Cacao DE VOLKSDRANK VAN HOUTEN S Reclame Berichten. bil uitnemendheid. Buitenlandsch Overzicht. De heer Duymaer van Twist (A.-R.) zegt, dat de bedoeling geenszins is het adres in de prullemand te stoppen. De gang naar de griffie is de gewone weg. De heer Teenstra sluit zich hierbij agn. Bij de begrooting kunnen de adressen dan ter sprake komen. Bij aanneming van het voorstel-Duys komt de zaak op de lange baan. De heer Hugenholtz (S.D.A.P.) wil inlichtingen van de regeering, juist als grond slag voor de begrootingsdiscussies. Na nog eenige discussie wordt het debat gesloten en de conclusie van de commissie met 48 tegen 16 stemmen aangenomen. Regeling van werkzaamheden De voorzitter stelt voor, a.s. Vrijdag te half twee de eindstemming over de mili taire rechtspleging te houden en daarna te behandelen een aantal kleine wetsontwerpen, w. o. de wijziging van de Schepenwet, de pen sioenregeling voor het spoorwegpersoneel enz. De heer De Klerk wil behandeling van het ontwerp inzake de pensioenen van land en zeemacht, wat door den heer Thomson wordt ondersteund. De heer Schaper (S.D.A.P.) vraagt af- deelingsonderzoek van het ontwerp zijner fractie in zake de wijziging van de Arbeidswet. De voorzit Ser ziet af van zijn voor nemen om Donderdagavond over de Auteurs wet te vergaderen. Na nog eenig debat wordt het voorstel van den voorzitter aangenomen. De behandeling van artikel 3 der Raden- we t en het daarop voorgestelde amendement- Patijn wordt vervolgens hervat. De heer Duys, zijn rede voortzettende, betoogt uitvoerig de onvolmaaktheid van art. 1638ij B. W., dat bovendien gemakkelijk ont doken kan wonden. De minister bestrijdt het amendement- Patijn. Bij het stelsel- van het ontwerp verze kering bij de wet kan men geen, buiten een onderneming werkzaam zijnde arbeiders opnemen. Zitting van Donderdag 20 Juni. De behandeling over art. 3 van het ontwerp- Radenwet en het amendement-Patijn wordt hervat. De heer Duys (s. d. a. p.) repliceert en beklaagt er zich over, dat de minister op be paalde vragen niet antwoordt en het stand punt der sprekers verkeerd voorstelt. Men weet zoo nog niet wat naar de meening des ministers de consequentie is van de schrapping van het verordeningsrecht der Raden. Met eenheidspremie bedoelt spr. géén uniforme premie. Hij komt dan aan de dienstboden en wijst opnieuw op het voorbeeld in het buiten land in deze. Waarom noemt de minister de uitwonende, niet in een bedrijf werkzaam zijnde, dienstboden niet op, daar waar zijn bezwaren alleen de inwonende gelden Zoo deden dr. Kuyper en mr. Veegens. In ieder geval neme de minister deze menschen in de Ziektewet op voor de weken, volgende op de weken, van art. 1638 B. W. De heer van I d s i n g a (c.-h.J kan zijn steun niet aan het amendement geven. Mogelijk past het in het systeem van het ontwerp, doch dit hangt af van art. 37 der Ziektewet, waarover hij nadere inlichting vraagt. De heer Nolens (r. k betoogt dat de be slissing over dit amendement afhankelijk is van de vraag of de rechtsgrond van het ont- werp-Ziektewet noodzakelijk maakt de uitslui ting van hen, die niet in loondienst ^ijn. Spr. heeft geen bezwaar zulke personen op te ne men. De aangevoerde practische bedenkingen zijn niet van overwegend gewicht. Allerminst is er bezwaar tegen opneming van de dienst boden. De heer De'Savornin Lehman (c.