Hntirmlutionair mt nieuws- en üdvenentieblad Zeeland. Uit de Pers. FEUILLETON. In den Levensstrijd. Biimeiilandscli Nieuws. No. 945. Zaterdag 31 Augustus 1912. 10® Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnea Ter Neuzen Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. L1TT00IJ Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentiSn vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIEN: Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs" slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTI&J TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. V Vrederust. Op de heden gehouden Vergadering van het Bestuur der Ver. tot Chr. Verzorging van Krankz. in Zeeland werd met alle stemmen besloten Ds. L. Aalders van West-Kapelle die ten volle op den grondslag der Vereeni- ging staat, uitgedrukt in hare statuten, te be noemen tot Geestelijk-Verzorger van de stich ting „Vrederust" met ingang van 1 Nov. a.s. Ds. J. II Donner, Voorzitter der Vereeniging, die bereidwillig van den aanvang af de geeste lijke leiding der stichting op zich had genomen, maar thans met het oog op zijne veelvuldige werkzaamheden het noodig achtte dit verzorgs- schap neder te leggen, blijft in zijne functie als Voorzitter aan de Vereeniging verbonden. Ook dit laatste wordt ongetwijfeld door alle voorstanders van de Vereeniging en hare stichting met blijdschap vernomen. De „Roode Dinsdag" geweigerd. De r.-kath. Tijd schrijft over bovengenoemde aangelegenheidj De Burgemeester der residentie heeft ge bruik makende van zijn wettelijke bevoegd heid, het houden van een optocht, als mani festatie vóór algemeen kiesrecht, op den dag van de opening der Staten-Generaal, aan de socialisten verboden. Op den dag van de opening der Staten- Generaal hierin lag de beteekenis van de aangekondigde manifestatie, meer dan waarschijnlijk ook de reden van het verbod. De derde Dinsdag in September is de eenige dag van het jaar, waarop de Koningin zich aan Haar volk vertoontomgeven door een luisterrijken hofstoet, de eenige dag van het jaar, waarop Zij in het openbaar tot de Staten-Generaal, de vertegenwoordigers van dat volk persoonlijk het woord richt. Die derde Dinsdag in September is dan ook ons nationaal feest bij uitnemendheidde dag, waarop wij onze constitutioneele staatsrege ling, welke in de monarchie haar bekroning en hoogste uitdrukking vindt, met dankbaar heid en ingenomenheid gedenken. Zóó is het tot dusver steeds geweest. Een socialistische optocht op dien dag in de residentie, in de straten, waar enkele uren vroegen of later de koninklijke stoet doorgetrokken is of zal doortrekken, kan Bram proest het uit. „Wat een gezicht en dat met den Zaterdag avond. Wat scheelt er aan „Niets," klinkt't onvriendelijk. „Niemendal." „Kom, kom," luidt 't antwoord, „niet zoo stroef. 'k Heb je in geen tijd gezien, en toch al zoo dikwijls naar je gewacht. Maar jij hebt altijd zoo 'n haast. Nou, ik niet. Thuis is 't zoo lollig niet. De oude vrouw moppert tocht altijdnooit breng ik genoeg thuis, 'k Moet zelf toch ook wat hebben. Wat jij, Steef?" Steven antwoordt niet, Bram hindert hem met zijn gebabbel. „Ook al uit je humeur Zeker ook een krats verdient zég 'n Heele week sjouwen en heulen en 's Zaterdagavonds een kale rijks daalder. „Ik maar twee gulden," komt onwillekeurig Steven er tusschen. „Twee guldenEn blijf jij daar nog. Kerel, onmogelijk een ander karakter dragen dan dat van een tegenbetooging, een protest. Een protest tegen onze geheele Staats inrichting, tegen de monarchieVan de zijde der vrienden van constitutie en koning schap werd dit algemeeu ingezienvan den kant der vijanden niet of nauwelijks tegen gesproken. Dat onder die omstandigheden gevaar voor wanordelijkheden kon te vreezen zijn, is duidelijk. Wij achten dan ook van dien kant beschouwd, d.i. formeel, het verbod van den burgemeester van 's-Gravenhage volkomen gemotiveerd. De hoofdzaak evenwel voor ons en zeker voor de meerderheid van alle nationaal- gezinde Nederlanders is, dat een mani festatie, zooals die welke ook dit jaar op dien derden Dinsdag te 's-Gravenhage was beraamd, een beleediging zou geweest zijn van ons Koningschap, een beleediging van onze nationale instellingen, van alles, wat in het Koningschap zijn hoogste symbool vindt. Een dergelijke beleediging mocht niet worden toegelaten. En 't is om die reden vooral, dat wij het verbod van den burge meester van 's-Gravenhage oprecht toe juichen. Wij weten, dat velen hierin niet met ons instemmen. De liberale pers