VANh0UT£N'S CACAO en vergelijk deze met andere soorten van olenzelfden prijs Zuiver Overal verkrijgbaar. Vraag bj; Uw winkelier een bus Het is zeker dat 6e ze dan bl ij ft drinken.- UQCd er\ 'uOc?C\--{jOP X K? bus ƒ1,50 Eecla i^CL e Berlclite ra.. %K° bus/0,AS Xo„ -0.18 Uit de Pers. Biiitenlandsch Overzicht. Korte Berichten. X,. schare ware Zendingsvrienden gekweekt ge worden is, in alle lagen en standen der maat schappij, kan men erover oordeelen wat deze beweging waard is. Maar aan den anderen kant toch reeds op veel gewezen worden. Of is dan de opeens zoo toegenomen werkzaam heid, waarvan vooral op de Conferenties in 1911 getuigd kon worden op zichzelve al niet een verblijdend iets? En spreekt dan ook niet het feit, dat waar vroeger op de biblio theken in Amsterdam, Den Haag, Utrecht de boeken over Islam nooit gevraagd werden, zij gedurende den cursus 19101911 eenvoudig niet te krijgen warenzij waren steeds uit in de studiekringenOok in andere steden zal iets dergelijks wel het geval geweest zijn. Nog meer zou genoemd kunnen worden. De kringen (evenals de Conferenties) wekken niet alleen meer Zendingsliefde op. Hun in vloed reikt verder en dieper, en raakt in het algemeen het Christelijk leven. Dit wordt er zoo wonderlijk door versterkt en verrijkt, en dit komt rechtstreeks der gemeente ten goede. En nog meer. Het bevordert in werkelijkheid onze eenheid als Christenen. De Conferenties getuigen ervan. De kringen niet minder. Niet een eenheid met wegdoezeling of ver loochening van beginselen, maar juist met er kenning en waardeering ervan. En dan ge zamenlijk aan den arbeid in den strijd tegen het rijk der duisternis. Ondergeteekende zou eindelijk nog meer dan één brief kunnen over leggen met uitingen als deze, dat de studie den kring heel niet bevredigd had, omdat men inzag, hoezeer er nog te kort geschoten was, dat het verlangen opgewekt was meer voor de Zending te kunnen doen en zijn. Maar genoeg. Liever dan met deze eerstelingen te koop loopen, willen wij wachten totdat de beweging zich voller ontwikkeld en meer gezet hebbe. Wij zijn toch ook nog maar aan den allereersten aanvang. Er kan zooveel verkeeren. Niettemin toch willen wij met innigen dank aan God deze aanvankelijke vruchten samenlezen, en aan zijne toeten neerleggen." De advertenties. De afdeeling „advertenties" levert bij meer dan een blad groote moeilijklreden op. Het is een gewichtige rubriek, die veelal over het stoffelijk welvaren van de courant beslist. Het „eerst leven en dan philosoplceren", geldt ook in de journalistiek. Wie op philosophperen prijs stelt isdusals van zelf tot het verzamelen van leeftodit aan gewezen en juist de advertentiekolommen verschaffen de middelen om zich stamde te Uiteraard wordt dan ook met graage naar adverteerders uitgezien en een blijde oitvangst is dit eerbiedwaardige slag menschm ver zekerd. De lezers evenwel kunnen met dat vreugde betoon niet immer instemmen en meirmalen zouden zij toegang weigeren aan ebgenen, wien wij plaats verleenden. Nu is ongetwijfeld zekere keur noodig. Daar zijn hoogere beginselen, welke ook het stoffelijk maatschappelijk leven beheerschen en een Christelijk blad, dat om materieel gewin, in zijn advertentierubriek die beginselen schendt, staat schuldig. Wat onchristelijk of onzedelijk is dient on voorwaardelijk te worden geweerd en meer dan de buitenstaanders vermoeden, ging door die weigering, onderscheidene vette post teloor. Buiten deze is er echter een groep aankon digingen, welke niet een beslist anti-godsdien stig karakter draagt maar die een man van anti-revolutionairen huize toch liever niet zag opgenomen. Zoo rees er over de advertenties van het Anti-Tariefrvet comité in ons blad klacht. Zoo bevatten nog pas de Standaard en enkele andere rechtsche bladen eene reuzen-adverteu- tie van honderden regelen tegen Minister