Binnenlandse!! Nieuws. Korte Berichten. Uit Stad en Provincie. boven gaat. Hier zien wij wat de Christelijke liefde vermag en blijkt het voor de zooveelste maal, dat 'sHeilands Gemeente is als een zont en zuurdeesem. Wat een verandering in het bosch, waar eens de villa Veldwijk stond! Mooi opgaand geboomte, vriendelijke lanen, allerlei plantsoen, tal van gebouwen. Ware het niet, dat hier zooveel onnoemelijk lijden werd geleden, het zou een klein lustoord zijn. En toch wie iets heeft leeren verstaan van Gods oneindige barmhartigheid, wie iets kent van het heer lijke, gelegen in het gieten van olie en w ïjn in schrijnende wonden, wie iets voelt voor het verzachten van leed deze vindt „veldwijk toch een lustoord en kan er genieten. Zoo althans ging het ons, toen wij op dl Aug onze schreden naar Veldwijk richtten en wel naar de Stichtingskerk. Daar had een uitvoering plaats van de Chr. Zangvereemging „Hallelujah." 't Was ter gelegenheid van den verjaardag van onze Koningin. Welk een vriendelijke kerk die btichtings- kerk! Eere den ontwerper Op dien feestdag was de kerk bijna geheel gevuld, niet alleen met personeel en wel licht een enkelen genoodigde, maar ook met allerlei patiënten, zoogenaamde rustige Hoe droevig is de aanblik van deze ongelukkigen Ach, ons hart bloedde, toen wij de schare van ongelukkigen overzagen. En toen geopend werd met het zingen van Ps. 103 1 en wij ge naderd waren aan de woorden „Vergeet nooit een van zijn weldadighedentoen dachten wij er aan', hoe weinig in den regel gewaar deerd, den Heer er voor gedankt wordt, dat men ook het gebruik der zinnen heelt. Wij dachten wat onderscheidt ons boven dezen En weer dwaalden we terug, naar Lrmelo s Huis van Barmhartigheid, waar in Witteveen s dagen zoo dikwijls het „Mij is erbarm mg wedervaren" gezongen werd. Het was ons waarlijk goed, in deze Stichtingskerk en wij danken 'onzen God dat er zoovele dienende harten en handen zijn, die zich aan dezen arbeid hebben gegeven. Wat een liefde I Men denke er ook niet gering over en men geve toch in het gebed een plaats ook aan lien die zich over de ellendigen ontfermen. 't Was goed in de kerk, goed onder het woord van ds. Mulder, den predikant dezer Stichting, die een kort maar hartelijk woord sprak over de beteekenis van dezen dag 6oe< onder de liederen die gezongen werden. De indruk van het woord en van het lied zal wel verschillend geweest zijn. Wie zal ons zeggen wat er in al die harten omging? God alleen weet het. We hebben ons echter met neergezet om een verslag van deze ure te geven. Neen, we wilden met een enkel woord wijzen, wat er op „Veldwijk" gedaan wordt, ook wat er ge daan wordt om in het droevig leven van de daar vertoevende ongelukkigen blijdschap te bereiden. Maar ook om te wijzen op liet groote voorrecht indien men „wel bij zijne finnen" is, opdat men den Heer danke ook deze weldaad. „Vergeet nooit een van Zijn weldadigheden." Men vergete dan ook deze Stichting niet. Moge zij een ruime plaats hebben in veler harten. Wij verlieten Veldwijk en begeerden van den Heer, dat Hij ook in deze Stichting steeds zal vervullen „Üw Herdér zal met slapen een woord uit het Wilhelmus, dat door de zangvereeniging werd gezongen. God zegene deze Stichting en haar bestuur en allen die hun krachten aan haar geven. (De Nederlander). V Dr. A. Kuyper. Naar de Standaard meldt, heeft dr. A. Kuy per, lid van de Tweede Kamer voor het dis trict Ommen, gisteren zijn ontslag als zoodanig genomen wegens toenemende verzwakking van zijn gehoor. Aan den voorzitter van de centrale anti revolutionaire kiesvereeniging in het district heeft hij hiervan mededeeling gedaan in een schrijven, waaraan wij het volgende ontleenen Vooral nu beide artsen mij verzekerd hebben, dat de inspanning, die liet luisteren met een gebrekkig gehoor kost, dit gehoor gaandeweg kan verslechteren, voel