Antirevolutionair
voor
nieuws* en Advertentieblad
Zeeland.
FE UIL L E T (fZ
De Russische veldtocht van 1012.
No. 915.
9e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f\—Franco
per post: voor Nederland 1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. U T00IJ Az. te TER NEUZEN,
Inzending van advertentiSn vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENT1EN:
Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIF.CJ TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
V Hij vertrouwt 't zaakje niet.
We hadden de vorige week dringend aan
De Volkswil verzocht, ons nader in te lichten
omtrent hetgeen dit blad gezegd had over de
subsidie aan de Zeeuwsch-Vlaamsche Tram
wegmaatschappij.
Tevens hadden we verklaard, niet te begrij
pen, waarom mr. P. Dieleman wegens die
subsidie niet mocht herkozen worden als lid
van de Prov. Staten en de heer Ph. van Dix-
hoorn wel werd aanbevolen.
Wij konden de logica niet vinden in het
betoog van De Volkswil, vandaar ons dringend
verzoek om nader onderricht.
Ziehier het bescheid dat de redactie ons
geeft
Zij begrijpt niet veel van ons „Zelandia
begint de Zeeuwsch-Vlaamsche Tramweg-
maatschappij te begrijpen."
Dat is jammer voor haar, omdat er uit
blijkt, dat zij niet kent de lading die een
goede vlag moet dekken, en dat zij niet
begrijpt de immoraliteit hierin bestaande,
dat drie leden van Gedeputeerde Staten
van Zeeland in deze hoedanigheid belasting
geld vragen van de eigen Provincie om
hiermede te dienen de belangen van Bel
gische particulieren en van henzelven.
Zoodra zij erkent deze immoraliteit
zullen wij Luctor gaarne te woord staan,
des tè meer, omdat zij alsdan tegelijk erkent
dat heeren, die zich daaraan schuldig maken
niet verdienen nog langer het vertrouwen
te hebben van de kiezers. Wij kennen een
lid van Gedeputeerde Staten van eene
andere provincie dan Zeeland, die dergelijke
daad noemt „een moreel schandaal."
Luctor zal toch niet blind zijn voor een
moreel schandaal alleen omdat het wordt
gepleegd door partij- en coalitiegenooten,
of wel, zij zal toch niet huldigen de leer,
dat het doel de middelen heiligt
De Volkswil moet Het ons niet kwalijk
nemen, maar we zijn door dit antwoord zeer
teleurgesteld.
We hebben een vorige maal eerlijk onze
onkunde beleden en dringend verzocht om
nader onderricht.
Nu zegt De Volkswil te strijden voor waar
heid en recht; ons dunkt, dan moest de re
dactie er op gesteld wezen, indien ze iemand
vindt, die haar betoog niet snapt, om de
waarheid van wat zij zegt, duidelijk te maken.
Den 25en October hadden alleen onbedui
dende kanonnades plaats Ik moest een ge
deelte van het terrein verkennen.
Den26en trof ons een treurige tijding. Platow
was met eenige duizenden kozakken en cava
lerie de Louja gepasseerd en had een groote
hoeveelheid bagage en zelfs een aanzienlijke
hoeveelheid artillerie vermeesterd en wegge
voerd. Bij dezen Wagentrein was ook een wa
gen, welke ik met een paar officieren had in
gericht en met een gedeelte van onze zaken
was beladen. Al mijn verzamelde oostersche
zaken en, wat erger was, een groot gedeelte
van mijne kleeding gingen verloren. Daaronder
miste ik naderhand het meeste mijne laarzen
ik had nu namelijk slechts de laarzen, welke
ik aan had en deze waren met pels gevoerd
en zeer warm te paard, doch niet geschikt
om mede te loopen, welk lot mij weldra zou
te beurt vallen.
Op den 25en en 26cn werden vele wagens
In plaats daarvan krijgen we bovenstaand
nietszeggend stukje.
Nietszeggend, want de redactie begint met
van ons te eischen, dat we erkennen gij hebt
gelijk, ofschoon we van uw redeneering niets
begrijpen. We vertrouwen, dat ook de lezers
van De Volkswil wel zooveel verstand zullen
hebben, om te zeggen dat is een onmogelijke
eisch en daarom een nietszeggende dood
doener.