Talma's Ziektewet. Kon men zich geheel vrij bewegen en onbe krompen rondkomen dan zou men er onge twijfeld veel lichter toe overgaan om dergelijke annonces als contrabande te .weren. De strijd om het bestaan drijft nu tot plaatsing van hetgeen eigenlijk onaangenaam wordt gevonden. Dat verdriet dan sommige lezers, en geeft wrijvingen en botsingen. Wij kennen een probaat middel om hieraan een eind te maken. Klagen is voortreffelijk en wij weten die klachten als bewijs van mee leven te waardeeren. Maar daar is nog een veel betere remedie aan onze advertentiekolommen zoodanige uit breiding geven dat strengere keur bij de opname kan worden geoefend. In dit opzicht is zoo onnoemelijk veel te doen. Vooraanstaande mannen gaan meermalen de antirevolutionaire pers, ook ons blad voorbij om in vrijzinnige of z.g.n. neutrale bladen hun berichten te publiceeren. Soms gebeurt dit uit zekeren sleur, soms met de opmerking: „die worden veel meer gelezen" of met het laf bescheid „ik moet het voor mijn klanten doen". Laat dit toch anders worden. Mannen van zaken kunnen hier helpen, maar ook en vooral de gewone particuliere burgers. Van droeve en blijde dagen belmoren anti revolutionairen in een christelijk blad aan kondiging te doen. Zoo leeft men onderling mee. Zoo wordt betracht hetAntirevolutio nair ook in uw huisgezin. Zoo alleen, als allen hun roeping verstaan, kan ons blad beantwoorden aan zijn hooge taak. (De Rotterdammer.) Zoowat acht dagen geleden zijn Garnier, Valet en juffrouw Schoof, geboren Guillemin, te Nogent, aan de Marne, aangekomen, waar ze een kleine villa huurden. Te Nogent wordt algemeen verteld, dat de bandieten daar her kend zijn door een bediende van een bank instelling, waar ze kwamen om aandeelen te verhandelen. De bediende had de politie ge waarschuwd en zoo was er ontdekt, dat het drietal het villaatje Petit Robinson te Nogent bewoonde. Het huis is omringd door dicht gebladerte, zoodat het van den weg af haast niet te zien is. Bovendien staat er rond den tuin een vrij hooge muur. Gistermiddag om halfzés meldde Guichard, de chef van den Parijschen veiligheidsdienst zich aan het hek van Petit Robinson. Toen hij zich bekend maakte en toegang eischte, in naam der wet, loste een individu, dat in den tuin liep, een revolverschot op Guichard, die echter niet geraakt werd. Na deze ontvangst keerde Guichard terug hij waarschuwde telefonisch Lépine, die een ware politie-macht op Nogent afstuurde, waar reeds de gendarmen uit den omtrek en de zouaven van het fort van Nogent door Guichard opgecommandeerd waren. En toen begon de belegering van de kleine villa Petit Robinson, waarvan onze lezers onder de korte berichten een verslag vinden. Garnier en Valet waren beiden pas twee- en-twintig jaar oud. Garnier heeft aan bijna alle misdaden van Bonnot deelgenomen, met wien hij aan het hoofd van de bende der auto-bandieten beschouwd moet worden. Hij wordt bovendien verdacht van een te Charleroi gepleegder. diefstal met moord. Garnier moet, zooals men ook wel op de portretten kan zien, die de dagbladen van hem gegeven hebben, een heel mooie jongen geweest zijn, met schitterende, zwarte oogen. Zijn minnares, juffrouw Guillemin, een blondine, die later haar haren zwart is gaan verven, had te Nogent de villa gehuurd. Zij deed er het huis houden en de boodschappen. De twee ban dieten kwamen zoo goed als nooit uit. Uit de berichten hebben onze lezers gezien, dat deze vrouw zich op de eerste aanmaning der politie overgegeven heeft. Het liefje van Valet, die ook in de misdaad van de Ordener-straat betrokken is, waar zij kamers gehuurd had, is een oude bekende der politie. Zij is nu acht-en-twintig jaar oud vijf jaar geleden is zij veroordeeld wegens het uitgeven van valsch geld. Hoe het deze vrouw bij de beschieting van de villa vergaan is hebben wij nog niet vernomen. Is