ik mij physiek onbe kwaam om mijn mandaat ook maar eeniger- mate naar eisch te blijven waarnemen en dit te meer bij het terugdenken aan het lot dat mijn vader trof, die op mijn leeftijd ten slotte stokdoof werd, en zich van allen omgang en verkeer zag uitgesloten. an achteren bezien, gevoel ik zelfs, dat ik beter had gedaan, in 1909 het mandaat niet aan te nemen, daar ik, van allen afdeelings- en commissoralen arbeid door mijn gehoor- uitgesloten, slechts op zeei gebrekkige wijze aan den arbeid der Kamer kon deelnemen, en bij de openbare beraad slaging, zoodra de debatten oen eenigszins acuut karakter aannamen, mij geheel buiten staat gevoelde ze te volgen of er aan deel te nemen. V Centrale diaconale conferentie van de Gereformeerde kerken. (Vervolg.) Een ander bezwaar is van kerkrechtelijken aard en betreft de kwestie van de afvaardi ging. Er zijn hier inderdaad moeilijkheden, maar men wachte zich voor het vallen over een woord. „Iedere instelling van weldadig heid" zegt de wetis bevoegd een ver tegenwoordiger in den raad aan te wijzen. Daar de kerk in dit geval dien vertegenwoor diger zal moeten aanwijzen, zou dus de „kerk" betiteld worden als „instelling van weldadig heid". Hierover te vallen is evenwel een on gerijmdheid. Als de kerkeraad den vertegenwoordiger benoemt, dan vervalt tevens het bezwaai, dat de diaconie een te groote zelfstandigheid zou krijgen tegenover den kerkeraad. Éen ander practisch bezwaar vloeit voort uit art. 56 al. 2 „Bij algemeenen maatregel van bestuur wordt bepaald, welke bevoegd heden bij het huishoudelijk reglement aan het dagelijksch bestuur moeten en kunnen worden overgedragen". De mogelijkheid, dat op deze wijze het karakter van den armenraad geheel /zou kunnen worden veranderd, een zeer geringe mogelijkheid overigens, beteekent niet veel, omdat het den diaconieën vrij staat zich on middellijk terug te trekken en er geen „zilveren koordje" is, die zulk een zich terugtrekken zou bemoeilijken. Welke zijn nu de voordeelen van deelneming aan den armenraad? Het eerste en belang rijkste is, dat hij den weg opent tot organisatie op het terrein van de armenzorg, waarbij de zelfstandigheid van de samenwerkende colleges zooveel mogelijk onaangetast wordt gelaten. Daarbij wordt' het veel moeilijker voor per sonen, die speculeeren op het ontbreken van eenig verband tusschen de instellingen van weldadigheid onderling, om van twee wallen to bIgDi Verder zal de deelneming aan de armenraden onze diaconieën prikkelen tot wedijver met andere instellingen van weldadigheid, om den voorrang, dien ze thans meestal nog hebben, te behouden. Ook zou de diaconie van anderen kunnen leeren, misschien ook andere instel lingen er toe kunnen brengen de armenver zorging meer en meer in de juiste richting tc Dan is nog een voordeel, dat de wet allerlei bepalingen bevat om de kerkelijke en bijzondere instellingen van weldadigheid moeilijkheden, kosten en zorgen te besparen, om sluimerende werkzaamheid weer op te wekken, om de waarde van haar- arbeid te varhoogen. Ten slotte kan het niet anders dan de positie der kerken onder het volk versterken, wanneer de diaconiën deelnemen aan de armenraden. Het praeadvies eindigde met te adviseeren althans voorloopig door vertegenwoordigers in die raden zitting te nemen, omdat: a. de principieele en practische bezwaren niet van overwegend belang zijn b. de voordeelen van «roote beteekenis kunnen worden c. de toe treding vrijwillig is en men zich aanstonds kan terugtrekken als deelneming gevaar mocht blijken op te leveren voor zelfstandigheid of vruchtbaarheid van arbeid. Bij de discussie vraagt mr. Monnik, uit Haar lem. of de conferentie zich niet meer beslist moet uitspreken dan de adviseurs wel doen willen. Hij wil rechtstreeks argumenteeren uit de Heilige Schrift en niet alleen uit de Kerkenverordening. Laat ons goed