Hntirmlutionalr
mi
nieuws- en üdvertentieblad
Zeeland.
FEUILLETON.
In den Levensstrijd.
Uit de Tweede Kamer.
No. 925.
Zaterdag 22 Juni 1912.
10e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Oit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN.
ADVERTENTIÉN:
Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIESI TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
V Een verstandige daad.
Eindelijk hebben we" het Bijvoegsel van de
Volkswil van 1 Juni 1.1. te zien gekregen.
Werkelijk, hierin komt voor: Lnctor et
Emergo krijgt hare inlichting I Inleiding.
Wie echter meenen mocht, dat in deze In
leiding de vraag wordt beantwoord, waarom
het wel een moreel schandaal is, dat de
secretaris van den Raad van Bestuur der
Z.-V. T.maatschij mr. Dieleman, lid der Prov.
Staten is, en het geen moreel schandaal zou
zijn, indien hij als lid dier Staten vervangen
werd door een lid van den Raad van Advies
derzelfder Mij., den heer Van Dixhoorn,
komt bedrogen uit. De heer Van Dalsum
roert in zijn lang artikel deze vraag in 't geheel
met aan en wacht er zich wel voor, zijn
krachten te beproeven aan een antwoord op
die vraag.
Voor zijn lezers heeft hij dus zorgvuldig
verborgen gehouden, waarover het tusschen
ons ging. En dan wil hij toch zijn lezers
wijsmaken, dat bij hem niet het doel de
middelen heiligt
Het artikel is veel te lang om het in ons
blad over te nemen. Wie echter het bedoelde
Bijvoegsel eens te pakken kan krijgen, moet
niet nalaten het aandachtig te lezen. Als hij
na een uur studeerens begrijpt, wat al dat
gebazel beteekent, noemen we hem een knap
man. Alleen dit is duidelijkLuctor et
Emergo speelt in hare artikelen in bijna elk
woord den huichelaar. We zouden zoo zeggen
als dat waar is, dan is het erg dom van u,
dat ge die korte artikelen niet hebt afgedrukt.
Dan konden ook uwe lezers dit zien en hadt
ge u de moeite kunnen sparen om door al
die lange verhalen uw eigenlijke bedoeling
te bemantelen.
Toch is niet alles dom, wat de heer Van
Dalsum doet. maakt ook wel eens een
verstandige zet althans zooals wij die gaarne
zien.
Zoo deelt hij in het laatste nummer van
De Volkswil mede, dat hij de tegen ons ge
schreven artikelen he^ft vereenigd in bro
churevorm en gezonden aan alle Kamerleden.
Hij kon ons geen beteren dienst bewezen
hebben en we prijzen dit gaarne als een ver
standige daad.
Immers, we zouden het zeer op prijs stellen,
omdat we het in het belang onzer streek
achten, dat de Staten-Generaal spoedig het
gevraagde renteloos voorschot toestaan.
En nu wil het ons voorkomen, dat de
Ze voelde zich zoo eenzaam. En dat be-
bevreemdt nog minder, als ge weet, dat haar
ouders, hoezeer ook eerlijke en rechtschapen
menschen, veel hadden gezwoegd en getobd
om hun kinderen een aandeel te geven in de
schatten der aarde, ofschoon al hun pogen
schipbreuk leed, maar toch verzuimd hadden
hen bekend te maken met de hemelsche goe
deren. Ze hadden alleen geleefd voor déze
wereld, die met al haar heerlijkheid voorbij
gaat, en die voor hèn zoo bijzonder spoedig
voorbijgegaan was.
Zóo, zonder troost in 't verdriet, diep ge
wond rh 't minnend hart, moest Ida als meisje
van dertien jaar den harden strijd gaan strij
den, om staande te blijven, om haar brood te
verdienen.
Ze kwam als dienstmeisje terecht bij een
familie, die haar meer als dochter dan als
ondergeschikte behandelde. Wat méér zegt:
God voerde haar in een huisgezin, waar Zijn
Naam werd geeérd en waar oprechte vroom
heid woonde. Haar ontvankelijk gemoed was
spoedige toekenning van dat voorschot nergens
beter door kan bevorderd worden, dan dooi
de oppositie van den heer Van Dalsum. Als
de 150 leden der le en 2e Kamer lezen, dat
een man die zulke wartaal laat drukken, zich
verzet tegen de toekenning van dat voorschot
en op die wijze het leggen van de tramlijn
hoopt tegen te houden zullen zij, naar we
hopen, spoedig inzien dat onze nationale be
langen niet mogen opgeofferd worden aan de
persoonlijke wraakzucht van iemand, die men
ook in Den Haag zeer wel kent.