-h.) verzet zich tegen opneming van de dienstbo den in de Radenwet. Wil men de dienstboden in de verzekering opnemen, dan doe men dat bij de Ziektewet. De heer Schaper (s. d. a. p.) bestrijdt den heer Lohman wat hetn^ot zeer onpar lementaire uitdrukkingen leidt. De minister van landbouw deelt mede, dat hij betreffende de bevoegdheid dei- Raden een wijziging in het ontwerp-Ziektewet zal aanbrengen, waarover hij zich echter voorshands niet verder uitlaat. Hij verstrekt den heer Van Idsinga, na eenige moeilijkheid te hebben gemaakt, de door dezen omtrent art. 37 Ziektewet gevraagde inlichting. Hij blijft zich tegen het amendement-Patijn ver zetten. Bij de Ziektewet wil de minister gaarne spreken over uitbreiding van den kring der verzekerden, doch in de Radenwet blijve die uitbreiding achterwege. Hier gaat het om een richtige samenstelling van die Raden. Men kan niet alle dienstboden en haar werk geefsters tot kiezers voor die Raden gaan maken. Dat zou desorganisatie zijn, waardoor de Raden niet meer kunnen voldoen aan hetgeen de minister zich ervan voorstelt. De Kamer is dus nu in staat eene principieele beslissing te nemen over het systeem van de wet. Hierna volgt weer een altercatie over eene door den heer Schaper ten aanzien van den heer Lohman gebezigde uitdrukking. De heer Patijn (u. 1.) verwijt den minister politiek spel, omdat hij zich verder over de aanstaande bevoegdheden van de Raden van arbeid niet wil uitlaten. Hij verdedigt nog maals zijn amendement. Na repliek van den heer Van Idsinga wordt het debat over alinea t van artikel 3 en over het amendement-Patijn gesloten. GOED en GOEDKOOP. VOEDEND en GEMAKKELIJK VERTEERBAAR. VqKq. f 0.42^ VlO0.18 1 Kg. 1.50 - 0.80 De heer Duys (s. d. a. p.) verdedigt ver volgens zijn amendement, om alinea 2 van het ontwerp te schrappen, met de bedoeling de losse arbeiders in de wet op te nemen. DUITSCHLAND. Het nationale Partij-Congres. Berlijn, 19 Juni. Over het nationale partij congres van de Republikeinen in Chicago meldt de New-Yorksche correspondent van de Lokal Anzeiger dd. 18 Juni het volgende: Ofschoon het Congres van de Republikeinen pas hedenmiddag geopend werd, was de groote zaal reeds van 's morgens af door duizenden menschen belegerd. Een groote menigte po litie was voor de ingangen opgesteld, daar de aanhangers van Roosevelt, die geen kaarten hadden, de deuren dreigden te bestormen. 500 particuliere politieagenten waren aange nomen om in ieder geval voor de orde te zorgen, daar de gewone politie-mannen bij de opwinding, die in de heele stad heerschte, waarschijnlijk niet voldoende zouden zijn. Om 10 uur des morgens werd de zaal geopend. Twee muziekcorpsen speelden op een gaan derij. Ieder, die binnenkwam, moest zijn toegangskaart door 2 politieposten laten con troleeren. Ondanks deze voorzorgsmaatrege len heerschte vóór de opening van het Congres de grootste wanorde. De politie deed ver- geefsche pogingen om de gangen vrij te houden. De voorzitter was machteloos en kon zich ondanks alle moeite geen stilte verschaffen, zoodat het hoofd van politie telefonisch om versterking vroeg. Te midden van dit rumoer speelde de mu ziek het volkslied. Alle aanwezigen stonden op, waarop een geestelijke een gebed uitsprak. Onmiddellijk daarop stelde gouverneur Hadley een van ile aanvoerders van de partij van Roosevelt, voor, de lijst van gedelegeerden, zooals zij door de commissie vastgesteld was, door een lijst te vervangen, die hij zelf in diende. Rosewater, de tijdelijke voorzitter van het congres verklaarde, dat dit voorstel buiten de orde was. Toen Hadley daarop, tegen die beslissing van Rosewater in verzet .wilde komen bij de vergadering had dat geen resultaat. Namens Roosevelt werd nu voorgesteld senator Max Govern tot voorloopige congres voorzitter te kiezen. De stemming hierover is als de eerste krachtproef tusschen beide partijen te beschouwen. Het Congres moest dan ook eerst uren lang redevoeringen over de candidaten voor het voorzitterschap aan- hooren. De gaanderijen waren blijkbaar met aanhangers van Taft dicht bezet. De gedele geerden echter waren naar den bijval, dien de verschillende sprekers vonden, te oordeelen. in 2 ongeveer gelijke partijen verdeeld. De sprekers -werde'n vaak onderbroken en er heerschte een geweldig rumoer. Verder seinde hijRoosevelt die zelf niet tot de gedelegeerden van zijn partij behoort, zit in zijn hotel aan de telefoon en krijgt voortdurend berichten uit de