nieuws* en Advertentieblad Zeeland. Antirevolutionair voor FEUILLETON. In den Levensstrijd. Biimeiilandsch Nieuws. Korte Berichten. No. 922. Woensdag 12 Juni 1912. 10e Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen. Ter Neuzen ƒ1,Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITY001J Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIEN: Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver* tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTlft-4 TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. Buitengewone Vergadering van het Provinciaal Comité van Anti-Rev. Kiesvereenigingen in Zeeland op Maandag 17 Juni 11912, des namiddags ten 121/3 ure, in het Hotel „Pays-Bas" te Ter Neuzen, Nieuwstraat. Agenda: 1. Opening. 2. Vaststelling notulen. 3. Mededeeling goedgekeurde rekening en' verantwoording en vastgestelde begrooting. 4. Jaarverslag Secretaris. 5. Jaarverslag Penningmeester. 6. Inleiding vau het vraagpunt of bij eyen- tueele grondwetsherziening niet het beginsel van evenredige vertegenwoordiging moet wor den opgenomen. Inleider Mr. P. Dieleynan. 7. De A.-R. Kiesvereeniging te Goes stelt voor a. Het vraagstuk omtrent de volkomen gelijkstelling tusschen openbaar en bijzonder onderwijs urgent te verklaren b. In de centra onzer provincie in overleg met de andere rechtsche organisaties, verga deringen te beleggen, waar de urgentie van de rechtsgelijkheid op 't gebied van 't onder wijs worde aangetoond c. Aan de Deputaten-vergadering voor te stellen de volkomen rechtgelijkheid tusschen de beide takken van ons volksonderwijs op het Program van Actie te plaatsen d. de andere ProV. Comité's uit te noodigen adhesie te betuigen met bet voorstel, opdat de kans dat dit punt op bet program komc, zoo groot mogelijk zij. 8. Rondvraag. 9. Sluiting. Des namiddags ten 21/» ure in de Gercf. Kerk te Ter Neuzen Openbare Vergadering. Spreker Ds. II. C. HOGERZEIL van Vlis- singen. Onderwerp Welken kant moeten rvy uit P De le vergadering is toegankelijk voor alle leden van A.-R. Kiesvereenigingende 2e vergadering in de Geref. Kerk bovendien voor alle anderen, Anti-Rev., Chr.-Hist, en Roomsch- Katholieken. Het Moduramen. Lang had hij geslopen rondom de woning, en eindelijk was hij binnengetreden, en geen liefde of medicijn hadden hem kunnen weg dringen. En tocli, vervulde droefheid aller ziel, toch was er in die bittere smart iets, dat ver lichting gafhet besef, dat de lieve doode thans leefde omhoog! Maar dit besef verdofte door de zwaarte der smart. Wat was er lang gehoopt Want langzaam, o zoo langzaam was het gegaan. Met een kuch begon het en het eindde in den doodsnik. Neen, zonnestraal, dring niet zoo dartel door de kier der gesloten blinden. Dans niet, kleine stofjes, in de glinstering van dat licht. Bloemen in 't venster ontplooi geen nieuwe knoppen Maar kom, sombere misten kom, donkere regenluchten, kom, stormwind, en huil een weeklacht om de hoeken van 't sterfhuis kom, nacht, zwart en donker en sprei uw schaduw- V Geen erger dooven, dan die niet hooren willen. Een dikke 25 jaar geleden stichtten we hier een Locaal-Comité der Uiiie„Een school met den Bijbel." Voor liet lidmaatschap werd ook aangezocht iemand, die voor de goede zaak veel woorden over had, maar liever zijn beurg gesloten hield. Alvorens ja of neen te zeggen, moest hij inlichtingen hebben omtrent de nieuwe ver- eeniging, die een bijdrage vroeg. Zoo kregen wij dan op een Zaterdagmiddag de eer van zijn bezoek en werden we verzocht, hem eens duidelijk te maken, wat de Unie eigenlijk bedoelde. We legden hem uit, dat deze vereeniging allerwege in 't land belangstelling trachtte te wekken voor het Christelijk Onderwijs en dat de plaatselijke Comité's hun inkomsten ge bruikten, om minvermogende ouders te helpen in 't betalen van het schoolgeld, indien dit voor hen te bezwarend is. Natuurlijk lieten we niet na, hem te doen gevoelen, dat we voor dit doel ook gaarne een jaarlijksche bijdrage van hem zouden ont vangen. Onze bezoeker bleek echter zeer kort. van begrip te zijn, zoodat we veel moeite hadden, hem aan 't verstand te brengen, wat de Unie wilde. We waren anderhalf uur met hem bezig, doch eindelijk had hij 't volgens zijn verklaring dan toch begrepen. Slechts eene vraag nogals er nu