zij ge wond, gedood Blijkbaar heeft zij niet, zooals vrouw Guillemin, haar minnaar in den steek willen laten, maar is zij met hem, met Valet, gebleven. En zij is gezien, in den Hakkerenden schijn van toortsen, die de agenten tot op twintig meter van het huis geplaatst hadden, staande tusschen de beide mannen, en schie tende, als dezeneen furie, maar die haar minnaar niet verlaten wilde in dezen Mei nacht, den laatsten. Een duizend koppige menigte, een machtig gewapende troepen-af- deeling, omsingelen een bouwval, waar binnen drie menschen, misdadigers, met helsche held haftigheid hun krankzinnig verzet tegen heel een maatschappij tot in hun doodsstrijd voort zetten Garnier en Valet omsingeld. Parijs, 14 Mei. Extranummers van de avond bladen, die met groot geweld door Parijs heen gevent worden, melden dat Garnier en Valet in een villa te Nogent, het bekoorlijke plaatsje aan de Marne vlak bij Parijs, omsingeld zijn. Nogent, 14 Mei. De bandieten Garnier en Valet worden belegerd in een huis bij de viaduct van den Oosteljjken spoorweg. Zij schieten op de menigte en de politie. De bri gadier Fleury is gewond. Op het oogenblik zijn 3 politie-beambten ge wond. Honderden schoten worden gewisseld. De geliefde van Garnier heeft zich heden avond om 8 uur overgegeven. Men zal liet huis in de lucht laten springen. De poging om het huis in de lucht te laten vliegen heeft niets opgeleverd, want na de ontploffing wordt het schieten van beide zijden voortgezet. Parijs, 15 Mei. Tegen middernacht staat het huis te Nogent, waarin Garnier en Valet zijn, nog overeind. De brandweer is aange komen. Als nieuwe pogingen om het huis bin nen te dringen niet slagen, zal men waarschijn lijk het aanbreken van deri dag afwachten. Honderden auto's komen uit Parijs aansnor ren er is een enorme menschen-menigte te Nogent bijeen en er heerscht groote opwin ding. Het stortregent. Nogent, 15 Mei. Om vijf minuten over tweeën heeft men met behulp van een kilogram meliniet het huis gedeeltelijk verwoest. De Parijsche dame, die de villa huurde, welke naast het huis gelegen is, waarin Garnier en Valet zich ophielden, zag Zondag de beide boeven in den tuin werken met dikke houten planken. Zij meende, dat het jongelui waren, die met den zomer wat buiten kwamen wonen, en lette verder niet op hun doen. Vrouw Guillemin stond aan het hek van de villa toen Guichard daar aankwam zij was dus niet binnen. Zij gaf zich zonder weerstand te bieden gevangen en aan de journalisten vertelde zij, dat Garnier te Nogent gekomen was om er zich verborgen te houden. Hij geloofde, dat hij er niet ontdekt zou worden. Hij wilde werken, maar daar hij onder zijn eigen naam geen baantje zou kunnen vinden, wachtte hij tot hij in het bezit van valsche papieren zou zijn, in de hoop dan iets te zullen. Over Valet wilde de vrouw niet veel loslaten. Zij zeide echter, dat hij gevaarlijker was dan Garnier. Het geweervuur wordt geregeld voortgezet, maar er wordt voorzichtig en slechts met tus- schenpoozen geschoten, om den bandieten te toonen, dat zij voortdurend streng bewaakt worden. Van half tien tot tienen wordt er geen schot gelost. Om kwart over tienen biedt een reservist der zouaven aan, een dynamietpatroon bij het huis te gaan plaatsen. Zijn voorstel wordt niet aanvaard. Om twintig minuten ovèr tienen wordt er een nieuwe bom geplaatsteen geweldige ontploffing volgt. Een muur schijnt in te storten. De bandieten antwoorden met geweerschoten aan alle zijden. Een kapitein der zouaven klimt op een der muren van het belegerde huis en dringt binnen. Nog staat het wankelende huis overeind. Om twintig minuten voor elven wordt het bevel gegeven met vuren op te houden. Plotseling klinkt een hevige ontploffing, die door een hellen lichtschijn vergezeld wordt. Men ziet de bres, door de bommen in het muurwerk gemaakt. Gendarmen en