Kijk, de zaak zit zoo
de Provincie Zeeland subsidieert volgens
een eenmaal genomen besluit, en naar een
vasten maatstaf, elke tramlijn, die zij in het
belang der ingezetenen >{jcht
zelf legt de provincie geen tramlijnen aan,
maar heeft dit tot hiertoe steeds overgelaten
aan particulieren
indien particulieren hiertoe overgaan, dienen
zij daarmede zeker ook het algemeen belang,
doch zij hebben in de eerste plaats hun eigen
belangen op het oog, wat immers niemand
hun kwalijk neemt
de eigenaardige ligging van Zeeuwsch-Vlaan-
deren brengt mede, dat een tramlijn in deze
streek, om te rendeeren, moet aansluiten aan
Belgische lijnen en Belgische fabrieken
het is een bekend feit, dat, indien Zeeuwsch-
Vlaanderen moest wachten met den aanleg
van tramlijnen tot de ingezetenen zelf hun
geld in voldoende mate daarvoor beschikbaar
stelden, onze achterkleinkinderen nog geen
tram-reisje zouden kunnen ondernemen
daarentegen zien Belgische landeigenaren
en fabrikanten zóózeer het belang van een
Zeeuwsch-Vlaamsche tramlijn in, dat zij niet
aarzelen daarin groote geldsommen te steken
zij doen dat, gelijk vanzelf spreekt, niet uit
pure naastenliefde voor ons, Zeeuwsch-Vla-
mingen, maar uit welbegrepen eigenbelang;
gevolg daarvan is evenwel, dat onze streek
daarmede een tramnet ontvangt, dat wijzelf
ook broodnoodig achten, doch waarvoor we
zonder de hulp der Belgen het noodige kapi
taal niet weten te vinden
aan deze lijn verleent de provincie, evenals
aan andere, volgens den zelfden maatstaf
die eenmaal aangenomen is, een subsidie
nu is dit volgens den heer Van Dalsum,
daarom een moreel schandaal, omdat leden
van Gedeputeerde Staten optreden als Com
missarissen der lijn
wegens dit „moreel schandaal" moet een
der commissarissen dezer lijn, mr. P. Dieleman,
in 1913 gewipt worden als lid der Staten,
omdat hij zoo hard geijverd heeft voor 't tot
stand komen der tram en de familie Lippens
prijst voor haar hulp
ter wegneming van dit „moreel schandaal"
wil de heer Van Dalsum in 1913 mr. Dieleman
en caissons bijeen gebracht en verbrand, het
geen ons deed vermoeden, dat wij den 57en
een grooten veldslag zouden leveren om ons
met den degen in de vuist een doortocht naar
de vruchtbare streken van Rusland te banen.
Doch des avonds van den 26en, toen wij
reeds op het bivak waren ingeslapen, werden
wij allen gewekt met de order ons zoo stil
mogelijk te houden en ons gereed te maken
voor het vertrek. Wij hoopten toen, dat wij
des nachts de Russen zouden moeten over
rompelen, want wij waren zoo na te samen,
dat in den nacht van den 25eu op den 26en
eenige vijandelijke granaten, welke vóór de
tent van Davout vielen en sprongen, het bivak
van den staf uiteen dreven.
Hoe verwonderd waren wij, toen wij de met
stroomen van bloed gekochte stad verlieten
en den weg noordwaarts naar Borowsk weder
insloegen en nog meer toen wij van deze plaats
noordwestwaarts naar Mosaïsk trokken, alwaar
wij den 29en aankwamen op den rampzaligen
weg. die bij den marsch naar Moskou geheel
uitgeplunderd was en ons niets meer aanbood
dan het vooruitzicht van honger te sterven.
De moedeloosheid was van toen af zeergroot.
De noodlottige terugtocht was nu werkelijk
begonnen.
Van Malojaroslawetz tot Wiasma vormde
het 1ste legerkorps de achterhoede van het
vervangen door een lid van den Raad van
Advies dierzelfde maatschappij, den heer Van
Dixhoorn, die even hard ijvert voor de tram
als mr. Dieleman en die even hard als hij de
familie Lippens lof toezwaait voor haar energie.