ergens een Christelijke school is, die geld te kort komt, legt Mijnheer De Unie dat dan er hij Wij gaven den moed op en moesten het zonder 's mans bijdrage stellen. Aan deze merkwaardige discussie werden we herinnerd door ons debat met den heer Van Dalsum. Hij beschuldigde in zijn blad de heeren Fruijtier en Dieleman, dat ze het belastinggeld der Provincie vragen voor eigen zaak en zak, en noemde dit in navolging van een onge noemde een „moreel schandaal." Wegens dit schandaal wil hij, zooals hij voorgeeft doch de ware reden is een heel andere 't bekende lasterproces mr. Diele man vervangen door den heer Van Dixlioorn, die dat zoogenaamd schandaal echter goed keurt door woord en daad en stilzwijgen Nu beweert de heer Van Dalsum, dat hij uitgaat van de leerhet doel heiligt niet de middelen., Naar aanleiding van een en ander hebben wij tot beschamens toe, zoooals onze lezers weten, den heer Van Dalsum de vraag voor vlerken uit, wijd uit Drie dagen daarna verlaat een kleine stoet de woning. De doode wordt weggedragen. In het klaaghuis zijn woorden gesproken van deernis, van rouw, maar Gods dienaar heeft uit Gods Woord óók gesproken van troost, want zalig zijn de dooden, die in den Heere sterven, zalig, van nu aan En als straks de kist daalt in de groeve, dan staart wel het oog, vol tranen, omlaag maar bij het weerkeeren, heft toch de blik zich ook weer omhoog waarom de levende te zoeken bij de dooden HOOFDSTUK III. Een twintig minuten van Harmsma 's woning ligt het visscliersdorp. 't Zijn meest kleine armelijke huisjes, voor 't grootste deel rond de kerk heen gebouwd, alsof ze in hun nietigheid zich daar veiliger gevoelen in de nabijheid van den ouden, hoogen toren. Eenigszinsafgescheiden van degewonehuizen, aan de uiterste zij van het dorp verheft zich een sierlijk gebouw een villa, ofhgeven door een grooten, fraai aangelegden tuin. „Duinoord" prijkt liet in vérgulde letters op het hek, dat den tuin naar alle zijden omgeeft. gelegdals dat waar is, hoe kunt ge dan den lieer Van Dixhoorn aanbevelen tegenover mr. Dieleman. Als gij meent, wat gij zegt, moeten beiden in uw oog even zwart zijn. Eerst deed de heer v. Dalsum, of hij de vraag in 't geheel niet gelezen had. Doch op ons aanhouden, komt er eindelijk in no. 139 van DeVolksmil een aankondiging, dat Luctor et Emergo een antwoord zal krijgen op de gestelde vraag. Dat antwoord zal komen in een drietal artikelen onder den titel„Luctor et Emergo krijgt hare inlichtingen. I. Inleiding. II. Het doel heiligt de middelen niet. III. Het onderdrukte Vlaanderen." Natuurlijk verwachtten wij in liet volgend nummer I. Inleiding. Tot onze verbazing lazen we in no. 140 echter „Luctor et Emergo krijgt hare inlichtingen II. Het doel heiligt de middelen niet." We moesten het dus zonder de Inleiding doen. En in het laatste nummer (141) staat onder III. Het verdrukte Vlaanderen een stuk van vijf kolommen over Belgisch Vlaanderen,Xvaarin dé schrijver telkens zich zelf weerspreekt en dat niet veel anders is dan leuterende war taal. In heel die 5 kolommen wordt echter met geen woord van onze vraag melding gemaakt. Doch 't meest overbluffend is de onbe schaamdheid, waarmee in een stukje er naast wordt verteld, dat Luctor et Emergo bijziende is, daar we de beantwoording onzer vraag niet hebben gezien in I. Inleiding een stukje, dat in 'tgeheel niet gedrukt is! Vecht nu eens tegen zulk een onzin. Wij trekken uit deze geschiedenis de con clusie, dat de heer Van Dalsum onze vraag niet onder de oogen zijner lezers durft brengen, wel begrijpende, dat in dat geval zijn boeren bedrog aan den dag zou komen. Zoodra we den tijd er voor gekomen achten, zullen we zelf wel zorgen, dat een en ander toch ter kennisse van zijn lezers komt. We hopen dan over dathet doel heiligt de mid delen niet nog wel het onze te zeggen. Het ministerie en de Ziekte- vfcrzekeringontwerp en. Naar het „N. v. N." uit betrouwbare bron zegt te vernemen, moe.t bij het ministerie nu 't Is tien uur in den morgen. *In den tuin trippelt een meisje van een jaar of vijf. Dartele lokjes dansen met het lieve kopje mee, als de kleine door de kronkelpaadjes hup pelt, om een bloempje te plukken, dat ze straks weer wegwerpt, om jacht te maken op een luchtig vlindertje. Uit een openstaand