 't maar voor zich ge
houden. IIij was al blij, dat 't achter den rug
lag; had cr graag met geen woord meer van
gerept en door zijn gedrag zicli voorgenomen
te toonen, hoe zijn beloften, gisteren afgelegd,
hem ernst waren. Maar nu moest hij er wel
op terug komen, ofschoon met den grootsten
weerzin. Want wél beschouwd moest hij zijn
handelwijze verfoeien, en viel er niets aan
goed te praten. En toch, eerlijk bekennen,
dat hij verkeerd en onbetamelijk had gehan
deld, dat kon hij niet over zich verkrijgen.
En toen dan ook, in zeer verzachtende termen
het verhaal van het voorgevallene vdgdo
zorgde Steven verontschuldigingen genoeg bij
te brengen. De toestand waarin hij had ver
keerd, Brams en Heins ophitsende woorden,
oom Barends prikkelende minachting moesten
zijn daad vergoelijken. En bovendien, hij had
immers oom Barends feitelijk niet aangeraakt
bij dreiging was het gebleven en het was dus
niets dan overdrijving van „meneer" Barends
^óo over het gebeurde te schrijven.
Zwijgend hadden zoovel grootvader als
Greet naar zijn bekentenis, die meer had van
een verdediging zijner handelswijze, geluisterd.
En toen hij uitgesproken had, bleef Greet,
zwijgen. Zij wilde, waar zij zoo weinig met
Steven in jaren verschilde, hem niet verbit
teren door iiaar spreken.
Maar grootvader zweeg niet.
En over zijn lippen kwamen ernstige woor
den van vermaan. Streng keurde hij Stevens
gedrag af en bracht hem met een enkele toe
speling onder het oog, hoezeer zijn daad zijn
moeder zou bedroefd hebben, hoe hij bei zijn
ouders te schande had gemaakt, en Greets
taak ten zeerste had verzwaard.
Maar naast de bestaffing kwam ook het
woord van liefdevolle terechtwijzingdat Steven
de kracht, om tegen de zonde en verleiding
te strijden mocht zoeken, niet in zich zeiven
maar bij God.
Steven zweeg.
(Wordt vervolgd.)