soldaten vuren tel kens wanneer zich maar even een figuur in de bres vertoont. Om half twaalf worden er van het viaduct af twee dynamiet-patronen geplaatst, die een gedeelte muur ineen doen storten. Nogent, 15 Mei. Toen de politie het huis binnendrong werd zij met een regen van re volverschoten ontvangen. De inspecteurs schoten terug en maakten zich van de ban dieten meester. Garnier was dood. Zijn lijk is naar de morgue gebracht. Valet is zwaar gewond naar een der Parijsche ziekenhuizen vervoerd. Valet is onder het vervoer van Nogent naar Parijs gestorven. Parijs, 15 Mei. Aan het verslag, dat de Intransigeant geeft van de belegering van de villa, waarin Garnier en Valet den wijk ge nomen hadden, is het volgende ontleend Het is twee uur in den nachtdaar het zoeklicht, waarover men de beschikking heeft, niet werken wil, heerscht er diepe duisternis. Ook in de villa is alles donker, daar de ban dieten de kaars, waarmee ze zich behielpen, uitgedoofd hebben. Om half drie ontploft de tweede meliniet-patroon de uitwerking is ge weldig. De ramen van de huizen in de buurt, van de auto's springen, waardoor tal van personen gewond worden. Er is een bres in een der muren van de villa ontstaan van 60 c.M. Onmiddellijk worden twee mitrailleuses in werking gesteld. Op dit oogenblik ziet men Garnier en Valet op het dak klimmen, van waar af zij schieten. In het huis is brand uitgebroken. De politie-honden, die de politie uit Parijs meegebracht heeft, worden nu los gelaten en rennen op het huis af, blaffend. Inspecteurs volgen de dieren. Op dat oogenblik valt een agent neer, getroffen door een kogel in den hals; een ander krijgt een kogel in zijn been. De politie dringt in het huis door, onder voortdurend vuren. In een klein ka mertje wordt een man gevonden, wiens hoofd met kogels doorboord ishij geeft geen tee kenen van leven meer. Het is Garnier. Dicht bij hem ligt een andere manhet bloed gutst uit zijn wonden; hij reutelt: het is Valet. De doode en de stervende worden in een automobiel gedragen, Valet voorop. Hij is blootshoofds, draagt sandalen. Vier inspec teurs ondersteunen hem, maar nog verzet zich de jonge bandiet. Nauwelijks in de auto ge plaatst, stierf hij. Valet en Garnier hadden bij hun verdediging evenals Bonnot ook van matrassen gebruik gemaakt. Beiden waren afschuwelijk gekwetst, maar tot hun laatsten ademtocht hebben zij zich verweerd. Garnier droeg steeds een grijs linnen broekzijn bo venlijf was naakt. Valet had een flanellen»» hemd aan. Hamburg, 15 Mei. In verband met het plotseling overlijden van den koning van De nemarken wordt liet volgende geseindDe koning was uit Nice gearriveerd, waar hij genezing had gezocht voor de verkalking der bloedvaten, waaraan hij lijdende was. Hij was vergezeld doot zijn gemalin en dochter. De koning bevond zich juist de laatste dagen zeer wel en had een goeden eetlust. Gisterenavond ging hij alleen uit. In de nabijheid van de Ganzenmarkt viel hij plotse ling neer, door een beroerte getroffen. De koning, die een gekleede jas droeg, werd door niemand herkend en men bracht het lijk naar het havenziekenhuis. Toen Z. M. in het hotel niet terug kwam, werd men on gerust en ging op onderzoek uit. In den aanvang zonder resultaat, totdat men vernam, dat in bovengemeld ziekenhuis een net gekleed heer binnengebracht was. Toen werd de doode herkend en men bracht het lijk naar het hotel terug, waar het werd neergelegd en met bloemen bedekt. Frederik VIII van Denemarken (Christiaan Frederik Willem Karei) werd 3 Juni 1843 te Kopenhagen geboren. In 1906 volgde hij zijn vader op, den ouden, bekenden koning, wegens zijn betrekkingen met talrijke regeerende huizen in Europa „vader van Europa" ge- FRANKRIJK. De auto-bandieten. De auto-bandieten. Koning van Denemarken, f

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1912 | | pagina 2