vergaderzaal over den gang van zaken. Ofschoon hij het plan van den veldtocht met zijn getrouwen in alle bijzonderheden besproken heeft, geeft hij nog voortdurend nieuwe bevelen. Gisterenmorgen seinde dezelfde correspon dent Na een stormachtige zitting behaalde Taft bij de samenstelling van het bestuur van het Republikeinsche Congres de eerste over winning, daar zijn vriend en medestander Root, tot voorloopigen voorzitter van de vergadering er door ging. Van de 1078 gedelegeerden kreeg Roosevelt's candidaat MeGoveru 502 en Root 558 stem men. De stemming vond onder groot rumoer en geweldige opgewondenheid plaats. Toen de staat Californië afgeroepen werd, verklaarde de voorzitter van de delegatie, dat de staat zich niet door een stemming zou gebonden achten, waaraan gedelegeerden deel namen, die door bedrog benoemd waren. De uitslag van de stemming werd met gesis en gefluit, van de galerij begroet. De muziek trachtte tevergeefs boven het lawaai uit te schetteren. In de zaal werden 40 aanhangers van Roosevelt in hechtenis genomen. Na de vergadering begaven de aanhangers van Roose velt zich naar een van te voren bepaald lokaal. Te voren, terwijl er nog gedebatteerd werd, hadden 10,000 personen, waaronder zich een groot aantal suffragetten bevonden, getracht de politie weg te dringen. Daarbij werd met bazuinen en pauken een geweldig concert uit gevoerd, waarbij dierstemmen nagebootst wer den. De politie kreeg versterking en nam 100 personen gevangen. Eenige gearresteerden hadden revolverschoten op de politie gelost. Anderen waren met dolken op de politie en politieke tegenstanders aangevallen. Het is moeilijk te bepalen of de aanhangers van Roosevelt of die van Taft het meeste schuld aan deze ongeregeldheden hebben. Vaststaat, dat er in het Engelsch, Duitsch en Italiaansch gescholden werd. In het gebouw zelf was de stemming nog slechter, zoodat het gerucht liep, dat men getracht had met dynamietpatronen aanslagen erop te doen. Zeeuwsch-Vlaamsch Zendingsfeest te Ter Neuzen. Gisteren had alhier op een weide even voorbij het ziekenhuis het Zeeuwsch-Vlaamsche Zendings feest plaats. Om 11 uur begonnen, sprak Ds. G. van Dis van Zaamslag het openingswoord. Daarna sprak Ds. G. F. Kerkhof van Souburg over „De verloren penning van de arme weduwe-" Ds. A. A. Dönszelmann van Varik hield een boeiende rede over „Ik zal niet sterven, maar leven" (Ps. 118 17). „Een talent in den dienst der zending" was het onderwerp waarmede Ds. L. Kuiper van Delft optrad, en de vele opgekomenen er mede wist te boeien. Toen deze sprekers gesproken hadden, was er een pauze. Van de gelegenheid om iets te gebrui ken werd druk gebruik gemaakt. De zangvereenigingen „Hosanna" en „Looft den Heer" van Ter Neuzen, benevens het muziekkorps „Hosanna" uit Axel deden feestliederen hooren, terwijl het muziekkorps de liederen uit het progamma steeds begeleidde. Van deze eerste drie sprekers waren we tot onzen spijt niet in de gelegenheid, iets over het door hen gesprokene op te nemen. Het was tijd geworden dat Ds. S. H. J. James van Lage Zwaluwespreken zou over „Het Hemelsch gezicht niet ongehoorzaam". De Zendingsijver berust op het woord van Paulus het Hemelsch gezicht niet ongehoorzaam. Paulus is de ijveraar. De ijveraar voor zijn bekeering en ook na zijn bekeering. Hij verkondigt hier het Evangelie aan een uitgelezen gezelschap. Met een enkel ingrijpend woord spreekt hij over zijn ijveren tegen Jezus, maar wijst er tevens op, hoe het Hemelsch gezicht hem verschenen was. Dat woord heeft hem uitgedreven van de eene stad naar de andere. Hier is Paulus in de rechte zendingspositie. Eerst het geloof en dan het bevel om te prediken. Zending geschiedt meestal met onvoldoende geschut, daarom is het noodig, dat het in de rechte richting wordt gebracht. De zending moet geworteld zijn in de hemelen en het geloof, dat Jezus als Koning zit in heerlijk heid en Zijn