In dit opzicht kunnen wij dus niet nalaten,
den heer Van Dalsum onzen dank te betuigen
voor zijne hulp in eene zaak, waarin wij
terwille van de behoeften onzer streek groot
belang stellen.
V Provinciale Staten van Zeeland.
Op de lijst van werkzaamheden voor de
zomerzitting komen o. a. de volgende voorstel
len van Ged. Staten voor
Om het maximum van het subsidie aan de
vereeniging de Ambachtsschool te Middelburg
te verhoogen van f4000 tot f5000, zulks in
verband met de toeneming van het aantal
leerlingen en gezien het feit, dat het bestuur
zich voortdurend beijvert, zooveel mogelijk
aan allerlei behoeften op het gebied van vak
onderwijs bevrediging te schenken.
Om, niettegenstaande het rijk aan de Zee
vaartschool te Vlissingen niet, zooals verwacht
werd, f7880 maar f7600 subsidie geeft, het
provinciaal subsidie toch niet te verminderen.
Om f 200 subsidie te geven voor den tijd
van drie jaar aan de kantwerkschool Koningin
Sophie der Nederlanden te Sluis.
Tot afwijzing van de verzoeken van de
raden der gemeenten Wemeldin^e, Yerseke
en Kruiningen om niet over te gaan tot den
aanleg van een tramweg van Hansweert naar
het station Vlake.
Tot afwijzing van de verzoeken om de
booten van den dienst Middelburg—Zierikzee
van Vlissingen te doen vertrekken.
Tot toekenning van een bijdrage van f 2250
aan het Waterleiding-comité van het eiland
Tholen in de kosten van de voorbereidende
werkzaamheden voor den aanleg van een
drinkwaterleiding.
Tot toekenning van een jaarlijksche bijdrage
van f 10,000 gedurende 12 jaar in de kosten
van aanleg van los- en laadplaatsen te Ter
Neuzen. Aanvankelijk waren Ged. Staten niet
van plan een voorstel in deze richting te doen,
maar daar uit een met den minister van
waterstaat gevoerde correspondentie blijkt dat
deze erop staat dat de provincie in de totaal
geraamde kosten van f 600,000 in eens, f 100,000
al een vruchtbare akker voor het zaad, dat de
Heere daarin liet werpen, het schoot wortelen
en begon allengs vruchten te dragen. Zij
ontving een zachtmoedigen en stillen geest,
die, naar het woord der schrift, kostelijk is
voor God.
Haar broer Frans ging het intusschen zeer
goed. Hij was voorspoedig in zijn reizen, God
bewaarde hem te midden van de groote ge
varen, welke het zeemansleven omringen. Eu
dat niet alleen. Nauwelijks twintig jaar oud,
werd hem door een rijken reeder op een van
diens schepen een plaats als kapitein aange
boden. Alles scheen Frans mee te loopen.
Hij onderscheidde zich door ijver en overleg
zoozeer, dat de reeder hem al spoedig als zijn
bijzondere vertrouweling behandelde.
Na verloop van een tiental jaren was Frans
als deelgenoot of compagnon opgenomen in
de zaak van zijn meester en daar deze oud
was en geen zoon had, die hem kon bijstaan,
werd het beheer der zaken langzamerhand
geheel aan hem toevertrouwd.
De oude heer verloor in dien tijd zijn
vrouw.
Ook hij zelf leefde niet lang meer. Kort
voor zijn dood trad Frans in 't huwelijk met
de eenige dochter van zijn meester, en na
diens overlijden volgde hij hem op.
Het goed zijns meesters was nu het zijne.
of f 120,000 in tien jaarlijksche termijnen be
taalt, achtten Ged. Staten het gewenscht,
bovengenoemd voorstel te doen.