raam klinkeu af en toe de vroolijke tonen eener piano. Een dame vertoont zich aan 't raam en zoekt blijkbaar de kleine. „Emmij, waar zit je?" „Hier moeen de kleine springster staat opeens stil en richt de oogen naar haar moeder. „Kom Em, je mag uit!" De deur wordt geopend Ah Em vliegt in de armen van moeder, die haar al opwacht. Wat weelderig is daarbinnen alles ingericht. Zie die vestibule, die groote, rijk gemeubelde kamers. Eu geen wonder. Die hier woont, is de voorname reeder Barends, de man, die aan bijna de helft der bevolking van het dorp werk verschaft. Hoeveel kielen heeft hij niet t.er zee of ree, die hem schatten opleveren, en zijn vermogen van jaar tot jaar doen groeien. Als hij de dorpsstraat doorstapt, licht elke visscher eerbiedig de pet. Zie hem daar zitten, in een zijvertrek, tot reeds vaststaan, dat indien de ziekteverzeke ringswetten worden verworpen, niet alleen mi nister Talma, docht het heele kabinet* zal af treden* Dan zal gestreefd worden naar een zaken- ministerie met den heer Heemskerk als voor zitter van den ministerraad. Dit ministerie zal echter in 1913, hoe de uitslag der ver kiezingen ook weze moge, zijn mandaat ter beschikking stellen. n Ds. Ewoldt ontslagen. Men bericht uit Oosterzee, dat ds. E. een kennisgeving van het provinciaal kerkbestuur van Friesland heeft ontvangen, dat hij als predikant bij de Ned. Herv. kerk ontslagen is. Maandagavond, zijn de Ned. Herv. theo logen te Leiden door het theol. faculteitsbe stuur opgeroepen ter bespreking van een hij het bestuur ingekomen protestmotie tegen de benoeming van prof. ^oordtzij tot hoogleeraar aan de Theol. Faculteit der Utrechtsche Hoo- geschool. Zaterdag heeft er tusschen den minister van landbouw, nijverheid en handel en den minister van binnenlandsclie zaken aan diens departement overleg plaats gehad betreffende de grondwettigheid van het aan de Raden van Arbeid toe te kennen verordeningsrecht. Cherbourg, 8 Juni. De onderzeesche boot Vendémiaire is gezonken, waarschijnlijk na een botsing, en is in tweeën gebroken. Parijs, 8 Juni. De maritieme prefect te Cherbourg meldtBij aanvalsoefeningen stiet de Saint Louis vanochtend eenige mijlen ten N. van de zeestrooming bij Kaap La Hogue op den onderzeeër Vendémiaire, die onder den voorsteven van de Saint Louis was verschenen. De onderzeeër werd waarschijnlijk in tweeën gesneden. De ramp gebeurde op een plaats waar de stroom zeer sterk en zeer onregel matig is. Behalve de commandant en een tweede-luitenant waren er 25 man aan boord. Cherbourg, 8 Juni. Een groote menigte menschen heeft zich naar de kantoren van het marinebestuur begeven, die aanhoudend vragen stellen aan de officieren. Deze kunnen echter geen enkele zekere inlichting geven omtrent het lot der onderzeesche boot. De pogingen tot redding hebben tot nog toe geen enkel resultaat géliad. De diepte op de plaats waar het vaartuig gezonken is, geeft weinig hoop dat de duikers tijdig de drenke lingen te hulp zullen kunnen komen. kantoor ingericht. Terwijl de vroolijke, klare stem van Emmij door de gang kwettert, verdiept hij zich in een stapel brieven en berichten, zooeven dooi de post bezorgd. Nu en dan maakt hij een enkele aanteekening, terwijl uit het fronsen der wenkbrauwen, liet rimpelen van liet voor hoofd, de weer vriendelijker uitdrukking van het gelaat is op maken, of de tijdingen hem aangenaam stemmeu, of niet. Ondertusschen is Em voor de wandeling ge reed. In luchtig uitgaanskleedje komt ze, stralend van blijdschap en gezondheid, aan moe 's hand haar vader goedendag zeggen. Juist als me vrouw Barends met Emmij het kantoor binnen treedt, klinkt helderop in de ruime gangen liet gelui der bel. Eenige oogenhlikken later brengt een dienst meisje een briefje boven. „Astublieft meneer," en ze wil zich verwijde ren. „Toch niet van de post Wie brengt dat „De post niet, meneer; een jongen vaneen jaar of twaalf ik geloof, dat het Steven Harmsma was, maar hij „Dankje", valt de heer Barends in en een knikje naar de deur is voor Keetje een heel stellige aanwijzing om maar te vertrekken. (Wordt vervolgd.) Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. 2) DOOR ZELANDIA. A fstan d. Een onderzeeër gezonken.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1912 | | pagina 1