doen aan allen, maar meest aan de huisgenooten des geloofs, zegt de Schrift. Hij gelooft ook, in tegenstelling met de praeadviezen dat een der diakenen de vertegenwoordiger moet zijn in den Armenraad. Over de vraagwat is genoegzame hulp, zal in de toekomst wel verschil van gevoelen ontstaan in de armenraden en daarom ook is het gebiedend wenschelijk, dat onze diaconiën er zitting in nemen. Mr. J. A. de Wilde, uit Den Haag, acht welwillendheid geboden, ook hij acht principi eele bezwaren niet aanwezig. De drang tot instelling dér armenraden is niet gekomen uit onzen boezem en wij moeten er ook niet zulke liooge verwachtingen van koesteren. Het gevaar van dubbele bedeelingen blijft. De diaconie als zoodanig kan z. i. deel nemen aan den armenraad, dit ligt niet op den weg van den kerkeraad. Wel moet deze beslissen of men zal deelnemen, ja dan neen. De preadviseur mr. van Maare antwoordt, dat er altijd vragen zullen overblijven. Som mige vragen beantwoordt hij. Hij meent, dat de vertegenwoordigers in den armenraad volgens de wet geen diakenen behoeven te zijn, of ze het zullen zijn zal veel afhangen van plaatselijke omstandigheden. Spr. dweept ook niet zoo bijzonder met de armenraden, de voordeelen zijn niet zoo heel groot, maar wij moeten zorgen, zegt hij, dat men met ons rekening houdt. De preadviseur ds. Ferwerda wijst er op, dat de waarde der armenraden eerst goed beoordeeld zal kunnen worden na eenige jaren, zij kunnen mee- en tegenvallen. Prof. Bouwman is het in hoofdzaak wel eens met den preadviseur en hij vreest van de armenraden geen kwaad. Hij stelt een con clusie voor, waarin de conferentie de wen- schelijkheid tot vertegenwoordiging in de ar menraden uitspreekt. Van meerdere zijde wordt nog krachtig deelneming aan de armenraden bepleit. De motie van prof. Bouwman wordt aan genomen. De diaconie van Vijfhuizen vraagt, of de verpleging van arme, ongelukkige kinderen in een of andere christelijke inrichting behoort tot het arbeidsveld der diaconie. Na bespre king blijkt, dat men van meening is, dat het particulier initiatief moet voorgaan en eerst daarna de diaconie bijspringen. Bij het voorstel der diaconie te Schiedam om te trachten bij christelijke stichtingen van barmhartigheid (krankzinnigengestichten enz.) een verlaagd tarief te .krijgen voor leden der Geref. kerken wordt medegedeeld, dat de reeds lage verplegingskosten dit niet toelaten. Daarna werden verschillende punten be sproken, vereenigd onder het hoofdwelke grenzen moeten de diaconieën zich stellen bij het oefenen van barmhartigheid? Mr. Peerbolte, vertegenwoordiger van den minister van binnenl. zaken, krijgt daarna liet woord om eenige vragen, tijdens de discussies in zake de armenraden gedaan, te beant woorden. Het ligt in den geest der wet, dat in iedere gemeente, waar kans van slagen en van nuttig werk is, armenraden zullen opgericht worden. De tweede vraag is deze neemt de re geering een afwachtende houding aan Als de regeering dat deed en men handelde in de genieenten eveneens, dan zou er misschien van de lieele zaak niets komen. Hij gelooft, dat aanvankelijk zal afgewacht worden of tot de regeering het verzoek komt om armenraden op te richten. Maar als de termijn voor het aanvragen is verstreken, en er is geen verzoek gekomen, terwijl het toch misschien mogelijk is, dat een armenraad gunstig zou werken, dan zal de minister misschien aan de burge meesters vragen: „Onderzoekt u eens of men niet tot de instelling zou kunnen komen." Tot heden zijn er slechts drie of vier ge meenten, die het verzoek hebben gedaan en van initiatief van diaconale zijde is niets ge bleken. Spreker zou het toejuichen als daar van iets bleek. Vervolgens verzekert hij, dat de minister met belangstelling deze conferentie begroette. Spreker besluit met de hoop uit te spreken, dat de Geref. diaconieën den moed en den