Tot het verleenen van een renteloos voor
schot van ten hoogste f 5534 aan de gemeente
Krabbendijke, zijnde een derde van de kosten'
van herstel der haven aldaar.
Om het maximum van het vroeger toege
kende renteloos voorschot voor het herstellen
van de haven en het verzwaren van den haven-
dam te Bruinisse te verhoogen van f 15,000
tot f 19,475, zulks in verband met de door de
gemeente veranderde plannen.
Om afwijzend te beschikken op een verzoek
van het hoofdbestuur van de provinciale ver
eeniging Het Groene Kruis, om een jaarlijksch
subsidie van f 1000 voor de bestrijding van
de tuberculose. Dit voorstel berust op het
feit, dat er geen samenwerking is met de
Zuidbevelandsche Groene Kruis-vereeniging,
en dat niet voldoende omschreven is op welke
wijze het geld zal worden besteed.
Voorstellen tot opening van credieten voor
het hoofdbestunr van de Zeeuwsche Landbouw-
maatschappij van f 3350 ten behoeve van de
bevordering van de paardenfokkerij en van
f 150 ten behoeve van een cursus in hoef
beslag, en vat: f 3000 voor de afdeeling Zeeland
van Het Nederlandsch Rundveestamboek voor
de bevordering van de veefokkerij.
Een voorsjel tot afwijzing van het verzoek
van het comité van actie voor een nationale
rondvlucht om een subsidie, van f379,76. Ged.
Staten zien niet in, dat bij de luchtvaart een
belang v.an provincialen aard betrokken is.
Een voorstel tot, het vaststellen van de
rekening der provincie over 1910 in ontvangsten
op f 821,580,39 en in uitgaaf op f728,495,68,
alzoo met een voordeelig slot van f93,084,71.
Een voorstel tot vaststelling van de begroo
ting 1913 in ontvang-en uitgaaf op f 752,910,10.
Een voorstel tot heffing van 39 opcenten
op de hoofdsom van de grondbelasting voor
ongebouwde en 31 opcenten van bebouwde
eigendommen, en van 52 opcenten op de hoofd
som van de personeele belasting.
Zitting van Woensdag 19 Juni.
Aan de orde is de Radenwet, waarvan
art. 2 z. h. s. wordt aangenomen.
Bij art. 3 dient de heer P a t ij n (U. L.)
een amendement in om mede |in de wet te
betrekken de arbeiders, die niet in een onder
neming werkzaam zijn. Hij verdedigt zijn
voorstellen op verschillende gronden en be
strijdt de bezwaren van den minister tegen
de opneming van andere categoriënl. Arbei-
't Leek een droom, een droom van voorspoed
„Wat is die jongen fortuinlijk geweest," zeiden
zijn bekenden. Ze maakten de gewone fout
in hun conclusie. Niet de Fortuin, God maakt
rijk. Maar het ging Frans als velenhij
vergat, dat hij slechts rentmeester was over
zijn goed hij schreef zijn vooruitgang en voor
spoed alleen aan zichzelf toe en werd meer
zelfzuchtig en trotsch, dan hij ooit geweest
was. De Nebucadnezarsgedachte lééfde in
zijn hart. Zijn verwaandheid kende welhaast
geen grenzen meer. Dit kwam niet zoozeer
uit in zijn kleeding of manieren voor 't uiter
lijk was hij een man, die zich in niets onder
scheidde boven anderen van zijn stand. Doch
zijn binnenste gloeide van loutere zelfingeno
menheid. De afgod, dien hij aanbad met diepe
bewondering, was hij zelf. Dit bleek ten
duidelijkste in zijn gedrag tegenover zijn
zuster. Ida, nederig van aard, voelde zich in
haar geringe positie van dienstmaagd, gelukkig.
Dat men den Heere kan dienen, zelfs in den
eenvoudigsten werkkring, cjoor z'n werk «iet
getrouwheid en in afhankelijkheid van Hem
te verrichten, was het geheim, dat Ida be
kend was.
Maar dit juist hinderde haar broeder.
„Hooger op was zijn leus.
Ilij begon zich spoedig over Ida te scliamen-
Ze was hem te arm, te tevreden. Zijn eer.
ders, niet in een onderneming werkzaam, be
vinden zich in een dienstbetrekking, die in
den regel juist niet is van tijdelijken aard.