Is het vreemd, dat wij de logica dezer
redeneering niet begrijpen en beleefd om nader
onderricht verzoeken aan het blad, dat aan
zijn hoofd zegt, te strijden voor waarheid en
recht
En nu wil de heer Van Dalsum ons afschepen
met bovenstaanden dooddoener.
Hoe zit dit nu
Vertrouwt hij soms zijn eigen opgezet zaakje
niet
Hij zal het ons, naar wij hopen, niet kwalijk
nemen, waar we bij vernieuwing op nader
onderricht aandringen.
Wij doen dit met des te meer vrijmoedig
heid, omdat wij hem de verzekering durven
gevenzoodra gij ons kunt aantoonen, dat
door de vervanging van den Commissaris der
Maatschappij door een lid van den Raad van
Advies de waarheid gediend en het recht
gehandhaafd wordt, staan wij aan uwe zijde
en willen zonder aanzien des persoons met
u strijden voor die vervanging.
Maar dan moet ge een beetje geduld hebben
met onze onnoozelheid en't ons eerst duidelijk
maken, dat gij gelijk hebt.
Met groote woorden schiet gij bij ons niets op.
V Achtste Jaarvergadering
van de Vereen iging tot Christel ij ke
Verzorging van K r a n k.z i n n i g e n
in Zeeland.
Onder groote belangstelling werd Vrijdag
in het Schuttershof te Middelburg de 8ste
jaarvergadering van de Vereeniging tot Chr.
Verzorging van Krankzinnigen in Zeeland ge
houden.
In de morgensamenkomst werd een bidstond
gehouden, waarbij voorgingen ds. L. B. Tjebbes
van Middelburg en ds. D. Pol van Vlissingen.
De jaarvergadering werd met gebed en toe
spraak door den Voorzitter, ds. J. H. Donner
geopend. 42 afdeelingen met 91 afgevaardigden
en 15 corporaties waren vertegenwoordigd.
De Secretaris brengt verslag uit. Vereeniging
.en de Stichting „Vrederust" ontwikkelde zich
in 1911. Het aantal leden klom tot 3154, het
cijfer der contributiën tot f 4877. Na korte
jaren hoopt het Bestuur, dat evenwicht tus-
schen uitgaven en inkomsten zal verkregen
zijn. Op „Vrederust" waren bij het begin van
1911 204 patiënten, heden 292; het terrein
wordt ontgonnen, de veestapel vermeerderde
en voor het legaat ten vorigen jare ontvangen,
zal een blok van 4 dienstwoningen worden
Leger. Nergens vond men eenige levensmid
delen. Uitdeelingen werden zelfs aan de offi
cieren der staven niet gedaan. Uit verre
gaande roekeloosheid hadden de vooraangaande
korpsen de meeste der overgebleven huizen
en dorpen verbrand. De achterhoede vond
niets als asch. De ellende had reeds een
groote hoogte bereikt. De eenige voeding,
toen elk zijn kleinen voorraad had verbruikt,
was een stuk paardenvleesch. En daar ieder
oogenblik door gebrek aan voeding honderden
paarden vielen, was daaraan geen gebrek.
Hoevele malen heb ik niet een stukje vleesch
van een dood paard afgesneden, het aan de
punt van mijn degen gestoken en bij het eer
ste bivak het beste doen braden, om het dan
half rauw te verslinden.
Bij al deze ellende moest men dagelijks
vechten. De lichte Russische cavalerie en
vooral de kozakken omsingelden ons van alle
zijden. Alle achterblijvönden waren verloren.
De Russen hadden bij hunne lichte cavale
rie een soort van rijdende artillerie, waarmede
zij den weg beschoten. Ofschoon de terugtocht
niet belet werd, zoo sneuvelden toch ieder
oogenblik menschen of werden er gekwetst.
Tusschen Gjatz en Wiasma vond ik den le-
luitenant van den trein Ottela, met wien ik
te Moskou te gelijkertijd gedecoreerd was, in
akeligen toestand. Den avond te voren had
gebouwd met gevelsteen ter herinnering aan
den gever. Dr. v. d. Brug vertrok en dr. Gezelle
Meerburg nam zijn plaats in als geneesheer
directeur. Spoedig zal een definitief geestelijk
verzorger moeten benoemd worden.