lust en de sterkte zullen hebben om met hun beginsel in de maatschappij te gaan en dat deze conferentie daartoe zal bijdragen. ooi- hem zouden de armenraden meer een ramp dan een zegen zijn als het kerkelijk leven daarin niet tot uiting kwam. Op de gebruikelijke wijze wordt daarna de vergadering gesloten. P1- o f. d r. A. N o o r d t z ij. Naar de Rott. verneemt, hoopt dr. A. Noordt- zij, van Kampen, op Maandag 23 dezer, des middags te 2 uur, zijn ambt als hoogleeraar in de godgeleerdheid'aan de rijksuniversiteit te Utrecht te aanvaarden met liet uitspreken van een rede in de aula der universiteit. Ridderorden. Bij gelegenheid van den verjaardag der Koningin zijn 279 personen gedecoreerd (afge zien van de eere-medailles) tegen 253 het vorig jaar. Gerekend naar de departementen, van waar het voorstel tot hun ondei scheiding uit gaat, zijn ze te rangschikken (de cijfers tus schen haakjes hebben op het vorig jaar be trekking) Buitenlandsche Zaken 20 (1/) Binnenlandsche Zaken 69 (59) Justitie 10 (l'|) Oorlog 27 (24) Marine 1£ Ij Koloniën 6' Landb., Nijverheid en Handel 36 (30) Financiën (jj) Waterstaat 13 (15) Als datum voor de opening der wereldten toonstelling te Gent is de 26ste April van het volgende jaar bepaald. Een paviljoen, dat men niet daar zou zoeken, zal op de tentoonstelling worden opgericht. We bedoelen de Belgische bijbelvereemging, een protest,antsch lichaam, dat in een mooie en aangename tent Nieuwe Testamenten zal doen verkoopen en uitdeelen. Op de tentoon stelling te Charleroi kon men dezelfde ver- eeniging vertegenwoordigd zien. Konstantinopel, 7 September. De nationale vergadering der Armeniërs heeft aan den grootvizier een telegram gezonden, waarin zij haar leedwezen uitspreekt over de moord partijen onder de Armeniërs, die dertig jaar hebben geduurd en ook sedert de afkondiging van de grondwet aanhouden. Zij verzoekt de re^eering aan dezen staat van zaken oni er- wijld een einde te maken zoo niet, dan zal het Armenische volk zich naar eigen goedvinden verdedigen. TER NEUZEN 10 September 1912. Zondagavond laat ontmoette de gemeente politie alhier bij de Axelsche brug een man en vrouw in kennelijken staat van dronken* schap. De politie achtte het raadzaam den man te arresteeren. De vrouw volgde echter als een razende. Bij het politie-bureau hadden de agenten moeite om de tierende vrouw van zich af te houdenten slotte zocht zij haar logement weer op. Gisterenmiddag had de gemeente-pohtie weer een andere ontmoeting. De inspecteur vond aan den dijk langs de buitenhaven 2 Duitschers, die lagen te slapen. Voorts bleek toen dat er nog 2 moesten zijn. en ze met hun vieren met een roeiboot uit Sas van Dent waren gekomen. Deze boot was ontvreemd bij de commiezen te Sas van Gent. De vier lieeren werden in arrest gesteld, en het bleek dat ze een avontuurlijk leven leidden. In de maand October zal alhier eene lezing voor Esperanto (wereldtaal) gehouden worden, uitgaande van het Zeeuwsch comité. Inzake J. G., 56 j., bootwerker alhier, welke zaak op 19 Juli j.l. was uitgesteld en welke zaak thans ter terechtzitting weder werd behandeld als beklaagd van ontuchtige handelingen met een minderjarig meisje op 27 April j.l. te Ter Neuzen, werd wederom uit gesteld tot 3 Jan. 1913. De heer M. v. d. Bossche is tot loods benoemd bij het Belgisch loodswezen alhier. Tot lid van de gezondheidscommissie wier zetel gevestigd is te Ter Neuzen is door de Commissaris der Koningin benoemd de heer A. E. C. Kruijsse wethouder te Axel. Zaamslag. De kerkeraad der Chr. Geref. Kerk alhier maakte het volgende tweetal om een predikant uit te beroepen n.l. Ds. P. de Groot van Noordeloos ep Ds. J. J. v. d. Schuit te Kampen. Zaamslag. In eene Zaterdag 1.1. gehouden vergadering van ingezetenen alhier werd na eenige besprekingen opgericht eene vereeniging tot het aanschaffen van veevoeder. Aanvankelijk