men mocht het van hare halfheid niets anders verwachten keurt het verbod afwijst ook op de incon sequentie van toelating vorig jaar en van verbod nu. Wij kunnen niet verhelen, dat hierin wer kelijk een inconsequentie gelegen is en zouden het heel wat beter gevonden hebben, indien de burgemeester van 's-Gravenhage reeds ten vorige jare de houding aangenomen had van thans. Daaraan echter valt niet meer te veranderen. De toestemming vorig jaar verleend, doet intusschen aan de gegrond heid der argumenten tot weigering voor dit jaar niets af. Daar is van de zijde der socialisten ge dreigd vorig jaar en ook nu. Werd hun optocht verboden, zij zouden het er niet bij laten, maar tot andere wijzen van mani festeeren hun toevlucht nemen. En zeker zjjn hun leiders er de mannen voor, om in dit geval woord te houden en voor geen schandaal en geen ordeverstoring terug te deinzen. Men is thans gewaarschuwd. De uitvaardiging van het verbod, hoe wèl gemotiveerd ook, brengt voor den bur gemeester der residentie (en voor hem niet alleen) een hooge verantwoordelijkheid mede, loop weg. Ga naar een ander. En breng je dan die twee gulden nog heel thuis bij ie zus 'k Zou „Zwijg," valt Steven in. Hij kan niet velen, dat Greet in dit ge sprek wordt betrokken. „Hè, wat ben je lollig, Kom Steef, ga mee. We gaan een glaasje bier drinken, 't kan lijen jongen, 't is toch Zaterdag." „Bij mij niet." „Nou, wat zou dat. Ik betaal hoor. Wees niet bezorgd." „Ik wil niet. 'k Ga naar huis." „O, mag je niet van je grootvader, en je zus „Ik wil niet, zeg ik je „Kom, wees niet zoo flauw. Denk je dat het [voor de ganzen is gebrouwen. Of alleen voor menschen als meneer Barends en je baas Dat prikkelt. Wel ja, waaróm voor die, en niet voor hem Mag hij nooit iets hebben, en Bram betaalt immers. Maar neen Greet wacht immers op 't geld. En nimmer heeft hij nog een voet in een herberg gezet. Wat heeft grootvader hem er dikwijls voor gewaarschuwd. En vader eveneens. Vader Zijn gedachten zwerven weg. En zijn hart wordt bitter. „Ga mee, toe," noodigt Bram, „Sta zoo niet te suffen. Even maar. Ik betaal immers. welke wij vertrouwen het vastelijk met helder bewustzijn zal worden ingezien en onder aanwending van alle middelen, welke een wijs en krachtig beleid voor schrijven, ,zal gedragen worden. Hij zal daarbij ongetwijfeld alle welgezinden aan zijne zijde zien. De „Oranjebloem." De Nederlander schrijft naar aanleiding van een stuk dat door de „jonge vrijzinnigen" aan verschillende bladen gezonden werd, het vol gende Wij ontvingen een door „het bestuur der vrijzinnige propagandaclub" geteekend stuk, waarvoor men plaats verzocht liefst buiten de rubriek der Ingezonden Stukken ten einde te waarschuwen tegen „Clericalisme op onzen (let wel Koninginnedag". Dat „clericalisme" is gelegen in den verkoop van de Oranjebloem ten bate van de Chris telijke Militaire Tehuizen op dien dag. Want deze zijn, zeggen de heeren, „clericaal." Ze weten het zoo perfect, deze jongelui, die misschien nog nooit een Militair Tehuis anders dan van buiten gezien hebben Hadden ze dat wèl dan zouden ze zich kunnen begrijpen, dat niemand minder dan H. M. de Koningin zelve een geheel ander voorbeeld gegeven heeft, door te vergunnen, niet alleen het bloempje voor de Tehuizen den naam Oranjebloem te geven, maar ook door Zelve een aanzienlijke som voor het goede doel beschikbaar te stellen. Niet gaarne maken wij een persoonlijke daad onzer geëerbiedigde Vorstin tot een argument, maar nu de jonge „vrijzinnigen" hun anti-clericalisme aan den man trachten te brengen onder de misleidende voorstelling als zou het Oranjebloempje een aanslag zijn op ons nationaal gevoel, moeten wij ons veroorloven aan die daad onzer Koningin te herinneren. De „jonge vrijzinnigen" ver zwijgen haar listiglijk, maar noemen wel den steun door H. H. M. M. en Z. K. H. den Prins der Nederlanden aan de Commissie voor de West-Indische eilanden verleend; zij trach ten de sympathie voor dit doel in antipathie tegen de Oranjebloem om te zetten. Dit spel is waarlijk al te doorzichtig. Men had eerlijker, beter, frisscher gedaan door maar ronduit te zeggenOnze haat tegen al wat Christelijk is gunt aan uwe Christelijke Tehuizen nog geen dubbeltje. We kunnen 'tons begrijpen. De „vrijzin nige" jongelui hebben 'tgeld voor hun tijd schriften als Uilenspiegel, Het Leven en dergelijke opvoedende kost, maar al te zeer noodig. Je bent toch geen kleine jongen meer. Straks gaan we samen naar hnis." Ze staan voor een kroeg. Verleidelijk vroolijk