Daarna bracht de Penningmeester de heer
Gerlach van St. Joostland jaarverslag betref
fende den financiëelen toestand der Vereeniging
uit, die, in aanmerking genomen dat de Stich
ting nog slechts voor den helft bevolkt is,
gunstig heeten mag. De exploitatie, minus
de huur gaf in 1911 een voordeelig saldo van
f 1221,42°. Met de huur inbegrepen hebben
de uitgaven bedragen f 129341,40 en de in
komsten f 104074.89. Ongetwijfeld worden bij
klimmend aantal patiënten de tekorten minder,
om eerlang te verdwijnen.
In de vacatures bestuur worden gekozen
de heeren P. J .de Kruijter en mr. P. Dieleman
te Middelburg, L. J. van Voorthuyzen te Dom
burg, A. Scheele te Ter Neuzen, P. Drost te
Wemeldinge en Van Ek te Scherpenisse en
in de vacature der commissie tot het nazien
der boeken de heer L. J. van Vessem.
Besloten wordt tot het verschuiven der
Jaarvergadering tot de eerste helft van Juni
en tot invoegen in de Statuten, dat vóór April
schriftelijke voorstellen bij den Secretaris
moeten inkomen. Het voorstel Nieuwdorp
(herkiesbaarstelling van het Bestuur) werd
verworpen, aangenomen werd niet verplichte
aftreding van het Moderamen. Op het voorstel
Driewegen-Ovezande, bedoelende het vormen
van een suppletiefonds voor verpleging van
nietarmlastige krankzinnigen, werd besloten
voorloopig niet in te gaan.
Met een woord van dank aan de aftredende
leden van het Bestuur, voornamelijk aan ds.
De Ligt, die zoovele diensten bewees, eindigde
deze vergadering, wa'arna Prof. Bavinck de
talrijke opgekomenen vergastte op een van
die toespraken, zooals hij dat alleen kan, pittig
van inhoud en schoon van vorm.
Spr. begon met er op te wijzen, dat de
wetenschap in de laatste jaren grooten voor
uitgang heeft gemaakt. Men heeft voor kort
gedacht in die wetenschap alle genezing voor
alle kwalen te kunnen vinden, maar degenen
die dat gelooven verminderen al meer en meer
in aantal. En dit verblijdt de belijders van
het christelijk geloof. Er zijn van die dingen,
waarop de rede en het verstand geen antwoord
kuunen geven. In de eerste plaats, hoe alles
is, hoe alles wordt. Alle dingen, die bestaan,
zijn reeds door hun bestaan een mysterie,
een raadsel. Zoo ook het leven. Degeleerden
zijn bezig het leven fabriekmatig te verklaren,
maar al die pogingen mislukten tot heden.
Zoodra men in den kern van het leven wil
doordringen, wordt het vernietigd. Het be-
een kogel hem het been verbrijzeld. De on
gelukkige was gedurende den nacht door de
kozakken geplunderd. Nog een paar uren ver
werd hij door de sappeurs op de bajonetten
gedragen en toen in een boerenhut achterge
laten.
Bij Wiasma vonden wij een Russisch korps
dwars op den weg, dien wij passeeren moes
ten. Het was den 3den November, dat de
lste en 4de Fransche legerkorpsen een for-
meelen veldslag leverden om den terugtocht
te kunnen voortzetten, Duizenden van doo-
den en geblesseerden bedekten het slagveld.
Den 7den November begon de winter. Tot
dat tijdstip had men nog niet veel van de
koude geleden, doch nu viel de winter met
strengheid in en bereikte onze ellende het top
punt. De nog overgebleven paarden, die niet
gescherpt konden worden, vielen nu met dui
zenden. Mijn beste paard, dat telkens viel en
dan mot. moeite opstond, bleef eindelijk van
zwakte liggefi. Van dien tijd was de koude
ook te sterk om te paard te kunnen rijden,
en in zoover was het verlies van mijn paard
niet groot. Ik had nu nog een paard, dat met
mijn knecht en een klein valies mij volgde
ik had gelegenheid gehad om het pmird de
ijzers af te nemen.
(Wordt vervolgd).
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
„Luctor et Emerg o".
(verhaald door een ooggetuige,
wijlen den Kolonel der Genie A. KOOL
15)
Mf