Meerdere argumenten van den minister acht
spr. onjuist.
Wat de minister van de van de regeling
uitgesloten dienstboden zegt, geldt niet voor
de uitwonende dienstboden, welke categorie
steeds talrijker wordt. Bovendien waarborgt
art. 1638ij B. W. niet geneeskundige verple
ging en behandeling gedurende zes weken
onder alle omstandigheden. Spr. wijdt nader
over dit punt in verband met de regeling van
het arbeidscontract uit. Hij wijst ook op het
voorbeeld in het buitenland.
De heer Duys jS. D. A. P.) steunt het
amendement-Patijn en vraagt naar aanleiding
daarvan nu pertinent aan den minister, wat
hij met de Ziektewetidenkt te doen. Is met
de schrapping van het verordeningsrecht voor
de Raden van Arbeid nu ook de bepaling van
art. 16a Ziektewet vervallen, waarbij de Raden
de bevoegdheid krijgen om anderen, dus ook
de dienstboden, in de verzekering op te nemen
Vóór alles is noodig, dat men voor de drie
deelen der Verzekering krijgt één sfeer van
verzekering, waardoor men komt tot één
loonlijst, één eenheidspremie, vereenvoudiging
van administratie enz. De minister houdt
geen rekening met de ervaring in het buiten
land in deze. De bestaanszekerheid van de
niet in vasten dienst zijnde arbeiders is ook
veel geringer dan van de anderen.
Den grond, die door den minister voor de
uitsluiting wordt aangevoerd, acht de -heer
Duys zwak en onzeker. De arbeiders, wier
arbeid van tijdelijken aard is, worden reeds
door den minister zelf uit de wet geschakeld.
Spr. maakt een vergelijking met de ontwerpen-
Kuyper en -Veegens. Het beroep op het gezins
leven om de dienstboden uit te sluiten gaat
niet op. Bij de»regeling van het arbeidscon
tract was van verschillende zijde gezegd, dat
de dienstboden belmoren in een Ziektewet
ook de heer Talma heeft als Kamerlid gewild,
d?it de'toenmalige minister Veegens zich dooi
de beslissing in deze bij het arbeidscontract
niet te laten binden voor de Ziektewet.
Daarop brengt de heer Teenstra (V.-D.)
verslag uit over de adressen van den
Rijkswerkliedenbond en den Algemeenen Amb-
tenaarsbond. afd. Amsterdam, met verzoek om
loonsverhooging, voor welke verzoekschriften
de commissie voorstelt nederlegging ter griffie.
De heer Duys stelt voor liet adres van
den Rijkswerkliedenbond naar de regeering
te zenden in# verzoek om inlichtingen. An
ders gaat het in de prullemand.
De heer De Klerk (U.-L.) ondersteunt
het voorstel van den lieer Duys.
zucht verschrompelde en verteerde als een
helgloeiend vuur het weinigje broederlijk ge
voel, dat liefde had moeten heeten.
Hij meed haar. En hoe hooger hij klom
hoe minder hij aan 4iaar bestaan wenschte
herinnerd te worden. Toen hij nu na. een ge
sprek bemerkte, dat zij bovendien „vroom"
geworden was, keerde hij zich geheel van
haar af.
Haar liefhebbend harte bleef hem zoeken.
Ook toen zij de vrouw van visscher Harmsma
was geworden, trachtte zij nog betere gevoe
lens in hem wakker te roepen.
Ze ging hem opzoeken.
Maar liet gesprek, onder vier oogen met
hem gevoerd, was zeer kort geweest.
Geheele scheiding was het einde.
Waarom moest ze hem opzoeken, redeneerde
haar rijke broer. Natuurlijk om zich in te
dringen, zij, de eenvoudige visschersvrouw
wilde van hem profiteeren, halen wat te halen
was.
Botweg sneed hij elke toenadering af.
Hij wilde niets meer met haar te maken
hebben. Ze was dood voor hem.
Maar hij niet voor haar.
Zijn stugge trots kon niet beletten dat haar
gebed voor hem bleef opgaan tot den troon
der genade. En nu was zij gestorven.
(Wordt vervolgd.)
inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
4) door ZELANDIA.