rijk zal doen komen. Daaraan moet ieder Christen medewerken, opdat haastig de aarde kome, waarop gerechtigheid woont. Ds. C. Lindeboom van Gorinchem had tot onder werp gekozenOptimisme en pessimisme bij den Zendings-arbeid. Bij een feest als dit mag men vragenMogen wij feest vieren, waar er zooveel geestelijke ellende onder de Heidenen is De optimist antwoordt toestemmend. Zooveel aardsch werk wordt begonnen en nooit voltooid, de zendingsarbeid zal zeker voltooid worden. De pessimist zegtgeen reden om feest te vieren. De zending is een ploegen op rotsen. Hoelang is het al geleden dat Jona, dat Paulus yiitging en wat is er eeuw na eeuw niet gedaan en er zijn nog 1100 miljoen menschen die Jezus niet kennen. Eiken dag sterven er 70,000 en elk uur 3000 Hei denen. Die feiten zijn zoo en toch behoort de feeststemming ons bij te blijven, want Gods woord gaat in dit optimisme ons voor. Op liefelijke wijze wordt in den Bijbel van de Heidenen gesproken. Al de heidnen zullen tot U komen, Heer Geen algemeene verzoening, niet hoofd voor hoofd, maar elke natie zal worden toegebracht. Wij mogen feest houden, want al wat God wrocht zal juichen tot Zijn eer, omdat de Heidenen het maaksel Zijner handen zijn, zullen ze niet verloren gaan. De pessimist zegtDe zendelingen geven geen lijsten van bekenden, wat geeft het dus. Wij prijzen het in de zendelingen, dat zij zulke lijsten niet geven. Bekeering is zulk een teere zaak. Er is zooveel schijn voor wezen. Spurgeon zeide eens Ik heb menschen bekeerd en God heeft het gedaan. Die ik bekeerd heb, zijn alle teruggevallen en die God bekeerd heeft, zijn gebleven. Gods werk gaat langzaam. Een papieren roos wordt gemaakt in 10 minuten, een echte roos heeft maanden noodig. De kerk moet zich verheugen, dat zij medearbeider kan zijn. Het leven van den mensch begint met een opene wieg en eindigt in een gesloten kist Maar daarop volgt een ge opende hemel. Daarom mag de Christen jubelen maar moet den Heiden ook bekend maken met dien geopenden hemel. Daarom moet de Christen ook bidden voor de Zending. Geregeld bidden, in uw huisgezin, in uw binnenvertrek. Maar dat bidden is duur. Wie waarlijk bidt, voelt ook zijn hart in liefde ontvlamd voor de zending en moet door die liefde gedrongen zijn gaven offeren. Alsnu trad op dhr. L. J. D. v. d. Roest, oud zendeling met het onderwerp„De donkere bos- schen van Nieuw-Guinea en het licht des Hemels". Geene redevoering, doch een practisch woord zooals spr. zelf zeide, kregen we hier te hooren. Spr. hulde ons in donkerheid, doch plaatste ons daarna in een heerlijk licht. In gedachten meege voerd naar N.-Guinea, schetste hij ons dat groote eiland met zijne Papoea's, eertijds verkeerende in stikdonkeren nacht en dieper gezonken dan eenig ander land. Kon men bij a/ndere heidenen nog een spoor van godsdienst vinden, hier, bij de Papoea's, schepselen tusschen mensch en dier in, had men in de taal zelfs geen woord dat God aanduidde. Eertijds vol slagen donkerheid, thans verheugt men zich daar in het heerlijke licht des Evangelies. Lang is er gearbeid, 40 laDge jaren, en men maakte er soms de Utr. Zendingsvereeniging, welke aldaar gearbeid heeft, een verwijt van dat het werk toch te ver geefs was. Maar eindelijk gaf God zegen op dien arbeid en is het licht des Hemels in vollen glans nedergedaald in die duisternis van het heiden dom. Spr., zelf aldaar gearbeid, stond nog eenige oogenblikken stil bij den arbeid aldaar verricht, en bij de vruchten op dien arbeid gevolgd en liet in 't bijzonder uitkomen, dat wanneer er gearbeid wordt in den dienst der zending, dit geschieden moet met opoffering van onszelve, ons gevende geheel en al. Ds. D. Pol van Vlissingen had tot onderwerp gekozen Geloof, liefde en hope als zendingsmo tieven. Zendingdrijven is de plicht der gehoorzaamheid van ieder Christen. Gods wil staat in des Christens hart geschreven door den H. Geest. Symbool