gaven zich een ongeveer 30tal leden op. Tot het oprichten van deze vereeniging gaf voornamelijk aanleiding, de vervalschingen die na een scheikundig onderzoek van zulk voeder aan het licht kwamen. Een monster bevatte niet minder dan 20 procent zand. Axel. De rijks politie stelt een scherp onder zoek in naar het spoorwegongeval van j.l. Donderdagavond. De geneesheeren hebben het lijk van den stoker geschouwd. Axel. Op de Zaterdag alhier gehouden vee markt waren 11 stuks rundvee aangevoerd. Meer dan de helft er van werd verkocht. Voor de betrekking van leeraar aa,n de avond-vakteekenschool alhier, hebben zich 5 sollicitanten aangemeld. Voor den op 1 October aanvangenden cursus aan deze inrichting hebben zich 15 leerlingen opgegevendit aantal zal zeer waarschijnlijk wel grooter worden. Hulst. 5 September j.l. had alhier de najaars keuring voor dekhengsten in Zeeland plaats. Er waren aangegeven 94, voorgebracht 88, goedgekeurd 46, uitgesteld 14, waaronder 2 voor cornage, vermoedelijk van voorbijgaanden aard, afgekeurd 25 voor extérieur en 1 voor cornage. Hulst. Door regen en wind werd Zondag en gisteren de vliegdemonstratie totaal onmo gelijk gemaakt. Sas van Gent. Zoudagmiddag liep de Van Gent komende stoomboot „Flandria' bij de sluis uit het roer, juist toen een opkomende sleep daar passeerde, met het gevolg dat hij op het laatst gesleept wordende schip inliep en dit na tien minuten zonk. Het gezonken schip een Belgische spits werd bevaren door J. Kessel, zoon van den sluismeester alhier, en de knecht A. de Maesschalck van hier, welke zich met achterlating van alles in de boot moesten redden. Er werden terstond maatregelen genomen om het stoomschip te Ter Neuzen in beslag te doen nemen. Dat gelukte evenwel niet. Een der deurwaarders aldaar vervult militie- plichten. Een andere was uitstedig en de deurwaarder die toen uit Hulst gerequireerd werd, verscheen juist ter plaatste waar het stoomschip in beslag had genomen kunnen worden, toen dit de haven uit stoomde. Dit wil echter niet zeggen dat de reedenj van het schip daardoor vrij komt. Zaterdag zijn aan het strand der ge meente Groede aangespoeld twee vaten met petroleum, en een partij nieuw gezaagd hout. Er is ook een vat met petroleum aange spoeld op het strand onder Breskens, ver moedelijk afkomstig van den beurtschipper D. Jacobs, die dato 6 dezer de deklast van zijn tjalk-beurtschip tusschen Breskens en Vlissingen heeft verspeeld, door het ruwe weder. Zondag 1 September j.l. trok te Oostburg gedurende de godsdienstoefening in de gere formeerde kerk een stoet voorbij begeleid door een drietal spelende fanfarecorpsen, vooraf gegaan door een tweetal marechaussees. De kerkeraad van genoemd kerkgenootschap heeft hierop bij den burgemeester klachten ingediend tegen de drie muziekgezelschappen en tegen de marechaussees. Middelburg. In de ijzergieterij van de firma Boddaert Co., alhier is Zaterdagochtend een 15-jarige» jongen, die werkzaamheden op het dak verrichtte, van een hoogte van 3Va meter door een ruit gevallen. Hij werd naar het gasthuis vervoerd, waar hij des avonds is overleden. De politie stelt een onderzoek in. Gisterenmiddag is te Domburg ter aarde besteld het lijk van Laurens Louwerse, die zoo droevig omkwam bij het ongeluk der genie-brug te Utrecht. Op het graf waren aanwezig de le luitenant Van Woerden en de sergeant Polvliet, beiden uit Middelburg. Zij legden twee kransen neer, een van het 2e bataillon en een van de onder officieren, korporaals en soldaten van de 4e COüoorgTuitenant Van Woerden werd een kort woord gesproken en gezegd dat de overledene was een goed mensch en een flink militair. Vervolgens werd gesproken door ds. Van den Hoorn, Geref. predikant aldaar. De vader van den overledene dankte voor de bewezen eer.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1912 | | pagina 2