gaat het daarbinnen toe. Wel is het nog licht buiten, toch spreidt daar binnen een groot aantal lampen zijn schijn sel dat flikkert en fonkelt op glas en karaf, en de lokkende dranken dubbel begeerlijk maakt, Ook jongens als hij en Bram ziet hij er in gaan. Och, waarom niet Hij is immers ook al vijftien „Doen Eer hij het weet, staat hij met Bram binnen. Bij de toonbank is 't vol. „Hier Steef, in dien hoek. Daar zit je stil. Ze zullen wel komen vragen." Ze nemen plaats aan een hoektaleltje. Steven voelt zich volstrekt niet op zijn ge mak toch heeft ook dit nieuwe eenige be koring voor hem. Spoedig heeft ieder een glas bier voor zich en om zich niet te laten uitlachen brengt ook Steven het zijne aan de lippen, om liet met groote teugen te ledigen. Onderwijl heeft de deur zich meermalen ge opend, en is de ruimte in de herberg meer dan gevuld, 't Lijkt Steven wel wat benauwd hier. De glazen zijn geledigd en nu zal hij immers zich wel goedschiks kunnen verwijderen. Bij hen die de Oranjebloem verkoopen en steunen, kunnen er wel twee dubbeltjes af op den Koninginnedag. Zij koopen na tuurlijk beide bloempjes. We denken er niet aan de schunnige propaganda van de jonge vrijzinnigen te beantwoorden met een aansporing Om nu ook geen Heidebloempje te koopen. Wij zeggen: Koopt ze allebei en laat u niet intimideeren door argumen ten die maar al te zeer het teeken dragen dat ze van de jeugd afkomstig zijn, en dus niet half rijp Ziezoo, nu hebben de heeren hun plaats buiten de rubriek der Ingezonden Stukken De terugkeer van deKoninklijke familie. De Koninklijke familie wordt 16 September in de residentie terugverwacht. Koninklijk» bezoek aan de land bouwtentoonstelling te Leeuwarden. Om 1 uur Woensdagmiddag kwamen de Koningin en de Prins met gevolg per extra- trein van Het Loo te Leeuwarden aan. Er was zeer veel belangstelling uit alle deelen van Friesland. Het Koninklijke echtpaar ging van het station dadelijk naar de veetentoon stelling en bewonderde daar de prachtige verzameling Friesch vee. De Koningin plaatste haar hanteekening in het familie-album van de Harinxma's, dat begonnen is in 1590 en waarin de Friesche Stadhouders hun hand- teekeningen hebben geplaatst. Te 3 uur werd naar de landbouwtentoonstelling gereden, waar in den ring de Friesche paarden en het Friesche vee werden voorgeleid. De konink lijke gasten bezochten de afdeelingen zuivel, akkerbouw en vereenigingsleven. Om 4 uur zijn de Koningin en de Prins weder vertakken. De Ned. verneemt, dat de heer Van Bylandt, oud-voorzitter van de Tweede Kamer, terugkomende van zijn reis uit Zwitserland, ziek is geworden. De heer Van Bylandt be vindt zich thans te Zeist, waar zijn geneesheer hem absolute rust heeft voorgeschreven. Te Haarlemmerliede bleek bij het nazien der gemeente-rekening, dat de Raad en de secretarie in het afgeloopen jaar voor f 156.20 aan koffie .hebben gedronken. Tegen dit hooge koffie-cijfer is echter be zwaar gemaakt door eenige leden van dien raad. Naar men bericht zijn op Het Loo de laatste dagen alle handen druk aan het werk om heide-ruikertjes voor Aruba, Bonaire en Curasao te vervaardigen, die op Koninginnedag Juist wil hij aan Bram den voorslag doen te vertrekken, als Hein, een van de grootere knechts, op hen afkomt. Zijn gelaat draagt de duidelijke kenteekenen van zijn verslaafd heid aan den drank, 't Is een verloopen sujet op het werk gansch niet gezienalleen Bram staat hij hem in de pasdezen heeft hij meer malen hier reeds ontmoet. Een groot deel van zijn loon verdwijnt wekelijks in de lade van den herbergier. „Zoo, jij ook hier, Steven Ik wist niet, dat juliie mekaar zoo goed kende. Kom daar doe je goed aan; 't is niet voor de ganzen gebrouwen. Een menscli mag wel wat hebben. Zal ik jullie eens trakteeren Wat heb je gebruikt Bier Flauwe kinderkost. Hola, kastelein, drie klare, met een kop er op, hoor 1" en Hein schatert om z'n geestigheid. Wat zal Steven doen. 't Is ééns, maar voor 't laatstneemt hij zich voor. En als dit glas uit is, gaat hij weghij zal geen minuut langer toeven. Hein heeft zich neergezet bij ons tweetal Steven voelt zich als de prooi, waarop de gier neerstrijkt. Eén ding staat hem zeer helder voor den geestvan zijn weekgeld mag niets af. Bram betaalt immers En straks dadelijk heen. 't Bestelde wordt gebracht. Hein betaalt, evenals Bram de vorige vertering. (Wordt vervolgd.) S> Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. (14 door ZELANDIA.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1912 | | pagina 1