van het Christelijk leven is het kruis en het anker in het menschelijk hart. Kruis symbool van het geloof. Het anker symbool der Chr. hope, kruis en anker en 't menschelijk hart symbool der liefde. Geloof is een motief voor de Zending. Als de lamp des geloofs helder brandt, komt het schijnsel der beljjdenis naar buiten, maar dan dient ook onze lamp steeds van olie voorzien te zijn. Onze lamp schijnt dan echter alleen voor onze omgeving. Daarom moet het geloof beweeggrond zijn voor wereldmissie. De geloovige weet dat hij het ware geloof heeft, dat voor ieder noodig is. Daarom moet ook over de geheele aarde van dat geloof getuigd worden. Die bezwaren tegen de Zending maakt bewijst daarmee dat zijn geloof niet helder en frisch is. De Christen moet drijven wereldpropaganda voor zijn geloof daaraan kunnen alleen meedoen kloekgeloovigen. Een tweede motief voor de Zending is de Christe lijke liefde. Liefde is meer dan gelbof, want liefde maakt gelijkvormig aan God en dringt van zelve tot zending. Liefde is mededeelzaam. Wie zelf is ontfermd geworden door de liefde Gods, die is daardoor ook ontstoken in liefde, in reddende liefde voor anderen. De heilige liefde Gods in ons moet uitdrijven tot zending. Derde motief is de Christelijke hope. Die hope richt den blik naar het hemelsch Kajiaiin. Het is niet de jongeling, die den berg beklimt met de leus „Excelsior" en daarboven omkomt in de sneeuw. De Christen roept ook zijn „Excelsior", wachtende de onverderfelijk^, onverwelkelijke kroon der overwinning. De wereld moge smalen, dat die hope een wissel is op de eeuwigheid, de Christen weet, dat die hope eenmaal zal vervuld worden. Wanneer Als het Evangelie zal ge bracht zijn aan alle volkeren, want dan komt onze Heiland. Daarom is die hope een werkzame prikkel om den zendingsarbeid voort te zetten. De koning in de gelijkenis ging uit om zich een koninkrijk te verwerven en dan weder te komen, maar zijne dienaars moesten werken. Zoo ook Jezus. De bruid zal bevorderen de spoedige komst van den bruidegom. Zal dan de Christen minder doen Zal de kerk minder doen om de komst van haren Bruidegom te bevorderen Daarom Christenen, op, werkt voor de spoedige komst van uwen Heiland, voor de komst van den dag, waarop alle volken zullen zijn toegebracht. Ds. M. Mooij van Ermelo sprak de slotrede. Nadat" spr. al de sprekers vóór hem in 'tkort de revue liet passeeren, wil hij de feestvierenden ook nog een woord meegeven naar huis. Hij doet dit naar aanleiding van Mattli. 24, waar de discipelen den Heiland vragenzeg ons wanneer zullen deze dingen zijn, nadat Jezus hun gezegd had, dat niet een steen op den anderen gelaten zou worden, doelende op de gebouwen des Tempels. Spr. stond in 't bizonder stil bij het 14e vers, waar Jezus zegt Dit Evangelie des Koninkrijks zal in de geheele wereld gepredikt worden tot een getuigenis der volkeren en dan zal het einde komen. In korte trekken verklaart hij deze woorden in verband met de teekenen der tijden en legt den nadruk op de getuigenis die wij allen moeten af leggen in de wereld Of wij goede getuigen zijn en of wij onze getuigenis geven midden in de wereld. Met een aansporing om toch diep doordrongen te zijn van die waarheid en ernst te maken met de teekenen des tijds, ons voorbereidende op het einde der dingen, eindigde deze spr. met de bede, dat God ons allen genadig moge zijn, opdat wij niet beschaamd uitkomen. Ds. Van Dis eindigde ten half zes ure met de verschillende personen te bedanken, die tot het welslagen van dit feest hadden medegewerkt en sprak een dankgebed uit. Ongeveer een 1400 menschen zijn er tegenwoordig geweest. Aan den voor-avond van dit Zendingsfeest is er in de Herv. kerk alhier een bidstond gehouden door Ds. A. Timmerman en Ds. J F. van Hulsteijn, waarbij ruim 200 menschen tegenwoordig waren.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1912 | | pagina 2